sensor TOYOTA PROACE CITY VERSO 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 200 of 352

200
Top Rear Vision

Lees de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.

Wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld bij draaiende motor geeft dit systeem beelden van de directe omgeving van de auto weer op het touchscreen met behulp van een camera aan de achterzijde van de auto.


Het scherm wordt in twee vensters opgedeeld, met een beeld van de omgeving zoals die door de camera('s) wordt geregistreerd en een beeld van bovenaf van de auto en zijn directe omgeving.De informatie van de parkeersensoren wordt ook weergegeven op het beeld van bovenaf van de auto.De beelden van de camera('s) kunnen op verschillende manieren worden weergegeven:– Standaardweergave.– 180°-weergave.– Ingezoomde weergave.Standaard is de modus AUTO geactiveerd.In deze modus kiest het systeem de optimale weergave (standaard of ingezoomd).U kunt tijdens het manoeuvreren op elk gewenst moment de weergave wijzigen.De status van de functie wordt niet opgeslagen als het contact UIT wordt gezet.
Werkingsprincipe

Dit systeem registreert tijdens het manoeuvreren bij lage snelheid met de camera aan de achterzijde de omgeving van de auto.
Vanaf de bovenkant van uw auto wordt er, in realtime en terwijl de manoeuvre wordt uitgevoerd, een beeld van de directe omgeving gereconstrueerd (weergegeven tussen de haakjes).Deze weergave maakt het recht inparkeren gemakkelijker en biedt de mogelijkheid obstakels in de omgeving van de auto te zien. Dit beeld verdwijnt automatisch als de auto langere tijd stilstaat.
Beeld van de achterzijde van
de auto

Schakel om de camera op de achterklep te activeren de achteruitversnelling in en houd de rijsnelheid lager dan 10 km/h.Het systeem wordt uitgeschakeld:– Automatisch, vanaf een snelheid van ongeveer 10 km/h.– Automatisch, als de achterklep wordt geopend.– Als de transmissie uit de achteruitversnelling wordt gehaald (het beeld wordt dan nog 7 seconden weergegeven).

Page 201 of 352

201
Rijden
6
– Als op de witte pijl in de linkerbovenhoek van het touchscreen wordt gedrukt.
AUTO-modus

Deze modus is standaard geactiveerd.Wanneer een obstakel zich bevindt ter hoogte van de rode lijn (minder dan 30 cm van de auto), wordt dankzij de sensoren in de achterbumper automatisch overgeschakeld van de weergave van de omgeving achter de auto (standaard) naar de weergave van het beeld van bovenaf (ingezoomd) van de auto.
Standaardweergave

Het gebied achter de auto wordt weergegeven op het scherm.De blauwe lijnen 1 geven de breedte van de auto weer met uitgeklapte spiegels. Ze verplaatsen zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.De rode lijn 2 geeft een afstand van 30 cm vanaf de achterbumper weer; de twee blauwe lijnen 3 en 4 een afstand van respectievelijk 1 en 2 meter.Deze weergave is beschikbaar in de stand AUTO of door deze te selecteren in het menu voor het
veranderen van de weergave.
Ingezoomde weergave

De camera registreert de omgeving tijdens het manoeuvreren om een samengesteld beeld van bovenaf van de achterzijde van de auto en van zijn nabije omgeving te creëren zodat de obstakels rondom de auto goed zichtbaar zijn.Deze weergave is beschikbaar in de stand AUTO of door deze te selecteren in het menu voor het veranderen van de weergave.
NOTIC E
De obstakels kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.Het is belangrijk om tijdens het manoeuvreren de zijkanten van de auto in de gaten te houden met behulp van de buitenspiegels.Daarnaast geven de parkeersensoren achter
informatie over de omgeving van de auto.

Page 202 of 352

202
180°-weergave

Wanneer u achteruitrijdend een parkeerplek verlaat, kunt u dankzij de 180°-weergave voertuigen, voetgangers en fietsers zien aankomen.Het is raadzaam deze weergave niet tijdens de gehele manoeuvre te gebruiken.De weergave heeft drie zones: links A, centraal B en rechts C.Deze weergave is alleen beschikbaar via het menu voor het veranderen van de weergave.
Park Assist

WARNI NG
Zie voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem biedt actieve parkeerhulp bij uitvoeringen met handgeschakelde transmissie: het detecteert een parkeerplek en stuurt vervolgens in de desbetreffende richting om op deze plek te parkeren terwijl de bestuurder de rijrichting controleert, schakelt, accelereert en remt.Om de bestuurder te ondersteunen bij het controleren van de correcte parkeermanoeuvres, schakelt het systeem automatisch het display van de Top Rear Vision en de parkeersensoren in.Het systeem voert metingen uit van beschikbare parkeerplekken en berekent de afstand tot de obstakels met behulp van in de voor- en achterbumper van de auto ingebouwde ultrasoonsensoren.

Het systeem biedt ondersteuning bij de volgende manoeuvres:
A.Fileparkeren
B.Uitrijden van een parkeerplek na het fileparkeren
C.Haaks op de rijbaan inparkeren
Werking
► Verminder de snelheid van uw auto tot 30 km/h of lager als u een parkeerplek nadert.
Inschakelen van de functie
Deze functie kan worden geactiveerd via het menu Rijden/Auto van het touchscreen.
Selecteer Park Assist.
WARNI NG
Als de functie is ingeschakeld, is de Blind Spot Monitoring-systeem niet actief.

Page 205 of 352

205
Rijden
6
De uitschakeling van de functie wordt bevestigd door het doven van dit lampje in combinatie met een geluidssignaal.Bij het inrijden van een parkeerplek is het mogelijk dat de bestuurder de manoeuvre zelf moet voltooien.
Beperkingen van het systeem
– Het systeem kan een ongeschikte parkeerplek voorstellen (parkeerverbod, plaats waar werkzaamheden aan het wegdek worden uitgevoerd, plaats naast een greppel, enz.).– Het systeem kan aangeven dat een plaats is gevonden, maar vermeldt deze niet vanwege een vast obstakel aan de tegenoverliggende zijde van de manoeuvre; de auto kan geen traject voor het parkeren volgen.– Het systeem kan aangeven dat een plaats is gevonden, maar de manoeuvre niet uitvoeren omdat de weg of rijstrook te smal is.– Het systeem is niet ontworpen voor het uitvoeren van parkeermanoeuvres bij scherpe bochten.– Het systeem detecteert geen parkeerplekken die
veel groter zijn dan de auto zelf of die begrensd worden door obstakels die te laag (trottoirbanden, drempels, enz.) of te dun (bomen, palen, draadhekken, enz.) zijn.– Als de bagageruimte zwaar is beladen, gaat de auto mogelijk wat hellen, wat de afstandsmetingen kan beïnvloeden.
W ARNI NG
Gebruik de functie niet onder de volgende omgevingsomstandigheden:– Langs een zachte berm (greppel enz.), een kade of de rand van een afgrond.– Bij een glad wegdek (ijzel enz.).
WARNI NG
Gebruik het systeem niet in de volgende situaties:– Bij een te lage bandenspanning.– Als een van de bumpers is beschadigd.– Als een van de camera's is beschadigd.
W ARNI NG
Gebruik de functie evenmin in de volgende situaties:– Wanneer voorwerpen worden vervoerd die langer zijn dan de auto (ladder op de
dakdragers, fietsendrager op de achterklep, enz.).– Indien een niet-goedgekeurde trekhaak gemonteerd is.– Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd.– Indien een noodreservewiel wordt gebruikt.– Als de auto is voorzien van andere wielen dan de oorspronkelijke.– Bij wijzigingen aan één of beide bumpers
(aanvullende bescherming).
– Als de sensoren opnieuw gespoten zijn buiten het TOYOTA-dealernetwerk.– Bij gebruik van sensoren die niet voor uw auto zijn goedgekeurd.
Storingen
Als de functie niet is ingeschakeld, knippert dit lampje tijdelijk en klinkt er een geluidssignaal om een storing in het systeem aan te geven.Als de storing optreedt tijdens het gebruik van het systeem, gaat het lampje uit.Als de storing in de parkeersensoren, die door het branden van dit lampje wordt aangegeven, tijdens het gebruik van het systeem optreedt, wordt de functie uitgeschakeld.Laat in het geval van een storing het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.In het geval van een storing in de stuurbekrachtiging wordt u gewaarschuwd door het branden van dit lampje op het
instrumentenpaneel, in combinatie met de weergave van een waarschuwingsmelding.
WARNI NG
Breng de auto tot stilstand.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats en zet het contact UIT.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.

Page 238 of 352

238
WARNI NG
Er wordt een melding weergegeven op het instrumentenpaneel om het in de vrijloop zetten van de wielen gedurende 15 minuten te bevestigen.Tijdens het gebruik van de vrijloopfunctie kan het audiosysteem niet worden geüpdatet (er verschijnt een melding op het instrumentenpaneel).
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor opnieuw. Selecteer vervolgens stand P.
Onderhoudstips
Algemene adviezen
Houd u aan de volgende voorschriften om schade aan uw auto te voorkomen.
Exterieur
WARNI NG
Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor het elektrische systeem beschadigd kan raken!Was de auto niet in fel zonlicht of in extreem koude omstandigheden.
NOTIC E
Wanneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren en, afhankelijk van de uitvoering, verwijder de elektronische sleutel.Houd bij gebruik van een hogedrukreiniger de lans op een afstand van ten minste 30 cm van de auto (vooral bij het reinigen van delen met schilferende lak, sensoren of afdichtrubbers).Verwijder vlekken die chemische stoffen bevatten meteen van de auto, omdat die de lak kunnen beschadigen (dit geldt ook voor hars
van bomen, vogelpoep, insectenuitwerpselen, pollen en teer).
Was de auto vaker als de situatie hiertoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om zoutresten (in kustgebieden), roet (in industriegebieden) of modder/pekel (in natte of koude gebieden) te verwijderen. Deze resten kunnen leiden tot corrosie.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor advies over het verwijderen van hardnekkige vlekken waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals teer- of insectenverwijderaars).Laat lakbeschadigingen bij voorkeur bijwerken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in een beker of andere open houder wordt vervoerd en wordt gemorst, kan schade veroorzaken aan de instrumenten en bedieningselementen en de schakelaars in de middenconsole. Wees alert!Reinig het instrumentenpaneel, touchscreens en andere displays door ze voorzichtig af te nemen met een zachte, droge doek.

Page 332 of 352

332
Opbergvakken 68–69, 72Openbaar snellaadpunt 2 11, 218Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen 34–35Openen motorkap ~ Motorkap, openen 226–227Openen portieren ~ Portieren openen 34–35Opladen via normaal stopcontact (elektrische auto) 218, 220, 272Opschakelindicator 160Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht 272Overzicht van het verbruik 32
P
Park Assist 202Parkeerhulp achter 193Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen 193Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen) 166Parkeerhulp vóór 194Parkeerhulp zijkant 194
Parkeerlichten 96, 98, 98–99, 249–250Plafonnier 94–95Plafonnier achter 95Plafonniers 95Plafonnier voor 95Portieren sluiten 34, 41Profielen 296, 322Programmeerbare snelheidsregelaar 175Programmeerbare verwarming 51, 91–94Pyrotechnische gordelspanners 11 8
R
Radar (waarschuwingen) 166Radio 277–278, 289, 315–316Radiozender 277, 289, 315–316RDS 277, 289, 316Recuperatief remmen (vertragen door remmen op de motor) 158Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling 87Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling 87Regelmatige controles ~ Controles 231–233Regelmatig onderhoud 21, 167, 231Regeneratie roetfilter 232Reinigen (adviezen) 209, 238–239Rembekrachtigingsysteem 11 0Remblokken 232–233Remlichten 252Remmen 232–233Remmen 158Remschijven 233Remvloeistof 230Reservewiel 163, 233, 240–241, 244–245, 247
Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 230Resetten bandenspanningscontrolesysteem 163Richtingaanwijzers 97, 97–98, 249, 251–252, 252Rijadviezen 8, 138–139Rijden 138–139Rijhulpcamera (waarschuwingen) 166Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 166Rijstanden 159
Rijstrookcontrolesystemen 11 0Rijverlichting 96, 100Roetfilter 230, 232Ruitensproeier achter 103Ruitensproeiers 103Ruitensproeiers vóór 102Ruitenwisser achter 103Ruitenwisserbladen (vervangen) 103–104Ruitenwisserbladen vervangen 103–104Ruitenwissers 102, 105Ruitenwisserschakelaar 102–103, 105Ruitenwissers vóór 102, 105
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 59Schakel sneeuwketting 222Schuifdeuren 49SCR (Selective Catalytic Reduction) 234SCR-systeem 234
Selectiehendel 155, 157Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 151–154Selectiehendel (elektrische auto) 158, 232Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 150–151Selectieve ontgrendeling 37–38Sensoren (waarschuwingen) 167Serienummer auto 273

Page 334 of 352

334
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 120, 123–126, 128, 134–135, 136Ventilatie 84, 86, 91–93Ventilatieroosters 84Verbonden apps 313–314Verbruikscijfers 32Vergrendeling van binnenuit 46–47Verkeersinformatie (TMC) 309Verklikkerlampjes 96
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 14–15Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 15Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 11 7–11 8Vergrendelen 35–36, 40–41Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 11 7–11 8Verlichting 96Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 99, 249–250Vermogensmeter (elektrische auto) 9Verversen 229Vervuiling van het roetfilter (diesel) 232Verwarming 84, 86, 91–93Video 318Volledig ontgrendeld 37–38Voorruitverwarming 90Voorstoelen 57–58, 62–63Voorverwarming/-koeling interieur (elektrische auto) 94Vrijloop activeren 259
W
Waarschuwing kans op aanrijding 182–183Waarschuwing oplettendheid bestuurder 192Waarschuwingssignaal sleutel in contact 143Waarschuwing vergeten verlichting 97Wallbox (elektrische auto) 2 11Wassen 167Wassen (adviezen) 209, 238–239Webbrowser 310, 314Wiel demonteren 245–246Wiel monteren 245–246Wiel verwisselen 241, 244WiFi-netwerkverbinding 315Window-airbags 121–123
Z
Zekeringen 254Zekeringen vervangen 254Zij-airbags 121, 123Zijknipperlicht 249Zonnesensor 84Zuinig rijden 8

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30