Peugeot Partner VP 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 128

Derde remlicht (achterklep)
(W 5 W) Open de achterklep en draai de 2 moeren los.
 Maak de steun los om bij de lam-pen te kunnen komen.
 Vervang de defecte lamp. Derde remlicht (linker achterdeur)
(W 5 W) 
Verwijder het deksel door op de borglip A(rond gedeelte) aan
het uiteinde van de lampunit tedrukken.
 Trek het deksel naar achteren. 
Druk de twee borglippen Bin om
de lamphouder te verwijderen.
 Trek de defecte lamp uit de hou-der en vervang hem.
Het terugplaatsen geschiedt in deomgekeerde volgorde.
PRAKTISCHE INFORMATIE 105
22-12-2003

Page 112 of 128

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard
Verwijder de afdekplaat om bij de zekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang B
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel A.
PRAKTISCHE INFORMATIE
106
22-12-2003
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringenkast. Gebruik de tang
B.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Klem B
Defect

Page 113 of 128

22-12-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
108
Zekeringenkast motorruimte Maak het deksel los om de zekeringenkast (naast de accu) in de motorruimte te openen. Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de monta-
ge van zowel de standaarduitrus-ting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servi- cepunt voordat u andere elek-trische voorzieningen of acces-soires in de auto monteert of laatmonteren. Sommige elektrische acces- soires zelf, of de wijze waaropdie zijn gemonteerd, kunnen dewerking van de elektrische syste-men van de auto (de elektro-nische bedieningssystemen, hetaudiosysteem en het laadcircuit)nadelig be•nvloeden. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uithet verhelpen van storingenveroorzaakt door het monterenvan extra accessoires die nietdoor PEUGEOT aanbevolen engeleverd worden. Dit geldt ookvoor voorzieningen die niet vol-gens de voorschriften van PEUGEOT zijn gemonteerd enmet name voor apparatuur meteen stroomverbruik van meerdan 10 mA.
Werkzaamheden aan de MAXI zekeringen, die een extra be-scherming bieden, zijn uitsluitendvoorbehouden aan een
PEUGEOT-servicepunt.

Page 114 of 128

PRAKTISCHE INFORMATIE109
22-12-2003
Zekering Amp
Functies
1 10A Elektronische eenheid voorgloeien (diesel) - remlichtschakelaar en schakelaar koppeling- spedaal - achteruitrijlicht.
2 15 A Brandstofpomp.
3 10 A Elektronische eenheid ABS of elektronische eenheid ESP.
4 10 A Elektronische eenheid motor.
5- Vrij.
6 15 A Mistlampen v——r.
7 20 A Koplampsproeierpomp.
8 20 A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor.
9 15 A Dimlicht links.
10 15 A Dimlicht rechts.
11 10 A Grootlicht links.
12 10 A Grootlicht rechts.
13 15 A Claxon.
14 10 A Ruitensproeierpomp voor en achter.
15 30 A Lambdasonde - luchthoeveelheidsmeter.
16 30 A Relais luchtpomp.
17 30 A Ruitenwissers voor.
18 40 A Aanjager.

Page 115 of 128

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard
Verwijder de afdekplaat om bij de zekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang B
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel A.
PRAKTISCHE INFORMATIE
106
22-12-2003
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringenkast. Gebruik de tang
B.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Klem B
Defect

Page 116 of 128

Zekering AmpFuncties
1 15 A Ruitenwisser achter (achterdeuren) - 12 V-aansluitingen achter.
4 20 A Multifunctioneel display - instrumentenpaneel - autoradio - stuurkolomschakelaars.
5 15 A Sirene alarm.
6 10 A Diagnosestekker.
7 15 A Alarmsysteem.
9 30 AStoelverwarming - ventilator multifunctioneel dak.
10 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
11 15 A Ruitenwisser achter (achterklep).
12 30 A Elektrisch bediende ruiten v——r - schuif-/kanteldak.
14 10 A Servicecentrale motor - stuurkolomschakelaars - regensensor.
15 15 A Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - autoradio.
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling.
20 10 A Remlicht rechts.
21 15 A Remlicht links.
22 20 A Plafonnier v——r - kaartleeslampje - aansteker - 12 V-aansluiting voor - elektrisch bedienbare spiegels.
PRAKTISCHE INFORMATIE 107
22-12-2003

Page 117 of 128

PRAKTISCHE INFORMATIE
110
22-12-2003
ACCU Laden met behulp van een acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn
met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel op de (-) pool van de hulpaccu aan,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver moge- lijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische systemen ge•nitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na deze hande-ling toch nog problemen voordoen. Als de accu ontladen is,kan de motor niet gestartworden.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
ECO-MODE Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoiresstaat, wordt een aantal elektrischevoorzieningen (ruitenwissers, ruit-bediening, plafonniers, autoradio,enz.) na een half uur automatischuitgeschakeld, om te voorkomendat de accu ontladen raakt. Op dat moment verschijnt de mel- ding "Eco-mode actief" op het mul-
tifunctionele display.

Page 118 of 128

AUTORADIO MONTEREN
Uw auto is af fabriek voorzien van:
- dakantenne,
- coaxiale antennekabel,
- basisontstoring,
- bedrading voor luidsprekers v——r,
- 2 stekkers (8-polig). Stekkeraansluitingen
A1 : -
A2 : -
A3 : -
A4 : -
A5 : -
A6 : (+) Accessoires
A7 : (+) Constant
A8 : (-) Massa
B1 : (+) -
B2 : (-) -
B3 : (+) Luidspreker rechts voor
B4 : (-) Luidspreker rechts voor
B5 : (+) Luidspreker links voor
B6 : (-) Luidspreker links voor
B7 : (+) -
B8 : (-) -
INBOUWEN VAN LUIDSPREKERS Er is ruimte voor het inbouwen van luidsprekers met een diameter van165 mm in de voorportieren.
PRAKTISCHE INFORMATIE
111
22-12-2003
Raadpleeg voordat u een autoradio of luidsprekers inuw auto monteert een
PEUGEOT-servicepunt.

Page 119 of 128

22-12-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
112
SLEPEN VAN UW AUTO Zonder takelen (4 wielen op de grond) Gebruik hiervoor altijd een sleepstang. Aan de voor- of achterzijde Bevestig de sleepstang aan het sleepoog. Getakeld (slechts 2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de wielen geniet de voorkeur.
SNEEUWSCHERM* Het sneeuwscherm wordt op het onderste gedeelte van de voorbum-per geplaatst om een opeenhopingvan sneeuw bij de koelventilateurvan de radiateur te voorkomen.
Vergeet niet het sneeuwscherm te verwijderen als er geen sneeuwmeer is.
PLAATSEN 
Breng het sneeuwscherm aan in de richting van de centreerstift A
op de voorbumper.
 Zet het scherm vast door de vierhoeken aan te drukken ter hoog-te van de clips B.
VERWIJDEREN  Steek een schroevendraaier in de opening ter hoogte van declips.
 Wip de vier clips BŽŽn voor ŽŽn
los.
* Volgens land van bestemming.
Maak nooit gebruik van de dwarsbalk van de radiateur.

Page 120 of 128

22-12-2003
TREKKEN VAN EEN AANHANGER Gebruik uitsluitend een door
PEUGEOT goedgekeurde trek-haak. Laat een trekhaak alleen
door een PEUGEOT-servicepuntmonteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen enbagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aan-
dacht van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven dezeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10 % van het maximum aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke volgende1000 m.Adviezen Gewichtsverdeling:
verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toege-stane kogeldruk. Koeling: het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt
een hogere koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog moge- lijke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercen-tage en de temperatuur van de bui-tenlucht. Let in elk geval goed op de aanwij- zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden:
controleer de banden-
spanning van de auto en de aan-hanger en breng deze indien nodigop de juiste waarde. Remmen: het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: controleer de verlich-
ting van de aanhanger.Zijwind: houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
PRAKTISCHE INFORMATIE 113

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 next >