YAMAHA YZF-R6 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Page 101 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-44
6
OPMERKING:_ Om de drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de kop
van de drukclip; steek dan de drukclip in de
kap van de parkeerlichtgloeilamp en druk
de uitstekende pen naar binnen tot deze
gelijk ligt met de kop van de clip. _
DAU03730
Remlicht/achterlicht Deze motorfiets is uitgerust met een LED
type remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven los te
halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
DCA00065
LET OP:_ Zet de schroef niet overdreven strak
vast, anders kan de lamplens breken. _
1. Drukclip
2. PinNa het verwijderen
Voor het installeren
1. Schroef
U5SLD0.book Page 44 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 102 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-45
6
DAU04574
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU01579
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
1. Schroef (× 2)
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Lampeenheid kentekenverlichting
U5SLD0.book Page 45 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 103 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-46
6
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de swingarm.
DAU04956
Voorwiel Verwijderen van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasbout los en draai dan
de wielasklembouten en vervolgens
de remklauwbouten los.2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-45.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bouten los te
halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.1. Klembout voorwielas (× 4)
1. Remslanghouder
2. Remklauw
3. Wielasbout
4. Bout (× 3)
U5SLD0.book Page 46 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 104 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-47
6
5. Verwijder de wielasbout, trek de wie-
las uit en verwijder dan het wiel.
DCA00046
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl de rem-
klauwen zijn losgehaald, anders worden
de remblokken tegen elkaar vastge-
klemd. _
DAU05021
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
4. Monteer de achterremklauwen door
de bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.OPMERKING:_ Kijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd. _5. Monteer de remslanghouders door de
bouten aan te brengen.
6. Zet de wielas vast door de wielasbout
aan te brengen en dan de wielas aan
te draaien met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING:_ Houd bij het aandraaien van de wielas de
wielasbout tegen om te voorkomen dat
deze meedraait. _
1. Wielas
Aanhaalmoment:
Remklauwbout:
40 Nm (4,0 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Wielas:
91 Nm (9,1 m·kgf)
D_5sl_Periodic.fm Page 47 Thursday, October 17, 2002 2:14 PM
Page 105 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-48
6
7. Draai de wielasklembout B aan en zet
dan de klembout A vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Zet de klembout B vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
9. Tik met een rubber hamer tegen de
buitenkant van de linker vorkpoot om
deze in lijn te brengen met het uiteinde
van de wielas.10. Draai de wielasklembout D aan en zet
dan de klembout C vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
11. Zet de klembout D vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
12. Bekrachtig de voorrem en duw het
stuur een paar keer stevig op en neer
om te zien of de voorvork correct
werkt. 1. Klembout voorwielas A
2. Klembout voorwielas B
3. Klembout voorwielas C
4. Klembout voorwielas D
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
18 Nm (1,8 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
18 Nm (1,8 m·kgf)
D_5sl_Periodic.fm Page 48 Thursday, October 17, 2002 2:14 PM
Page 106 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-49
6
DAU04947
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer los.2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-46.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer los aan beide zij-
den van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten voor de aandrijf-
ketting helemaal richting
a.
6. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _
1. Wielasmoer
2. Stelbout van de doorbuiging aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Remklauw
5. RemklauwsteunU5SLD0.book Page 49 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 107 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-50
6
7. Ondersteun de remklauwsteun, trek
de wielas uit en verwijder dan het wiel.
DCA00048
LET OP:_ Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders worden de remblokken tegen el-
kaar vastgeklemd. _
DAU04948
Aanbrengen van het achterwiel
1. Monteer het wiel en de remklauw-
steun door de wielas vanaf de linker-
zijde in te steken.OPMERKING:_
Zorg ervoor dat de borging op de rem-
klauwsteun in de sleuf in de achter-
vork valt.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
_
2. Breng de aandrijfketting aan over het
achtertandwiel en stel dan de aandrijf-
ketting strak. (Zie pagina 6-33 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)
3. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op de
grond rust.
4. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Wielas
1. Aanslag
2. Sleuf
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
110 Nm (11,0 m·kgf)
U5SLD0.book Page 50 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 108 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-51
6
DAU03087
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.U5SLD0.book Page 51 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 109 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-52
6
DAU02990
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
DW000125
WAARSCHUWING
_ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. _
CT-1AD
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. BrandstofControleer het
brandstofniveau
in de brandstoftank.Er is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij. De motor start niet. Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.Draai de gasgreep tot
halverwege open en bedien
de elektrische startknop.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en laad
de accu als dat nodig is.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer
de machine te controleren.
U5SLD0.book Page 52 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM
Page 110 of 130
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-53
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
_
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
_CT-2ADOPMERKING:_ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. _ Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
U5SLD0.book Page 53 Wednesday, September 18, 2002 11:03 AM