YAMAHA WR 125R 2009 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU12348
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12360
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12711
Startknop“”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
1. Lichtsignaalschakelaar “PA S S”
2. Dimlichtschakelaar“/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
4. Claxonschakelaar“”
1. Noodstopschakelaar“/”
2. Startknop“”
U22BD0D0.book Page 5 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 22 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12.)
DAU12870
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 6-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU12890
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. Koppelingshendel
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
U22BD0D0.book Page 6 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 23 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAUM2081
Tankdop Om de tankdop te verwijderen
1. Open het slotplaatje van de tankdop.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
deze 1/4 slag linksom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan wor-
den verwijderd.
Om de tankdop aan te brengen
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel rechtsom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem dan
uit.
3. Sluit het slotplaatje van de tankdop.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-grendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11141
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht. Doorbrandstoflekkage ontstaat brandgevaar.
1. Rempedaal
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
U22BD0D0.book Page 7 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 24 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU13212
Brandstof Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft bereikt.
Omdat brandstof uitzet als deze warm
wordt, kan de warmte van de motor of
de zon ervoor zorgen dat brandstof uit
de brandstoftank stroomt.3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15151
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huidterechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU43421
LET OP
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND LOODVRIJE SUPER-
BENZINE
Inhoud brandstoftank:
8.5 L (2.25 US gal, 1.87 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
de waarschuwingsindicator brand-
stofniveau knippert):
1.6 L (0.42 US gal, 0.35 Imp.gal)
U22BD0D0.book Page 8 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 25 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
DAU13445
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.

Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.

Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.

Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-bracht aan de uitlaatkatalysator.
U22BD0D0.book Page 9 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 26 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU13960
Zadel Verwijderen van het zadel
Verwijder de bouten en neem dan het zadel
los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.2. Plaats het zadel in de oorspronkelijke
positie en draai dan de bouten vast.
OPMERKIN
G
Controleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAU14832
Schokdemperunit afstellen Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
1. Bout
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Stelmoer veervoorspanning
2. Positie-indicator
(b)
(a)
U22BD0D0.book Page 10 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 27 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
Alleen voor WR125R
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.

Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.

Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dealer.
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is. Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
3
Maximum (hard):
7
U22BD0D0.book Page 11 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 28 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU44892
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.

Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U22BD0D0.book Page 12 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 29 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U22BD0D0.book Page 13 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page 30 of 86

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-8
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-9
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-11
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-19, 6-20
U22BD0D0.book Page 1 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >