audio TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 123 of 750
1222-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Rij-informatie
Geeft verschillende soorten rij-informatie
weer, zoals:
Type rij-informatie
Rij-informatie-items
Geeft het volgende weer, afhankelijk
van welk rij-informatietype en welke
rij-informatie-items zijn geselecteerd in
. (→Blz. 122)
Sinds starten
• “Distance” (afstand): Geeft de gereden
afstand sinds het starten van de motor
weer
• “Elapsed time” (verstreken tijd): Geeft de verstreken tijd sinds het starten van de
motor weer
• “Average vehicle speed” (gemiddelde rij- snelheid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het starten van de motor weer
Sinds resetten
• “Distance” (afstand): Geeft de afgelegde
afstand sinds het resetten van het display
weer
*
• “Elapsed time” (verstreken tijd): Geeft de verstreken tijd sinds het resetten van het
display weer
*
• Gemiddelde snelheid: Geeft de gemid-
delde rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
* *
: Geef om te resetten het gewenste item
weer en houd van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Instellen van de klok (auto's zonder
navigatie-/mult imediasysteem)
→Blz. 109, 115
Ta a l
Hiermee kan de weergegeven taal worden
gewijzigd.
Eenheden
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
Display snelheidsmeter (7 inch dis-
play)
Hiermee kunt u de weergave van de snel-
heidsmeter instellen op analoog/digitaal/digi-
taal+ (indien aanwezig).
ECO-controlelampje (indien aanwe-
zig)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.
• Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik na starten/na reset-
ten wijzigen. ( →Blz. 119)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u het audiosysteemgekop-
pelde display wel of niet laten weergeven.
Weergave voertuiginformatie
Weergave instellingen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 122 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 126 of 750
125
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
Selecteer op het multi-informatie-
display (
→Blz. 122) en vervolgens
“HUD Main”.
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om het
head-up display in of uit te schakelen.
■Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
• Geen inhoud
• ECO-indicator (indien aanwezig)
• Toerenteller
Hiermee kan de weergave van de volgende
onderwerpen worden in- of uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het head-up display
●Controleer of de positie en de helder-
heid van het head-up display geen
belemmering vormen voor veilig rijden.
Als de positie of de helderheid van het
display niet goed is afgesteld, kan het
zicht van de bestuurder worden belem-
merd, waardoor een ongeval en ernstig
letsel kunnen ontstaan.
●Kijk tijdens het rijden niet voortdurend
op het head-up display, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
OPMERKING
■Projector head-up display
●Plaats geen bekers of blikjes drinken in
de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische storingen
ontstaan.
●Plaats geen voorwerpen op de projector
van het head-up display en plak er ook
geen stickers op.
Als u dat toch doet, worden er mogelijk
geen meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
●Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen in
de projector.
Dit kan tot mechanische defecten lei-
den.
Gebruik van het head-up
display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 125 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 128 of 750
127
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( →Blz. 354)
Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) ( →Blz. 432)
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig) ( →Blz. 446)
Brake Override-systeem
(→Blz. 294)
Wegrijregeling (indien aanwezig)
(→Blz. 294)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Icoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een waarschu-
wingsmelding wordt weergegeven.
(→Blz. 662)
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaar-
den.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het hands-
free-systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
■Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
■ECO-indicator (indien aanwezig)
ECO-indicator
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
ECO-zone
Er wordt dezelfde informatie weergegeven
als op het multi-informatiedisplay (ECO-indi-
cator). Zie Blz. 120 voor meer informatie.
■Weergave buitentemperatuur
Weergegeven als het contact AAN
staat of als het controlelampje lage bui-
tentemperatuur knippert.
Weergave toerenteller/
ECO-indicator (indien
aanwezig)/buitentemperatuur
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 127 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 129 of 750
1282-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Weergave buitentemperatuur
●Wanneer de omgevingstemperatuur onge-
veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en dooft
de weergave van de buitentemperatuur. In
dit geval wordt het display opnieuw weer-
gegeven wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 5°C of hoger wordt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 25 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
*: Indien aanwezig
Scherm audiosysteem
Informatie over brandstof-
verbr uik*
De informatie ov er het brandstof-
verbruik kan worden weergegeven
op het scherm van het audiosys-
teem.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 128 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 134 of 750
133
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
●De standaard levensduur van de batterij is
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay als de motor wordt
uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om te voorkomen
dat de batterij van de elektronische sleutel
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( →Blz. 220)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is.
Vervang de batterij indien nodig.
(→ Blz. 632)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 632
■Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem contact op met uw dealer
als u geen nieuwe sleutel geregistreerd
hebt) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe elektroni-
sche sleutel hebt geregistreerd, om te contro-
leren of er een onbekende elektronische
sleutel (anders dan de sleutels die u in uw
bezit hebt) is geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metalen of
magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van
dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen en inductiekookpla-
ten).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 133 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 221 of 750
2203-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven
door de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: → Blz. 695)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
SituatieCorrectieproce-
dure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurderspor-
tier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 220 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 310 of 750
309
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
1
UIT (stand LOCK)
Het stuurwiel is gebl okkeerd en de sleutel
kan worden verwijderd. (Auto's met Mul-
tidrive CVT: de sleutel kan alleen worden
verwijderd als de selectiehendel in stand P
staat.)
2 ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
3AAN (stand ON)
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
4START (stand START)
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT zet-
ten
1 Zet de selectiehendel in stand P (Mul-
tidrive CVT) of de neutraalstand (handge-
schakelde transmissie).
2 Druk de sleutel dieper in het slot en draai
deze naar UIT.
■Waarschuwingssysteem sleutel in con-
tactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent ter-
wijl het contact in stand ACC of UIT staat,
klinkt er een zoemer die u helpt herinneren
dat u de sleutel moet verwijderen.Veranderen van de standen van
het contact
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet tijdens het rijden het contact niet UIT.
Als in een noodgeval de motor moet wor-
den uitgezet terwijl de auto nog rijdt, draai
dan de sleutel in stand ACC om de motor
uit te zetten. Als de motor wordt uitgescha-
keld tijdens het rijden kan een ongeval het
gevolg zijn. ( →Blz. 644)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 309 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 313 of 750
3124-2. Rijprocedures
COROLLA_TMUK_EE
Handgeschakelde transmissie
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 321)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 317)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
(→ Blz. 644)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat dit ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en
druk de startknop in.
Wijzigen van de stand van het
contact
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 312 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 414 of 750
413
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
●Als de airconditioning wordt gebruikt in de
automatische stand, wordt de aanjager-
snelheid mogelijk beperkt of wordt de aan-
jager uitgeschakeld terwijl de motor is
uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem om veranderingen in de temperatuur
in de auto te beperken.
●Schakel het Stop & St
art-systeem uit door
de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem in te drukken om de presta-
ties van de airconditioning te garanderen
als de auto stilstaat.
■Wanneer er een geur vrijkomt uit de air-
conditioning als de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem
Auto's met handmatig bediende airconditio-
ning: Als de tijd voor uitschakeling bij stil-
stand is ingesteld op “Extended” (verlengd),
wijzig de instelling dan in “Standard” (stan-
daard).
Wanneer er een geur vrijkomt wanneer “Stan-
dard” (standaard) is geselecteerd, druk dan
op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
Auto's met automatische airconditioning:
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( → Blz. 117) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitges chakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Wanneer er een zoemer klinkt
Auto's met Multidrive CVT: Als het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl de motor is
uitgezet door het Stop & Start-systeem en de
selectiehendel in D staat, klinkt er een zoe-
mer en gaat het controlelampje Stop & Start
knipperen. Sluit het bestuurdersportier om de
zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van
het Stop & Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 700
■Weergeven van de informatie van het
Stop & Start-systeem
→ Blz. 123
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake Harder to Activate” (trap
het rempedaal verder in om te activeren)
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
“Non-Dedicated Battery.” (niet-speci-
fieke batterij)
• Er is mogelijk een niet-specifieke batterij voor het Stop & Start-systeem geplaatst.
→ Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 413 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 433 of 750
4324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hatchback
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het
multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het audiosysteemdisplay (indien
aanwezig) en een zoemer. Contro-
leer bij gebruik van dit systeem
ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 432 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM