audio TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)

Page 128 of 754

127
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes

Actieradius
Geeft de actieradius weer met de resterende
hoeveelheid brandstof. Gebruik de weerge-
geven waarden slechts ter referentie.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brand-
stof wordt getankt terwijl het contact niet UIT
staat, wordt het display mogelijk niet bijge-
werkt.
■ECO-indicator
In de volgende gevallen werkt de ECO-indi-
cator niet:
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan D.
●De sportmodus is ingesteld.
●De rijsnelheid is ongeveer 130 km/h of
hoger.
■Informatie ondersteunend sys-
teem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
 LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 373)
 LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
(→Blz. 383)
 Cruise control (indien aanwezig)
(→Blz. 411)
 Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( →Blz. 402) 
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig) ( →Blz. 391)
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
 Routebegeleiding naar bestemming
 Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
■Weergave routebegeleiding naar
bestemming
Wanneer de weergave van de routebegelei-
ding naar de bestemming is ingeschakeld op
het head-up display, wordt deze niet op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
( → Blz. 131)
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het instrumentenpa-
neel met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit
menu-icoon kan worden ingesteld in .
■Rij-informatie
Geeft verschillende soorten rij-informatie
weer, zoals:
Weergave informatie
ondersteunend systeem
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Weergave voertuiginformatie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 127 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 129 of 754

128
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
Type rij-informatie
Rij-informatie-items
Geeft het volgende weer, afhankelijk
van welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
. (→Blz. 128)
 Sinds starten
• Afstand: Geeft de gereden afstand sinds
het starten van de motor weer
• Verstreken tijd: Geeft de verstreken tijd sinds het starten van de motor weer
• Gemiddelde rijsnelheid: Geeft de gemid- delde rijsnelheid sinds het starten van de
motor weer.
 Sinds resetten
• Afstand: Geeft de afgelegde afstand sinds
het resetten van het display weer.*
• Verstreken tijd: Geeft de verstreken tijd
sinds het resetten van het display weer*
• Gemiddelde snelheid: Geeft de gemid-delde rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
*
*
: Geef om te resetten het gewenste item weer en houd van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
 Instellen van de klok (auto's zonder
navigatie-/mult imediasysteem)
→Blz. 115, 121
 Ta a l
Hiermee kan de weergegeven taal worden
gewijzigd.
Eenheden
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Display snelheidsmeter (7 inch dis-
play)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter instellen op analoog/digitaal/digi-
taal+ (indien aanwezig).
ECO-controlelampje (indien aanwe-
zig)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.

• Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik na starten/na reset-
ten wijzigen. ( →Blz. 125)
 (indien aanwezig)
Hiermee kunt u het audiosysteemgekop-
pelde display wel of niet laten weergeven.

Hiermee kunt u de weergegeven inhoud van
het volgende wijzigen:
• Type rij-informatie
Hiermee kunt u de weergave van het
rij-informatietype wijzigen na starten/na
resetten.
Weergave instellingen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 128 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 132 of 754

131
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Selecteer op het multi-informatie-
display (
→Blz. 128) en vervolgens
“HUD Main”.
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
head-up display in of uit te schakelen.
■Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
 Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
• Geen inhoud
• ECO-indicator (indien aanwezig)
• Toerenteller
Hiermee kan de weergave van de volgende
onderwerpen worden in- of uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
 Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het head-up display
●Controleer of de positie en de helder-
heid van het head-up display geen
belemmering vormen voor veilig rijden.
Als de positie of de helderheid van het
display niet goed is afgesteld, kan het
zicht van de bestuurder worden belem-
merd, waardoor een ongeval en ernstig
letsel kunnen ontstaan.
●Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het head-up display, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
OPMERKING
■Projector head-up display
●Plaats geen bekers of blikjes drinken in
de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische storingen
ontstaan.
●Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
●Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen in
de projector.
Dit kan tot mechanische defecten lei-
den.
Gebruik van het head-up
display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 131 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 134 of 754

133
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes

Wegrijregeling (indien aanwezig)
(→Blz. 305)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Icoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven.
(→Blz. 672)
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaar-
den.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het hands-
free-systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
■Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
■ECO-indicator (indien aanwezig)
ECO-indicator
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
ECO-zone
Er wordt dezelfde informatie weergegeven
als op het multi-informatiedisplay (ECO-indi-
cator). Zie Blz. 126 voor meer informatie.
■Weergave buitentemperatuur
Weergegeven als het contact AAN
staat of als het controlelampje lage bui-
tentemperatuur knippert.
■Weergave buitentemperatuur
●Wanneer de omgevingstemperatuur onge-
veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en dooft
de weergave van de buitentemperatuur. In
dit geval wordt het display opnieuw weer-
gegeven wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 5°C of hoger wordt.
Weergave
toerenteller/ECO-indicator
(indien aanwezig)/
buitentemperatuur
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 133 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 135 of 754

134
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 25 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*: Indien aanwezig
Scherm audiosysteem
■Ritinformatie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Ritinformatie”
wordt weergegeven, selecteert u “Ritinfor-
matie”.
Resetten van de verbruiksgegevens
Informatie over
brandstofverbruik*
De informatie over het
brandstofverbruik kan worden
weergegeven op het scherm van
het audiosysteem.
Systeemonderdelen
Ve rb r u i k
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 134 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 140 of 754

139
3
COROLLA_TMUK_EE 3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
schakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (
→Blz. 229)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
(→ Blz. 642)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 642
■Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd
hebt) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronische sleutel is geregis-
treerd. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe elektroni-
sche sleutel hebt geregistreerd, om te contro-
leren of er een onbekende elektronische
sleutel (anders dan de sleutels die u in uw
bezit hebt) is geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metaalhou-
dende of magnetische voorwerpen aan
de sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van apparaten die magnetische velden
opwekken, bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen en inductiekookpla-
ten.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van medische apparatuur, zoals laagfre-
quente therapeutische apparatuur en
medische apparatuur waarbij gebruik
wordt gemaakt van microgolven, en
zorg ervoor dat u pas medische zorg
krijgt als u geen sleutels bij u draagt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 139 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 230 of 754

229
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven
door de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: → Blz. 700)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 229 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 320 of 754

319
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
4-2.Rijprocedures
1
Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 332)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
4 Zet het contact in stand START om
de motor te starten.
■Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgescha-
keld. ( →Blz. 86) Neem contact op met een
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Wanneer het stuurslot niet kan worden
ontgrendeld
Soms kan de sleutel bij het starten moeilijk
vanuit UIT worden gedraaid. Draai het stuur-
wiel enigszins naar links of naar rechts om
het stuurslot te ontgrendelen.
1 UIT (stand LOCK)
Het stuurwiel is geblokkeerd en de sleutel
kan worden verwijderd. (Auto's met Mul-
tidrive CVT: De sleutel kan alleen worden
verwijderd als de selectiehendel in stand P
staat.)
2ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Contactslot (auto's zonder
Smar t entr y-systeem en
startknop)
Starten van de motor
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit in
tijdens het starten. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Laat de startmotor niet langer dan 30
seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de
bedrading oververhit raken.
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Veranderen van de standen van
het contact
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 319 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 324 of 754

323
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand veran-
dert iedere keer dat op de knop wordt
gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden gebruikt.
2
ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3ON
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectie-
hendel niet in stand P staat en de motor
wordt uitgezet, wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet.
■Auto power off-functie
Multidrive CVT: Als het contact gedurende
meer dan 20 minuten in stand ACC staat of
gedurende meer dan een uur AAN staat
(zonder dat de motor draait) met de selectie-
hendel in stand P, schakelt het systeem het
contact automatisch UIT. Deze functie kan
echter niet geheel uitsluiten dat de accu ont-
laden kan raken. Laat het contact niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
Handgeschakelde transmi ssie: Als het con-
tact gedurende meer dan 20 minuten in stand
ACC staat of gedurende meer dan een uur
AAN staat (zonder dat de motor draait), scha-
kelt het systeem het contact automatisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten
dat de accu ontladen kan raken. Laat het
contact niet gedurende langere tijd in stand
ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
WAARSCHUWING
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat deze ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat deze ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en
druk de startknop in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 323 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page 427 of 754

426
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseling uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal
in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 705
■Weergeven van de informatie van het
Stop & Start-systeem
→ Blz. 129
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake Harder to Activate” (trap
het rempedaal verder in om te activeren)
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
“Non-Dedicated Battery.” (niet-speci-
fieke batterij)
• Er is mogelijk een niet-specifieke batterij voor het Stop & Start-systeem geplaatst.
→ Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. “Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu, maar als de motor kort-
stondig draait, wordt het uitschakelen van de
motor toegestaan.
• Er wordt mogelijk een onderhoudslaadpro- cedure uitgevoerd, bijvoorbeeld wanneer
de accu periodiek wordt opgeladen enige
tijd nadat de accupolen zijn losgenomen
en weer aangesloten, enige tijd nadat de
accu is vervangen, enz.
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure na
ongeveer 5 - 60 minuten is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Gedurende lange tijd continu weergegeven
→ De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start System Unavailable” (Stop
& Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
→ Laat de motor kortstondig draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→ Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“Preparing to Operate” (voorbereiden
om in werking te treden)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
→ Wanneer het vacuüm van de rembekrach-
tiger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 426 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 90 next >