ESP TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Page 132 of 760
1323-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leegraken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op
een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier wor-
den ontgrendeld. Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast
of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren
te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de batterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is ingeschakeld, loopt de batterij veel
minder snel leeg omdat de ontvangst van radiogolven door de elektronische
sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
Page 135 of 760
1353-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Aanwijzing voor het vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Wanneer is vergrendeld met de vergrendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
■Aanwijzing voor de ontgrendelfunctie
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
Page 248 of 760
2484-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■S-modus
●Als het schakelbereik 4 of lager is en de selectiehendel naar + wordt bewo-
gen, wordt het schakelbereik 6.
●Om te voorkomen dat de motor met een te hoog toerental gaat draaien, kan
opschakelen automatisch gebeuren.
●Om de automatische transmissie te beschermen, kan automatisch een
hoger schakelbereik worden geselecteerd als de vloeistoftemperatuur te
hoog wordt.
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (, Blz. 372382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
■Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
●Als er tijdens het rijden in stand S wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Blz. 247)
●Als de sportmodus wordt ingeschakeld tijdens het rijden in stand D.
(Blz. 262)
■Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P gezet kan worden
Blz. 679
Page 257 of 760
2574-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)●Automatische blokkering van de selectie van het schakelbereik in
stand D
De selectie van het schakelbereik in stand D wordt geblokkeerd in de vol-
gende gevallen:
• Paddle shift-schakelaar + wordt gedurende een bepaalde periode inge-
drukt
• Als in schakelbereik 5 de paddle shift-schakelaar “+” wordt bediend
• Als de auto tot stilstand komt
• Als in een schakelprogramma het gaspedaal gedurende langer dan een
bepaalde tijd wordt ingetrapt
• Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaar (indien
aanwezig). (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (Blz. 372, 382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
■Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
●Als er tijdens het rijden in stand M wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Blz. 255)
●Als er tijdens het rijden in stand D wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Alleen auto's met paddle shift-schakelaars: Blz. 254)
●Als de sportmodus wordt ingeschakeld tijdens het rijden in stand D.
(Blz. 253)
Page 265 of 760
2654-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van schakelstapselectie in stand D (auto's
met paddle shift-schakelaars)
De schakelstapselectie in stand D wordt in de volgende gevallen uitgescha-
keld:
●Als de auto tot stilstand komt
●Als het gaspedaal in één versnelling langer dan een bepaalde periode wordt
ingedrukt
●Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
●Wanneer de paddle shift-schakelaar + gedurende een bepaalde periode
wordt ingedrukt
■Automatische selectie van versnelling als de auto tot stilstand is
gebracht na rijden met de selectiehendel in stand M.
●Als de auto tot stilstand is gekomen, schakelt de transmissie automatisch
terug naar stap 1.
●Stand 1 wordt automatisch geselecteerd wanneer de auto weer gaat rijden.
●De versnelling blijft bij stilstaande auto in stand 1 staan.
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaar (indien
aanwezig). (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (, Blz. 372382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
Page 350 of 760
3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Behandelen van de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto wordt respec-
tievelijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende
om ervoor te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
●Stel de sensor en de omgeving van de sensor op de bumper niet bloot aan
krachtige schokken. Als de sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt
het systeem mogelijk niet meer goed en worden auto's die binnen het
detectiegebied komen mogelijk niet meer gesignaleerd. Als de sensor of
het omliggende gebied is blootgesteld aan een sterke schok, moet u het
gebied altijd laten controleren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de
bumper en plak er geen stickers op.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de
bumper aan.
●Breng geen verf aan op de sensor of het omliggende gebied op de bum-
per.
●Houd de sensor en zijn omgeving op de
bumper te allen tijde schoon.
Page 364 of 760
3644-6. Rijtips
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Neem, als u in terrein rijdt, de volgende voorzorgsmaatregelen in acht
om uw rijplezier te garanderen en om te voorkomen dat gebieden
worden afgesloten voor terreinauto's.
●Rijd alleen in gebieden waar off-road-auto's mogen rijden.
●Respecteer particulier eigendom. Vraag toestemming aan de eige-
naar voordat u een privéterrein betreedt.
●Betreed geen afgesloten gebieden. Respecteer hekken, afsluitin-
gen en borden die u de toegang ontzeggen.
●Blijf op de gebaande paden. Pas, als het nat is, uw rijtechniek aan
of ga langzamer rijden om schade aan het terrein te voorkomen.
Terreinrijden
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen voor terreinrijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen altijd in acht om de kans op ern-
stig letsel en schade aan uw auto tot een minimum te beperken:
●Rijd voorzichtig bij terreinrijden. Neem geen onnodige risico's door op
gevaarlijke plaatsen te rijden.
●Pak de spaken van het stuurwiel niet vast als u door terrein rijdt. Een plot-
selinge hobbel kan het stuurwiel verdraaien en uw handen verwonden.
Houd beide handen en vooral de duimen op de buitenkant van de stuur-
wielrand.
●Controleer altijd de werking van de remmen direct na het rijden door zand,
modder, water of sneeuw.
●Controleer na het rijden door lang gras, modder, zand, water, over stenen,
enz. of er geen gras, takken, papier, doeken, stenen, zand, enz. aan de
onderkant zijn blijven hangen of vastzitten. Verwijder dergelijke onregel-
matigheden van de onderkant van de auto. Als met de auto wordt gereden
terwijl deze materialen onder de auto vastzitten of blijven hangen, kan de
auto kapot gaan of kan er brand ontstaan.
●Als u over onverharde wegen of door ruw terrein rijdt, rijd dan niet met
hoge snelheid, spring niet met de auto, maak geen scherpe bochten, raak
geen voorwerpen, enz. Dit kan ervoor zorgen dat u de controle over de
auto verliest of over de kop slaat, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Bovendien bestaat dan de kans dat er kostbare schade ontstaat aan de
wielophanging en het chassis van de auto.
Page 403 of 760
4035-2. Gebruik van het audiosysteem
5
Voorzieningen in het interieur
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Draai de knop TUNE•SCROLL (type A en C) of (type B) of
druk op om omhoog te gaan of om omlaag te gaan met behulp
van de toets SEEK/TRACK (type A en C) of de toets om omhoog te
gaan of om omlaag te gaan (type B) totdat het gewenste nummer
wordt weergegeven.
Druk op de knop TUNE•SCROLL (type A en C) of op de toets LIST
(type B).
De afspeellijst wordt weergegeven.
Draai en druk op de knop TUNE•SCROLL (type A en C) of op
(type B) om een muziekstuk te selecteren.
Druk op (BACK) (type A en C) of op de toets LIST of de terugtoets
(type B) om terug te keren naar de vorige weergave.
Druk op de toets SCAN.
Van elk muziekstuk worden de eerste 10 seconden afgespeeld.
Druk nogmaals op de toets om de functie uit te schakelen.
Druk nogmaals op de toets wanneer het gewenste muziekstuk is
bereikt.
Houd of van de toets SEEK/TRACK (type A en C) of of (type
B) ingedrukt.
Druk op (RDM).
Druk nogmaals op (RDM) om te annuleren.
Selecteren van een muziekstuk
Selecteren van een muziekstuk uit een afspeellijst
Muziekstukken zoeken (alleen type A en C)
Versneld vooruit/terugspoelen van muziekstukken
Afspelen in willekeurige volgorde
1
2
1
2
Page 404 of 760
4045-2. Gebruik van het audiosysteem
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Druk op (RPT).
Druk nogmaals op (RPT) om de functie te annuleren.
Druk op de toets TEXT (type A en C) of op (type B) om de CD-
titel weer te geven of te verbergen.
Als er meer teksten beschikbaar zijn, wordt weergegeven.
Houd de toets (type A en C) of de knop (type B) ingedrukt om de reste-
rende teksten weer te geven.
■Display
Of de informatie wordt weergegeven en de manier waarop deze wordt weer-
gegeven is afhankelijk van de gegevens op de disc.
■Foutmeldingen
ERROR (fout):
Geeft een storing op de CD of in de speler aan.
CD CHECK (controleer CD)
De CD is vuil, beschadigd of verkeerd geplaatst.
WAIT (wachten)
Het afspelen wordt afgebroken vanwege de hoge temperatuur in de speler.
Wacht enige tijd en druk op de toets MEDIA. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de CD nog steeds niet kan wor-
den afgespeeld.
Herhalen
Wijzigen van weergave op het display
Page 405 of 760
4055-2. Gebruik van het audiosysteem
5
Voorzieningen in het interieur
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Discs die kunnen worden gebruikt
Discs die zijn voorzien van onderstaand label, kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van het opnameformaat of de eigenschappen van de disc, kras-
sen, vuil of beschadigingen is afspelen wellicht niet mogelijk.
CD's met een kopieerbeveiliging kunnen mogelijk niet worden afgespeeld.
■Beschermingsfunctie CD-speler
Om de interne componenten in de CD-speler te beschermen, wordt het
afspelen automatisch onderbroken als er een defect wordt gesignaleerd.
■Als een CD gedurende langere tijd in de CD-speler blijft zitten of als de
CD gedeeltelijk in de speler blijft zitten en niet wordt uitgenomen
De CD kan beschadigd raken waardoor hij niet meer goed kan worden afge-
speeld.
■Lensreinigers
Gebruik geen lensreinigers. Anders kan schade aan de CD-speler ontstaan.