TOYOTA AYGO X 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 121 of 494

4
119
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 120
Lading en bagage .................. 127
Rijden met een aanhangwagen.................... 128
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 129
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 130
Multidrive CVT ....................... 134
Handgeschakelde transmissie .......................... 138
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 140
Parkeerrem ............................ 141
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 142
AHB (Automatic High Beam) ......................... 145
Schakelaar mistlampen ......... 148
Ruitenwissers en -sproeiers ............................ 149
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 152
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1544-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 156
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................161
LTA (Lane Tracing Assist)....... 172
Dynamic Radar Cruise Control ...................... 181
Snelheidsbegrenzer ............... 191
RSA (Road Sign Assist) ......... 194
Stop & Start-systeem ............. 198
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 204
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 210
Ondersteunende systemen .... 211
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 216
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 119 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 122 of 494

120
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
QStarten van de motor
→129, 130
QRijden
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 134)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 141)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 138)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 141)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
QTot stilstand brengen van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld bij het
intrappen van het rempedaal. ( →Blz. 198)
2Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 134)

Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(→ Blz. 138)
Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld als de
selectiehendel in stand N wordt gezet en het
koppelingspedaal wordt losgelaten.
( → Blz. 198)
QParkeren van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 141)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 134)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
4 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 120 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 123 of 494

121
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 141)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 138)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
QWegrijden op een steile helling
omhoog
Multidrive CVT
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2 Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3 Deactiveer de parkeerrem.
QRijden in de regen
ORijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
ORijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
OMatig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
QMotortoerental tijdens het rijden (auto's
met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
OHet systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
OAls het gaspedaal wordt losgelaten
OAls het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de POWER-modus is geselecteerd
QBeperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
OWanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
OEr wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
QInrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
ODe eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
ODe eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
QRijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 345)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 121 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 124 of 494

122
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
QBij het starten van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en de motor draait. Dit voor-
komt kruipen van de auto.
QTijdens het rijden
OZorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u het
rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
ORijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
OZet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: → Blz. 296
ORem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. ( →Blz. 134, 138)
OVerstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
OControleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
QRijden op glad wegdek
ODoor plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
ODoor plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 122 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 125 of 494

123
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
OTrap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
QBedienen van de selectiehendel
OAuto's met Multidrive CVT: Laat de auto
niet achteruit rollen als een van de voor-
uitversnellingen is ingeschakeld of voor-
uit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor
afslaan of kan de remwerking of de
besturing in negatieve zin worden beïn-
vloed, waardoor een ongeval of schade
aan de auto kan ontstaan.
OAuto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel nooit in stand P terwijl de auto
nog rijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
OZet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
OZet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
OZet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de selectie-
hendel in stand N staat, is afremmen op
de motor niet mogelijk.
OAuto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel niet in een andere stand als
het gaspedaal is ingetrapt. Als de selec-
tiehendel in een andere stand dan P of
N wordt gezet, kan de auto onverwacht
snel accelereren, waardoor een ongeval
kan ontstaan met dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
QAls u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
QBij stilstaande auto
OLaat de motor niet met te veel toeren
draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan P (Multidrive CVT) of N staat, kan
de auto onverwachts accelereren, waar-
door er een aanrijding kan ontstaan.
OAuto's met Multidrive CVT: Voorkom het
ontstaan van ongevallen door het weg-
rollen van de auto en houd het rempe-
daal altijd ingetrapt als de motor draait.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
OVoorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 123 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 126 of 494

124
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
OVoorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
QAls de auto geparkeerd is
OLaat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
OLaat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
OPlak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het instru-
mentenpaneel of dashboard. Deze par-
keerschijven of re servoirs kunnen als
een lens werken en brand veroorzaken
in de auto.
OLaat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een zilverkleu-
rige folie. Weerkaatst zonlicht kan van
het glas een lens maken en brand ver-
oorzaken.
OActiveer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P (auto's met
Multidrive CVT), zet de motor uit en sluit
de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, terwijl de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
ORaak de uitlaatpijp niet aan als de motor
draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
QAls u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, wat kan leiden tot de dood of ernstig
gevaar voor de gezondheid.
QBij het remmen
ORijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
ORijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 124 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 127 of 494

125
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
ORem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van de
reserveremdruk verbruikt.
OHet remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
QAls de auto vast komt te zitten
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een aangedreven wiel los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrij fsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
QTijdens het rijden (auto's met Mul-
tidrive CVT)
OTrap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
OGebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het rempedaal
en het gaspedaal gelijktijdig in.
QTijdens het rijden (auto's met hand-
geschakelde transmissie)
OTrap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
OSchakel alleen een andere versnelling
in als het koppeli ngspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal geleidelijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de versnellingen beschadigd
raken.
ONeem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige
slijtage optreden of de koppeling
beschadigd raken, waardoor het accele-
reren en vanuit stilstand wegrijden
moeilijk zullen gaan. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Laat uw voet niet op het koppelingspe- daal rusten en trap het pedaal niet in
wanneer u niet schakelt.
Dit kan problemen met de koppeling
veroorzaken.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Gebruik het koppelingspedaal niet om de rijsnelheid aan te passen. Zorg er,
wanneer u de auto tot stilstand brengt
terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan de neutraalstand staat, voor
dat u het koppelingspedaal volledig
intrapt en de auto tot stilstand brengt
met behulp van de remmen.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Zorg er, wanneer u de auto tot stilstand brengt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan de neutraalstand
staat, voor dat u het koppelingspedaal
volledig intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
OZet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand is
gekomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de vers nellingen beschadigd
raken.
QBij het parkeren van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders kan
de auto onverwachts accelereren als het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 125 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 128 of 494

126
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt terwijl het gaspe-
daal wordt ingetrapt, wordt het motor-
vermogen mogelijk beperkt.
• Als de selectiehendel in stand R
*
wordt gezet.
• Wanneer de selectiehendel vanuit stand P of R in een andere stand
voor vooruitrijde n, zoals stand D
*,
wordt gezet.
Als het systeem ingeschakeld wordt,
verschijnt er een melding op het multi-
informatiedisplay. Lees de boodschap
en volg de instructie op.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
QWegrijregeling
Wanneer de TRC wordt uitgeschakeld
( → Blz. 212), werkt ook de wegrijregeling niet.
Als het u niet lukt om met behulp van de weg-
rijregeling weg te rijden in modder of op verse
sneeuw, deactiveer dan de TRC ( →Blz. 212),
zodat de auto in zo'n geval makkelijker weg-
rijdt.
OPMERKING
QVermijd schade aan onderdelen van
de auto
ODraai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
ORijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
QAls u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
OHet kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
ODe auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
ODe auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 313,
325)
QOverstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
OMotor slaat af
OKortsluiting in elektrische componenten
OMotorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
ORemwerking
OVeranderingen in het peil en de kwaliteit
van de motorolie, transmissievloeistof,
koppelingsvloeistof, differentieelolie,
enz.
OSmering van de lagers en de kogelge-
wrichten van de wielophanging (indien
mogelijk) en de werking van alle koppe-
lingen, lagers, enz.
Wegrijregeling (auto's met
Multidrive CVT)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 126 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 129 of 494

127
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
QZaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
OJerrycans met benzine
OSpuitbussen
QVoorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
OVervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
OStapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
OPlaats als u de acht erstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
OLeg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
OZorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
OSta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te
vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel
op de juiste manier om te doen.
QLading en gewichtsverdeling
OOverlaad uw auto niet.
OVerdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval kan ont-
staan met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 127 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page 130 of 494

128
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met een
aanhangwagen
Toyota adviseert u niet met een
aanhangwagen te rijden.
Toyota adviseert u bovendien
geen trekhaak te laten monteren
voor het gebruik van bijvoorbeeld
een fietsendrager. Uw auto is niet
ontworpen voor het rijden met een
aanhangwagen of het gebruik van
een op de trekhaak bevestigde
fietsendrager en dergelijke.
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 128 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 500 next >