PEUGEOT 206 2005.5 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 191

Controle tijdens het rijden20 -
01-10-2005
21Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Verklikkerlampje
elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het
contact wordt aangezet enkele
seconden branden.
Tijdens het rijden gaat dit lampje
branden als het systeem in werking
treedt.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
blijft het lampje branden in combina-
tie met een melding op het multifunc-
tionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-ser-
vicepunt als het verklikkerlampje bij
draaiende motor en tijdens het rijden
blijft branden.
Verklikkerlampje laden
van de accu
Wijst op:
- een storing in het laadcircuit.
- loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
- een gebroken of te slappe dynamo- riem.
- een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Verklikkerlampje
emissieregeling
(volgens uitvoering)
Gaat bij het aanzetten van het
contact enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden, wijst dit op een storing
in het injectie-/ontstekingssysteem of
in de emissieregeling.
Als het verklikkerlampje knippert, kan
bij een benzinemotor de katalysator
beschadigd raken.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Voorgloeien (diesel)
Wacht met het starten van
de motor tot dit lampje uit is.
Als de temperatuur al hoog genoeg
is gaat het lampje gedurende minder
dan 1 seconde branden en kunt u de
motor direct starten.
Waarschuwing vervuild
roetilter (dieselmotor)
Een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display
duiden erop dat het roetilter vervuild
is en dreigt te verstoppen, bijv. als
overwegend stadsritten worden
gemaakt: lage snelheden, veel
verkeersopstoppingen, ...
Ga om het roetilter te regenereren,
als de omstandigheden het toelaten,
minstens 5 minuten lang met een
snelheid van meer dan 60 km/h
rijden, tot de melding verdwijnt.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt als de mel-
ding nog steeds wordt weergege-
ven.
Verklikkerlampje
brandstofreserve
Op het moment dat
dit lampje gaat bran-
den bedraagt de actieradius nog
minimaal 50 km (tankinhoud: ca.
50 liter).
Waarschuwing niveau
brandstofadditief
(dieselmotor)
Een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display duiden
erop dat het niveau van het brandstof-
additief te laag is. Raadpleeg zo snel
mogelijk een PEUGEOT-servicepunt
om brandstofadditief te laten bijvul-
len.

Page 22 of 191

Controle tijdens het rijden22 -
01-10-2005
23Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als,
bij ingeschakeld contact, de
bestuurder zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h
knippert het lampje gedurende onge-
veer 2 minuten in combinatie met een
steeds luider wordend geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display. Het verklikkerlampje blijft bran-
den zolang de bestuurder zijn veilig-
heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in combina-
tie met een melding op het multifunctio-
nele display, wijst dit erop dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklikker-
lampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-ser-
vicepunt.
Verklikkerlampje
airbags
Dit lampje gaat elke keer dat
het contact wordt aangezet
enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor gaat
branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multifunc-
tionele display, wijst dit op een storing in
het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt. Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone
(C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid
om de olietemperatuur te laten
dalen.
* Volgens land van bestemming.

Page 23 of 191

Controle tijdens het rijden22 -
01-10-2005
23Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als,
bij ingeschakeld contact, de
bestuurder zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt.
Bij een snelheid hoger dan 20 km/h
knippert het lampje gedurende onge-
veer 2 minuten in combinatie met een
steeds luider wordend geluidssignaal
en een melding op het multifunctionele
display. Het verklikkerlampje blijft bran-
den zolang de bestuurder zijn veilig-
heidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampje
uitschakeling airbag
passagier*
Als dit lampje gaat branden in combina-
tie met een melding op het multifunctio-
nele display, wijst dit erop dat de airbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Zolang de airbag aan passagierszijde
is uitgeschakeld, blijft het verklikker-
lampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-ser-
vicepunt.
Verklikkerlampje
airbags
Dit lampje gaat elke keer dat
het contact wordt aangezet
enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor gaat
branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multifunc-
tionele display, wijst dit op een storing in
het airbagsysteem.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
- Wijzer in zone (A): temperatuur is
in orde.
- Wijzer in zone (B): temperatuur
is te hoog. Het verklikkerlampje
STOP knippert.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt. Temperatuurmeter motorolie
Bij draaiende motor geeft de meter
de temperatuur van de motorolie
aan:
- Wijzer in zone
(C): olietemperatuur
is in orde.
- Wijzer in zone (D): olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid
om de olietemperatuur te laten
dalen.
* Volgens land van bestemming.

Page 24 of 191

Controle tijdens het rijden22 -
01-10-2005
23Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Display stand selectiehendel
automatische transmissieVerklikkerlampjes
automatische transmissie
Park
(Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening: 1e versnelling
ingeschakeld
2e versnelling
ingeschakeld
3e versnelling
ingeschakeld
4
e versnelling
ingeschakeld Verklikkerlampje "SPORT"
Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma
"SPORT"
wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje "SNEEUW"Dit lampje gaat branden als het
schakelprogramma "SNEEUW"
wordt ingeschakeld.
Storing
Een storing wordt aangegeven door
het knipperen van de verklikkerlamp-
jes Sport en Sneeuw in combinatie
met een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.

Page 25 of 191

Controle tijdens het rijden24 -
01-10-2005
25Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Onderhoudsintervalindicator
Deze geeft aan hoeveel kilometer
u nog verwijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudscontrole
volgens het onderhoudsschema.5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer de
normale kilometerstand of de stand
van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder dan
1.000 km.
Voorbeeld:
Er is nog 900 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.
Bij het aanzetten van het contact en
gedurende 5 seconden daarna geeft de
teller aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact geeft de teller weer de nor-
male kilometerstand aan, maar het
lampje blijft branden.
Dit om aan te geven dat er binnen-
kort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden. De kilo-
metertotaalstand of de stand van de
dagteller wordt aangegeven.
De afstand tot de eerstvolgende on-
derhoudscontrole is overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,
gaat het lampje gedurende 5 seconden
knipperen en geeft de teller het aantal
kilometers aan dat er te veel gereden is.
Voorbeeld: Er had 300 km eerder een
onderhoudscontrole uitgevoerd moeten
worden.
Bij het aanzetten van het contact en
gedurende 5 seconden daarna geeft de
teller aan:DISPLAY OP HET
INSTRUMENTENPANEEL
Dit heeft na het aanzetten van het
contact, 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator,
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller, deze wordt na het uitzetten van het contact, bij het
openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ont-
grendelen van de auto gedurende
30 seconden weergegeven.
5 seconden na het aanzetten van
het contact geeft de teller weer
de normale kilometerstand aan,
maar het lampje blijft branden. De
kilometertotaalstand of de stand van
de dagteller wordt aangegeven.
Opmerking: De onderhoudssleutel
gaat ook branden als het
onderhoudsinterval van 2 jaar is
overschreden*.
* Volgens land van bestemming.
Werking
Zodra het contact wordt aangezet,
gaat het lampje (een sleutel die onder-
houdswerkzaamheden symboliseert)
gedurende 5 seconden branden. De
teller geeft (afgerond) het resterende
aantal kilometers tot de eerstvolgen-
de onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:
Er is nog 4.800 km af te
leggen tot de eerstvolgende onder-
houdscontrole. Bij het aanzetten van
het contact en gedurende 5 seconden
daarna geeft de teller aan:

Page 26 of 191

Controle tijdens het rijden24 -
01-10-2005
25Controle tijdens het rijden-
01-10-2005
Op 0 zetten van de
onderhoudsintervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de
onderhoudsintervalindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
De onderhoudsintervalindicator kan
op de volgende wijze op 0 worden
gezet:
- zet het contact af,
- druk op de knop 1 en houd deze
ingedrukt,
- zet het contact aan.
De kilometerteller begint 10 secon-
den terug te tellen,
- houd de knop 1 gedurende
10 seconden ingedrukt.
De teller geeft [= 0] aan en het
lampje gaat uit.Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact
wordt de onderhoudsintervalindicator
enkele seconden weergegeven en
vervolgens gedurende 10 seconden
het motorolieniveau.
Storing motorolieniveaumeter
Het knipperen van de zes segmen-
ten duidt op een storing in de motor-
olieniveaumeter.
Er bestaat kans op ernstige motor-
schade.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-
punt.
Te veel olie
Als de zes segmenten knipperen en
"max" wordt weergegeven, is het
motorolieniveau te hoog, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau
te hoog is, raadpleeg dan zo
snel mogelijk een PEUGEOT-
servicepunt.
Te weinig olie
Als de zes segmenten knipperen
en "min" wordt weergegeven, is het
motorolieniveau te laag, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld. Controle van het olieniveau met
de peilstok is alleen betrouw-
baar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat
en de motor minstens 10 minu-
ten niet heeft gedraaid.

Page 27 of 191

Controle tijdens het rijden26 -
01-10-2005
Kilometerteller
Druk op de knop 1 om over te
schakelen van kilometerteller naar
dagteller en terug.
Druk, als de dagteller is ingeschakeld,
op de knop 1 tot de nullen verschijnen
om de dagteller op nul te zetten.
DIMMER
DASHBOARDVERLICHTING
Druk, tijdens het branden van
de verlichting, op de knop om de
sterkte van de dashboardverlichting
te veranderen. Als de verlichting
de zwakste (of felste) stand heeft
bereikt, laat dan de knop los en druk
deze vervolgens opnieuw in om de
verlichting weer feller (of zwakker) te
maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
ALARM-
KNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook
als het contact is afgezet.
Automatische ontsteking van
de alarmknipperlichten*
Bij een noodstop schakelen de
alarmknipperlichten, afhankelijk van
de remvertraging die optreedt, au-
tomatisch in. De alarmknipperlichten
blijven knipperen totdat er opnieuw
gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter
ook uitschakelen door de knop in te
drukken.
* Volgens land van bestemming.

Page 28 of 191

27Multifunctionele displays-
01-10-2005
KLOKJEInstellen van de parameters
Houd de knop 1 gedurende twee
seconden ingedrukt om de gegevens
in te stellen. Zodra een gegeven
knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indrukken
van de knop 1 in onderstaande
volgorde de verschillende gegevens
geselecteerd worden:
- taal,
- uren (12 of 24 uur),
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag,
- temperatuureenheden (graden Celcius of Fahrenheit).
Door de knop 2 in te drukken kan het
geselecteerde gegeven gewijzigd
worden. Houd de knop ingedrukt om
de instelling in een hoger tempo te
wijzigen (terug naar het begin na de
laatste waarde).
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het basisscherm weer en zijn de
gewijzigde gegevens opgeslagen.
Opmerking: Druk kort op de knop 2
om gedurende enkele seconden de
buitentemperatuur weer te geven.
Knop
1: instellen van de uren.
Knop 2: instellen van de minuten.
Houd de knop ingedrukt om de tijd in
een hoger tempo in te stellen.DISPLAY A
Dit display kan de volgende informa-
tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur* (knippert bij kans op gladheid),
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portie- ren (bijv.: "portier links voor ge-
opend", ...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbediening
leeg") en de status van de functies
van de auto (bijv.: "spaarstand ac-
tief"), kort weergegeven.
* Volgens uitvoering.

Page 29 of 191

Multifunctionele displays28 -
01-10-2005
29Multifunctionele displays-
01-10-2005
Instellen van de gegevens
Druk knop 1 in en houd deze
gedurende 2 seconden ingedrukt.
Het eerste gegeven knippert en kan
worden veranderd.
Hierna kunnen door het indrukken
van knop 1 achereenvolgens de
verschillende gegevens geselecteerd
worden:
- de taal,
- de snelheidseenheden (km of mijl),
- de temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- de tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- de uren,
- de minuten,
- het jaar,
- de maand,
- de dag.
Door het indrukken van knop 2 kan
het geselecteerde gegeven worden
gewijzigd. Houd de knop ingedrukt
om de gegevens in een hoger tempo
in te stellen.
Als de knop gedurende 7 seconden
niet wordt ingedrukt, geeft het display
het oorspronkelijke scherm weer en
zijn de wijzigingen opgeslagen.DISPLAY B
Dit kan de volgende informatie weer-
geven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan
of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:
"brandstofniveau laag") die tijdelijk
worden weergegeven, kunnen
worden gewist door op knop 1 of 2
te drukken,
- de boordcomputer.

Page 30 of 191

Multifunctionele displays28 -
01-10-2005
29Multifunctionele displays-
01-10-2005
MONOCHROOM DISPLAY CT
Menu coniguratie
Dit menu biedt toegang tot de
volgende parameters:
- "Instellen lichtsterkte": instellen van de lichtsterkte van het display.
- "Geluid": instellen van de spraak- synthese (voor de parameter
vrouwelijke/mannelijke stem:
plaats de coniguratie-CD-Rom);
gesproken opdrachten aan/uit.
- "Internationale parameters": instellen datum en tijd (weergave
in 12 of 24 uur, instellen minuten
via GPS); instellen van eenheden
(l/100 - °C of mpg - °F).
- "Keuze van de taal": keuze
van de taal van de weergave
en de gesproken informatie en
commando's (Nederlands, Duits,
Engels, Spaans, Frans, Italiaans,
Portugees: plaats de coniguratie-
CD-Rom).
Algemeen menu
Druk op de toets
"MENU" van de
autoradio/telefoon RT3 om het
algemene menu weer te geven, van
waaruit de volgende functies kunnen
worden geselecteerd:
- navigatie/verkeersinformatie (zie hoofdstuk "Navigatiesysteem"),
- audiofuncties (zie hoofdstuk "Autoradio/telefoon RT3"),
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- de index (zie hoofdstuk "Autoradio/ -telefoon RT3"),
- telefoon en telematicadiensten (zie hoofdstuk "Autoradio/-telefoon
RT3"),
- coniguratie.
Dit systeem wordt bediend met
behulp van het toetsenbord van de
autoradio/telefoon GPS RT3 .
Het kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (bij kans op gladheid verschijnt een waarschu-
wingsmelding),
- weergave van de radiofunctie (radio, CD, ...),
- de telefoonfuncties (telefoon, dien- sten, ...),
- controle op geopende portieren, motorkap, enz.,
- waarschuwingen (bijv.: "Brandstof- niveau laag") of meldingen met
betrekking tot de functies van de
auto (bijv.: "Airbag passagier uit-
geschakeld") die tijdelijk worden
weergegeven,
- de boordcomputer (zie desbetref- fende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbe- treffende hoofdstuk). Opmerking:
om gebruik te kunnen
maken van alle functies van het
systeem, heeft u de beschikking
over twee CD-Roms: de CD-Rom
"Coniguratie" met de software
en de verschillende talen voor de
weergave en de gesproken berichten
en de CD-Rom "Navigatie" met alle
cartograische gegevens van het
navigatiesysteem.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 200 next >