YAMAHA VERSITY 300 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03884*
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
Ververs de remvloeistof elke twee jaar.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_22 CardanolieControleer de machine op olielekkage.√√ √
Verversen.√√√
23
*V-snaarVervangen. Elke 20.000 km
24*Remlichtschakelaars
voor- en achterremWerking controleren.√√√√√ √
25Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
26*Gaskabelhuis en
gaskabelControleer werking en vrije slag.
Stel zo nodig de vrije slag van de gaskabel af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
27*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsWerking controleren.
Richthoek koplamplichtbundel afstellen.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
Page 52 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01139
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de hierboven afgebeelde
stroomlijn- en framepanelen worden verwij-
derd. Neem deze paragraaf door wanneer
een stroomlijn- of framepaneel moet wor-
den verwijderd of aangebracht.1. Stroomlijnpaneel A
1
ZAUM0421
1. Stroomlijnpaneel B
1
ZAUM0422
1. Stroomlijnpaneel C
1
ZAUM0423
Page 53 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
1. Kuipruit
2. Paneel A
1
2
ZAUM0420
1. Paneel B
1
ZAUM0424
1. Paneel C
1
ZAUM0425
Page 54 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAUM0105
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Trek de voetplaatmatten aan beide
kanten van de scooter omhoog.
2. Verwijder het paneel A. (Zie
pagina 6-9 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen.)
3. Verwijder de schroeven in het stroom-
lijnpaneel.4. Maak de koplampstekker en de rich-
tingaanwijzerstekker los.
5. Trek het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Bevestig de koplampstekker en de
richtingaanwijzerstekker.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
3. Breng het paneel A aan.
4. Leg de voetplaatmatten weer terug in
de oorspronkelijke positie.
1. Paneel D
1
ZAUM0426
1. Stroomlijnpaneel A
2. Schroef (× 8)
3. Voetplaatmat (× 2)
3 2 1
ZAUM0427
1. Richtingaanwijzerstekker
2. Koplampstekker
12
ZAUM0428
Page 55 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DAUM0106
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Trek de voetplaatmatten aan beide
kanten van de scooter omhoog.2. Verwijder de schroeven aan beide
kanten van de scooter en neem het
stroomlijnpaneel los.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
2. Leg de voetplaatmatten weer terug in
de oorspronkelijke positie.
1. Voetplaatmat (× 2)
1
ZAUM0435
1. Schroef (× 5)
2. Stroomlijnpaneel B
2
1
ZAUM0430
1. Schroef (× 4)
2. Stroomlijnpaneel B
1
2
ZAUM0429
Page 56 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
DAUM0107
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven en de bouten en
neem het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
en de bouten aan.
DAUM0108
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de schroeven en haal het
windscherm los.2. Verwijder de schroeven en trek het
paneel los zoals getoond.
Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie en breng dan de schroeven
aan.
2. Plaats het windscherm in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroe-
ven aan.
1. Bout (× 2)
2. Stroomlijnpaneel C
3. Schroef (× 4)
132
ZAUM0431
1. Kuipruit
2. Schroef (× 4)
2 1
ZAUM0432
1. Schroef (× 2)
2. Paneel A1
2ZAUM0433
Page 57 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
DAU01535
Paneel B
Verwijderen van het paneelVerwijder de schroef en trek het stroomlijn-
paneel dan los zoals getoond.
Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroef aan.
DAUM0109
Paneel C
Verwijderen van het paneel1. Trek de rechtervoetplaatmat omhoog.2. Verwijder het paneel zoals getoond.
Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij-
ke positie.
2. Leg de voetplaatmat weer terug in de
oorspronkelijke positie.
1. Schroef (× 1)
2. Paneel B
1
2
ZAUM0434
1. Voetplaatmat
1
ZAUM0435
1. Paneel C
1
ZAUM0436
Page 58 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
DAU00494
Paneel D
Verwijderen van het paneelTrek het paneel los zoals getoond.
Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie.
DAU03620
Controleren van de bougie De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte
en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het perio-
dieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afgele-
zen.De bougie verwijderen1. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-8 voor de werkwijze bij ver-
wijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
2. Verwijder de bougiedop.
1. Paneel D
1
ZAUM0437
1. B ougie
1
ZAUM0438
Page 59 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
3. Verwijder de bougie zoals weergege-
ven met behulp van de bougiesleutel
uit de boordgereedschapsset.Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur bij nor-
maal gebruik van de scooter).
OPMERKING:_ De motor is misschien defect als de bougie
een duidelijk andere kleur heeft. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw scooter nakij-
ken door een Yamaha dealer. _2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang de
bougie als dat nodig is.De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
1. Bougiesleutel
1
ZAUM0036
Voorgeschreven bougie:
DR8EA (NGK)
a. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0,6–0,7 mm
a
ZAUM0037
Page 60 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
OPMERKING:_ Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid. _4. Installeer de bougiedop.
5. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAUM0103
Motorolie Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema en wanneer het con-
trolelampje olieverversingstermijn gaat
branden.Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
OPMERKING:_ Zorg dat de scooter rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen. _2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit. Aanhaalmoment:
Bougie:
17,5 Nm (1,75 m·kgf)