Peugeot iOn 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 136

99
Achterlichten
1.Remlichten/parkeerlichten (21 W/15 W
of leds).
2. Richtingaanwijzers (W Y21W – 21
W).
3. Achteruitrijlichten (W21W – 21
W).
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Toegang tot de lampen
De amberkleurige lampen, zoals die van
de richtingaanwijzers, moeten worden
vervangen door lampen met dezelfde
kleur en specificaties.
Remlichten/parkeerlichten
(21 W/15 W)
F Verwijder de twee bouten.
F
V er wijder de lichtunit door deze naar u toe
te trekken.
Remlichten/parkeerlichten (leds)
Laat werkzaamheden aan led-verlichting
alleen door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats uitvoeren. F
D
raai de lamphouder naar links en ver wijder
deze.
F
V
erwijder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
8
Storingen verhelpen

Page 102 of 136

100
Richtingaanwijzers
AchteruitrijlampenMistachterlicht (W21W – 21
W).Derde remlicht (W5W – 5
W)
Kentekenplaatverlichting
(W5W – 5
W)
F Draai de lamphouder naar links en ver wijder deze.
F

V
erwijder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. F

D
raai de lamphouder naar links en ver wijder
deze.
F
V
erwijder en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
F

V
erwijder het deksel.
F

D
raai de lamphouder naar links en ver wijder
deze.
F

V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. F

V
erwijder de twee bouten.
F

V
erwijder de lamphouder.
F

V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
F

D
uw het lampglas naar binnen.
Storingen verhelpen

Page 103 of 136

101
Een zekering vervangen
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen
is bevestigd aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast in het dashboard.
Om deze te bereiken:
F
K
lik het deksel los en ver wijder het door het
in zijn geheel naar u toe te trekken.
F

N
eem de tang los.
Zekering vervangen
Goed Defect
Ta n g
Voordat u een zekering ver vangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F

C

ontroleer of het contact in de stand
" LOCK " staat.
F

U k

unt aan de draad van een zekering zien
of deze defect is.
F

G

ebruik de speciale tang om de zekering uit
de zekeringkast te verwijderen.
F

V

er vang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
F

S

electeer de zekering aan de hand van
het nummer op de zekeringkast, de op de
zekering aangegeven stroomsterkte en de
onderstaande overzichten.
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van
uw auto is reeds rekening gehouden met de
montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT
aanbevolen of geleverd worden, en
niet volgens haar specificaties zijn
gemonteerd. Dit geldt met name als het
gezamenlijke stroomverbruik van de extra
accessoires meer dan 10


milliampère
bedraagt.
F

D

raai de lamphouder en verwijder deze.
F

V

erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
8
Storingen verhelpen

Page 104 of 136

102
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich in het onderste
deel van het dashboard.
Toegang tot de zekeringen
F
K
lik het deksel los en ver wijder het door het
in zijn geheel naar u toe te trekken.
Zekeringnummer StroomsterkteFuncties
1 7, 5 AParkeerlichten links voor en links achter.
2 15 A12V-aansluiting.
3 -Niet gebruikt.
4 7, 5 AStartmotor.
5 20 AAudiosysteem.
6 -Niet gebruikt.
7 7, 5 ABoorduitrusting, parkeerlichten rechts voor en rechts achter.
8 7, 5 AElektrisch inklapbare buitenspiegels.
9 7, 5 ASupervisor.
10 7, 5 AAirconditioning.
11 10 AMistachterlicht.
12 15 ACentrale vergrendeling.
13 10 APlafonnier.
Storingen verhelpen

Page 105 of 136

103
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
14 15 ARuitenwisser achter.
15 7, 5 AInstrumentenpaneel.
16 7, 5 AVerwarming.
17 20 AStoelverwarming.
18 10 AOptie.
19 7, 5 ABuitenspiegelverwarming.
20 20 ARuitenwissers vóór.
21 7, 5 AAirbags.
22 30 AAchterruitverwarming.
23 30 AVerwarming.
24 -Niet gebruikt.
25 10 AAutoradio.
26 15 AZekering interieur. De zekeringkast bevindt zich in de ruimte
onder de voorklep onder het reser voir van de
verwarmingsvloeistof. Alleen deze zekeringen
kunnen vervangen worden.
Het vervangen van zekeringen in andere
zekeringkasten
(vacuümpomp en 12V-accu)
m

oet door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Zekeringen in de ruimte
onder de voorklep
8
Storingen verhelpen

Page 106 of 136

104
Toegang tot de zekeringen
F Open de voorklep.
F K lik het deksel los en ver wijder het door het
in zijn geheel naar u toe te trekken.
F

V
ervang de zekering.
F

S
luit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
Zekeringnummer StroomsterkteFuncties
1 -
Niet gebruikt.
2 30 A
Interne zekering.
3 40 A
Elektromotor.
4 40 A
Koelventilator.
5 40 A
Elektrische ruitbediening.
6 30 A
Vacuümpomp.
7 15 A
Elektronische eenheid tractiebatterij.
8 15 A
Derde remlicht.
9 15 A
Mistlampen.
10 15 A
Koelvloeistofpomp.
11 10 A
Ingebouwde lader.
12 10 A
Richtingaanwijzers.
13 10 A
Claxon.
14 10 A
Dagrijverlichting.
15 15 A
Ventilator tractiebatterij.
16 10 A
Aircocompressor.
17 20 A
Dimlicht rechts.
18 20 A
Dimlicht links, koplampverstelling.
19 10 AGrootlicht rechts.
20 10 AGrootlicht links.
Storingen verhelpen

Page 107 of 136

105
Slepen van de auto
Procedure voor het slepen van uw auto met
behulp van een vast sleepoog.Algemene aanwijzingen

Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-

a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-

b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-

a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem vrij te zetten,
-

b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-

b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.
Slepen van uw auto
Het sleepoog is onder de voorbumper aan het
chassis gelast.
F

Be
vestig de sleepstang.
F

S
tart de auto (lampje "Ready" brandt).
F

Z
et de transmissie met de selectiehendel in
de stand N .
F

Z
et de parkeerrem vrij.
F

S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto


in.
F

L
aat de auto slepen met een snelheid van
maximaal 30
km/h en over een afstand
van hoogstens 30
km.
Als deze aanwijzingen genegeerd worden,
bestaat er kans op ernstige schade aan
het remsysteem en/of de elektromotor.
Slepen van een andere auto
Uw auto mag nooit gebruikt worden om
een andere auto te slepen.
8
Storingen verhelpen

Page 108 of 136

106
Elektromotor en tractiebatterij
Modelcode:1 N ZK Y Z
Elektromotor Y51
Technologie Synchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Max. vermogen: ECE-norm (kW) 49
Toerental bij max. vermogen (t/min) 4000-8800
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 19 6
Toerental bij max. koppel (t /min) 0-300
Tractiebatterij Lithium-ion
Capaciteit nieuwe tractiebatterij (kWh) 14,5
Normaal laadsysteem
Spanning (V) AC 230
Laadtijd
(*)(**):
- 16 A
- 14 A
- 10 A
- 8 A Ongeveer 6 uur
6 uur
8 uur
11 u u r
Snelladen
Spanning (V) DC 300
Laadtijd (80% van max. capaciteit)** 30


minuten
De actieradius van de auto is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij. *
A

fhankelijk van het lokale elektriciteitsnet.
**

T

ijd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25 °C. Afhankelijk van het gebruik van uitrusting zoals de radio en/of de airconditioning
kan de laadtijd langer zijn.
Technische gegevens

Page 109 of 136

107
Gewicht (kg)
ElektromotorY51
Tractiebatterij Lithium-ion
Modelcode: 1 N ZK Y Z
Ledig gewicht 10 65
Gewicht rijklaar 114 0
Maximum technisch toegestane massa totaal 145 0
Maximum toegestaan treingewicht 145 0
Maximum daklast (inclusief het gewicht van de allesdragers) 43
Uw auto is niet geschikt voor de montage van een trekhaak. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.
9
Technische gegevens

Page 110 of 136

108
Afmetingen (in mm)
Technische gegevens

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 140 next >