OPEL MOVANO_B 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 201 of 373
Infotainmentsysteem199Raak tijdens routebegeleiding
Opties aan en selecteer dan Huidig
verkeer of raak het verkeerspicto‐
gram Ö op het kaartscherm aan.
Verkeersongevallen langs de route
en geschatte vertraging worden
weergegeven.
U hebt de volgende opties: ● Gebeurtenislijst : Selecteren om
de instellingen van de gebeurte‐ nisweergave te wijzigen.
● Bied omleiding : Maak een alter‐
natieve route naar de geselec‐
teerde bestemming.
● Opties : Roep de verkeersopties
op.
U kunt deze verkeersopties op ieder
gewenst moment oproepen door 7
aan te raken, gevolgd door yNAVI /
ý Nav en dan Opties. Selecteer
vervolgens ÖVerkeer .
Raak q aan om naar routebegelei‐
ding terug te keren.
NAVI 80 IntelliLink
Hiermee kan actuele verkeersinfor‐
matie worden ontvangen van lokale
bronnen.Tik op de startpagina MENU, daarna
Navigatie aan, gevolgd door
Navigatieservices . Selecteer vervol‐
gens Verkeer /HD Traffic .
Het navigatiesysteem geeft verkeers‐
ongevallen aan door middel van
gesproken meldingen, de verkeersin‐ formatiebalk en de symbolen op de
kaart.
Raadpleeg "Symbolenoverzicht"
3 200.
Het systeem ontvangt ongeveer om
de 15 minuten updates en verkeers‐
ongevallen worden alleen voor hoofd‐
wegen gemeld.
De Verkeersservice draagt de naam
HD Traffic als een abonnement op
LIVE-services is afgesloten. Met HD
Traffic ontvangt u de updates onge‐
veer om de drie minuten en verkeers‐ ongevallen worden hierbij ook voor
secundaire wegen gemeld.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "LIVE-services"
in het hoofdstuk "Gebruik" 3 173.Afhankelijk van de huidige verkeers‐
situatie kan de verkeersinformatie‐
balk de volgende gegevens bevatten:
● ernstige vertraging op de route (uitgedrukt in minuten)
● onbekende of onduidelijke situ‐ atie (grijs)
● langzaam rijdend verkeer (oranje)
● file (rood)
● stilstaand verkeer of wegafslui‐ ting (donkerrood)
● afstand tot volgende incident (in km/mijl)
Maak een keuze uit de volgende
opties om de verkeersinformatieser‐
vice te beheren:
● Vertragingen beperken
Wijzig de reis op basis van de
meest recente verkeersinforma‐
tie.
● Verkeer op route weergeven
Er verschijnt een lijst met alle
verkeersincidenten op de huidige
route. Raak de incident-picto‐
grammen aan voor meer gede‐
tailleerde informatie.
Page 202 of 373
200Infotainmentsysteem●Kaart bekijken
Selecteer deze optie om de kaart
te verkennen en op de hoogte te
blijven van de verkeerssituatie in
de omgeving.
Op de kaart wordt de laatst
gezochte locatie getoond. Raak
de incident-pictogrammen aan
voor meer gedetailleerde infor‐ matie.
● Verkeersberichten lezen
Spraakbegeleiding voor
verkeersinformatie wordt geacti‐
veerd.Verkeersinstellingen
Selecteer Verkeersinstellingen en
selecteer het vakje naast de gewen‐
ste voorkeursinstellingen (bijv. auto‐ matisch minimaliseren na elke
verkeersupdate) en selecteer
Gereed om te bevestigen.
Symbolenoverzicht
L:OngelukM:FileG:Een of meer rijstroken geslotenF:Weg afgeslotenN:VerkeersongelukE:WegwerkzaamhedenJ:Zware regenvalC:SneeuwB:Krachtige wind, stormK:MistI:IJsStemherkenning
Algemene aanwijzingen De stemherkenningsfunctie biedt de
mogelijkheid om bepaalde functies
door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen.
Om te voorkomen dat tijdens een
gesprek in de auto onbedoeld een
van de opgeslagen contacten wordt
gebeld, moet u eerst de stemherken‐
ningsfunctie activeren met 5 op de
kolom.
Overzicht bedieningselementen
3 124.
NAVI 50 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem is
beschikbaar afhankelijk van de versie en biedt u de mogelijkheid om
bepaalde functies van een compati‐
bele smartphone via gesproken
instructies te bedienen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Telefoon" in dit hoofdstuk 3 203.
Page 203 of 373
Infotainmentsysteem201Om te bevestigen dat een gekop‐
pelde en aangesloten smartphone compatibel is met de stemherken‐
ningsfunctie, tikt u 7 aan, gevolgd
door ÿInstelling(en) .
Selecteer vervolgens Connectiviteit
en Bluetooth-apparatenlijst bekijken .
In de lijst staan de gekoppelde appa‐
raten en 5 verschijnt naast de naam
van de smartphone om compatibiliteit
aan te geven.
Let op
Indien dit wordt ondersteund, wordt de taal op de smartphone automa‐
tisch door het Infotainmentsysteem
gebruikt voor stemherkenning.
Het navigatiesysteem kan ook met
stembediening worden bediend.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bediening
navigatie" in dit hoofdstuk 3 202.
Voorwaarden
Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van het Infotainmentsysteem moet geac‐tiveerd zijn.Raadpleeg "Bluetooth-verbin‐ding" in het hoofdstuk "Telefoon"3 208.
● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele smart‐phone moet geactiveerd zijn en
de smartphone moet een 3G-,
4G- of wifi-verbinding hebben (zie de bedieningsinstructies van
de smartphone).
● Afhankelijk van de smartphone kan het nodig zijn om het appa‐
raat op "zichtbaar" in te stellen
(zie de bedieningsinstructies van
de smartphone).
● De smartphone moet aan/op het Infotainmentsysteem gekoppeld
en aangesloten zijn.
Help
Voor informatie over en hulp bij het
activeren en gebruiken van de stem‐
bediening tikt u 7 aan, gevolgd door
ÿ Instelling(en) en daarna
Connectiviteit .
Selecteer Smartphone uit de lijst
(gebruik S/R om in de lijst te zoeken)
en selecteer dan l om hulp op te
roepen.Een serie schermen wordt weergege‐
ven die het gebruik van de stemher‐
kenningsfunctie en informatie over
het volgende uitleggen:
● in-/uitschakelen met knoppen op stuurwiel/stuurkolom
● compatibele telefoons
● bedieningsmethoden
● beschikbare functies en beschrij‐
vingen
● gebruiksvoorwaarden
NAVI 80 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie biedt de
mogelijkheid om bepaalde functies
door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen, waaronder:
● Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐ ning navigatie" in dit hoofdstuk
3 202.
● Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" in dit hoofdstuk 3 203.
Page 204 of 373
202InfotainmentsysteemDruk op 5 op de kolom om het hoofd‐
menu Stembediening te openen. Zeg
na de toon de naam van het menu dat
u wilt openen.
Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechter
bovenhoek de systeemstatus en opti‐ malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is
gereed voor een
gesproken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevensBediening navigatie
NAVI 50 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
Druk op 5 op de knoppen op de
kolom; 5 verschijnt in rechterbene‐
denhoek van het display samen met
informatie over het audiosysteem.
Let op
Tijdens het gebruik van de stemher‐ kenningsfunctie wordt het afspelen
van de audiobron onderbroken.
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u (NAVI 50 IntelliLink) "Hulp" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
raadplegen 3 200.
NAVI 80 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de kolom om het hoofd‐
menu Stembediening te openen.Geef na het geluidssignaal het
commando " Bestemming" om een
nieuw adres in te voeren. Geef het
commando " Adres" en geef vervol‐
gens alle gegevens van het nieuwe
adres (huisnummer, straatnaam,
plaats/stad).
Het door het systeem herkende adres
wordt weergegeven. Bevestig de
bestemming wanneer daar om wordt
gevraagd om de begeleiding te star‐
ten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐
naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste bestemming kunt selecteren.
Let op
Voor de stemherkenning van het
navigatiesysteem moet u een
compatibele SD Card plaatsen.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" in het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 185.
Page 205 of 373
Infotainmentsysteem203Telefoonregeling
NAVI 50 IntelliLink Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de knoppen op de kolom
om het menu Smartphone te openen;
u hoort een pieptoon en 5 verschijnt
op het display, wat activering
aangeeft.
Voor gebruik van stemherkenning
raakt u 5 op het display aan (of druk
op 5).
Let op
Tijdens de bediening van de stem‐
herkenningsfunctie zijn de functies
Radio en Media niet beschikbaar
voor gebruik.
Voor deactiveren raakt u 5 op het
display aan en houdt u deze ingedrukt (of druk op 5).
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u (NAVI 50 IntelliLink) "Hulp" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
raadplegen 3 200.NAVI 80 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de kolom om het hoofd‐
menu Stembediening te openen.
Geef na het geluidssignaal het
commando " Telefoon" om naar het
telefoonmenu te gaan. Geef de naam
van de opgeslagen contactpersoon of een telefoonnummer. De gewenste
contactpersoon verschijnt op het
display indien deze in het systeem is
opgeslagen.
Geef het commando " Bel" om het
kiezen te starten.
Geef het commando " Verwijder" om
het kiezen te annuleren en het
opnieuw te proberen.
U kunt ook rechtstreeks een oproep
plaatsen vanuit het hoofdmenu
Stembediening : raak 5 aan en geef
de naam van een opgeslagen
contactpersoon of een telefoonnum‐
mer.Telefoon
Algemene aanwijzingen
Het handsfree-telefoonsysteem biedt
u de mogelijkheid om via de micro‐
foon en luidsprekers van de auto
mobiele telefoongesprekken te
voeren en met het infotainmentsys‐
teem de belangrijkste functies van de mobiele telefoon te bedienen.
Om het handsfree-telefoonsysteem
te kunnen gebruiken, moet de
mobiele telefoon via Bluetooth
aangesloten zijn.
Niet alle functies van het handsfree-
telefoonsysteem worden door elke
mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties mogelijk zijn, hangt
af van de desbetreffende mobiele telefoon en van de netwerkprovider.
Raadpleeg de bedieningsinstructies
voor de mobiele telefoon of de
netwerkprovider.
Page 206 of 373
204InfotainmentsysteemBelangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het gebruik van het handsfree-
telefoonsysteem tijdens het rijden
kan gevaarlijk zijn omdat uw
concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer de auto voor‐ dat u het handsfree-telefoonsys‐
teem gebruikt.
Volg de voorschriften van het land
op waarin u rijdt.
Volg ook de speciale voorschriften die in sommige gebieden gelden
op en zet uw mobiele telefoon
altijd uit als mobiel telefoneren
verboden is, als de mobiele tele‐
foon storing veroorzaakt of als zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn
veiligheidsvoorschriften opgesteld waarvan u zich op de hoogte moet stellen voordat u de telefoon
gebruikt.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Nadere informatie over de specifica‐
tie staat op het internet op http://
www.bluetooth.com
Telefoonbedieningselementen Bedieningslementen op het infotain‐
mentsysteem of de stuurkolom:
● 6 TEL
- of -
● TEL
- of -
● yTELEFOON op het 7 startpa‐
ginascherm (NAVI 50 IntelliLink)
- of -
g TELEFOON op het startmenu‐
scherm (NAVI 80 IntelliLink)
Selecteer Telefoon om het menu
te openen.
Bedieningselementen op de stuurko‐
lom:
● 7, 8 : Gesprek aannemen,
gesprek beëindigen/weigeren.
- of -
● MODE/OK : Gesprek aannemen,
gesprek beëindigen/weigeren,
een handeling bevestigen.
● 5: Stemherkenning activeren/
deactiveren.
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem kunnen sommige functies van het handsfree-telefoonsysteem ook
met stemherkenning worden bediend
3 203.
Page 207 of 373
Infotainmentsysteem205Bediening van displayscherm
Radio 15 USB ● In het display omhoog/omlaag bewegen: Draai OK.
● Handelingen bevestigen: Druk op OK .
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu): Druk op /.
NAVI 50 IntelliLink
Om naar het scherm Telefoonmenu
te gaan selecteert u 7, gevolgd door
y Telefoon .
De volgende submenu's zijn beschik‐ baar:
● Telefoonboek
● Gesprekkenlijsten
● Bellen
Raak = in de linkerbovenhoek aan
om tussen submenu's te wisselen.● In het display omhoog/omlaag bewegen: Tip R of S aan.
● Handelingen bevestigen: Selec‐ teer OK.
● Handelingen annuleren (en terug
naar vorige menu/startpagina):
Raak r/7 aan.
Ga voor meer informatie naar "Bedie‐
ning met touchscreen" 3 139.
NAVI 80 IntelliLink
Om vanuit de startpagina naar het
menu "Telefoon" te gaan, selecteert u MENU , gevolgd door gTelefoon .
De volgende submenu's zijn beschik‐
baar:
● Telefoonboek
● Gesprekkenlijsten
● Een nummer kiezen
● Voicemail
● Instellingen● In het display omhoog/omlaag
bewegen: Raak ↑ of ↓ aan.
● Handelingen annuleren (en/of terug naar vorige menu): Raak
r aan.
● Pop-upmenu openen (bijv. om contactpersonen toe te voegen
aan een favorietenlijst): Raak <
aan.
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op
f te drukken.
Ga voor meer informatie naar "Bedie‐ ning met touchscreen" 3 139.
Toetsenborden in het display
bedienen
Radio 15 USB
Binnen het numerieke toetsenbord op het displayscherm bewegen en
tekens erop invoeren: Draai aan en
druk op OK.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken ←.
Page 208 of 373
206InfotainmentsysteemDruk op / om niet meer met het toet‐
senbord te werken en terug naar het
vorige scherm te gaan.
NAVI 50 IntelliLink,
NAVI 80 IntelliLink
Gebruik de aanraaktoetsen op het
displayscherm om tekens in te voeren en tussen tekens te bewegen met het
numerieke toetsenbord.
Ingevoerde gegevens kunnen
worden gecorrigeerd met het toets‐
enbordteken k.
Afhankelijk van de versie raakt u r
aan om niet meer met het toet‐
senbord te werken en terug naar het
vorige scherm te gaan.
Ga voor meer informatie naar "Bedie‐ ning met touchscreen" 3 139.
Verbinding Een mobiele telefoon moet op het
handsfree-telefoonsysteem zijn
aangesloten om de functies ervan te
regelen via het Infotainmentsysteem.
Er kan geen telefoon op het systeem
zijn aangesloten tenzij deze eerst
gekoppeld is. Raadpleeg hetgedeelte Bluetooth-verbinding
( 3 208) voor het koppelen van een
mobiele telefoon aan het handsfree-
telefoonsysteem via Bluetooth.
Bij ingeschakeld contact zoekt het
handsfree-telefoonsysteem naar
gekoppelde telefoons in de omge‐
ving. Bluetooth moet geactiveerd zijn
op de mobiele telefoon; anders
herkent het handsfree-telefoonsys‐
teem de telefoon niet. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden. Een displaybericht
geeft aan dat de telefoon is aange‐
sloten.
Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de
batterij van de mobiele telefoon
sneller ontladen.
Automatische verbinding
Uw telefoon wordt wellicht alleen
automatisch verbonden terwijl het
systeem ingeschakeld is, als de auto‐ matische Bluetooth-verbindingsfunc‐tie op uw mobiele telefoon geacti‐
veerd is; raadpleeg de bedieningsin‐
structies van de mobiele telefoon.
Let op
Afhankelijk van het Infotainmentsys‐
teem wordt, wanneer een gekop‐
pelde telefoon opnieuw wordt
verbonden of wanneer twee gekop‐
pelde telefoons zich binnen het
bereik van het handsfree-telefoon‐
systeem bevinden, ofwel de telefoon met voorrang (indien gedefinieerd)
ofwel de laatst verbonden telefoon
automatisch verbonden, zelfs als
deze telefoon zich buiten de auto
maar nog binnen het bereik van het
handsfree-telefoonsysteem bevindt.
Tijdens een automatisch verbinding
schakelt de conversatie automatisch
naar de microfoon en luidsprekers
van de auto als een gesprek reeds
aan de gang is.
Page 209 of 373
Infotainmentsysteem207Als de verbinding mislukt:● controleer of de telefoon inge‐ schakeld is
● controleer of de batterij van de telefoon niet leeg is
● controleer of de telefoon reeds gekoppeld is
De Bluetooth-functie van de mobiele
telefoon en van het handsfree-tele‐
foonsysteem moet ingeschakeld zijn
en de mobiele telefoon moet geconfi‐
gureerd zijn om het verbindingsver‐
zoek van het systeem te accepteren.
Handmatige verbinding
Radio 15 USB
Om te wisselen tussen de telefoons
die op het handsfree-telefoonsys‐
teem zijn aangesloten drukt u op
TEL en selecteert u het menu
Selecteer apparaat . De apparatenlijst
toont de telefoons die al gekoppeld
zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door op OK te druk‐
ken. Een displaybericht bevestigt de telefoonaansluiting.NAVI 50 IntelliLink
Om te wisselen tussen de telefoons
die op het handsfree-telefoonsys‐
teem zijn aangesloten, raakt u 7 aan,
gevolgd door ÿInstellingen en dan
Connectiviteit (of selecteer Telefoon
op de startpagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . De appara‐
tenlijst toont de telefoons die al
gekoppeld zijn.
Selecteer de gewenste telefoon uit de lijst en bevestig door OK aan te
tikken. Afhankelijk van de versie verschijnt J naast de geselecteerde
telefoon om de verbinding aan te geven.
NAVI 80 IntelliLink
Om vanuit de startpagina de telefoon te wijzigen die met het handsfree-
telefoonsysteem is verbonden, tikt u
MENU aan, gevolgd door gTelefoon
en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . De apparatenlijst toont de
telefoons die al gekoppeld zijn. Kies
de gewenste telefoon uit de lijst.Telefoonkoppeling verbreken
Wanneer de mobiele telefoon uitge‐
schakeld wordt, wordt de koppeling
tussen de telefoon en het handsfree-
telefoonsysteem verbroken.
Als tijdens het verbreken van de
koppeling een gesprek reeds aan de
gang is, wordt de conversatie auto‐
matisch naar de mobiele telefoon
geschakeld.
Radio 15 USB
Voor het verbreken van de koppeling
van een telefoon van het Infotain‐
mentsysteem drukt u op TEL (of
SETUP ) en selecteert u Bluetooth-
verbinding . Selecteer het gewenste
apparaat uit de apparatenlijst en selecteer vervolgens Apparaat
loskoppelen door aan OK te draaien
en deze in te drukken. Een display‐
bericht bevestigt het verbreken van
de koppeling van de telefoon.
NAVI 50 IntelliLink
Om de koppeling tussen een telefoon en het Infotainmentsysteem te
verbreken, raakt u, afhankelijk van de
versie, 7 aan, gevolgd door
Page 210 of 373
208InfotainmentsysteemÿInstellingen en dan Connectiviteit
(of selecteer yTelefoon op de start‐
pagina).
Selecteer vervolgens Bluetooth-
apparatenlijst bekijken . Selecteer in
de weergegeven lijst de telefoon
waarvan u de koppeling wilt verbre‐
ken; I verschijnt naast de telefoon
ter indicatie dat de koppeling ervan
wordt verbroken.
NAVI 80 IntelliLink
Om vanuit de startpagina de koppe‐
ling van een telefoon met het Infotain‐
mentsysteem te verbreken, tikt u
MENU aan, gevolgd door gTelefoon
en Instellingen .
Selecteer vervolgens Apparaten
beheren . Selecteer in de getoonde
lijst de telefoon waarvan de koppeling verbroken moet worden.
Telefoon met voorrang definiëren
Radio 15 USB
De telefoon met voorrang is de laatst
verbonden telefoon.Na het inschakelen van het contact
zal het handsfree-telefoonsysteem
eerst naar de telefoon met voorrangs‐
koppeling gaan zoeken. Het zoeken
gaat door tot een gekoppelde tele‐
foon is gevonden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur.
Informatie zoals een contactlijst voor
de mobiele telefoon en gesprekken‐
lijsten kunnen worden overgedragen. Welke functies er beschikbaar zijn,
hangt af van het model telefoon.
Voorwaarden Aan de volgende voorwaarden moetworden voldaan om een Bluetooth-compatibele mobiele telefoon via hetInfotainmentsysteem te regelen:
● De Bluetooth-functie van het Infotainmentsysteem moet geac‐tiveerd zijn.● De Bluetooth-functie van de Bluetooth-compatibele mobiele
telefoon moet worden geacti‐
veerd (zie gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon).
● Afhankelijk van de mobiele tele‐ foon kan het nodig zijn om het
apparaat op "zichtbaar" in te stel‐
len (zie de bedieningsinstructies
van de mobiele telefoon).
● De mobiele telefoon moet aan/op
het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
Radio 15 USB
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐ foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst geac‐
tiveerd zijn. Deactiveer de functie als
deze niet nodig is.
Druk op TEL en selecteer Bluetooth
door aan OK te draaien en deze in te
drukken.
Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.