display TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 149 of 578

147
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
De bestuurdersstoel en het stuurwiel
worden automatisch versteld zodat de
bestuurder gemakkelijk in en uit de
auto kan stappen.
Als de volgende handelingen zijn uitge-
voerd, worden de bestuurdersstoel en
het stuurwiel automatisch versteld
zodat de bestuurder gemakkelijk in of
uit de auto kan stappen.
De selectiehendel is in stand P
gezet.
 Het contact is UIT gezet.
 De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is losgemaakt.
Als een van de volgende handelingen
is uitgevoerd, worden de stoel en het
stuurwiel automatisch teruggezet in de
oorspronkelijke positie.
• Het contact is in stand ACC of ON gezet.
• De veiligheidsgordel van de bestuur- der wordt vastgemaakt.
■Bediening van het Power Easy Access-
systeem
Als u uit de auto stapt, werkt het Power Easy
Access-systeem mogelijk niet als de stoel al
bijna in de achterste positie staat, enz.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
Ergonomisch geheugen*
Deze functie zet de
bestuurdersstoel, het stuurwiel,
de buitenspiegels en het head-up
display (indien aanwezig)
automatisch in de gewenste stand
om het in- en uitstappen te
vergemakkelijken en om aan uw
voorkeur te voldoen.
Er kunnen maximaal twee
verschillende rijposities worden
opgeslagen.
In elke elektronische sleutel kan
de door u gewenste rijpositie
worden opgeslagen, zodat die kan
worden opgeroepen.
Power Easy Access-systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 147 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 150 of 578

148
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
■Procedure voor opslaan
1 Zet het contact AAN.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Zet de bestuurdersst oel, het stuur-
wiel, de buitenspiegels en het head-
up display (indien aanwezig) in de
gewenste positie.
4 Druk, terwijl u de toets SET inge-
drukt houdt of binnen 3 seconden
nadat de toets SET is ingedrukt, op
toets 1 of 2 tot de zoemer klinkt.
Als er onder de gekozen toets al een instel-
ling was opgeslagen, zal deze worden over-
schreven.
■Procedure voor oproepen
1 Zet het contact AAN.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat. 3
Houd een van de toetsen van de rij-
positie die u wilt oproepen ingedrukt
totdat de zoemer klinkt.
■Het oproepen van de stoelpositie halver-
wege onderbreken
Voer een van de volgende handelingen uit:
●Druk op de toets SET.
●Druk op toets 1 of 2.
●Bedien een van de schakelaars van de
stoelverstelling (schakelt alleen het oproe-
pen van de stoelpositie uit).
●Bedien de schakelaar van de stuurverstel-
ling (schakelt alleen het oproepen van de
stuurwielpositie uit).
■Stoelposities die in het geheugen kun-
nen worden opgeslagen ( →Blz. 146)
De aan de hand van onderstaande procedure
ingestelde posities kunnen in het geheugen
worden opgeslagen:
●Stoelpositieverstelling
●Rugleuningverstelling
●Hoekverstelling zitting (voorzijde)
●Hoogteverstelling
■Bedienen van het ergonomische geheu-
gen nadat het contact UIT is gezet
De opgeslagen posities kunnen gedurende
180 seconden na het openen van het
bestuurdersportier nog worden geactiveerd
en nog eens 60 seconden na het sluiten van
het portier.
■Het ergonomisch geheugen op de juiste
wijze gebruiken
Als de stoel al in de verst mogelijke stand staat
en de stoel wordt in dezelfde richting bewogen,
dan wijkt de opgeslagen positie mogelijk iets af
wanneer deze wordt opgeroepen.
Opslaan/oproepen van een
rijpositie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 148 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 151 of 578

149
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
■Oproepen van de rijpositie
Let er bij het oproepen van de rijpositie op
dat de hoofdsteun het dak niet raakt.
■Als de opgeslagen stoelpositie niet kan
worden opgeroepen
De stoelpositie wordt mogelijk niet opgeroe-
pen in bepaalde situaties waarin de stoelpo-
sitie is opgeslagen in een bepaald bereik.
Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Procedure voor registreren
Sla uw zitpositie op onder toets 1 of 2
alvorens de volgende handelingen uit
te voeren:
Draag alleen de sleutel bij u die u wilt
registreren en sluit het bestuurders-
portier.
Als zich 2 of meer sleutels in de auto
bevinden, kan de rijpositie niet juist
worden opgeslagen.
1 Zet het contact AAN.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Roep de rijpositie op die u wilt
opslaan. 4
Houd de toets voor het oproepen
van de rijpositie ingedrukt en druk
op de schakelaar voor de centrale
vergrendeling in het portier (ver-
grendelen of ontgrendelen) totdat
de zoemer klinkt.
Als de toets niet kan worden geregistreerd,
klinkt de zoemer continu gedurende onge-
veer 3 seconden.
■Procedure voor oproepen
1 Controleer of de portieren zijn ver-
grendeld alvorens de rijpositie op te
roepen. Gebruik de elektronische
sleutel met de opgeslagen rijpositie
en ontgrendel en open het bestuur-
dersportier met het Smart entry-sys-
teem met startknop of de afstands-
bediening.
De stoel (niet het stuurwiel en het head-up
display [indien aanwezig]) wordt in de opge-
slagen rijpositie gezet. De stoel beweegt
echter naar een positie iets achter de opge-
slagen positie, zodat u gemakkelijk kunt
instappen.
Als de rijpositie een positie is die al is opge-
slagen, zullen de stoel en de buitenspiegels
niet bewegen.
2Zet het contact in stand ACC of
AAN of maak een veiligheidsgordel
vast.
De stoel, het stuurwiel en het head-up dis-
play (indien aanwezig) worden in de opge-
slagen positie gezet.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het verstellen van
de stoel
Let er bij het instellen van de stoelpositie
op dat de stoel de passagier achterin niet
raakt en dat uw lichaam niet klem komt te
zitten tussen de stoel en het stuurwiel.
Registreren/oproepen/
uitschakelen van een rijpositie
in een elektronische sleutel
(geheugenoproepfunctie)
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 149 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 156 of 578

154
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de kop-
lampen van achteropkomend verkeer.
Schakel de automatische antiverblin-
dingsstand in/uit
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje .
De functie wordt ingeschakeld telkens wan-
neer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
*: Indien aanwezig
AntiverblindingsstandDigitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het display
van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld achter
de auto zien, ondanks obstakels,
zoals hoofdsteunen of bagage. Ook
worden de achterstoelen niet weer-
gegeven en wordt de privacy van
de passagiers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
( → Blz. 157)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
●Het bereik van het beeld dat wordt weer-
gegeven door de digitale binnenspiegel
verschilt van dat van de optische spiegel.
Controleer daarom dit verschil vóór het
rijden.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 154 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 157 of 578

155
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Controlelampje camera
Geeft aan dat de camera normaal werkt.
Displayzone icoon
Geeft iconen, afstellingsmeters, enz. weer.
(→ Blz. 157)
Selectietoets
Druk hierop om de instelling van het item dat
u wilt instellen te wijzigen.
Menutoets
Druk hierop om de displayzone voor iconen
weer te geven en het item te selecteren dat
u wilt instellen.
Hendel
Bedien de hendel om te schakelen tussen
de modus voor de digitale spiegel en de
modus voor de optische spiegel.
Bedien de hendel om te schakelen tus-
sen de modus voor de digitale spiegel
en de modus voor de optische spiegel.
1 Modus digitale spiegel
Geeft een beeld weer van het gebied achter
de auto.
gaat branden in deze modus.
2Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de digitale bin-
nenspiegel uitgeschakeld, waardoor de spie-
gel kan worden gebruikt als optische spiegel.
■Werkingsvoorwaarde modus digitale
spiegel
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het contact van AAN UIT of in stand
ACC wordt gezet, verdwijnt het beeld na
enkele seconden.
■Bij gebruik van de digitale binnenspie-
gel in de modus digitale spiegel
●Als het weergegeven beeld achter niet
goed te zien is als gevolg van water of stof
op de camera, bedien dan de cameras-
proeier achter ( →Blz. 206). Als het weer-
gegeven beeld nog steeds niet goed te
zien is, schakel dan over naar de modus
optische spiegel.
●Als het weergegeven beel d moeilijk te zien
is doordat licht reflecteert op de digitale
binnenspiegel, de camera vuil is of doordat
u last hebt van de lichten van een achter-
ligger of het weergegeven beeld, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
SysteemonderdelenWijzigen van de modus
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 155 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 158 of 578

156
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
●Als de achterklep is geopend, wordt het
beeld van de digitale binnenspiegel moge-
lijk niet goed weergegeven. Controleer
voor het rijden of de achterklep is gesloten.
●Als het display moeilijk te zien is door gere-
flecteerd licht, sluit dan het elektrisch
bedienbare zonnescherm van het panora-
madak (indien aanwezig).
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen bij het rijden in het donker, zoals
's nachts. Geen van deze verschijnselen
duidt op een storing.
• De kleuren van de objecten in het weerge- geven beeld verschillen mogelijk van de
daadwerkelijke kleuren.
• Afhankelijk van de hoogte van de lichten van de achterligger, wordt het gebied
rondom de auto wit en wazig weergegeven.
• Automatische aanpassing van het beeld voor een helder omgev ingsbeeld kan flik-
keringen veroorzaken.
Als het weergegeven beeld moeilijk te zien is
of als u last hebt van flikkeringen, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●De digitale binnenspiegel wordt mogelijk
heet wanneer de modus digitale spiegel is
ingeschakeld.
Dit duidt niet op een storing.
●Afhankelijk van uw fysieke conditie of leef-
tijd duurt het mogelijk langer dan gebruike-
lijk om op het weergegeven beeld te focus-
sen. Schakel in dit geval over naar de
modus optische spiegel.
●Laat passagiers tijdens het rijden niet naar
het weergegeven beeld staren, omdat ze
anders wagenziek kunnen worden.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Als het in de afbeelding weergegeven sym-
bool wordt weergegeven bij het gebruik van
de digitale binnenspiegel in de modus digitale
spiegel, is er mogelijk een storing in het
systeem aanwezig. Het symbool verdwijnt na
een paar seconden. Bedien de hendel, scha-
kel over naar de modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 156 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 159 of 578

157
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Afstellen van de hoogte van de
spiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Schakel de modus optische spiegel in
en stel de hoogte van de binnenspiegel
af door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
■Display-instellingen (modus digi-
tale spiegel)
De instellingen van het display in de
modus digitale spiegel kunnen worden
gewijzigd.
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk herhaaldelijk op de menutoets
en selecteer het item dat u wilt
instellen. 3
Druk op of om de
instelling te wijzigen.
De iconen verdwijnen als gedurende ten min-
ste 5 seconden geen toets wordt bediend.
*: Dit is een functie voor de modus optische
spiegel. De instelling kan echter ook wor-
den gewijzigd terwijl de modus digitale
spiegel in gebruik is.
Afstellen van de spiegel
IconenInstellingen
Hiermee kunt u de helderheid van
het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied omhoog/omlaag
verplaatsen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied naar links/rechts
verplaatsen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weergege-
ven afbeelding inzoomen/uitzoo-
men.
Hiermee kunt u de automatische
antiverblindingsstand in-/uitscha-
kelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch aangepast op
basis van de helderheid van de
koplampen van achteropkomend
verkeer.
De automatische antiverblindings-
stand wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 157 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 160 of 578

158
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand in
de modus optische spiegel kan worden
in-/uitgeschakeld. De instelling kan wor-
den gewijzigd in zowel de modus digitale
spiegel als de modus optische spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
→Blz. 157
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten min-
ste 5 seconden geen toets wordt bediend.
■Instellen van het display (modus digitale
spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk verv ormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in
ontstaan.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk sche-
merig wanneer een voertuig in het donker,
zoals 's nachts, van achteren nadert.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 158 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 161 of 578

159
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Schoonmaken van het spiegel-
oppervlak
Als het spiegeloppervlak vuil is, is het
beeld op het display mogelijk moeilijk te
zien.
Reinig het spiegeloppervlak voorzich-
tig met een zachte, droge doek.
■Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is of bedekt is
met verontreiniginge n, zoals waterdrup-
pels, sneeuw en modder, is het weer-
gegeven beeld mogelijk niet duidelijk.
Spoel in dat geval de cameralens af
met een grote hoeveelheid water en
veeg hem vervolgens schoon met een
zachte, met water bevochtigde doek.
Vuil op de cameralens kan worden ver-
wijderd met behulp van de speciale
camerareinigingssproeier. ( →Blz. 206)
■De camera
De camera van de digitale binnenspiegel
bevindt zich op de in de afbeelding aange-
geven plaats.
■Camera reinigen met sproeiervloeistof
●Mogelijk is het beeld van achter de auto
niet goed te zien als gevolg van sproeier-
vloeistof die op de camera is gesproeid bij
het wassen van de camera. Houd bij het
rijden rekening met de omgevingsomstan-
digheden.
●Als na het reinigen sproeiervloeistof op het
oppervlak van de cameralens achterblijft, is
het beeld van achter de auto mogelijk 's
nachts niet goed zichtbaar als gevolg van
de hoogte of de hellingshoek van de kop-
lampen van de achterligger. Schakel in dat
geval over naar de modus optische spiegel.
●In sommige gevallen is de camera ook na
het reinigen niet helemaal schoon gewor-
den. Spoel in dergelijke gevallen de
camera met een ruime hoeveelheid water
af en veeg de waterdruppels weg met een
zachte, met water bevochtigde doek.
●Reflecterende zaken, zoals water, sneeuw,
enz. die zich in de buurt van de camera
bevinden kunnen er niet worden afgewas-
sen wanneer er bij het reinigen van de
camera sproeiervloeistof op de camera-
lens wordt gesproeid.
WAARSCHUWING
■Oorzaken van brand voorkomen
Als de bestuurder de digitale binnenspie-
gel blijft gebruiken terwijl er rook of een
brandlucht uit de spiegel komt, kan dit
brand tot gevolg hebben. Stop onmiddellijk
met het gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel
OPMERKING
■Voorkomen van storingen in de digi-
tale binnenspiegel
●Gebruik geen reinigingsmiddelen, zoals
thinner, wasbenzine of alcohol om de
spiegel te reinigen. Deze kunnen ervoor
zorgen dat het spiegeloppervlak ver-
kleurt, veroudert of beschadigd raakt.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aan-
stekers en open vuur in de buurt van de
spiegel. Anders kan schade aan de
spiegel of brand het gevolg zijn.
●Verwijder, demonteer of wijzig de spiegel
niet.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 159 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 164 of 578

162
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Het beeld is niet goed te
zien.Er zitten verontreinigingen (zoals
waterdruppels, stof of modder) op
de cameralens.
??Bedien de speciale came-
rareinigingssproeier en
reinig de cameralens.
(→ Blz. 159)
• Schakel over naar de
modus optische spiegel.
• Spoel de camera af met
een grote hoeveelheid
water, veeg hem schoon
met een zachte, met water
bevochtigde doek en scha-
kel vervolgens terug naar
de modus digitale spiegel.
Het beeld is niet recht.
De achterklep is niet geheel
gesloten.Sluit de achterklep volledig.
De camera of de omgeving ervan is
aan een krachtige schok bloot-
gesteld.
Schakel over naar de modus
optische spiegel en laat de
auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het display is schemerig
en wordt weergege-
ven.
Er is mogelijk een storing in het
systeem aanwezig.
Schakel over naar de modus
optische spiegel en laat de
auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige.
dooft.
SymptoomWaarschijnlijke oorzaakOplossing
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 162 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 170 next >