display TOYOTA SUPRA 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 244 of 512
2443-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Bepaalde informatie van het systeem
kan ook worden weergegeven op het
head-up display.
De ingestelde snelheid wordt ook aan-
gehouden bij hellingafwaarts rijden. Bij
hellingopwaarts rijden is het afhankelijk
van het beschikbare motorvermogen
mogelijk dat de ingestelde snelheid niet
wordt gehaald.
*: indien aanwezig
Bij dit systeem kunt u met de toetsen op
het stuurwiel de gewenste snelheid en
de gewenste afstand tot de voorligger
instellen.
Als de weg vrij is, ho udt het systeem de
ingestelde snelheid aan door de auto
indien nodig automatisch te laten dece-
lereren of accelereren.
Rijdt er een voorligger, dan past het
systeem de snelheid van uw auto aan
om ervoor te zorgen dat de ingestelde
afstand tot de voorligger gehandhaafd
blijft. De snelheid wordt aangepast voor
zover de situatie dat toelaat. De werking van de cruise control kan
afhankelijk zijn van de instellingen van
de auto.
De afstand kan in meerdere stappen
worden ingesteld en is om veiligheids-
redenen afhankelijk van de actuele rij-
snelheid.
Als de voorligger tot stilstand komt en
na korte tijd weer wegrijdt, kan het sys-
teem dit binnen de grenzen van het in
de gegeven omstandigheden moge-
lijke herkennen.
Weergave op het head-up
display
Dit symbool wordt weergegeven
als de ingestelde snelheid is
bereikt.
Beperkingen van het systeem
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik*
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Een auto die niet tegen wegrollen is bevei-
ligd kan in beweging komen en wegrollen.
Er bestaat een kans op ongevallen. Bevei-
lig de auto tegen wegrollen voordat u de
auto verlaat.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de
auto tegen wegrollen te beveiligen:
●Activeer de parkeerrem.
●Stuur bij het parkeren op een helling de
voorwielen van de trottoirband af (hel-
ling omhoog) of naar de trottoirband toe
(helling omlaag).
●Gebruik bij het parkeren op een steile
helling bijvoorbeeld
een wielblok als
extra beveiliging tegen wegrollen.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 244 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 246 of 512
2463-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het controlelampje gaat branden.
De cruise control is actief. De rijsnel-
heid wordt aangehouden en opgesla-
gen als ingestelde snelheid.
De Vehicle Stability Control (VSC)
wordt, indien noodzakelijk, ingescha-
keld.
Houd bij het uitschakelen bij stilstaande
auto gelijktijdig het rempedaal inge-
trapt.
Druk nogmaals op de volgende toets op
het stuurwiel:
De displays worden uitgeschakeld. De
opgeslagen ingestelde snelheid wordt
gewist.
Druk als het systeem is ingeschakeld
op de volgende toets op het stuurwiel:
Houd bij het onderbreken van het sys-
teem bij stilstaande auto gelijktijdig het
rempedaal ingetrapt.
De werking van he t systeem wordt in de volgende situaties automatisch
onderbroken:
Als de bestuurder remt.
Als de selectiehendel uit stand D
wordt gehaald.
Als de tractiemodus wordt geacti-
veerd of als de Vehicle Stability Con-
trol (VSC) wordt uitgeschakeld.
Bij een ingreep van de Vehicle Stabi-
lity Control (VSC).
Als de auto stilstaat, de veiligheids-
gordel wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
Als het systeem gedurende langere
tijd geen objecten heeft gedetec-
teerd, bijvoorbeeld op wegen met
weinig verkeer en zonder duidelijke
afbakening.
Als het detectiegebied van de radar
wordt verstoord door bijvoorbeeld
vuil of zware regenval.
Als de auto gedurende langere tijd
stil heeft gestaan nadat hij door het
systeem tot stilstand is gebracht.
Cruise control in-/uitschakelen
en onderbreken
Inschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Uitschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Handmatig onderbreken
Toets op het stuurwiel.
Automatische onderbreking
Instellen van de snelheid
Aanhouden en opslaan van de
snelheid
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 246 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 249 of 512
249
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Het voertuigsymbool in de afstands-
weergave beweegt weg zodra het
gedetecteerde voertuig wegrijdt. Activeer om te accelereren de ACC
door bijvoorbeeld het gaspedaal kort in
te trappen of de tuimelschakelaar kort
omhoog te bewegen.
Bepaalde informatie van het systeem
kan ook worden weergegeven op het
head-up display.
Afstand 3
Komt overeen met onge-
veer de helft van de rij-
snelheid in meters. Deze
afstand wordt geselec-
teerd als het systeem
voor het eerst wordt
ingeschakeld.
Afstand 4
Systeem onderbroken.
Geen weergave van de
afstandsregeling omdat
het gaspedaal wordt
ingetrapt.
Detectie van een voertuig
SymboolBeschrijving
Groen symbool:
Voorligger gedetec-
teerd. Het systeem
houdt de ingestelde
afstand tot de voorligger
aan.
SymboolBeschrijving
Controle- en waarschuwingslampjes
SymboolBeschrijving
Als het controlelampje
groen brandt, is het sys-
teem actief.
Als het controlelampje
uit is, is het systeem uit-
geschakeld.
Voertuigsymbool knip-
pert:
Er wordt niet meer vol-
daan aan de werkings-
voorwaarden van het
systeem.
Het systeem is gedeacti-
veerd, maar blijft rem-
men tot u zelf het rem- of
gaspedaal intrapt.
Voertuigsymbool en
afstandsbalk knipperen
rood in combinatie met
een geluidssignaal:
Rem af en wijk indien
nodig uit.
Weergave op het head-up dis-
play
Ingestelde snelheid
Dit symbool wordt weergegeven
als de ingestelde snelheid is
bereikt.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 249 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 250 of 512
2503-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De afstandsinformatie is actief onder de
volgende omstandigheden:
Dynamic Radar Cruise Control uitge-
schakeld.
Weergave op het head-up display
geselecteerd, zie blz. 188.
Afstand te kort.
Rijsnelheid hoger dan ongeveer 70
km/h.
Voor meer informatie:
• Camera's, zie blz. 50.
• Radarsensoren, zie blz. 51.
Het detectievermogen van het systeem
en het automatische remvermogen zijn
beperkt.
Tweewielers worden bijvoorbeeld
mogelijk niet gedetecteerd. Het systeem decelereert niet in de vol-
gende situaties:
Bij voetgangers of vergelijkbare
langzame weggebruikers.
Bij een verkeerslicht dat op rood
staat.
Bij kruisend verkeer.
Bij tegemoetkomend verkeer.
Als een ander voertuig plotseling
invoegt, kan het systeem de ingestelde
afstand mogelijk niet automatisch her-
stellen. In sommige omstandigheden is
het ook niet mogelijk om de geselec-
teerde afstand te herstellen als u aan-
zienlijk sneller rijdt dan uw voorligger,
bijvoorbeeld wanneer u een vrachtwa-
gen snel nadert. Als het systeem met
zekerheid een voorligger heeft gedetec-
teerd, verzoekt het u om in te grijpen
door te remmen en indien nodig uit te
wijken.
Afstandsinformatie
Dit symbool wordt weergegeven
als de afstand tot de voorligger te
kort is.
Beperkingen van het systeem
Systeembeperkingen van de senso-
ren
Detectiegebied
Deceleratie
Invoegende voertuigen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 250 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 254 of 512
2543-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Parking Sensors helpt u bij het parke-
ren van de auto. Wanneer objecten
voor of achter de auto langzaam wor-
den genaderd, wordt de bestuurder hier
door geluidssignalen en een weergave
op het regeldisplay op geattendeerd.
Afhankelijk van de uitvoering: objecten
aan de zijkant van de auto die worden
gedetecteerd door de ultrasoonsenso-
ren aan de zijkant kunnen ook worden
gemeld door de flankbeschermings-
functie, zie blz. 257.
De ultrasoonsensoren waarmee de
afstand tot objecten wordt gemeten
bevinden zich in de bumpers en, afhan-
kelijk van de uitvoering, aan de zijkant
van de auto.
De reikwijdte van deze sensoren
bedraagt ongeveer 2 m, afhankelijk van
het object en de omgevingscondities.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de
auto zich op ongeveer 70 cm afstand
van een object bevindt en een aanrij-
ding dreigt.
Bij objecten achter de auto klinkt het
geluidssignaal al eerder, zodra de
afstand minder is dan ongeveer 1,50 m. Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Ultrasoonsensoren in de bumpers.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. 52.
Parking Sensors
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Vanwege de beperkin-
gen van het systeem kan het niet op elke
verkeerssituatie afzonderlijk op de juiste
wijze reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Pas uw rijstijl aan de omstan-
digheden op de weg aan. Houd de ver-
keerssituatie in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als Parking Sensors is geactiveerd en met
een hoge snelheid wordt gereden, kan het
door de fysieke omstandigheden voorko-
men dat u te laat wordt gewaarschuwd. Er
bestaat een kans op letsel of schade.
Matig uw snelheid bij het naderen van een
object. Rijd voorzichtig weg zolang Par-
king Sensors nog niet actief is.
Overzicht
Toets in de auto
Toets Parking Assist-systeem
Sensoren
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 254 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 256 of 512
2563-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Zodra de afstand tot een gedetecteerd
object korter is dan ongeveer 20 cm,
klinkt het geluidssignaal ononderbro-
ken.
Als zich gelijktijdig zowel voor als ach-
ter de auto objecten op een afstand van
minder dan ongeveer 20 cm bevinden,
klinkt een afwisselend ononderbroken
geluidssignaal.
Het onderbroken of ononderbroken
geluidssignaal stopt als de selectiehen-
del in stand P wordt gezet.
Als de auto stilstaat, stopt het onderbro-
ken geluid na korte tijd.
■Volumeregeling
Het volume van het geluidssignaal van
Parking Sensors kan worden ingesteld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Sounds” (geluiden)
4 “Volume settings” (volume-instellin-
gen)
5 “Parking Sensor” (Parking Sensors)
6 Stel de gewenste waarde in.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
De nadering van een object wordt weer-
gegeven op het regeldisplay. Verder
verwijderde objecten worden al weerge-
geven voordat een geluidssignaal klinkt.
Deze weergave verschijnt zodra
Parking Sensors wordt geactiveerd.
Het detectiegebied van de sensoren
wordt in de kleuren groen, geel en rood
weergegeven als er objecten binnen dit
gebied worden gedetecteerd.
Er worden koerslijnen weergegeven om
het inschatten van de benodigde ruimte
te vergemakkelijken.
Als de beelden van de achteruitrijca-
mera worden weergegeven, kan wor-
den overgeschakeld naar het scherm
van Parking Sensors of, indien nodig,
naar een ander scherm met obstakel-
markeringen:
1Duw de controller indien nodig naar
links.
2Bijvoorbeeld “Parking sensors”
(Parking Sensors)
RCTA-functie (Rear Cr oss Traffic Alert),
zie blz.
262: afhankelijk van de uitrus-
ting wordt in de weergave voor Parking
Sensors ook gewaarschuwd voor voer-
tuigen die voor of achter de auto vanaf
de zijkant naderen.
Visuele waarschuwing
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 256 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 258 of 512
2583-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Er worden obstakelmarkeringen weer-
gegeven aan de zijkanten van de auto
ter bescherming van de flanken.
Gekleurde markeringen: waarschu-
wing voor gedetecteerde obstakels.
Grijze markeringen, gearceerd vlak:
er zijn geen obstakels gedetecteerd.
Geen markeringen, zwart vlak: de
omgeving van de auto is nog niet
gescand.
Het systeem toont alleen stilstaande
obstakels die bij het langsrijden al zijn
gedetecteerd door de sensoren.
Als een obstakel vervolgens van plaats
verandert, wordt dit niet gedetecteerd
door het systeem. Als de auto enige tijd
stilstaat, worden de markeringen zwart.
Het gebied naast de auto moet dan
opnieuw worden gescand. Voor meer informatie:
• Ultrasoonsensoren, zie blz. 52.
Bepaalde omstandigheden en objecten
kunnen de ultrasone metingen bemoei-
lijken, zoals:
Obstakels en personen aan de rand
van de rijstrook.
Reeds aangegeven lage objecten,
zoals stoepranden, kunnen in het
blinde bereik van de sensoren
terechtkomen voordat of nadat een
ononderbroken geluidssignaal klinkt.
Als het systeem zijn limiet nadert, kan
zich een vals alarm voordoen.
Schakel om vals alarm te voorkomen
(bijvoorbeeld in een automatische was-
straat, zie blz. 52), het automatisch
activeren van Parking Sensors bij
detectie van obstakels uit.
Display
Beperkingen van de zijdelingse
parkeerhulp
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een risico op een
ongeval. Pas uw rijstijl aan de omstandig-
heden op de weg aan. Houd altijd de ver-
keerssituatie en de omgeving van de auto
in de gaten en grijp in als de situatie dit
vereist.
Systeembeperkingen van de
sensoren
Beperkingen van de ultrasone
metingen
Vals alarm
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 258 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 259 of 512
259
3
3-1. BEDIENING
BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Er wordt een voertuigmelding weerge-
geven.
Er is een storing opgetreden in Parking
Sensors. Laat he
t systeem nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De achteruitrijcamera helpt bij het ach-
teruit inparkeren en bij het manoeuvre-
ren. Hiertoe worden de beelden van de
omgeving achter de auto op het regel-
display weergegeven.
Assistentiefuncties, bijvoorbeeld hulplij-
nen, kunnen ook worden weergegeven
op het display. Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren:
• Achteruitrijcamera.
Voor meer informatie:
Sensoren van de auto, zie blz. 50.
Het systeem wordt automatisch inge-
schakeld als de selectiehendel in stand
R wordt gezet bij draaiende motor.
Het systeem wordt uitgeschakeld zodra
een bepaalde afstand of snelheid wordt
overschreden.
Schakel het systeem indien nodig
opnieuw in.
Storing
Er wordt een wit symbool weer-
gegeven en het detectiegebied
van de sensoren wordt donker
weergegeven op het regel-
display.
Achteruitrijcamera
Principe
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de verant-
woordelijkheid om de verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een kans
op ongevallen. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan. Houd
altijd de verkeerssituatie en de omgeving
van de auto in de gaten en grijp in als de
situatie dit vereist.
Overzicht
Afhankelijk van de uitrusting: toets in
de auto
Toets Parking Assist-systeem
Sensoren
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Automatisch uitschakelen bij
vooruitrijden
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 259 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 260 of 512
2603-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Aan: de led gaat branden
Uit: de led gaat uit.
De parkeerhulpfuncties worden weer-
gegeven op het regeldisplay.
Als de beelden van de achteruitrijca-
mera niet worden weergegeven, wijzig
dan de weergave via Toyota Supra
Command:
1 Kantel de controller indien nodig
naar links of rechts.
2 “Rear view camera ” (achteruitrij-
camera)
De beelden van de achteruitrijcamera
worden weergegeven.
De achteruitrijcamera is ingescha-
keld.
Houd het detectiegebied van de
camera vrij. Uitstekende ladingen of
dragersystemen die niet zijn aange-
sloten op een trekhaakaansluiting
kunnen het detectiebereik van de
camera beperken. Een aantal assistentiefuncties kan
gelijktijdig actief zijn.
De assistentiefuncties kunnen handma-
tig worden geactiveerd.
1
Kantel de controller indien nodig
naar links.
2 Afhankelijk van de uitrusting:
“Camera picture” (camerabeeld)
3
“Parking guide lines” (parkeerrijlij-
nen).
De koerslijnen en dr aaicirkellijnen worden
weergegeven, zie blz.
260.
“Obstacle marking” (obstakelmar-
kering).
Afhankelijk van de uitrusting worden de door
Parking Sensors gedetecteerde obstakels
weergegeven door middel van markeringen,
zie blz.
261.
■Koerslijnen
Aan de hand van de koerslijnen kunt u
de benodigde ruimte bij het parkeren en
manoeuvreren op een vlak wegdek
inschatten.
Afhankelijk van de uitrusting:
handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets van het Parking
Assist-systeem.
De weergave inschakelen via Toyota
Supra Command
Voorwaarden voor werking
Weergave op het regeldisplay
Algemeen
Parkeerhulplijnen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 260 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
Page 262 of 512
2623-1. BEDIENING
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Voor meer informatie:
• Camera's, zie blz. 50.
Als de camera is uitgeschakeld, bijvoor-
beeld als de achterklep is geopend,
wordt het camerabeeld grijs gearceerd.
Zeer lage obstakels en uitstekende
objecten die zich hoger bevinden, zoals
uitstekende randen, kunnen niet door
het systeem worden gedetecteerd.
Afhankelijk van de uitrusting kunnen
ook andere assistentiefuncties gebruik-
maken van gegevens van Parking Sen-
sors.
Houd u aan de aanwijzingen in het
hoofdstuk over Parking Sensors.
De op het regeldisplay weergegeven
objecten kunnen dichterbij zijn dan ze
lijken te zijn. Schat de afstand tot de
objecten niet in op basis van de weer-
gave op het display.
*: indien aanwezig
Bij een onoverzichtelijke uitrit of bij het
verlaten van een parkeervak haaks op
de rijbaan kan di t systeem weggebrui-
kers die van links of rechts naderen
eerder waarnemen dan mogelijk is
vanaf de bestuurdersstoel.
Twee radarsensoren in de achterbum-
per bewaken het gebied achter de auto.
Het systeem geeft het naderen van
andere weggebruikers aan.
Beperkingen van het systeem
Systeembeperkingen van de
sensoren
Camera uitgeschakeld
Detectie van objecten
RCTA (Rear Cross Traffic
Alert)*
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed in
te schatten. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 262 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM