OPEL ZAFIRA C 2017.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 41 of 121
Navigatie41Adressen opslaan in het adresboek
Druk voor het opslaan van een adres
in het adresboek op  DEST om het
menu  Bestemming invoeren  weer te
geven.
Gewenst adres invoeren of selecte‐
ren. Het bevestigingsmenu
verschijnt.
Selecteer  Opslaan. Het sjabloon
Invoer adresboek  wordt weergege‐
ven.
Afhankelijk van de beschikbare infor‐
matie zijn de verschillende invoervel‐
den al ingevuld.
Selecteer het invoerveld Naam om de
naam van de betreffende locatie in te voeren of te wijzigen. Er verschijnt
een toetsenbord. Voer de gewenste
naam in en bevestig uw invoer.
Selecteer het invoerveld Adres om
het adres te wijzigen. De invoersjab‐
loon voor het adres verschijnt. Breng
uw wijzigingen aan en bevestig uw
invoer.
Selecteer het invoerveld Nummer om het telefoonnummer in te voeren of te
wijzigen. Er verschijnt een toetsen‐
blok. Voer het gewenste nummer in.
Indien geactiveerd  3 34 worden de
adresboekvermeldingen door POI-
pictogrammen aangeduid. Selecteer
het invoerveld Pictogram om het
pictogram van een adresvermelding
te wijzigen. Er verschijnt een lijst met alle in het systeem beschikbare POI-
pictogrammen.
Scrol door de lijst en selecteer het
gewenste pictogram.
Selecteer  Klaar onder aan het
invoersjabloon. Het adres wordt
opgeslagen.
Adressen uit het adresboek
selecteren
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Adresboek. Er
verschijnt een lijst met alle adres‐
boekvermeldingen. 
Page 42 of 121
42Navigatie
Selecteer de gewenste vermelding.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Begeleiding starten  om
routebegeleiding te starten.
Adressen in het adresboek bewerken
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Adresboek. Er
verschijnt een lijst met alle adres‐
boekvermeldingen.
Selecteer de gewenste vermelding.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Bewerken om het sjabloon
Invoer adresboek  weer te geven.
Breng uw wijzigingen aan en bevestig
uw invoer. De wijzigingen worden in
het adresboek opgeslagen.
Telefoonboek
U kunt adressen in het telefoonboek
van de verbonden mobiele telefoon
als bestemmingen selecteren.
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Telefoonboek. Het
menu  Zoeken in telefoonboek  wordt
weergegeven.
Selecteer de gewenste eerste letter‐ groep om een voorselectie weer te
geven van de telefoonboekvermel‐
dingen die u wilt zien. Het telefoon‐
boek springt naar de positie van de
geselecteerde lettergroep.
Selecteer de gewenste vermelding in het telefoonboek om het adres te
tonen dat hieronder is opgeslagen.
Selecteer het adres.
Let op
Wanneer het Infotainmentsysteem geen geldig adres kan vinden, wordt
u soms met een bericht hierom
gevraagd.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Begeleiding starten  om
routebegeleiding te starten.
Bestemming van kaart selecteren U kunt bestemmingen (adressen of
POI's) ook via de kaart instellen. 
Page 43 of 121
Navigatie43Druk op NAV om de kaart weer te
geven.
Gebruik het aanraakscherm om de
kaart rondom de gewenste bestem‐
ming te centreren. Er verschijnt een
rood  v op de kaart en het betreffende
adres verschijnt op een label.
Selecteer  Start.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Begeleiding starten  om
routebegeleiding te starten.
Let op
Als er zich meer dan één POI op de
geselecteerde kaartpositie bevindt,
wordt dit aangegeven op het label.
Als  Start  wordt geactiveerd, dan
verschijnt een keuzelijst.
Thuis
U kunt uw thuisadres permanent in het systeem opslaan.
Het thuisadres opslaan
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven.
Voer uw thuisadres in.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Opslaan als thuis .
Er verschijnt een bericht dat u moet
beantwoorden. Bevestig het bericht
om uw thuisadres op te slaan.
Let op
Het thuisadres wordt ook opgesla‐
gen in het adresboek.
Het thuisadres selecteren
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  My Home.De routebegeleiding naar het thuis‐
adres start meteen.
Routes met viapunten Wanneer er een bestemming is inge‐
voerd en routebegeleiding actief is,
kunnen er tussengelegen bestem‐
mingen (viapunten) aan de route
worden toegevoegd.
Druk voor het instellen van een route
met viapunten op  DEST om
Routemenu  te openen en selecteer
dan  Bestem.lijst . Er verschijnt een
submenu. 
Page 44 of 121
44NavigatieViapunten toevoegen
Selecteer  Routepunt toevoegen  om
een tussengelegen bestemming toe
te voegen. De lijst met viapunten
verschijnt.
Selecteer  Toev. op de positie waar u
een viapunt wilt toevoegen. Het menu Bestemming invoeren  wordt weerge‐
geven.
Gewenste bestemming invoeren of
selecteren. Het bevestigingsmenu
verschijnt.
Selecteer  Toev.. De route wordt
opnieuw berekend en er verschijnt
weer een lijst met viapunten met de
tussengelegen bestemming op de
geselecteerde positie.
Let op
In een lijst met viapunten kunnen
maximaal vier bestemmingen
worden opgeslagen.
Viapunten verwijderen
Selecteer  Routepunt verwijderen  om
een viapunt te verwijderen. De lijst
met viapunten verschijnt.
Selecteer  Verw. naast het viapunt dat
u wilt verwijderen.
Het viapunt wordt verwijderd en de
kaart verschijnt opnieuw.
Selecteer  Alle bestemmingen
verwijderen  voor het verwijderen van
de gehele lijst en het afsluiten van de
routebegeleiding.
Viapunten verplaatsen
Selecteer  Waypoints sorteren  voor
het wijzigen van de volgorde van de
viapunten op de route.Selecteer  Verpl. naast het viapunt dat
u wilt verplaatsen. Het menu
Routepunt toevoegen  wordt weerge‐
geven.
Selecteer  Toev. op de positie waar u
het betreffende viapunt wilt plaatsen.
De route wordt opnieuw berekend en
de volgorde van de viapunten in de lijst met viapunten wordt gewijzigd.
Favoriete routes
Routes met viapunten opslaan
U kunt een aangemaakte route met
viapunten (zie bovenstaand) opslaan
als favoriete route.
Druk tijdens een actieve route met
viapunten op  DEST om Routemenu
te openen en selecteer dan
Bestem.lijst . Er verschijnt een
submenu.
Selecteer  Opslaan als favoriete
route . Er verschijnt een toetsenbord.
Voer een naam voor de favoriete
route in en bevestig uw invoer.
De route met viapunten wordt opge‐
slagen. 
Page 45 of 121
Navigatie45Nieuwe favoriete routes aanmaken
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Favoriete routes om
het menu  Favoriete route  weer te
geven.
Selecteer  Nieuwe favoriete route . Er
verschijnt een toetsenbord.
Voer een naam voor de favoriete
route in en bevestig uw invoer. Het
menu  Favoriete route  verschijnt weer.
Selecteer de gewenste favoriete
route. Er verschijnt een menu.
Maak een route met viapunten aan
(zie bovenstaand).
Selecteer  Naam bew.  voor het wijzi‐
gen van de naam van de betreffende
favoriete route. Het toetsenbord voor het invoeren van de naam verschijnt.
Voer de gewenste naam in en beves‐
tig uw invoer
Selecteer  Fav. verwijd.  om de betref‐
fende favoriete route te verwijderen.
De favoriete route wordt verwijderd
en het menu  Favoriete route
verschijnt opnieuw.
Een favoriete route selecteren
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Favoriete routes om
een lijst met de opgeslagen favoriete
routes weer te geven.
Selecteer de gewenste route uit de
lijst. Het routebevestigingsmenu
verschijnt.
Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u  Begeleiding starten .
Breedte/lengte U kunt voor het instellen van een
bestemming de GPS-coördinaten
van een gewenste locatie invoeren.
Druk op  DEST om het menu
Bestemming invoeren  weer te geven
en selecteer dan  Latitude.
Selecteer het invoerveld Breedte om
het menu  Geologische invoer  weer te
geven. 
Page 46 of 121
46Navigatie
Pas de waarden naar wens aan.
Selecteer  BACK om naar het
volgende, hogere menuniveau te gaan.
Pas de lengtegraadwaarden zoals
hierboven beschreven aan en selec‐
teer nogmaals  BACK om weer naar
het naasthogere menuniveau te
gaan.
Selecteer  Zoeken.
Er verschijnt een bevestigingsmenu. Om routebegeleiding te starten selec‐ teert u  Begeleiding starten .
Opgeslagen bestemmingen
wissen
Druk voor het verwijderen van in hetsysteem opgeslagen bestemmingen op  HOME  en op  Instellingen . Selec‐
teer  Navigatie-instellingen  en vervol‐
gens  Opgeslagen bestemmingen
verwijderen .
Activeer de menuopties van de
opslaglocatie die u wilt wissen.
Selecteer  Verw.. De geselecteerde
opslaglocaties worden gewist.
Begeleiding
Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Gewenst adres invoeren of selecte‐ ren.
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer  Begeleiding starten  om
routebegeleiding te starten.
Routebegeleiding annuleren
Druk bij actieve routebegeleiding op
DEST  om Routemenu  weer te geven.
Selecteer  Route annuleren  om de
actuele navigatiesessie te annuleren.
Begeleidingsinstructies Routebegeleiding wordt uitgevoerd
met gesproken instructies en visuele instructies op de kaart (indien geacti‐
veerd).
Gesproken instructies
Gesproken navigatie-instructies
geven bij het naderen van een krui‐
sing aan welke richting u moet
volgen. 
Page 47 of 121
Navigatie47Druk op HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Navigatie-
instellingen .
Selecteer  Gesproken instructie  om
het betreffende submenu weer te
geven.
Als u wilt dat het systeem de volgende
afslagmanoeuvre hoorbaar aangeeft,
activeer dan  Gesproken instructies
navigatiesysteem .
Als u wilt dat verkeerswaarschuwin‐
gen worden voorgelezen, activeer
dan  Waarschuwingen verkeersinfor‐
matie .
Selecteer  Navigatievolume  om het
volume tijdens gesproken instructies
bij te stellen. Het betreffende
submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van gesproken instructies Bekendmaking  en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond  Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer  Volumetest  voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.Activeer indien gewenst  Gesproken
instructies tijdens oproepen
onderdrukken .
Begeleidingswaarschuwingen
Begeleidingswaarschuwingen
melden in een uitvergroting van het
betreffende kaartgedeelte bij het
naderen van een kruising waarop u
moet afslaan te te volgen richting.
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  en vervolgens  Navigatie-
instellingen .
Selecteer  Waarschuwingen routebe‐
geleiding  om het betreffende
submenu weer te geven.
Als u wilt dat het systeem bij het nade‐
ren van de volgende afslagma‐
noeuvre automatisch de kaart weer‐
geeft, activeer dan  Waarschuw.
routebeg. op voorgrond .
Als u wilt dat afslagmanoeuvres in
een uitvergroting worden weergege‐ ven, activeer dan  Waarschuw. route‐
begeleiding op kaart .Route terugvinden
Met de broodkruimelsfunctie kunt u
reeds genomen wegen in een route
terugvinden.
Traject
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  om het instellingenmenu
weer te geven. Selecteer  Navigatie-
instellingen  en vervolgens  Traject‐
markering .
Activeer  Opnemen  om een terug‐
vindsessie te starten. De genomen
route wordt geregistreerd en als stip‐
pellijn op de kaart weergegeven. 
Page 48 of 121
48NavigatieSelecteer Verw. voor het wissen van
de broodkruimels die al in een actieve
terugvindsessie gestrooid zijn. Er
verschijnt een bericht dat u moet beantwoorden. Bevestig het bericht
om alle broodkruimels te wissen.
Deactiveer  Opnemen om de terug‐
vindsessie te beëindigen. Er
verschijnt een toetsenbord.
Voer een naam voor de betreffende
terugvindsessie in en selecteer
Klaar . De sessie wordt opgeslagen in
de lijst  Opgeslagen .
Menu Details trajectmarkering
Druk op  HOME, selecteer
Instellingen  om het instellingenmenu
weer te geven. Selecteer  Navigatie-
instellingen  en vervolgens  Traject‐
markering .
Selecteer  Opgeslagen  voor het weer‐
geven van een lijst met alle terug‐
vindsessies. Selecteer de gewenste
terugvindsessie om het menu  Details
trajectmarkering  weer te geven.Selecteer Naam bew.  voor het wijzi‐
gen van de naam van de betreffende
terugvindsessie. Er verschijnt een
toetsenbord. Voer de gewenste naam in en selecteer  Klaar.
Selecteer  Op kaart tonen  voor het
direct weergeven van de gehele
terugvindsessie in het betreffende
kaartgedeelte.
Selecteer  Laden om het broodkrui‐
melhoofdmenu weer te geven. Als u
de betreffende terugvindsessie voort‐ durend op de kaart wilt blijven zien,
activeer dan  Display.
Selecteer  Verw. om de betreffende
terugvindsessie te wissen.
Route manipuleren
Na het berekenen van een route kunt u bepaalde gedeeltes handmatig
wijzigen of de gehele route opnieuw
berekenen.
Lijst met afslagen
De  Lijst met afslagen  geeft alle stra‐
ten/wegen en afslagmanoeuvres op
de berekende route vanaf de huidige
locatie weer.Druk op  DEST en selecteer dan  Lijst
met afslagen . De lijst met afslagen
verschijnt.
Selecteer voor het uitsluiten van
bepaalde straten/wegen van de route
Vermijden  naast de betreffende
straat/weg.
De route wordt opnieuw berekend en de betreffende straat/weg wordt
uitgesloten.
Lijst Vermijden
Straten/wegen die uit de oorspronke‐
lijke route zijn uitgesloten, verschij‐
nen in de  Vermijdingslijst . 
Page 49 of 121
Navigatie49Druk op DEST en selecteer dan
Vermijdingslijst  om het betreffende
submenu weer te geven.
Selecteer  Weergavelijst  om alle
vermeden straten/wegen weer te
geven.
Selecteer  Alle items verwijderen  voor
het wissen van alle te vermijden stra‐
ten/wegen en terug te keren naar de
oorspronkelijke route.
Omleiding
Druk op  DEST en selecteer dan
Omleiding .
Selecteer  Omleiding op afstand  voor
het wijzigen van de route gedurende
een bepaalde afstand. Er verschijnt
een menu met daarin verschillende
afstanden.
Selecteer de gewenste afstand. De
route wordt op basis daarvan
opnieuw berekend.
Selecteer  Omleiding complete route
voor het blokkeren van de gehele route. De oorspronkelijke route wordt
geblokkeerd en er wordt een nieuwe
route naar de gewenste bestemming
berekend.Alle blokkades opheffen
Selecteer om alle voor een route ingestelde blokkades op te heffen
Alle blokkades opheffen .
Lijst met afslagen
Druk voor een lijst van de komende afslagen en rustplaatsen langs de
snelweg op  NAV en selecteer  Menu
om  Navigatiemenu  weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer  Lijst
met afslagen .
Routeopties
Druk op  DEST terwijl routebegelei‐
ding actief is, en selecteer dan  Route-
opties .
Er verschijnt een lijst met routebere‐
keningsopties en wegtypes.
Activeer voor het definiëren volgens
welke criteria een route kan worden
gecalculeerd één van de opties:
Snelste  voor de snelste route (qua
tijd),  Kortste  voor de kortste route
(qua afstand) of  Eco voor de route
met het laagste brandstofverbruik.Activeer voor het definiëren welke
wegtypen bij de berekening van de
route kunnen worden ingecalculeerd
de gewenste opties: snelwegen,
tolwegen, veerboten, enz. 
Page 50 of 121
50SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................50
Gebruik ........................................ 51
Overzicht spraakcommando's .....54Algemene informatie
Geïntegreerde spraakherkenning De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
diverse functies van het Infotainment‐
systeem met uw stem te besturen. De
spraakbesturing herkent comman‐
do's en cijferreeksen, ongeacht de
desbetreffende spreker. De instruc‐
ties en cijferreeksen kunnen zonder
pauze tussen de afzonderlijke woor‐ den worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste
commando's geeft de spraakherken‐
ning visuele en/of akoestische feed‐
back en wordt u gevraagd het gewen‐ ste commando te herhalen. Boven‐
dien bevestigt de spraakherkenning
belangrijke instructies en stelt zo
nodig een vraag hierover.
In het alegmeen zijn er verschillende
manieren voor het uitspreken van de commando's voor de taken. Voor de
meeste ervan, behalve het invoeren
van een bestemming en het stem‐
toetsenblok, is een enkel commando
voldoende.Ga als volgt te werk als voor de
handeling meer dan één commando
nodig is:
Geef in het eerste commando het te
verrichten type handeling aan, bijv.
"Navigatiebestemming invoeren".
Het systeem reageert met vragen die
u door een dialoog voor het invoeren
van de benodigde voeren. Zeg als er
een bestemming voor routebegelei‐
ding nodig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Bestemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
Ondersteunde talen ● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem
beschikbaar zijn, zijn ook
beschikbaar voor de spraakher‐ kenning.
● Als de momenteel geselecteerde
displaytaal niet door de spraak‐
herkenning wordt ondersteund,
is de spraakherkenning niet
beschikbaar.