YAMAHA XVS250 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand wordt
de brandstoftoevoer naar de motor op druk
gebracht. Draai de hendel van de brand-
stofkraan in deze stand nadat de motor
zonder brandstof is komen te staan. De
brandstof stroomt dan rechtstreeks naar de
carburateur, waardoor starten wordt verge-
makkelijkt. Vergeet na starten van de motor
niet de brandstofkraan weer naar “ON” te
draaien (of naar “RES” als u nog niet heeft
bijgetankt).
DAU03839
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten.
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
1. Spits uiteinde over “PRI”PRI:Start-stand
PRI:Start-stand
1. Chokehendel “”
1. Helmbevestiging
2. Ontgrendelen.
U5KRD1.book Page 9 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 22 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00300
Afstellen van de
schokdemperunits Elke schokdemper is uitgerust met een stel-
ring voor veervoorspanning.
DC000015
LET OP:_ Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimuminstel-
waarden te verdraaien. _
DW000040
WAARSCHUWING
_ Geef beide schokdemperunits steeds
dezelfde instelling, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn. _
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai elke stelring in de richting
a om de
veervoorspanning te verhogen en zo de ve-
ring stugger te maken. Draai elke stelring in
de richting
b om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken.
OPMERKING:_ Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper. _CI-10D
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Stand afsteller
Minimum (zacht) 1
Standaard 2
Maximum (hard) 5
U5KRD1.book Page 10 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 23 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00330
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:_ De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.) _
DW000044
WAARSCHUWING
_ Met de motorfiets mag nooit worden ge-
reden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden op-
getrokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de motorrijder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is. _
DAU03720
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
DW000045
WAARSCHUWING
_ Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren. _
U5KRD1.book Page 11 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 24 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
CD-01D
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de zijstandaard-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.Er is mogelijk iets mis met de koppelings-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JAJA NEE
Alles in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
U5KRD1.book Page 12 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 25 of 88
4-1
4
4-CONTROLES VOOR HET STARTEN
DAU01114De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
CO-01D
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul zo nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-7
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-10
VoorremControleer de werking.
Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de vrije slag van de remhendel.
Stel zo nodig bij.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-22–6-24
AchterremControleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel zo nodig bij.6-20–6-24
KoppelingControleer de werking.
Smeer de kabel als dat nodig is.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel zo nodig bij.6-19, 6-28
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en
de kabel en het kabelhuis te smeren.6-16, 6-27
U5KRD1.book Page 1 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 26 of 88
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
4
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer als dat nodig is.6-27
AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel zo nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer als dat nodig is.6-24–6-25
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer als dat nodig is.6-16–6-18
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-28
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-28
ZijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-28
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer als dat nodig is.—
ZijstandaardschakelaarControleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-11 ONDERDEEL CONTROLES PAGINAU5KRD1.book Page 2 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 27 of 88
CONTROLES VOOR HET STARTEN4-3
4
OPMERKING:_ Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. _
DWA00033
WAARSCHUWING
_ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even-
tueel repareren voordat u de machine gebruikt. _
U5KRD1.book Page 3 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 28 of 88
5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU04192*
Starten van de motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-12.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_
1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _1. Spits uiteinde over “ON”
U5KRD1.book Page 1 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 29 of 88
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-9
voor de bediening van de choke.)
5. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:_ Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit
langer dan 10 seconden aaaneen draaien. _
DCA00101
LET OP:_ Als de contactsleutel naar “ON” wordt
gedraaid moet het waarschuwings-
lampje voor motorstoring enkele secon-
den branden en dan doven. Als het
waarschuwingslampje voor motorsto-
ring na starten gaat branden of knippert,
zet dan de motor onmiddellijk af en
vraag een Yamaha dealer het zelfdia-
gnosesysteem te testen. _
6. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
DCA00055
LET OP:_ De motor gaat het langst mee als hij
steeds eerst warmdraait alvorens weg te
rijden. Trek nooit snel op terwijl de mo-
tor nog koud is! _7. Zet de choke uit zodra de motor warm
is.OPMERKING:_ De motor is warm wanneer hij normaal rea-
geert op de gasbediening terwijl de choke
uit is gezet. _
DAU01258
Starten van een warme motor Volg dezelfde procedure als bij starten van
een koude motor, alleen is het gebruik van
de choke niet nodig als de motor warm is.
U5KRD1.book Page 2 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM
Page 30 of 88
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU00423
Schakelen van versnellingen Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:_ Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-
getrokken. _
DC000048
LET OP:_
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep de
motorfiets niet over lange afstan-
den. De versnellingsbak wordt al-
leen afdoende gesmeerd terwijl de
motor draait. Door onvoldoende
smering kan de versnellingsbak
worden beschadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
_
DAU02941
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) De aanbevolen schakelpunten tijdens ac-
celereren staan vermeld in de tabel hierna.CF-01DOPMERKING:_ Wanneer ineens twee versnellingen tegelijk
wordt teruggeschakeld, moet in gelijke
mate snelheid worden geminderd (bijvoor-
beeld minderen tot 35 km/u bij terugscha-
kelen van de 4e naar de 2e versnelling). _
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1e→
2e
2e→
3e
3e→
4e
4e→
5e23
36
50
60
U5KRD1.book Page 3 Thursday, January 30, 2003 4:37 PM