TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 151 of 584

gesloten, voer dan de onderstaande
handelingen uit met de schakelaar van de
ruitbediening van dat portier.
• Breng de auto tot stilstand. Zorg
ervoor dat het contact AAN staat en
bedien de schakelaar van de
ruitbediening continu in de one-touch
sluitpositie of de one-touch
openpositie binnen 4 seconden nadat
de klembeveiliging of knelbeveiliging
werd geactiveerd, zodat de portierruit
kan worden geopend en gesloten.
• Als de portierruit ook na het uitvoeren
van bovenstaande handelingen niet
kan worden geopend of gesloten, voer
dan de onderstaande procedure uit
voor initialisatie van de functie.
1. Zet het contact AAN.
2. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening omhoog getrokken in
de one-touch sluitpositie en sluit de
portierruit volledig.
3. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 6 seconden in de
one-touch sluitpositie.
4. Houd de schakelaar van de
ruitbediening ingedrukt in de
one-touch openpositie. Blijf de
schakelaar, nadat de portierruit
volledig is geopend, nog eens ten
minste 1 seconde in die positie
vasthouden.
5. Laat de schakelaar voor de
ruitbediening even los en houd
vervolgens de schakelaar gedurende
ten minste ongeveer 4 seconden in de
one-touch openpositie.
6. Houd de schakelaar voor de
ruitbediening nogmaals omhoog
getrokken in de one-touch
sluitpositie. Blijf de schakelaar, nadat
de portierruit volledig is gesloten, nog
eens ten minste 1 seconde in die
positie vasthouden.Herhaal de procedure vanaf het begin als
u de schakelaar hebt losgelaten terwijl de
ruit nog in beweging was. Als de ruit in de
tegengestelde richting beweegt en niet
volledig kan worden gesloten of geopend,
laat dan de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Aan portierslot gekoppelde werking
ruiten
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de mechanische
sleutel.
*(→Blz. 431)
• De elektrisch bedienbare ruiten
kunnen worden geopend en gesloten
met behulp van de
afstandsbediening.
*(→Blz. 117)
*Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden
aangepast door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 452)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Sluiten van de ruiten
• De bestuurder is verantwoordelijk
voor de bediening van de elektrisch
bedienbare ruiten, ook voor die van
de passagiers. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen,
te voorkomen, de elektrisch
bedienbare ruiten niet door kinderen
bedienen. Het kan gebeuren dat een
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
149
3
Voordat u gaat rijden

Page 152 of 584

WAARSCHUWING!(Vervolg)
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit,
verdient het aanbeveling om de
blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening te gebruiken.
(→Blz. 150)
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als de ruiten bediend
worden.
• Wanneer de elektrisch bedienbare
ruiten worden bediend met de
afstandsbediening of mechanische
sleutel, bedien dan de elektrisch
bedienbare ruit nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat kinderen de ruit niet bedienen
via de afstandsbediening of
mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten door het
bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
• Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• De klembeveiliging werkt mogelijk
niet als iets klem komt te zitten als
de ruit bijna volledig gesloten is.
Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen klem komen te zitten
tussen de ruit.
Knelbeveiligingsfunctie
• Steek geen lichaamsdelen of
kledingstukken in de opening om te
proberen of de knelbeveiliging
werkt.
• De knelbeveiliging werkt mogelijk
niet als iets bekneld raakt op het
moment dat de ruit bijna volledig
geopend is. Zorg ervoor dat er geen
lichaamsdelen of kledingstukken
klem komen te zitten tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde bediening
(blokkeerschakelaar ruitbediening)
Deze functie kan worden gebruikt om te
voorkomen dat kinderen per ongeluk een
passagiersruit openen of sluiten.
Druk op de schakelaar.
Het controlelampje
Agaat branden en
de ruit van het passagiersportier wordt
geblokkeerd.
De ruiten van de passagiersportieren
kunnen nog wel met de schakelaar van
het bestuurdersportier worden geopend
en gesloten wanneer de
vergrendelschakelaar is ingeschakeld.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
150

Page 153 of 584

De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
bediend worden als
Het contact AAN staat.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De blokkeerschakelaar voor de
ruitbediening wordt uitgeschakeld. Druk
indien nodig na het aansluiten van de
12V-accu op de blokkeerschakelaar voor
de ruitbediening.
3.5.2 Panoramadak*
*Indien aanwezig
Gebruik de schakelaars in de dakconsole
voor het bedienen van het panoramadak
en het elektrisch bedienbare
zonnescherm.
Bedienen van het panoramadak
Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
1. Openen van het elektrisch bedienbare
zonnescherm
*
2. Sluiten van het elektrisch bedienbare
zonnescherm*
*
Druk lichtjes op een kant van de
schakelaar voor het zonnescherm om het
elektrisch bedienbare zonnescherm in
een tussenstand te stoppen.Omhoog en omlaag kantelen van het
panoramadak
Omhoog kantelen (indrukken)
*
Als het panoramadak open is, wordt het
door het indrukken van de schakelaar
gesloten tot de omhooggekantelde
stand.
Als het zonnescherm wordt gesloten tot
voorbij de helft wanneer op de schakelaar
wordt gedrukt, gaat het tot de helft open.
*Door de schakelaar snel te verschuiven
en weer los te laten, stopt de bediening
halverwege.
Omlaag kantelen (ingedrukt houden)
Het panoramadak kan alleen omlaag
gekanteld worden als het omhoog
gekanteld is.
Openen en sluiten van het panoramadak
1. Opent het panoramadak
*
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
151
3
Voordat u gaat rijden

Page 154 of 584

Het panoramadak stopt iets voordat
het volledig geopend is om
windgeruis te beperken. Druk
nogmaals op de schakelaar om het
panoramadak volledig te openen.
2. Sluit het panoramadak
*
*
Druk licht op een zijde van de
schuifdakschakelaar om de beweging van
het panoramadak in een tussenstand te
stoppen.
Het panoramadak kan worden bediend
als
Het contact AAN staat.
Bedienen van het panoramadak nadat
het hybridesysteem is uitgeschakeld
Het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm kunnen nadat
het contact in stand ACC of UIT is gezet
nog ongeveer 45 seconden worden
bediend. Het kan echter niet meer
worden bediend als een van de
voorportieren is geopend.
Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het
frame, stopt de beweging van het
panoramadak en wordt het weer iets
geopend:
• Het panoramadak is aan het sluiten of
naar beneden aan het kantelen.
• Het elektrisch bedienbare
zonnescherm is aan het sluiten.
Sluiten van het zonnescherm wanneer
het panoramadak open is
1. Druk de schakelaar van het
zonnescherm naar voren.
Het zonnescherm sluit tot halverwege
en vervolgens sluit het panoramadak
tot de omhooggekantelde stand.
2. Houd de schakelaar van het
zonnescherm nogmaals ingedrukt.
Het panoramadak sluit zolang u de
schakelaar in die stand houdt. Nadathet panoramadak volledig gesloten is,
sluit het zonnescherm automatisch
volledig.
Als het panoramadak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
• Als het panoramadak sluit, maar dan
weer een stukje opengaat
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Druk de panoramadakschakelaar naar
voren en houd hem vast.
*
Het panoramadak gaat dicht, gaat
weer open en stopt ongeveer
10 seconden. Vervolgens sluit het tot
de omhooggekantelde stand.
3. Laat de schakelaar los, druk hem
vervolgens naar voren en houd hem
weer vast.
Het panoramadak sluit zolang u de
schakelaar in die stand houdt.
4. Controleer of het panoramadak
geheel gesloten is en laat dan de
schakelaar los.
• Als het panoramadak omlaag kantelt
maar dan weer omhoog kantelt
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Druk de panoramadakschakelaar naar
voren en houd hem vast.
*
Het panoramadak kantelt omlaag,
kantelt vervolgens omhoog en stopt
ongeveer 10 seconden. Vervolgens
sluit het.
3. Controleer of het panoramadak
geheel gesloten is en laat dan de
schakelaar los.
*Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
Als het panoramadak ook na het op de
juiste wijze uitvoeren van bovenstaande
procedure niet volledig sluit, laat dan uw
auto controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
152

Page 155 of 584

Als het zonnescherm niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand.
2. Sluit het panoramadak.
3. Druk de schakelaar van het
zonnescherm naar voren en houd hem
vast.
*
Het zonnescherm gaat dicht, gaat
weer open en stopt ongeveer
10 seconden. Vervolgens sluit het.
4. Controleer of het zonnescherm
geheel gesloten is en laat dan de
schakelaar los.
*Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de
procedure helemaal opnieuw worden
uitgevoerd.
Als het zonnescherm ook na het op de
juiste wijze uitvoeren van bovenstaande
procedure sluit, maar vervolgens weer
iets opengaat, laat dan uw auto
controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 452)
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als het zonnescherm
bediend wordt.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Laat het zonnescherm niet bedienen
door kinderen. Het bekneld raken
tussen het frame en het
zonnescherm kan dodelijk of ernstig
letsel veroorzaken.
Openen van het panoramadak
• Laat geen van de inzittenden tijdens
het rijden zijn/haar hand of hoofd
buiten de auto uit steken.
• Ga niet op het panoramadak zitten.
Openen en sluiten van het
panoramadak
• De bestuurder is verantwoordelijk
voor het openen en sluiten van het
panoramadak. Laat, om onbedoelde
bediening, met name door kinderen,
te voorkomen, het panoramadak niet
door kinderen bedienen. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het
panoramadak.
• Controleer of geen van de
inzittenden een lichaamsdeel naar
buiten steekt dat bekneld zou
kunnen raken als het panoramadak
bediend wordt.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
153
3
Voordat u gaat rijden

Page 156 of 584

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer het panoramadak wordt
bediend met de afstandsbediening,
sleutel of mechanische sleutel,
bedien dan het panoramadak nadat
u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken
tussen het panoramadak. Laat
kinderen het panoramadak niet
bedienen via de afstandsbediening
of mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van
een kind of een andere passagier
klem komt te zitten door het
bedienen van het panoramadak.
• Wanneer u uit de auto stapt, zet dan
het contact UIT en neem de sleutel
en het kind met u mee. Anders kan
het kind de auto mogelijk onbedoeld,
uit kattenkwaad, enz. bedienen, wat
tot een ongeval kan leiden.
Klembeveiliging
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Het is mogelijk dat de
klembeveiliging niet werkt als het
panoramadak of het elektrisch
bedienbare zonnescherm bijna
gesloten is. Ook is de
klembeveiliging niet ontworpen om
te werken terwijl de schakelaar
wordt ingedrukt. Let erop dat uw
vingers, enz. niet bekneld raken.
Voorkomen van brandwonden en
letsel
Raak het gedeelte tussen de onderzijde
van het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet aan.
Anders kan uw hand bekneld raken en
kunt u letsel oplopen. Ook kan de
onderzijde van het panoramadak heet
worden en brandwonden veroorzaken
als de auto gedurende langere tijd
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
OPMERKING
Voorkomen van beschadigingen aan
het panoramadak
• Controleer voordat het panoramadak
wordt geopend of er zich geen
vreemde voorwerpen rond de
opening bevinden, zoals stenen of ijs.
• Zorg dat het oppervlak en de rand van
het panoramadak niet in aanraking
komen met harde voorwerpen.
Nadat de auto gewassen is of in de
regen heeft gestaan
Veeg voor het openen van het
panoramadak het eventueel aanwezige
water van het panoramadak. Anders kan
het water in het interieur terechtkomen
als het panoramadak wordt geopend.
3.5 Openen en sluiten van de ruiten
154

Page 157 of 584

3.6 Favoriete instellingen
3.6.1 My Settings
Bestuurders worden geïdentificeerd met
behulp van apparaten zoals elektronische
sleutels om de voertuiginstellingen voor
elk van hen op te slaan. De informatie kan
vervolgens de volgende keer dat met de
auto wordt gereden, worden opgeroepen.
Authenticatie-apparaten kunnen van
tevoren aan bestuurders worden
toegewezen, zodat zij kunnen rijden met
hun favoriete instellingen.
Er kunnen voor drie personen
instellingen worden opgeslagen in My
Settings.
Auto's met multimediasysteem:
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor informatie over
registreren/wissen van authenticatie-
apparaten, wijzigen van de naam van een
bestuurder, initialiseren van de
geregistreerde instellingen van een
bestuurder, handmatig wisselen tussen
bestuurders en wissen van de registratie
van een bestuurder.
Types authenticatie-apparaten
Personen kunnen worden geïdentificeerd
op basis van de volgende
authenticatie-apparaten:
• Elektronische sleutel
Een persoon wordt geïdentificeerd als
de persoonlijke elektronische sleutel
wordt gesignaleerd door het Smart
entry-systeem. (→Blz. 134)
• Bluetooth
®-apparaat
Een persoon wordt geïdentificeerd als
een Bluetooth
®-apparaat wordt
verbonden met het audiosysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem voor informatie
over het verbinden van
Bluetooth
®-apparaten. Als een
persoon wordt geïdentificeerd aan de
hand van een elektronische sleutel,wordt identificatie aan de hand van
een Bluetooth
®-apparaat niet
uitgevoerd.
Bluetooth is een geregistreerd
handelsmerk van Bluetooth SIG. Inc.
Opgeslagen functies
Wanneer iemand wordt geïdentificeerd
aan de hand van een authenticatie-
apparaat worden de instellingen van de
volgende functies opgehaald:
• Weergave instrumentenpaneel en
informatie
*2audiosysteem*1
Bij identificatie worden de
weergave-instellingen van de
desbetreffende persoon teruggezet
op de instellingen op het moment dat
deze het contact voor het laatst UIT
zette.
• Voertuiginstellingen die kunnen
worden ingesteld met behulp van het
audiosysteem
*1, 2
Bij identificatie worden de
instellingen van de desbetreffende
persoon teruggezet op de instellingen
op het moment dat deze het contact
voor het laatst UIT zette.
*1Indien aanwezig
*2Sommige instellingen worden niet
opgeslagen
Registreren/wissen elektronische
sleutel (auto's zonder
multimediasysteem)
De elektronische sleutel kan via het
multi-informatiedisplay worden
geregistreerd/gewist.
Registreren van een elektronische sleutel
(registreren via het scherm “New Key
Detected” (nieuwe sleutel gesignaleerd))
1. Zorg ervoor dat de elektronische
sleutel die u wilt registreren de enige
elektronische sleutel in de auto is en
zet vervolgens het contact AAN.
3.6 Favoriete instellingen
155
3
Voordat u gaat rijden

Page 158 of 584

2. Het scherm “New Key Detected”
(nieuwe sleutel gesignaleerd) wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Selecteer “Yes” ( ja)
en druk vervolgens op
.
Als de elektronische sleutel al is
geregistreerd, wordt het scherm “New
Key Detected” (nieuwe sleutel
gesignaleerd) niet weergegeven.
Selecteer “Do Not Show Again” (niet
opnieuw weergeven) om te
voorkomen dat het scherm “New Key
Detected” (nieuwe sleutel
gesignaleerd) opnieuw wordt
weergegeven. De elektronische
sleutel kan worden geregistreerd via
het scherm
van het
multi-informatiedisplay.
3. Selecteer de bestuurder of “(blank)”
(leeg) om te registreren en druk
vervolgens op
.
4. Als u “(blank)” (leeg) hebt
geselecteerd bij stap 3, voer dan de
naam van de bestuurder in en druk
vervolgens op
.
Voer deze informatie in met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.

of: letter selecteren

of: positie selecteren

: opslaan
Wanneer de registratie is voltooid, wordt
de melding “Key Sync Added”
(sleutelsynchronisatie toegevoegd)
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Registreren van een elektronische sleutel
(registreren via het scherm
van het
multi-informatiedisplay)
Er wordt een elektronische sleutel
geregistreerd voor de huidige bestuurder.
1. Selecteer
op het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.2. Selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
3. Selecteer “My Settings” (mijn
instellingen) en druk vervolgens op
.
4. Selecteer “Settings” (instellingen) en
druk vervolgens op
.
5. Selecteer “Key Sync”
(sleutelsynchronisatie) en druk
vervolgens op
.
6. Selecteer “Key Addition” (sleutel
toevoegen) en druk vervolgens op
.
7. Zorg ervoor dat de elektronische
sleutel die u wilt registreren de enige
elektronische sleutel in de auto is,
selecteer vervolgens “Start Key
Detection” (sleuteldetectie starten)
en druk op
.
Wanneer de registratie is voltooid, wordt
de melding “Key Sync Added”
(sleutelsynchronisatie toegevoegd)
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wissen van een elektronische sleutel
Alle voor de huidige bestuurder
geregistreerde elektronische sleutels
worden gewist.
1. Selecteer
op het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
3. Selecteer “My Settings” (mijn
instellingen) en druk vervolgens op
.
4. Selecteer “Settings” (instellingen) en
druk vervolgens op
.
5. Selecteer “Key Sync Change”
(wijzigen sleutelsynchronisatie) en
druk vervolgens op
.
6. Selecteer “Key Deletion” (sleutel
wissen) en druk vervolgens op
.
7. Selecteer “Yes” ( ja) en druk
vervolgens op
.
3.6 Favoriete instellingen
156

Page 159 of 584

Wanneer het wissen is voltooid, wordt de
melding “Key Sync Deleted”
(sleutelsynchronisatie gewist)
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Registreren elektronische sleutel
• Een elektronische sleutel kan slechts
voor één bestuurder worden
geregistreerd.
• Een elektronische sleutel kan niet
normaal worden gesignaleerd als er
zich geen elektronische sleutel in de
auto bevindt of als er meerdere
elektronische sleutels in de auto
aanwezig zijn. Zorg er bij het
registreren voor dat er zich slechts
één elektronische sleutel in de auto
bevindt.
• Wanneer een geregistreerde sleutel
wordt gewist, worden alle
geregistreerde sleutels voor die
bestuurder gewist. Geregistreerde
elektronische sleutels kunnen niet
afzonderlijk worden gewist.
Wijzigen van de naam van de
bestuurder (auto's zonder
multimediasysteem)
De naam van de bestuurder die op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, kan worden gewijzigd.
1. Selecteer
op het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
3. Selecteer “My Settings” (mijn
instellingen) en druk vervolgens op
.
4. Selecteer “Settings” (instellingen) en
druk vervolgens op
.
5. Selecteer “Driver Name Change”
(wijzigen naam bestuurder) en druk
vervolgens op
.
6. Voer de naam van de bestuurder in en
druk vervolgens op
.Voer deze informatie in met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.

of: letter selecteren

of: positie selecteren

: opslaan
De ingevoerde geregistreerde naam
wordt op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Initialiseren van de geregistreerde
instellingen van een bestuurder (auto's
zonder multimediasysteem)
Alle geregistreerde instellingen
(voertuiginstellingen, enz.) van de
bestuurder worden gewist en worden
teruggezet naar de standaardinstelling.
1. Selecteer
op het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
3. Selecteer “My Settings” (mijn
instellingen) en druk vervolgens op
.
4. Selecteer “Settings” (instellingen) en
druk vervolgens op
.
5. Selecteer “Driver Initialization”
(initialisatie bestuurder) en druk
vervolgens op
.
6. Selecteer “Yes” ( ja) en druk
vervolgens op
.
Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt
de melding “Driver Initialized”
(bestuurder geïnitialiseerd) weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Handmatig wisselen tussen
bestuurders (auto's zonder
multimediasysteem)
Wanneer wordt gewisseld tussen
bestuurders of wanneer een voor een
andere bestuurder geregistreerde
elektronische sleutel in de auto wordt
meegenomen, kan er handmatig tussen
bestuurders worden gewisseld.
3.6 Favoriete instellingen
157
3
Voordat u gaat rijden

Page 160 of 584

1. Selecteerop het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.
2. Selecteer “Vehicle Settings”
(voertuiginstellingen) en druk
vervolgens op
.
3. Selecteer “My Settings” (mijn
instellingen) en druk vervolgens op
.
4. Selecteer “Settings” (instellingen) en
druk vervolgens op
.
5. Selecteer “Driver Change” (wijzigen
bestuurder) en druk vervolgens op
.
6. Selecteer een nieuwe bestuurder en
druk vervolgens op
.
Gastmodus
• Auto's worden zonder geregistreerde
authenticatie-apparaten geleverd.
Het systeem werkt in de gastmodus
totdat de registratie wordt
uitgevoerd.
• Als een persoon niet wordt
geïdentificeerd met behulp van een
authenticatie-apparaat, werkt het
systeem in de gastmodus.
• Er kan geen elektronische sleutel
worden geregistreerd voor de
gastgebruiker.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel kunnen worden
gebruikt om “My Settings” (mijn
instellingen) in en uit te schakelen.
(→Blz. 452)
Als “My settings” (mijn instellingen) is
uitgeschakeld, werkt het systeem in de
gastmodus.
3.6 Favoriete instellingen
158

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 590 next >