dashboard Peugeot 308 2021 Handleiding (in Dutch)

Page 179 of 244

177
In geval van pech
8► Steek een kleine schroevendraaier in een
van de buitenste openingen van het lampglas.


Duw de schroevendraaier naar buiten om het
lampglas los te maken.



V
erwijder het lampglas.


V
ervang de defecte lamp.
Druk het glaasje vast in de houder.
Een zekering vervangen
Toegang tot het
gereedschap


De tang voor het verwijderen van zekeringen is
bevestigd aan de binnenzijde van het deksel van
de zekeringkast in het dashboard.


T
rek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.
► Maak het deksel volledig los en keer het om.
► V erwijder de tang van de achterzijde van het
deksel.
Een zekering vervangen
Voordat u een zekering vervangt:
► Achterhaal de oorzaak van de storing en
verhelp de oorzaak.


Schakel alle stroomverbruikende
voorzieningen uit.



Zet de auto stil en schakel het contact uit.



Bepaal welke zekering defect is aan de hand
van de actuele zekeringtabellen en schema's.
Bij het vervangen van zekeringen is het
volgende zeer belangrijk:



Gebruik de speciale tang om de zekering uit
de zekeringkast te verwijderen en controleer of
het smeltdraadje van de zekering intact is.



V
ervang een defecte zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte (dezelfde
kleur): een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken - kans op brand!
Als de storing zich kort na het vervangen van
de zekering opnieuw voordoet, laat dan het
elektrische systeem controleren door een
PEUGEOT-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats.
De zekeringtabellen en de bijbehorende
schema's zijn verkrijgbaar bij een
PEUGEOT-dealer of bij een gekwalificeerde
werkplaats.
Wanneer een zekering wordt vervangen
door een zekering die niet in deze
zekeringtabellen staat, kunnen er ernstige
storingen ontstaan. Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.


Goed
Defect

Tang
Elektrische accessoires monteren
Bij het ontwerp van het elektrische circuit
van uw auto is reeds rekening gehouden met
de montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT

Page 180 of 244

178
In geval van pech
aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens haar voorschriften zijn gemonteerd.
Dit geldt met name als het totale
stroomverbruik van alle extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen

► Trek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.


Overzicht zekeringen
ZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F9 5Inbraakalarm,
noodoproep en
pechhulpoproep.
F13 5 Achteruitrijcamera
en parkeerhulp.
F15 15 12V-accessoire-
ansluiting.
F16 15 Aansteker.
F18 20 Touchscreen,
cd-spe-
ler, audio- en
navigatiesysteem.
F19 5 Regen- en
lichtsensor.
Zekering
N r.Stroomsterkte (A)Functies
F20 5 Airbags.
F21 5 Instrumenten-
paneel.
F22/F24 30 Interne/externe
sloten, voor en
achter.
F23 5 Verlichting dash-
boardkastje,
make-upspiegel,
plafonniers voor en
achter.
F25/F27 15 Ruitensproeier-
pomp voor en
achter.
F26 15 Claxon.
F30 15 Ruitenwisser
achter.


Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.
Toegang tot de zekeringen

► Maak het deksel los.
► Vervang de zekering.

Page 195 of 244

193
Technische gegevens
9

Bedrijfsuitvoering
Aantal zitplaatsen: 2 personen.
Belading in de bagageruimte: 1,31 m3
In meter (m)
Nuttige lengte van de
laadvloer 1,458
Nuttige breedte tussen de
wielkasten 1,036
Nuttige breedte in het
midden van de laadruimte 1,077
Nuttige breedte


in het midden van de
laadruimte 0,916



bij de daklijst 0,831



onder de
bagageafdekking 0,5
Identificatie
Diverse zichtbare markeringen voor
voertuigidentificatie en het zoeken van
voertuigen.


A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder
de motorkap.
Gestanst in het chassis, bij de wielkuip
rechtsvoor.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het
dashboard.
Gedrukt op een zelfklevende sticker die
zichtbaar is via de voorruit.
C. Plaatje van de fabrikant.
Bevestigd op de middenstijl, links of rechts.
Bevat de volgende informatie:


Naam fabrikant.
– Europees typegoedkeuringsnummer .
– V oertuigidentificatienummer (VIN).


Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).



Maximaal toelaatbaar treingewicht (GTW).



Maximumgewicht op de vooras.



Maximumgewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspecificaties/kleurcode.
Bevestigd op het bestuurdersportier

.
Bevat de volgende informatie over de banden:


De bandenspanning, onbeladen en met volle
belading.



De specificaties van de banden, bestaande
uit de maat en het type, en de belastings- en
snelheidsindex.



De bandenspanning van het reservewiel.
Hierop staat ook de kleurcode van de lak
vermeld.
De auto kan bij levering zijn voorzien van
banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de
sticker: dit maakt voor de bandenspanning
geen verschil (bij koude banden).

Page 238 of 244

236
Trefwoordenregister
Brandstofniveaumeter 139–140
Brandstoftank
139, 139–140
Brandstof tanken

139–140
Brandstoftank leeg (diesel)

185
Brandstofverbruik

6
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop

139–140
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep

139–140
Buitenlandse reizen

55
Buitenspiegels

37, 127
C
Carrosserie 158
Carrosserie-onderhoud
158
CD

200
CD MP3

200
Centrale vergrendeling

22, 24
CHECK

18
Claxon

67
Connectiviteit

221
Contact

50, 89–90, 229
Contact aangezet

90
Controlelampjes

9–10
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle

16
Controles

150, 153–155
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
199, 225
Dagteller

19
Datum (instellen)

206, 231
Datum instellen

206, 231
Denon (audiosysteem)

44–45
Detectie obstakels

129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie

106, 163, 167
Dieselmotor

139, 150, 185, 190
Digitaal instrumentenpaneel

8–9
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)

199, 225
Dimlicht

172–173
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)

19
Display instrumentenpaneel

103
Dodehoekbewaking

127, 129
Driver Sport Pack

102–103
Dynamische noodrem

91–94
E
Eco-mode ~ Eco-modus 148
Eco-rijden (adviezen)
6
Electronic Stability Program (ESC)

67–68
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend

91–94, 154
Elektrische ruitbediening

31
Elektrisch verstelbare stoelen

34
Elektronische remdrukregelaar (REF) 67
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)

67
Elektronische sleutel

23–24
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische

26, 87
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)

67, 69
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)

67
Etiketten

4
F
Fietsendrager 29
Flacon AdBlue®
156
Follow me home-verlichting

57
Follow me home verlichting ~ Follow-me-
home-verlichting

22, 57
Frequentie (radio)

224–225
G
Geheugen instellingen bestuurder 35
Gekoeld dashboardkastje ~
Dashboardkastje, gekoeld

41
Gekoppeld navigatiesysteem

218–221
Gereedschap

160, 160–161, 167
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's

212–215
Gevarendriehoek

44
Gewichten

186–187, 189–190

Page 242 of 244

240
Trefwoordenregister
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
27
T
Tankbeveiliging 140
Technische gegevens
187, 189–190
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau

139–140
Telefoon

203–205, 227–229
Teller

8, 108
Temperatuurregeling

48–50
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden,
noodreparatie

161, 163–167
Tijd instellen

206, 231
TMC (verkeersinformatie)

218
Toerenteller

8
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)

50
Top Tether (bevestiging)

80
Trailer Stability Management (TSM)

69
Trekhaak

69, 142
Trekhaak met afneembare kogel

143–147
U
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
73, 76–77
Uitschakelen ASR/CDS (ESC)

68
USB

42, 200, 221, 225
USB-aansluiting

41–42, 200, 221, 225
USB-poort

200, 225
V
Veiligheidsgordels 69–71, 78
Veiligheidsgordels achter
70
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen

73, 75–77, 79–82, 85
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)

73,
75–77, 79–82, 85
Ventilatie

46–48
Ventilatieroosters

46
Verbonden apps

222
Vergrendelen

25–26
Verkeersinformatie (TMC)

218
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes

9–10
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes

10, 18
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje

71
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)

71
Verlichting

53
Verlichting bagageruimte

44
Verlichting met Full LED-technologie

58
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting

55, 172
Verversen

151
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren

43
Vervuiling van het roetfilter (diesel)

153
Verwarming

46–48
Video

226
Visiopark 1

130
Voorstoelen

33–35
W
Waarschuwing kans op aanrijding 120–121
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
123
Waarschuwingssignaal sleutel in contact

89
Wassen

108
Wassen (adviezen)

158–159
Webbrowser

218, 222
Wiel demonteren

168, 170–171
Wiel monteren

168, 170–171
Wielophanging

155
Wiel verwisselen

160, 167–168
WiFi-netwerkverbinding

223
Window-airbags

73–74
Z
Zekeringen 177–179
Zekeringen vervangen
177–178, 177–179
Zekeringkast dashboard

177
Zekeringkast motorruimte

177, 179
Zij-airbags

73–74
Zijspots

57
Zonder gereedschap afneembare
kogel

143–147
Zonnescherm (panoramadak)

51
Zonnesensor

46
Zuinig rijden

6

Page:   < prev 1-10 11-20