ESP YAMAHA XMAX 125 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Page 5 of 92
DAUS1172
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
YP125R
HANDLEIDING
©2008 door YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
1e uitgave, Oktober 2008
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk
of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Netherlands.
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 5
Page 54 of 92
1. Oliefilterelement
2. O-ring
3. Oliefilterdeksel
7. Controleer de o-ring op beschadi-
ging en vervang hem indien nodig.
8. Monteer het nieuwe oliefilterelement
en een o-ring.
9. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Zorg dat de o-ring correct aanligt.
10. Breng de onderlegring en de olieaf-
tapplug aan en zet de plug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
11. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de
motor en het uitlaatsysteem zijn afgeko-
eld.
DCA11670
LET OP
●Gebruik geen olie met een “CD”-
dieselspecificatie of een hogere
kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of
hogere aanduiding.
●Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
12. Start de motor, laat deze een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet de
motor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
13. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
14. Stel de indicator olieverversing terug.
(Zie pagina 3-6).
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing:
Zonder vervanging van het
oliefilterelement:
1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
Met vervanging van het
oliefilterelement:
1,50 L (1,59 US qt, 1,32 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 Nm (2,0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 Nm (1,0 m·kgf, 7,2 ft·lbf)
1
2
3
ZAUM0712
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 54
Page 65 of 92
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontrole-
erd. Smeer ook de gaskabel volgens de
intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
DAU23172
Smeren van voor- en
achterremhendels
De scharnierpunten van de voor- en ach-
terremhendels moeten worden gesmeerd
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU23213
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren
1. Zijstandaard
1. Middenbok
1
ZAUM0668
ZAUM0667
1
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
ZAUM0061
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 65
Page 79 of 92
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7
●Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van
doeken of sponzen die in contact
zijn geweest met bijtende of schu-
rende reinigingsmiddelen, oplos-
middelen of thinner, brandstof
(benzine), roestverwijderingsmid-
delen of corrosieremmers, remvlo-
eistof, antivries of elektrolyt.
●Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontsta-
an: afdichtingen (van wiel- en ach-
terbruglagers, voorvork en
remmen), elektrische componen-
ten (kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en ontluch-
tingsslangen.
●Bij scooters met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigings-
middelen voor kunststof laten eve-
neens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn datgeen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild
reinigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek
wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen in de winter worden bestrooid heb-
ben in combinatie met water een zeer
corrosieve werking; handel daarom als
volgt na een rit in een regenbui, nabij de
kust of op bepekelde wegen.
OPMERKING
In de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld. LET OP: Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werking van het zout.
[DCA10791]
2. Breng met een spuitbus een corro-
siewerend middel aan op alle meta-
len delen, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo
corrosie te voorkomen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om verch-
roomde, aluminium en roestvrijstalen
delen te doen glanzen, ook het uitla-
atsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitla-
atsystemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen
delen, ook op verchroomde en ver-
nikkelde componenten, om zo corro-
sie te voorkomen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 79
Page 80 of 92
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
DWA10941
s s
WAARSCHUWING
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de con-
trole over de machine.
●Controleer of er geen olie of was
op de remmen of banden zit. Rei-
nig de remschijven en remvoerin-
gen indien nodig met een normale
remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmid-
del.
●Test voor u de scooter in gebruik
neemt eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten.
DCA10800
LET OP
●Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
●Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen,
behandel deze met een daartoe
bestemd verzorgingsmiddel.
●Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
●Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
●Door wassen, regenachtig weer of
een vochtig klimaat kan de koplam-
plens beslagen raken. Inschakelen
van de koplamp gedurende een kor-
te periode zal helpen bij de verwijde-
ring van het vocht.
DAU36561
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig
tegen stof met een luchtdoorlatende sta-
llinghoes.
DCA10820
LET OP
●Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een dekzeil, zal water en
vocht kunnen binnendringen en
roestvorming veroorzaken.
●Voorkom corrosie door de machi-
ne niet te stallen in een vochtige
kelder, een stal (i.v.m. de aanwe-
zigheid van ammoniakdamp) en in
een opslagruimte voor sterke che-
micaliën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragra-
af “Verzorging” in dit hoofdstuk.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 80
Page 92 of 92
YAMAHA MOTOR ESPAÑA, S.A.
PRINTED IN THE NETHERLANDS
2008.10
(D)
1B9-F819D-D3.QXD 14/10/08 16:51 Página 92