bluetooth OPEL MERIVA 2015.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 132 of 145

132Telefoon
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met de te‐
lefoonportal: door het als een hands‐
free-apparaat toe te voegen of door
het SIM Access Profile (SAP) te ge‐
bruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐
raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via de telefoonportal.
Het aantal beschikbare functies is af‐ hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk
kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de mobiele telefoon.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐
bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, zoals ver‐
schillende beveiligings - berichtver‐
zendingsopties. Het werkelijke aantal
beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
De telefoonportal kan nu door andere
Bluetooth-apparaten worden gede‐
tecteerd.
Zodra de mobiele telefoon de tele‐
foonportal heeft gedetecteerd, kan de Bluetooth-code in de mobiele tele‐
foon worden ingevoerd.

Page 133 of 145

Telefoon133
Zodra de telefoonportal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via de telefoonportal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth- verbinding met de telefoonportal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐
code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.
Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
De telefoonportal scant of er beschik‐
bare apparaten zijn en toont een lijst
met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het in‐ fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.

Page 136 of 145

136Telefoon
Om het nummer van de sms-centralete configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.

Page 142 of 145

142TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......118
Algemene aanwijzingen ............
.................. 90, 117, 121, 122, 130
Algemene informatie................... 124
Antidiefstalfunctie ........................91
Autostore-lijsten .......................... 108
B BACK-toets ................................... 99
Basisbediening ............................. 99
Bediening.................................... 136
Bluetooth .................................... 130
Bluetooth-verbinding ..................131
C
CD-speler activeren.................................. 118
belangrijke informatie ..............117
gebruik .................................... 118
CD-speler activeren ....................118
CD-speler gebruiken................... 118
D DAB ............................................ 114
DAB configureren .......................114
De AUX-ingang gebruiken ..........121
De radio gebruiken .....................107
De radio inschakelen ..................107De USB-poort gebruiken ............122
Digital Audio Broadcasting .........114
E
Enhanced Other Networks .........112
EON ............................................ 112
F
Favorietenlijst ............................. 108
Frequentiebereikmenu's .............109
Frequentiebereik selecteren .......107
G
Gebruik ................. 98, 107, 118, 121
Geluidsinstellingen .....................103
H Handsfree-modus .......................131
Het infotainmentsysteem gebruiken .................................. 98
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 98
I
Infotainmentsysteem automatische aanpassing vanhet volume............................... 105
maximaal opstartvolume .........105
tooninstellingen .......................103
volume voor verkeersberichten 105
volume: instellingen ................105

Page 143 of 145

143
M
Menubediening ............................. 99
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................139
Multifunctionele knop ....................99
Mute.............................................. 98
N
Noodoproep ................................ 136
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 122
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Radio Data System (RDS) ......112
activeren.................................. 107
autostorelijsten ........................ 108
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 114
favorietenlijst ........................... 108
frequentiebereik selecteren .....107
frequentiebereikmenu's ...........109
gebruik .................................... 107
zender zoeken ........................ 107
zenderlijsten ............................ 109
Radio activeren........................... 107 Radio Data System (RDS) ......... 112RDS ............................................ 112
RDS configureren .......................112
Regionalisatie ............................. 112
S
SAP-modus ................................ 131
SIM Access Profile (SAP) ...........131
Spraakherkenning ..............124, 125
activeren.................................. 125
gebruik .................................... 125
telefoonregeling ......................125
volume voor stemoutput ..........125
Spraakherkenning activeren .......125
Stemherkenning ......................... 124
T
Telefoon bedieningselementen ..............130
belangrijke informatie ..............130
belsignalen instellen ................131
berichtfuncties ......................... 136
Bluetooth ................................. 130
Bluetooth-verbinding ...............131
een telefoonnummer vormen ..136
functies tijdens een gesprek ...136
gesprekkenlijsten ....................136
handsfree-modus ....................131
het volume instellen ................136
noodoproepen ......................... 136
SIM Access Profile (SAP) .......131telefoonbatterij opladen ...........130
telefoonboek ........................... 136
Telefoonbatterij opladen .............130
Telefoonregeling .........................125
V Verkeersberichten ......................105
Volume instellen ........................... 98
Volume-instellingen ....................105
Volume voor stemuitvoer ............125
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 98
Z Zenderlijsten bijwerken ...............109
Zenders ophalen ........................108
Zenders opslaan .........................108
Zender zoeken............................ 107

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30