dashboard TOYOTA RAV4 HYBRID 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 15 of 622

14Overzicht
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Startknop.......................................................................................... Blz. 283
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi ............ .. Blz. 283, 285
Noodstop van het hybridesyst eem ................................ ..................... Blz. 518
Als het hybridesysteem niet gesta rt kan worden................................ Blz. 561
Waarschuwingsmeldingen ................................................................. Blz. 537
Selectiehendel ................................................. ................................ Blz. 289
Wijzigen van de schakelstand ............................................................ Blz. 290
Voorzorgsmaatregelen bij slepen ................................ ....................... Blz. 521
Als de selectiehendel niet in een andere stand
kan worden gezet ............................................... ................................ Blz. 291
Tellers ........................................................ ............................... Blz. 132, 137
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting
van het instrumentenpaneel ..................................... .. Blz. 132, 134, 137, 141
Waarschuwingslampjes/controlelampjes ........................... ................ Blz. 126
Als de waarschuwingslampjes gaan branden .................................... Blz. 527
Multi-informatiedisplay ........................................ ........................... Blz. 143
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 143
Energiemonitor ................................................. .................................. Blz. 153
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ................. ........ Blz. 537A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE).book Page 14 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 23 of 622

22Overzicht
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Startknop.......................................................................................... Blz. 283
Starten van het hybridesysteem/wijzigen van de modi ............ .. Blz. 283, 285
Noodstop van het hybridesyst eem ................................ ..................... Blz. 518
Als het hybridesysteem niet gesta rt kan worden................................ Blz. 561
Waarschuwingsmeldingen ................................................................. Blz. 537
Selectiehendel ................................................. ................................ Blz. 289
Wijzigen van de schakelstand ............................................................ Blz. 290
Voorzorgsmaatregelen bij slepen ................................ ....................... Blz. 521
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet .... Blz. 291
Tellers ........................................................ ............................... Blz. 132, 137
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting
van het instrumentenpaneel ..................................... .. Blz. 132, 134, 137, 141
Waarschuwingslampjes/controlelampjes ........................... ................ Blz. 126
Als de waarschuwingslampjes gaan branden .................................... Blz. 527
Multi-informatiedisplay ........................................ ........................... Blz. 143
Weergave ....................................................... .................................... Blz. 143
Energiemonitor ................................................. .................................. Blz. 153
Als een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ................. ........ Blz. 537A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE).book Page 22 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 44 of 622

43
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
De curtain airbags treden over het alge-
meen niet in werking bij aanrijdingen van
achteren, als de auto over de kop slaat of
bij een aanrijding van opzij of bij een fron-
tale aanrijding op lage snelheid.
●Aanrijding van achteren
●Over de kop slaan
■Wanneer moet u contact opnemen
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige
In de volgende gevallen zal controle en/of
reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Nadat een of meer airbags zijn geacti-
veerd.
●De voorzijde van de auto is beschadigd
of vervormd of de auto was betrokken bij
een ongeval dat niet van zodanige aard
was dat de airbags vóór werden geacti-
veerd.
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omlig-
gende gebied, wanneer er een gat in is
gemaakt of bij een ongeval dat niet van
zodanige aard was dat de side airbags
en curtain airbags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag
of het onderste gedeelte van het instru-
mentenpaneel.
●Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen aan de zijkant van de leuning
van een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere bescha-
digingen in het deel van de voor- en
achterstijl en de daklijstbekleding met de
SRS-curtain airbags.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 43 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 45 of 622

441-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veilig-
heidsgordel op de juiste manier te
dragen.
De SRS-airbags zijn aanvullende
middelen die samen met de veilig-
heidsgordels gebruikt moeten wor-
den.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de bestuurder zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door
een afstand van minimaal 250 mm tot
het stuurwiel aan te houden, hanteert u
een veilige marge. Dit is de afstand
gemeten vanaf het midden van het
stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu
minder dan 250 mm van de airbag zit,
kunt u uw zitpositie op verschillende
manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de
bestuurdersstoel helemaal naar
voren, de afstand van 250 mm door
simpelweg de rugleuning iets achter-
over te zetten. Als u door het achter-
over zetten van uw stoel de weg niet
goed meer kunt zien, kunt u een ste-
vig, niet-glad kussen gebruiken om
hoger te zitten, of uw stoel hoger zet-
ten wanneer uw auto deze mogelijk-
heid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst
de airbag naar uw borst in plaats van
naar uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de peda-
len en het stuurwiel nog steeds goed
bediend kunnen worden en u het instru-
mentenpaneel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook
met een aanzienlijke kracht geacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ont-
staan, vooral wanneer de
voorpassagier zich erg dicht bij de air-
bag bevindt. De voorpassagiersstoel
dient zo ver mogelijk van de airbag af
te staan, met de rugleuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zit-
ten en/of niet goed vastzitten, kunnen
ernstig letsel oplopen door een geac-
tiveerde airbag. Gebruik de veilig-
heidsgordels nooit voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed
vast in een baby- of kinderzitje.
Toyota beveelt ten zeerste aan dat
alle kinderen op de achterstoelen
plaatsnemen en op de juiste wijze
vastzitten. Achterin zitten kinderen
veiliger dan op de voorpassagiers-
stoel. ( →Blz. 50)
●Ga niet op het puntje van de stoel zit-
ten en leun niet op het dashboard.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 44 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 46 of 622

45
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzij-
rail en de voor-, midden- en achter-
stijl.
●Laat niemand knielen op de passa-
giersstoel in de richting van het por-
tier of hoofd en handen buiten de
auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rus-
ten tegen componenten als het dash-
board, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als
een projectiel worden gelanceerd als
de bestuurdersairbag, de voorpassa-
giersairbag en de knie-airbag worden
geactiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de
voorruit, de zijruiten, de voor- en ach-
terstijl, de dakzijrail of de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheids-
beperking
→Blz. 545)
●Hang geen kleerhangers of andere
harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes. Dergelijke voorwerpen kun-
nen als een projectiel gelanceerd
worden en ernstig letsel veroorzaken
wanneer de curtain airbags geacti-
veerd worden.
●Zorg ervoor dat het gedeelte waar de
knie-airbag wordt geactiveerd niet
door iets wordt afgedekt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 45 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 47 of 622

461-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Gebruik geen accessoires op de stoe-
len die het gedeelte van de stoel
waarin de side airbags aanwezig zijn
afdekken omdat dat een negatieve
invloed kan hebben op een juiste wer-
king van de side airbags. Dergelijke
accessoires kunnen tot resultaat heb-
ben dat de side airbags niet op de
juiste wijze geactiveerd worden, hele-
maal niet geactiveerd worden of per
ongeluk geactiveerd worden, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de
voorportieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storin-
gen aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de SRS-
airbags geactiveerd zijn, omdat deze
heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-
airbags moeilijkheden met de adem-
haling ondervindt, open dan een por-
tier of zijruit om frisse lucht binnen te
laten of verlaat de auto als u dat op
een veilige manier kunt doen. Als er
poederdeeltjes op uw huid zijn
terechtgekomen, was deze er dan zo
snel mogelijk af om huidirritatie te
voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin air-
bags ondergebracht zijn, zoals het
stuurwielkussen en de bekleding van
de voor- en achterstijlen, beschadigd
of gescheurd zijn, laat deze dan ver-
vangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van
onderstaande veranderingen uit zonder
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige te raadplegen. De airbags
kunnen defect raken of per ongeluk
worden geactiveerd (opgeblazen),
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren
en repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering
of vervanging van stuurwiel, instru-
mentenpaneel, dashboard, stoelen of
stoelbekleding, voor-, midden- en
achterstijlen, dakzijrails, voorportier-
panelen, voorportierbekleding of luid-
sprekers in de voorportieren
●Aanpassing van het voorportierpa-
neel (bijvoorbeeld een gat erin
maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het
voorspatbord, de voorbumper of de
zijkant van het passagierscomparti-
ment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuw-
ploeg of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging
van de auto
●Plaatsen van elektronische appara-
tuur als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-spe-
ler
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 46 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 187 of 622

1863-1. Informatie over sleutels
Schuif het ontgrendelknopje opzij
om de mechanische sleutel uit de
elektronische sleutel te verwijderen.
De mechanische sleutel kan maar in één
richting ingestoken worden, aangezien
slechts één zijde van de sleutel van een
groef is voorzien. Als u de sleutel niet in
de slotcilinder kunt steken, draait u de
sleutel om en probeert u het opnieuw.
Bewaar de mechanische sleutel na
gebruik in de elektronische sleutel. Zorg
dat u de mechanische sleutel en de elek-
tronische sleutel bij u hebt. Als de batterij
van de elektronische sleutel leeg is of de
instapfunctie niet goed werkt, bent u op
de mechanische sleutel aangewezen.
(→ Blz. 563)
■Wanneer u de sleutel van de auto
moet achterlaten bij een parkeer-
wachter
Vergrendel indien nodig het dashboard-
kastje. ( →Blz. 435)
Verwijder de mechanische sleutel voor
eigen gebruik en geef alleen de elektroni-
sche sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw sleutels verliest
→ Blz. 562
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
Gebruik van de
mechanische sleutel
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 186 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 196 of 622

195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
5
Plaatsen: Herhaal de genoemde stap-
pen in omgekeerde volgorde.
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de elek-
trisch bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te
stoppen. Wanneer de schakelaar nog-
maals wordt ingedrukt terwijl de beweging
is gestopt, beweegt de achterklep in
tegenovergestelde richting.
■Gebruik van de toets elektrisch
bedienbare achterklep op het
dashboard
Houd de schakelaar ingedrukt.
De elektrisch bedienbare achterklep
wordt automatisch geopend/gesloten.
Ontgrendel de achterklep voordat u hem
bedient.
Druk op de schakelaar terwijl de elek-
trisch bedienbare achterklep wordt
geopend/gesloten om de beweging te
stoppen. Wanneer de schakelaar nog-
OPMERKING
■Steunen achterklepgasdempers
De achterklep is voorzien van gasdem-
pers die de achterklep op zijn plaats
houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kunnen de achterklepgasdem-
pers beschadigd raken, waardoor deze
niet meer werken.
●Bevestig nooit stickers, kunststof-
folie, zelfklevende voorwerpen, enz.
aan de gasdemper.
●Raak de binnenpoot van de gasdem-
per nooit aan met handschoenen of
andere stoffen voorwerpen.
●Bevestig alleen originele Toyota-
accessoires aan de achterklep.
●Plaats nooit uw handen op de gas-
demper en oefen er geen zijdelingse
krachten op uit.
Openen en sluiten van de
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 195 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 208 of 622

207
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie
erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbe-
diening (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische sleutel bij u
draagt samen met de volgende appara-
ten die radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto
die radiogolven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen
voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektroni-
sche apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeer-
plaats met een betaalautomaat (Radio-
golven die worden gebruikt om auto's te
signaleren beïnvloeden mogelijk het
Smart entry-systeem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektr onische sleutel zich
binnen het detectiegebied bevindt, werkt
het systeem in de volgende gevallen
mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de por-
tieren worden vergrendeld of ontgren-
deld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de
vloer of in een portiervak of het dash-
boardkastje wanneer het hybridesys-
teem wordt gestart of de stand van het
contact wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven
op het dashboard of in de buurt van de
portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ontvangst
van de radiogolven wordt door de
antenne mogelijk waargenomen dat de
sleutel zich buiten de auto bevindt en
kunnen de portieren worden vergren-
deld vanaf de buitenzijde, waardoor de
elektronische sleutel mogelijk in de auto
wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen
de portieren door een willekeurige per-
soon worden vergrendeld en ontgren-
deld. De auto kan echter alleen worden
ontgrendeld via de portieren die de elek-
tronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich
buiten de auto bevindt, kan het hybride-
systeem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zich in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgren-
deld als er een grote hoeveelheid water
op de portiergreep terechtkomt, bijvoor-
beeld tijdens een zware regenbui of in
een wasstraat, wanneer de elektroni-
sche sleutel zich binnen het detectiege-
bied bevindt. (Als de portieren niet
worden geopend en gesloten, worden
deze na ongeveer 30 seconden automa-
tisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabij-
heid van de auto bevindt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ont-
grendeld worden door de instapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de
portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aan-
raakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager
zijn of worden de portieren mogelijk niet
ontgrendeld. Trek uw handschoenen uit
en raak de vergrendelsensor opnieuw
aan.
●Wanneer de vergrendelactie is uitge-
voerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identi-
ficatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gege-
ven.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE)
.book Page 207 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page 273 of 622

2724-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen,
laadvermogen en belading zorg-
vuldig door.
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand ver-
oorzaken als ze in de bagageruimte ver-
voerd worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opber-
gen
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat
de pedalen niet goed kunnen worden
ingetrapt, dat het zicht van de bestuur-
der wordt gehinderd of dat de bestuur-
der of passagiers door voorwerpen
geraakt worden, wat een ongeval kan
veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien
mogelijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte
nooit hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de achterstoelen neer-
klapt geen lange voorwerpen direct
achter de voorstoelen.
●Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen
te vervoeren. Personen dienen plaats
te nemen op een zitplaats en een gor-
del op de juiste manier om te doen.
Anders neemt de kans op ernstig let-
sel bij plotseling remmen of uitwijken
en bij een ongeval sterk toe.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de ach- terstoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking (indien aan- wezig)
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in
het passagierscompartiment bevin-
den, zijn opgeborgen of vastgezet.
■Lading en gewichtsverdeling●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
■Beladen van het imperiaal (indien
aanwezig)
Houd u aan de volgende voorzorgs-
maatregelen:
●Plaats de lading zodanig dat het
gewicht gelijkmatig over de voor- en
achteras is verdeeld.
●Wanneer lange of brede lading wordt
meegenomen, mag nooit de lengte of
breedte van de auto overschreden
worden. ( →Blz. 576)
●Controleer vóór het rijden of de lading
stevig vastzit op het imperiaal.
●Door het laden van voorwerpen op
het imperiaal zal het zwaartepunt van
de auto hoger komen te liggen. Ver-
mijd hoge snelheden, snel optrek-
ken, het maken van scherpe bochten,
plotseling remmen en abrupte
manoeuvres, om te voorkomen dat u
de controle over de auto verliest of
dat de auto over de kop slaat door
een bedieningsfout, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Stop bij het rijden over een lange
afstand, over slechte wegen of met
hoge snelheid af en toe tijdens de rit
om u ervan te verzekeren dat de
lading nog goed vastzit.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 272 Friday, March 22, 2019 11:40 AM

Page:   1-10 11-20 21-30 next >