stop start Peugeot 308 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 64 of 400

62
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V. Deze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar. Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd door een melding op het display van het instrumentenpaneel.  Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los.  Verwijder het deksel.  Ver wijder de lege batterij.  Plaats een nieuwe batterij in de juiste richting in de houder.  Druk het deksel vast.
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
 Steek eerst de mechanische sleutel (ondergebracht in de afstandsbediening) in het slot om de auto te ontgrendelen.  Verwijder de bekleding onder de 12V-aansluiting.  Plaats de elektronische sleutel in de desbetreffende houder.  Zet het contact aan door op de knop "START/STOP" te drukken. De elektronische sleutel werkt nu weer.
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als de storing niet is verholpen.

Page 70 of 400

68
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers gedurende dertig seconden. Als het alarm voor de 11 e keer afgaat, worden de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel knippert bij het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening of met het "Keyless entry and start"-systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:  Ontgrendel de auto met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.  Open het portier; het alarm gaat af.  Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
 Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of standaard. Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld.  Om het afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de achterklep te voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop van de afstandsbediening worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry and start"-systeem.

Page 74 of 400

72
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Brandstoftank
Als er meer dan 10 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter. Tijdens het openen van de tankdop kan een geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk die ontstaat door de afdichting van het brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
Openen
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-stand is geschakeld; zet in dat geval altijd het contact af met de sleutel of met de
knop "START/STOP" indien uw auto is voorzien van het Keyless entry and start-systeem.
- Ontgrendel de auto als deze is voorzien van het Keyless entry and start-systeem. - Druk op de klep (in het achterste deel van de zijkant van de auto) en trek de klep vervolgens open.
Tanken
 Ver wijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).  Steek het vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep A in.  Vul de brandstoftank. Laat het vulpistool maximaal drie keer afslaan, aangezien er anders storingen kunnen optreden.  Plaats de vuldop terug en sluit deze door de dop rechtsom te draaien.  Druk de klep van de tankdop dicht (uw auto moet ontgrendeld zijn).
 Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep van uw auto). Als uw auto is voorzien van een conventionele sleutel, steek deze dan in de vuldop.  Draai de vuldop linksom.
Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 53 liter (of 45 liter, afhankelijk van de uitvoering).

Page 82 of 400

80
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Elektrisch verstelbare lendensteun
U kunt de massagefunctie op elk gewenst moment uitschakelen door op deze knop te drukken, het controlelampje gaat dan uit.
Uitschakelen
Inschakelen
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage ter hoogte van de lendenen van de bestuurder en de voorpassagier. De functie werkt alleen bij draaiende motor en als de STOP-stand van het Stop & Start-systeem is geactiveerd.
 Druk op deze knop.
Het controlelampje van de functie gaat branden en de massagefunctie wordt voor een tijdsduur van 1 uur ingeschakeld. Gedurende deze tijdsduur wordt de massage in 6 cycli van 10 minuten uitgevoerd (6 minuten massage worden gevolgd door 4 minuten rust). Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het controlelampje gaat dan uit.
Intensiteit instellen
Druk op deze knop om de intensiteit van de massage in te stellen. U hebt de keuze uit twee standen voor de intensiteit van de massage.
 Druk de schakelaar in om de lendensteun naar wens in te stellen.

Page 90 of 400

88
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013

230 V / 50 Hz stopcontact
In het achterste opbergvak bevindt zich een 230 V / 50 Hz stopcontact (max. vermogen: 120 W). Dit stopcontact werkt als de motor draait, maar ook in de STOP-stand bij auto's met een Stop & Start-systeem.  Open het opbergvak.  Controleer of het groene verklikkerlampje brandt.  Sluit uw elektrische apparaat (telefoonlader, laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer enz. ) aan.
Bij een storing in het systeem gaat het groene lampje knipperen. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Sluit hoogstens één apparaat op het stopcontact aan (verlengsnoeren of dubbelstekkers niet toegestaan). Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven). Gebruik geen apparaten met een metalen behuizing. De stroomtoevoer naar dit stopcontact wordt bij overbelasting automatisch onderbroken; dit gebeurt ook als er andere omstandigheden zijn die daar aanleiding toe geven (bijzondere weersomstandigheden, zware belasting van de elektrische installatie van de auto enz.). Het groene verklikkerlampje gaat dan uit.
De verschillende aansluitingen zijn niet beschikbaar, optioneel of standaard, afhankelijk van het uitrustingsniveau van uw auto.

Page 98 of 400

96
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht:  Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.  Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning.  Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden.  Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek vervangen. Wij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).  Laat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.  Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en de temperatuur in het interieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open. Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververst
wordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen (zie de desbetreffende rubriek).

Page 108 of 400

106
Comfort
308_nl_Chap03_confort_ed02-2013
Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt dat zolang de voorruitontwaseming in werking is, de STOP-functie niet beschikbaar is.
Met handbediende airconditioning
of automatische airconditioning
met gescheiden regeling
 Zet de knoppen van de aanjagersnelheid, de temperatuur en de luchtverdeling in de met de desbetreffende opdruk weergegeven stand.  Schakel de airconditioning in door de toets
"A /C " in te drukken; het verklikkerlampje in de toets gaat branden.
 Druk op deze toets om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
(met touchscreen)
Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.  Druk nogmaals op deze toets of op "AUTO" om deze functie uit te schakelen.
Het systeem keert terug naar dezelfde instellingen als die van vóór het uitschakelen.

Page 110 of 400

108
Rijden
308_nl_Chap04_conduite_ed02-2013
Starten - afzetten van de motor, sleutel met afstandsbediening
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Zorg dat er geen gewicht (bijvoorbeeld een zware sleutelhanger...) aan de sleutel hangt: dit kan namelijk storingen aan het contactslot veroorzaken.
Sleutel vergeten
Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de stand 1 (Stop) staat, wordt bij het openen van het bestuurdersportier een waarschuwingsmelding weergegeven in combinatie met een geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2 (Contact) van het contactslot blijft staan, zal het contact na een uur automatisch worden afgezet. Draai de sleutel in de stand 1 (Stop) en vervolgens opnieuw in de stand 2 (Contact) om het contact weer aan te zetten.
Contactslot
1. Stand Stop . 2. Stand Contact . 3. Stand Starten .
Starten met de sleutel
 Steek de sleutel in het contactslot. Het systeem herkent de code van de startblokkering.  Draai de sleutel rechtsom in de
stand 3 (Star ten) .  Laat zodra de motor draait de sleutel los.
 Zet de auto stil.  Draai de sleutel linksom in de stand 1 (Stop) .  Ver wijder de sleutel uit het contactslot.
Afzetten met de sleutel
Bij het afzetten van de motor is de rembekrachtiging niet meer actief.

Page 111 of 400

109
4
Rijden
308_nl_Chap04_conduite_ed02-2013
Bij temperaturen onder het vriespunt wordt bij auto's met een dieselmotor de motor dieselmotor de motor dieselmotorpas na het doven van het verklikkerlampje "Voorgloeien" gestart. Als dit verklikkerlampje gaat branden nadat u op de knop "START/STOP" hebt gedrukt, moet u het rem- of het koppelingspedaal ingetrapt houden tot het verklikkerlampje dooft. Druk niet nogmaals op de knop "START/STOP" voordat de motor draait.
 De elektronische sleutel bevindt zich in het interieur van de auto. Trap het koppelingspedaal volledig in en houd het pedaal ingetrapt tot de motor is gestart.
Starten
 Druk op de knop " START/STOP ".
De elektronische sleutel van het "Keyless entry and start"-systeem moet zich in de detectiezone bevinden. Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet als de motor draait. Als de elektronische sleutel niet binnen de zone wordt gedetecteerd, wordt een melding weergegeven. Om de motor te kunnen starten moet u ervoor zorgen dat de elektronische sleutel zich binnen de zone bevindt.
Starten - afzetten van de motor,
"Keyless entry and start"
 Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor wordt bijna onmiddellijk gestart. (Lees de waarschuwing voor de dieseluitvoeringen).
Als aan een van de voor waarden voor het starten niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een melding op het display van het instrumentenpaneel weergegeven. In sommige gevallen moet het stuur wiel heen en weer worden bewogen ter wijl de knop "START/STOP" wordt ingedrukt om het stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via een melding op de hoogte gebracht.

Page 112 of 400

110
Rijden
308_nl_Chap04_conduite_ed02-2013
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor niet afgezet.
Afzetten
 Zet de auto stil.
 Druk op de knop " START/STOP " terwijl de elektronische sleutel zich in het interieur van de auto bevindt.
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt vergrendeld.
Stand van het contact
(accessoires)
Wanneer u de accessoirestand te lang gebruikt, gaat het systeem automatisch over op de eco-mode om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Druk zonder een pedaal in te trappen op de knop "START/STOP" om het contact aan te zetten en zo de verschillende accessoires te activeren.
 Druk op de knop "START/STOP": de verlichting en lampjes van het instrumentenpaneel gaan branden zonder dat de motor wordt gestart.
 Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto te kunnen vergrendelen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >