verwarming Peugeot 307 SW 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 6 of 183

14-04-2003
6UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
VOORSTOELEN 1.Verstelling in lengterichting.
2. Verstelling van de hoek van de rugleuning.
3. Hoogteverstelling van de be-stuurders- of passagiersstoel.
4. Schakelaar stoelverwarming.
5. Uitneembare armleuning v——r.
6. Hoogteverstelling en verstel-ling van de hoek van dehoofdsteun.
Trek om de hoofdsteun te verstellen deze naar voren enverschuif hem gelijktijdig.
Ga nooit rijden als dehoofdsteunen zijn verwij-derd.
7. Opberglade.
8. Tafeltje.
88

Page 13 of 183

14-04-2003
13
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AIRCONDITIONING
84
Regeling luchtverdeling.
1
Bediening
luchttoevoer.
2
Temperatuurregeling.
3
Achterruitverwarmingen verwarming buitenspiegels.
4
Regeling luchtopbrengst.
5
Bediening airconditioning.
6

Page 14 of 183

14-04-2003
14
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
86
Regeling luchtopbrengst. Regeling luchtverdeling.
1 23 4 56 7 8 9 Bediening
luchttoevoer. Bediening airconditioning. Systeem uit.
Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels.
Temperatuurregeling. Automatisch programma "comfort". Automatisch programma "zicht".

Page 87 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL85
4. Regeling luchtopbrengst
Draai de knop van stand 1
naar stand 4om de
gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van knop5wordt de lucht in het inte-
rieur gerecirculeerd. Hetverklikkerlampje gaat bran-
den. Deze stand dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop 5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- Stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal.
- Sluit de middelste ventilatieroos- ters.
- Zet de knop van de luchttoevoerre- geling 5in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (zodra knop 5wordt
losgelaten, gaat het verklikker- lampje uit).
- Schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters). 6. Achterruitverwarming en ver-
warming buitenspiegels
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Het is mogelijk de achterruitverwar- ming eerder uit te schakelen door deschakelaar nogmaals in te drukken. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren.

Page 89 of 183

14-04-2003
UW 307 SW IN DETAIL87
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van detoets "AUTO" zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. OpmerkingenCondensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel. Om te voorkomen dat de ruiten bij koud of vochtig weer beslaan, raden we u aandan niet de instelling "ECO" te kiezen.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
- de voorruit (ontwasemenof ontdooien). - de voorruit en de beenruimte.
- de beenruimte.
- de linker, rechter en middelste
ventilatieroosters en de been- ruimte.
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengstkan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk detoetsen + of - in te
drukken.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van dezetoets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op het display, dient om de
toevoer van buitenlucht bij stank enstofoverlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. Opmerking:Om te voorkomen dat de ruiten be-
slaan bij koud of vochtig weer, radenwe u aan dan niet de instelling "lucht-recirculatie" te kiezen. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-
teem volledig uitgescha-keld. De temperatuur wordt
niet meer automatisch geregeld. Als u opnieuw op de toetsen "OFF",
"AUTO" of "zicht" drukt, wordt het
systeem weer in werking gesteld met de laatste door u gekozen instellin-gen.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om de achterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Het is moge-lijk om de achterruitverwarming eer-der uit te schakelen door de toetsnogmaals in te drukken.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren.

Page 90 of 183

14-04-2003
VOORSTOELEN
1- Verstelling in lengterichting.Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2- Rugleuningverstelling Duw de handgreep naar achteren.
3- Hoogteverstelling bestuurders- en passagiersstoel:
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenstestand bereikt is.
4- Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tem-peratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezetnog twee minuten in het geheugen.
UW 307 SW IN DETAIL
88

Page 166 of 183

14-04-2003
Zekeringen in de motorruimte ZekeringenkastOpenen zekeringenkast in de motor- ruimte (naast de accu): Maak het het deksel los.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig en plaats dekap terug.
PRAKTISCHE INFORMATIE
150
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de montagevan zowel de standaard-
uitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servi- cepunt voordat u andere elek-trische voorzieningen of acces-soires in de auto monteert of laatmonteren. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uithet verhelpen van storingenveroorzaakt door het monterenvan extra accessoires die nietdoor PEUGEOT aanbevolen engeleverd worden of door voorzie-ningen die niet volgens de voor-schriften van PEUGEOT zijngemonteerd. Dit geldt met namevoor apparatuur met een stroom-verbruik van meer dan 10 milliam-p * De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elek-trische installatie.
Werkzaamheden aan de zekerin-
gen dienen door een PEUGEOT-servicepunt uitgevoerd te worden.
Zekering Amp Functies
1* 50 A Koelventilator.
2* 30 A Pompmotor ESP/ABS.
3* 30 A Elektrokleppen ESP/ABS.
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
6* 20 A Stoelverwarming
7* 30 A Contactslot/stuurslot.
8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.

Page 167 of 183

14-04-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE151
Zekering Amp
Functies
1 10 A Achteruitrijlichtschakelaar automatische transmissie, voeding relais startbeveiliging automatische transmissie, achteruitrijlichtschakelaar handgeschakelde versnellingsbak,
snelheidssensor, sensor water in brandstof (diesel).
2 15 A Elektroklep absorptievat, brandstofpomp.
3 10 A Elektronische eenheid stuurbekrachtiging, elektronische eenheid ABS of elektronische eenheid ESP.
4 10 A Elektronische eenheid injectie, voeding relais koelventilator, voeding relais extra verwarming,elektronische eenheid automatische transmissie, sequenti‘le bediening automatische transmis-sie, relais shift lock automatische transmissie.
5 15 A Elektronische eenheid roetfilter.
6 15 A Mistlampen v——r.
7 20 A Pomp koplampsproeiers.
8 20 A Voeding relais koelventilator, voeding elektronische eenheid motor, inspuitpomp (diesel).
9 15 A Dimlicht links.
10 15 A Dimlicht rechts.
11 10 A Grootlicht rechts.
12 10 A Grootlicht links.
13 15 A Claxon.
14 10 A Pomp ruitensproeiers voor en achter.
15 30 A Lambdasondes, elektroklep UGR, bobine, regeling hoge druk brandstofinspuiting (diesel),voeding verstuivers (benzine), elektronische eenheid voorgloeien (diesel), luchthoeveel-heidsmeter (diesel), elektronische eenheid motor (diesel), inspuitpomp (diesel), brandstof-voorverwarming (diesel).
16 30 A Luchtpomp benzinemotor met automatische transmissie.
17 30 A Lage/hoge snelheid ruitenwissers v——r.
18 40 A Aanjager airconditioning.

Page 169 of 183

14-04-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE149
Zekering Amp
Functies
9 30 A Elektrische ruitbediening voor, elektrische eentraps ruitbediening voor (niet gelijk aan ruitbe- diening zonder eentraps bediening), zonnescherm panoramadak.
10 15 A Diagnose-aansluiting, 12 V-aansluiting achter, trekhaak.
11 20 A Autoradio, multifunctionele display, stuurkolomschakelaars, automatische transmissie.
12 10 A Parkeerlicht rechts voor en rechts achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak, verlichtingschakelaars centrale vergrendeling/alarm/alarmknipperlichten, verlichting paneel airconditoning/asbak, verlichting schakelaars stoelverwarming/automatische transmissie,
aansteker.
14 30 A Bediening vergrendelen/ontgrendelen portieren/achterklep, bediening supervergrendeling.
15 30 A Elektrische eentraps ruitbediening achter.
16 10 A Servicecentrale motor, alarm, roetfilter, stuurkolomschakelaars, airbags.
17 10 A Remlicht rechts, derde remlicht.
18 10 A
Diagnose-aansluiting, stuurkolomschakelaars, elektrochrome buitenspiegel, contactschakelaars rempedaal(stop) en koppelingspedaal, contactschakelaar koelvloeistofniveau, tweede contactschakelaar rempedaal.
19 30 A Shunt tijdens opslag.
22 10 A Parkeerlicht links voor en links achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak.
23 15 A Sirene alarm, elektronische eenheid inbraakalarm.
24 15 A Instrumentenpaneel, autoradio, multifunctionele displays, airconditioning, parkeerhulp achter.
26 30 A Achterruitverwarming.

Page 170 of 183

14-04-2003
WISSERBLADEN
VERVANGEN De ruitenwissers in de onderhoudsstand zetten Bedien de ruitenwisserschake- laar binnen ŽŽn minuut na hetafzetten van het contact om deruitenwissers naar het middenvan de voorruit te bewegen(onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los en verwijder het wis-serblad.
Monteer het nieuwe wisserbladen zet de ruitenwisserarm terug.
Opmerking: het kortste wisserblad
moet op de rechter ruitenwisserarmworden gemonteerd. Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de rui-tenwissers in de ruststand te zet-ten. SPAARSTAND Nadat de motor is afgezet, wordt een aantal elektrische voorzieningen (rui-tenwissers, ruitbediening, zonne-scherm panoramadak, plafonniers,autoradio, enz.) na een half uur auto-matisch uitgeschakeld, om te voor-komen dat de accu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de mel- ding
"Spaarstand actief" op het
multifunctionele display. Als de elektrische voorzieningen in de spaarstand staan, dient de motorte worden gestart en vervolgensenkele seconden te draaien alvorensde voorzieningen opnieuw gebruiktkunnen worden. SPAARFASE ACCU In verband met de laadtoestand van de accu kunnen tijdens het rijdensommige voorzieningen (airconditio-ning, achterruitverwarming, interieur-verwarming bij auto's met een die-
selmotor, enz.) tijdelijk uitgeschakeldworden. Deze voorzieningen worden weer automatisch ingeschakeld zodra delaadtoestand van de accu dit toelaat. Opmerking:
De uitgeschakelde
voorzieningen kunnen tevens hand- matig weer ingeschakeld worden.Hierbij bestaat het risico dat de accuontladen raakt.
PRAKTISCHE INFORMATIE
152
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestartworden.