YAMAHA XT1200ZE 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-37
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om het
pictogram van de gewenste voor-
spanningsinstelling te selecteren.
Selecteer uit de volgende 4 picto-
grammen de instelling die overeen-
komt met de beladingssituatie.
Tijdens het afstellen van de voorspan-
ning toont de informatieweergave een
groep punten die in een cirkel bewe-
gen. Wanneer het geselecteerde pic-
togram weer wordt weergegeven, is
het afstellen van de voorspanning vol-
tooid. Tijdens het afstellen van de voorspanning
kan de informatieweergave als volgt wijzi-
gen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid of de motor wordt uitgezet ter-
wijl de voorspanning wordt ingesteld,
gaat het volgende pictogram voor de
voorspanningsinstelling knipperen om
u te waarschuwen dat de huidige
voorspanningsinstelling niet overeen-
komt met het pictogram. Als dit ge-
beurt, moet u de voorspanning
opnieuw afstellen.
Als de machine gaat rijden, gaat het
volgende pictogram voor de voor-
spanningsinstelling knipperen om u te
waarschuwen dat de huidige voor-
spanningsinstelling niet overeenkomt
met het pictogram. Als dit gebeurt,
moet u de machine stoppen en de
voorspanning opnieuw afstellen.
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
1. Alleen bestuurder
2. Bestuurder met bagage
3. Bestuurder met passagier
4. Bestuurder met passagier en bagage
1
2
12
34
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
UBP9D0D0.book Page 37 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 52 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-38
3Als u de voorspanning herhaaldelijk
afstelt, gaat het pictogram voor de
voorspanningsinstelling 4 maal knip-
peren en kunt u de voorspanning niet
afstellen. Wacht ongeveer 6 minuten
totdat de motor van de afstelfunctie
voor de voorspanning is afgekoeld en
probeer de voorspanning vervolgens
opnieuw af te stellen.
Veerd empin g
Binnen elke voorspanningsinstelling zijn er
3 veerdempingsinstellingen: “HARD”
(hard), “STD” (standaard) en “SOFT”
(zacht). Wanneer u de voorspanningsinstel-
ling wijzigt, worden de veerdempingsinstel-
lingen overeenkomstig gewijzigd. (Het
elektronisch verstelbare veringsysteem
wordt automatisch aangepast aan de laatst
ingestelde veerdempingsinstellingen voor
die voorspanningsinstelling.) Als u de veer-
demping nauwkeurig wilt afstellen, kunt u
elke veerdempingsinstelling instellen op 7
verschillende niveaus.
OPMERKING
Als de voorspanningsinstelling niet juist is
voltooid:
De veerdempingsinstelling en het in-
stelniveau knipperen 4 maal en kun-
nen niet worden aangepast als u deze
probeert aan te passen terwijl de ma-
chine stilstaat.
Het pictogram voor de voorspan-
ningsinstelling knippert en de veer-
demping kan niet worden aangepast
als u deze probeert aan te passen ter-
wijl de machine rijdt.
Zorg dat de voorspanning juist is ingesteld
voordat u de veerdemping gaat afstellen.
De veerdemping en het niveau voor de
veerdempingsinstelling afstellen
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU” om de functieweergave te schakelen
naar de afstelfunctie voor de veer-
demping.
GEAR
1
HARD+3
GEAR
N
GEAR
N
GEAR
N
1. Veerdempingsinstelling
2. Niveau veerdempingsinstelling
GEAR
N
HARD+3
2
1
UBP9D0D0.book Page 38 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 53 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-39
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om
“HARD”, “STD” of “SOFT” te selecte-
ren.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
5. Gebruik de selectieschakelaar om het gewenste niveau voor de veerdem-
pingsinstelling te selecteren.
OPMERKING
U kunt de veerdempingsinstelling instellen
op 7 niveaus (+3, +2, +1, 0, –1, –2 en –3).
“+3” is het hardste niveau en “–3” is het
zachtste niveau.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
Als de machine beweegt terwijl u de veer-
demping afstelt, schakelt de informatie-
weergave naar de weergavemodus.
WAARSCHUWING
DWA16421
De achterschok demperunit is gevul d
met stikstof gas on der ho ge druk. Lees
d e on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er verder vanaf.
Stel de schok demperunit niet b loot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan d e gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of b eschad i-
g in g van de cilin der. Scha de aan de
cilin der s zal resulteren in slechte
d em
pin gsprestaties.
1. Functieweergave
2. Afstelling veerdemping
1. Veerdempingsinstelling
1. Niveau veerdempingsinstelling
GEAR
N
STD
0
1
2
GEAR
N
HARD 01
GEAR
N
HARD
+31
1. Afstelling veerdemping
2. Veerdempingsinstelling
3. Pictogram voorspanningsinstelling
GEAR
N
HARD+3
GEAR
1
HARD+3
1
2
3
UBP9D0D0.book Page 39 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 54 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-40
3
Werp een beschad igde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.DAU49704
Ba gag ed ra gers
Deze motorfiets is voorzien van een stan-
daardbagagedrager en een extra bagage-
drager onder het duozadel. De extra
bagagedrager vergroot het laadoppervlak
en laadvermogen van de standaardbaga-
gedrager.
Raadpleeg voor het gebruik van de extra
bagagedrager uw Yamaha dealer.
Stan daar dba gag ed ra ger
Extra bag ag ed ra ger
WAARSCHUWING
DWA15483
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 204 k g (450 l b) voor de
machine niet.
Ga niet zitten op de stan daar d- of
extra bag ag ed ra ger en neem er
nooit een passag ier op mee.
Overschrij d nooit het laa dvermo-
g en van d e standaar dba geg ed ra ger
van 5.0 k g (11 l b).
1. Standaardbagagedrager
1. Extra bagagedrager
1
1
UBP9D0D0.book Page 40 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 55 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-41
3
Overschrij d nooit het laa dvermo-
g en van de extra b ag ag ed ra ger van
5.0 k g (11 l b).
LET OP
DCA16822
Til de machine niet op aan een bag ag e-
d ra ger.
DAU49491
Ba gag eriem bevesti gin g
Er zijn vier bagageriembevestigingspunten
aangebracht onder het duozadel.
1. Bagageriembevestiging
1
UBP9D0D0.book Page 41 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 56 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-42
3
DAU15306
Zijstan daar d
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer dit systeem daarom
re gelmati g en laat het repareren door
een Yamah
a dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU63430
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
UBP9D0D0.book Page 42 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 57 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-43
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De startschakelaar/noodstopschakelaar
moet op “ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
5.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JANEE
JANEE
UBP9D0D0.book Page 43 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 58 of 122
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-44
3
DAU49453
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluitin g
te voorkomen, d ient u te controleren of
d e dop op het g elijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.
LET OP
DCA15432
Het accessoire d at is aangesloten op het
g elijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires ma g niet wor den geb ruikt ter-
wijl de motor uit staat en d e belastin g
ma g niet meer bed ra gen dan 30 W (2.5
A), an ders kan d e zekering d oor bran den
of de accu ontla den raken.
Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact voor accessoires.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires, kan worden gebruikt wanneer de
sleutel in de stand “ON” staat, maar mag
alleen worden gebruikt wanneer de motor
draait.
Ge bruiken van het g elijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Verwijder het deksel van het aansluit- contact. 3. Zet het accessoire uit.
4. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.
5. Draai de sleutel naar “ON” en start de motor. (Zie pagina 5-2.)
6. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi- res
1
1
UBP9D0D0.book Page 44 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 59 of 122
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-1
4
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval
of scha de. Rij d niet met de machine als u een pro bleem he bt g evon den. Als een pro-
b leem niet kan wor den op gelost via d e procedures in d eze handleid ing, laat de ma-
chine dan nazien d oor een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer
de slangaansluitingen. 3-29,
3-31
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Car danolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-15
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-17
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-25,
6-26
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-25,
6-26
UBP9D0D0.book Page 1 Wednesday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 60 of 122
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
Koppelin g • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-19,
6-27
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 6-20,
6-23
Rem- en schakelpe da-
len • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-28
Rem- en koppelin gs-
hend els • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-28
Mi dd enbok, zijstan-
d aar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-29
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
tin g, si gnalerin gssy-
steem en schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-42
ITEM
CONTROLESPAGINA
UBP9D0D0.book Page 2 Wednesday, February 8, 2017 8:35 AM