service interval Peugeot 307 SW 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 17 of 183

14-04-2003
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kan deonderhoudsintervalindicator op devolgende wijze op 0 gezet worden: Zet het contact af.
Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze inge-drukt.
Zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen. Laat de knop los als de onderhouds- intervalindicator 0 aangeeft; deonderhoudssleutel verdwijnt. Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen. ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN en controle van verbruikte artikelen Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoudscontroles.
¥ De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
¥ Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onder-
houdscontroles en tussentijdse controles) of, afhankelijk van de omgeving
(stof, vervuiling, enz.), vaker gecontroleerd te worden.
¥ Vervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
¥ Voor de 2 liter HDI Turbo diesel motor (110 pk) moet het PEUGEOT-servi-
cepunt elke 120.000 km het roetfilter onderhouden en het additiefreservoir
bijvullen.
¥ De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar
gecontroleerd te worden.
¥ De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden
gecontroleerd worden.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 21

Page 23 of 183

14-04-2003
Voorschrift van aanbevolen smeermiddelen De olie in de tabel voldoet voor de meeste gebruiksomstandigheden. Het schema geeft een overzicht van de meest geschikte viscositeit bij een
bepaalde temperatuur. Het is ook mogelijk om synthetische "superkwaliteit" motorolie te gebrui-ken. Indien het gebruik van semi-synthe- tische of synthetische oli‘n nietmogelijk is, mogen oli‘n van de kwa-
liteit API SH/SJ (voor benzinemoto-ren) of CD/CF (voor dieselmotoren)gebruikt worden, waarbij dan wel hetonderhoudsschema voor"Bijzondere gebruiksomstandighe-den" met kortere intervallen dient teworden aangehouden.
Aarzel niet om een PEUGEOT- servicepunt advies te vragen om hetrijcomfort van uw auto te behoudenen de onderhoudskosten zo laagmogelijk te houden. Neem contact op met de lokale ver-
tegenwoordiger van Automobiles
PEUGEOT in landen buiten Europa.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES27
VERPLICHT VERPLICHT
Handgeschakelde ESSO GEAR OIL BV TOTAL TRANSMISSION BV
versnellingsbak 75W80 Ond.nr. 9736.41 75W80
VERPLICHT
Automatische ATF 4HP20-AL4
transmissie Ond.nr. 9736.22
Andere aanbevolen producten
Stuurbekrachtiging FLUIDE DA Ond.nr. 9730.A1
Remvloeistof PEUGEOT DOT4Koelvloeistof PROCOR TM108/GLYSANTIN G33 of REVKOGEL 2000
VERPLICHT Vorstbescherming - 35¡C

Page 31 of 183

14-04-2003
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies:
- onderhoudsintervalindicator (zie het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,- kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller).Opmerking:De totale kilometerstand en de dagteller worden gedurende dertig
seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurders- portier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende ongeveer 10 seconden hetmotorolieniveau.
Te hoog motoroliepeil Knipperen duidt op een te hoog motoroliepeil, hetgeen schade aan de motor kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te hoog is, neem dan
zo spoedig mogelijk contact op met een PEUGEOT-servicepunt.
Te laag motoroliepeil Knipperen duidt op een te laag motoroliepeil, hetgeen ernstige motorschade kan veroorzaken. Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als inderdaad blijkt dat het oliepeil te laag is, vul danonmiddellijk motorolie bij. Defecte motorolieniveaumeter Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het oliepeil in orde is, duidt het knipperen op een
defect aan de motorolieniveaumeter. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.Dimmer dashboardverlichting
Druk, bij brandende verlichting, op deknop om de sterktevan de dashboard-verlichting en de
lichtsterkte van het multifunctionele
display te veranderen. Als de verlich-ting de zwakste (of felste) standheeft bereikt, laat dan de knop los endruk deze vervolgens opnieuw in omde verlichting weer feller (of zwak-ker) te laten branden. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Nulstelling dagteller Druk, terwijl het contact aan is, deknop in.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
34
Controle van het olieniveau met de peilstok is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens10 minuten niet heeft gedraaid.

Page 121 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL113
Dek de regensensor, op de voorruit achter de binnen-spiegel, niet af. Zet het contact uit als de
auto gewassen wordt in een was- straat of controleer of de schake-laar niet in de stand voor automa-tisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inschake- len van het automatisch wissen totde voorruit ontdooid is.Ruitenwisser achter
Draai de ring Ain de eerste
stand voor de intervalscha- keling.
Ruitensproeier achter Draai de ring Avoorbij de
eerste stand, zodat de rui-tensproeier in werkingtreedt en vervolgens de rui-tenwisser enige tijd wordt ingeschakeld.Automatische ruitenwissers In de stand AUTOwerkt de ruiten-
wisser automatisch en wordt de snel- heid van de wissers aan de hoeveel-heid neerslag aangepast.
Controle van werking InschakelenBij het inschakelen van de automa- tische ruitenwissers verschijnt demelding "Automatisch wissen
aan" op het multifunctionele display.
Uitschakelen Bij het uitschakelen van de functie klinkt er een geluidssignaal. In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd met een geluidssignaal en de melding"Storing automatische ruitenwis-sers" op het multifunctionele display.
Als de schakelaar in de stand AUTO
staat werken de ruitenwissers in deintervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te laten contro-leren.

Page 156 of 183

14-04-2003
NIVEAUS CONTROLEREN Motorolieniveau Regelmatig controleren en tussen twee verversingen eventueel oliebijvullen. (Maximum olieverbruik:0,5 liter per 1000 km.). De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagen tegeschieden, met behulp van deolieniveaumeter in het instrumen-tenpaneel of de oliepeilstok.
Oliepeilstok 2 merktekens op de peil-stok: A= maxi.
Het oliepeil mag nooit boven dit merkteken uit-komen. B = mini.
Voor het behoud van de bedrijfszekerheid van demotoren en de emissiere-gelsystemen mogen ingeen geval additievenaan de motorolie wordentoegevoegd.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in de "PEUGEOT ONDERHOUDSCON-TROLES" .
Opmerking: Vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie.Keuze van de viscositeitgraad De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen. Niveau remvloeistof:
- Het niveau dient steeds tussen de merktekens DANGER en MAXI van het reservoir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het vloeistofniveau onmiddel-
lijk uw PEUGEOT-servicepunt.
Vervangen:
- De vloeistof dient volgens de voor- geschreven intervallen te worden ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur is aanbevolen en aan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking: Remvloeistof is een erg
bijtend middel. Vermijd elk contactmet de huid. Koelvloeistofniveau Gebruik uitsluitend door de construc- teur aanbevolen koelvloeistof. Als de motor warm is, wordt de tempe- ratuur van de koelvloeistof geregeld
door de koelventilator. Wacht voorwerkzaamheden aan het koelsysteemtenminste 1 uur nadat de motorgedraaid heeft, omdat de koelventila-tor nog kan (gaan) werken als de sleu-tel uit het contactslot is verwijderd enhet koelsysteem onder druk staat. Draai de dop eerst 2 omwentelingenlos om de druk te laten dalen en tevoorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, als dedruk eenmaal gedaald is, de dop losen vul het systeem bij. Opmerking:
De koelvloeistof behoeft
niet te worden ververst.Afgewerkte producten Gooi geen afgewerkte olie, remvloeistof of koelvloeistof in hetriool, in het water of op de grond. Vloeistofniveau stuurbekrachtiging Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur),het vloeistofniveau dient bovenhet MINI en dichtbij het MAXImerkteken te staan.
Vloeistofniveau ruiten- en koplampsproeiers* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door PEUGEOT aanbevolenproducten.
*Volgens land van bestemming
PRAKTISCHE INFORMATIE 139