BMW MOTORRAD K 1200 S 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: BMW MOTORRAD, Model Year: 2007, Model line: K 1200 S, Model: BMW MOTORRAD K 1200 S 2007Pages: 165, PDF Size: 2.78 MB
Page 61 of 165

het contact uit- en weer inge-
schakeld worden.Als de ASC-waarschu-
wingslamp nog steeds
brandt nadat het contact is
uit- en ingeschakeld en daarna
nog meer dan 10 km/h is
gereden, dan is een ASC-storing
aanwezig.KoppelingKoppelingshendel
instellen
Wordt de stand van het
koppelingsvloeistofreservoir
veranderd, dan kan er lucht in het
systeem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het afstellen van de kop-
pelingshendel tijdens het
rijden kan tot ongevallen leiden.
De koppelingshendel alleen afstellen als de motorfiets
stilstaat.
Stelbout 1rechtsom draaien.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemakke-
lijker worden verdraaid, wanneer
u tegelijkertijd de koppelingshen-
del naar voren drukt.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt gro-
ter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt klei-
ner.
RemRemhendel instellen
Als de stand van het rem-
vloeistofreservoir wordt ver-
anderd, kan er lucht in het rem-
systeem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het afstellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen afstellen als
de motorfiets stilstaat.
Stelbout 1rechtsom draaien.
459zBediening
Page 62 of 165

De stelschroef heeft een
arretering en kan gemakke-
lijker worden verdraaid, wanneer
u tegelijkertijd de remhendel naar
voren drukt.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt kleiner.
SpiegelsSpiegel verstellenSpiegel door licht drukken op
de rand in de gewenste stand
brengen.
VeervoorspanningInstellingDe veervoorspanning van het
achterwiel moet aan de belading
van de motorfiets worden aan-
gepast. Een verhoging van de
belading vereist een verhoging
van de veervoorspanning, min-
der gewicht een overeenkomstig
lagere veervoorspanning.Veervoorspanning
achterwiel instellenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is. Niet-optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoorspan-
ning aanpassen.
Het instellen van de veer-
voorspanning tijdens het
rijden kan tot ongevallen leiden.
De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
Om de veervoorspanning te
verhogen, handwiel 1in de
richting van de pijl HIGH draai-
en.
460zBediening
Page 63 of 165

Om de veervoorspanning te
verlagen, handwiel1in de rich-
ting van de pijl LOW draaien.
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
De draaiknop tot de aanslag
in de richting van pijl LOW
en vervolgens 13 klikken
in de richting van pijl HIGH
draaien (Volle tank, met berij-
der 85 kg)DempingInstellingDe demping moet aan de veer-
voorspanning worden aangepast.
Een verhoging van de veervoor-
spanning vereist een stuggere
demping, een verlaging van de
veervoorspanning een zachtere
demping.
Demping achterwiel
instellenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Demping met boordgereed-
schap via de stelbout 1instel-
len. Voor een stuggere demping,
stelschroef
1in de richting van
pijl H draaien
Voor een soepelere demping,
stelschroef 1in de richting van
pijl S draaien.
Basisinstelling achterwiel-
demping
De stelschroef tot de aanslag
in de richting van pijl H en
vervolgens anderhalve om-
wenteling in de richting van
pijl S draaien (Sologebruik
met een persoon 85 kg)
461zBediening
Page 64 of 165

Elektronische
demperinstelling
ESA
SU
InstellingenMet behulp van de elektronische
demperinstelling ESA kunt u uw
motorfiets op comfortabele wijze
aanpassen aan de verschillende
beladingssituaties en ondergron-
den.
De demperinstelling wordt in het
multifunctionele display in het ge-
deelte1weergegeven, de veer-
voorspanning in het gedeelte 2.
Gedurende de weergave van de ESA-waarden wordt de weergave
van de kilometerteller niet weer-
gegeven. Drie veervoorspannin-
gen kunnen met drie demperin-
stellingen worden gecombineerd,
om de motorfiets optimaal aan
de belading en de ondergrond
aan te passen.
Instelling van de
veervoorspanningDe ESA-regeleenheid is met een
overbelastingszekering uitge-
rust, die bij te hoog stroomver-
bruik de instelprocedure voor de
veervoorspanning onderbreekt.
Vooral bij lage temperaturen en
hoge belading kan kortstondig
een verhoogd stroomverbruik en
zodoende onderbreking van de
instelprocedure optreden.
BMW Motorrad adviseert, bij
temperaturen onder 0 °C een
duopassagier pas te laten op-
stappen nadat de instelling voor
rijden met duopassagier is vol-
tooid. Evenzo adviseert BMW
Motorrad bij een zeer lange ver-
stelslag (verstelling van "rijden
zonder passagier" naar "rijden
met duopassagier en bagage")
de motorfiets te ontlasten.
De ESA-melding knippert tot de
instelprocedure is afgesloten.
Een onderbroken instelprocedure
wordt automatisch voorgezet, zo-
dra het stroomverbruik daalt, bijv.
door de hierboven beschreven
maatregelen.
Instelling oproepenContact inschakelen.
462zBediening
Page 65 of 165

Toets1bedienen.
De actuele instelling wordt
weergegeven.
De melding verdwijnt na enkele
seconden automatisch.Demping instellenContact inschakelen.
De demping kan tijdens het
rijden worden ingesteld. Toets
1bedienen.
Actuele instelling wordt weer-
gegeven.
Toets 1steeds eenmaal bedie-
nen.
Uitgaande van de actuele stand
worden achtereenvolgens aange-
geven:
COMF
comfortabele demping
NORM
normale demping
SPORT
sportieve demping
Worden geen wijzigingen uitge-
voerd, dan wordt de demping
zoals weergegeven ingesteld.
Veervoorspanning
instellenMotor starten. De veervoorspanning kan
niet tijdens het rijden wor-
den ingesteld.
Toets 1bedienen.
Actuele instelling wordt weer-
gegeven.
Toets 1ingedrukt houden, tot
de aanduiding verandert.
Uitgaande van de actuele stand
worden achtereenvolgens aange-
geven:
463zBediening
Page 66 of 165

Solo
Solo met bagage
Met passagier (en bagage)
Worden geen wijzigingen meer
uitgevoerd, dan worden de
veervoorspanning en eventu-
eel de demping zoals weerge-
geven ingesteld. De weergave
knippert, terwijl de veervoor-
spanning wordt ingesteld.
Voordat verder wordt gereden
de instelprocedure (weergave
knippert) afwachten.
BandenBandenspanning
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is. Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de motorfiets en
reduceert de levensduur van de
banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snelheden
door de centrifugaalkracht vanzelf
open te gaan.
Om een plotseling bandenspan-
ningsverlies te voorkomen, me-
talen ventieldopjes met rubberaf-
dichting gebruiken en deze goed
aandraaien.
De correcte bandenspanning
aan de hand van de volgende
gegevens controleren.
Bandenspanning voor
2,5 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden) Bandenspanning voor
2,5 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden) Bandenspanning achter
2,9 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden)
2,9 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden)
Als de bandenspanning te laag is: Bandenspanning corrigeren.
KoplampKoplampafstelling rechts-/
linksrijdend verkeerBij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van de
464zBediening
Page 67 of 165

motorfiets is afgegeven, verblindt
het asymmetrische dimlicht het
tegemoetkomende verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan de
betreffende omstandigheden aan
te laten passen.Universeel plakband be-
schadigt het kunststofglas.
Om beschadiging van het kunst-
stofglas te voorkomen contact
opnemen met een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.Koplampafstelling en
veervoorspanningDe lichtbundel blijft in de regel
constant door de aanpassing van
de veervoorspanning aan de be-
ladingstoestand.
Alleen bij zeer zware belading
kan de aanpassing van de veer-
voorspanning ontoereikend zijn.
In dit geval moet de koplampaf- stelling worden aangepast aan
het gewicht.
Twijfelt u aan de correc-
te koplampbasisinstelling,
gaat u dan naar een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.
Koplamphoogteverstelling1 Koplamphoogteverstelling
Bij zeer zware belading kan de
aanpassing van de veervoorspan-
ning ontoereikend zijn. Om de
tegenliggers niet te verblinden
kan de koplamp worden versteld
met de zwenkhendel. A
Normale stand
B Stand bij zware belading
BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
465zBediening
Page 68 of 165

De sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.
Buddyseat daarbij als onder-
steuning naar beneden druk-
ken.Buddyseat achter oplichten.
Als de buddyseat op een
ruw oppervlak wordt ge-
legd, kunnen de zijkanten be-
schadigd worden.
De buddyseat met de beklede
zijde op een gladde en schone
ondergrond leggen, bijv. op de
tank.
De sleutel loslaten en de bud-
dyseat naar achteren uit de
houder trekken.
Buddyseat aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt geduwd,
bestaat het gevaar dat hij van de
standaard wordt gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
Buddyseat naar voren in de
houders 1drukken.
466zBediening
Page 69 of 165

Buddyseat door de vergren-
deling krachtig naar beneden
duwen.
Buddyseat vergrendelt hoor-
baar.HelmhaakHelm aan motorfiets
beveiligenBuddyseat verwijderen. ( 65)Helm met behulp van de als
speciale accessoire verkrijgba-
re staalkabel aan één van de
helmhaken
1of 2bevestigen. De kinbandsluiting kan de
bekleding beschadigen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
Daartoe de staalkabel door de
Helm leiden en kabelogen over
de houder schuiven.
Buddyseat aanbrengen ( 66)
467zBediening
Page 70 of 165

BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de bud-
dyseat bevinden zich de lus-
sen1ter bevestiging van baga-
gebanden. In combinatie met de
ogen 2aan de handgrepen kan
bagage op de duo-buddyseat
worden vastgezet.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen. ( 65) Buddyseat omdraaien.
Lussen
1uit de houder 3trek-
ken en naar buiten leggen.
In de lussen kunnen bagage-
banden worden bevestigd.
Buddyseat aanbrengen ( 66)
468zBediening