display CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2015Pages: 308, PDF Size: 14.03 MB
Page 34 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
32
VERkLIkkERLAMPJES
Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
STOP
brandt, in
combinatie
met een ander
verklikkerlampje
en een melding
op het display.
ernstige storingen
in combinatie met
de verklikkerlampjes
" r emvloeistofniveau",
"Motoroliedruk
en -temperatuur",
"
k oelvloeistoftemperatuur",
"
e lektronische
remdrukregelaar",
"
s tuurbekrachtiging". Stop onmiddellijk. Zet het contact af. Laat de
auto controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Handrem /
Remvloeistofniveau
/ EBD
brandt.
een aangetrokken of niet
goed vrijgezette handrem. Zet de handrem vrij, het verklikkerlampje zal
uitgaan.
brandt. een te laag vloeistofniveau. Vul de door CI
tro Ë n voorgeschreven
remvloeistof bij.
blijft branden,
ondanks correct
niveau, in
combinatie met het
verklikkerlampje ABS.een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (
e BD).Stop onmiddellijk. Zet het contact af.
Laat de auto controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
motorolietemperatuur
gaat branden
tijdens het
rijden.
een te lage druk of een te
hoge temperatuur.Zet de auto stil, zet het contact af en laat de motor afkoelen.
Controleer het niveau met de peilstok.
Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
blijft branden,
ondanks
correct niveau. een ernstige storing.
Laat de auto controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij elke start gaat een aantal verklikkerlampjes branden ter controle. D\
eze lampjes gaan meteen weer uit.
Als een verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden of gaat knip\
peren, wordt het een waarschuwing.
Dit kan gebeuren in combinatie met een geluidssignaal en een melding op \
het display.
n
egeer deze waarschuwingen niet.
Cockpit
Page 35 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
33Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
koelvloeistoftemperatuur
en -niveau
brandt en
wijzer in het
rode gebied. een abnormale verhoging
van de temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
koelvloeistof afkoelen. Controleer visueel het
niveau.
knippert. een te laag
koelvloeistofniveau. Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Service blijft kort
branden.
kleine storingen of
waarschuwingen.
r
aadpleeg het "Logboek meldingen" op het
display.
Als uw auto is voorzien van een boordcomputer
of een display: zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
blijft branden. ernstige storingen.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
brandt en gaat
vervolgens
knipperen. dat de bestuurder en/
of de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet
hebben vastgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal en blijft
vervolgens branden.dat de bestuurder en/
of de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet hebben
vastgemaakt terwijl de auto rijdt.trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren.
Zie in rubriek 5
het gedeelte "Veiligheidsgordels".
ECO brandt
permanent.
dat de functie stop & start
de motor in de sto P-stand
heeft gezet nadat de auto
tot stilstand is gekomen
(verkeerslichten, files, overig...).Zodra u wilt wegrijden, gaat het lampje uit en
wordt de motor automatisch opnieuw gestart
(
st
A
rt
-stand).
knippert
enkele
seconden
en gaat
vervolgens uit. dat de
sto
P-stand tijdelijk
niet beschikbaar is.
of
dat de
st
A
rt
-
stand automatisch is
ingeschakeld. Zie in rubriek 3
het gedeelte " s top & s tart".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 37 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
+
ABS
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
35Verklikkerlampje statussignaleertOplossing - actie
Stuurbekrachtigingbrandt.een storing in het
systeem.De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.Laat de auto controleren door het CItroËn-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Geopend
portier brandt in combinatie
met melding op het
display. een niet goed
gesloten portier.
Controleer of alle portieren goed zijn gesloten.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem.De conventionele werking van het remsysteem
blijft behouden.
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ESP knippert.
een ingreep van de
A
sr of de es C.
Het systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal over de
wielen en verbetert zo de koersvastheid van de auto.
Zie in rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het
systeem.
Bijv
.: een te lage
bandenspanning. Bijv.: controleer de bandenspanning.
Laat de auto controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
(wielsensor, hydraulisch regelorgaan, ...).
Bandenspanning
te laag
brandt. een te lage spanning
van een of meerdere
banden.Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden
te worden uitgevoerd.
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje
Service
en, afhankelijk van de
uitrusting, de weergave
van een melding.
een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem
of het niet-detecteren van de
sensor van een van de wielen.De bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter brandt.
een storing in het
roetfilter (niveau
brandstofadditief, kans
op verstopping, ...).Laat het filter controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 39 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
37
Pictogram op het
displaystatus signaleert
Oplossing - actie
Snelheidsregelaarbrandt.dat de snelheidsregelaar is
geselecteerd Handmatig selecteren.
Zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
Snelheidsbegrenzerbrandt.dat de snelheidsbegrenzer
is geselecteerd. Handmatig selecteren.
Zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
Opschakelindicatorbrandt.
een schakeladvies, waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de omstandigheden van
de weg of de verkeersdrukte.om het brandstofverbruik te verlagen, schakelt u de
aanbevolen versnelling in (handgeschakelde versnellingsbak).
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het
wel of niet opvolgen van deze aanwijzing.
Voorgloeien
dieselmotor brandt.dat voorgloeien van de
dieselmotor noodzakelijk is
(koude omstandigheden). Wacht tot het lampje uit is alvorens de motor te
starten.
Water in het
brandstoffilterbrandt, in
combinatie met
een melding
op het display.de aanwezigheid van water
in het brandstoffilter.Laat het filter onmiddellijk aftappen door het
CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Controles".
V olgens land van bestemming.
Onderhoudssleutelbrandt. een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Zie het overzicht met controlepunten in het
garantie- en onderhoudsboekje.Maak een afspraak voor een onderhoudscontrole bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
klok
knippert. het instellen van de tijd. Gebruik de linkerknop van het
instrumentenpaneel.
Zie in rubriek 3
het gedeelte "Cockpit".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 40 of 308

+
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
38
Additief AdBlue®
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Additief AdBlue" voor meer informatie over het bijvullen.
WaarschuwingenInformatieOplossing - actie
1
e waarschuwingsniveau
Bij het aanzetten van het contact klinkt een geluidssignaal.
De tijdelijke waarschuwingen worden altijd weergegeven
bij het aanzetten van het contact en tijdens het rijden.
De afnemende actieradius wordt weergegeven,
van 2400 km (1500 mijl) tot 600 km (375 mijl).
De actieradius wordt elke 300 km (200 mijl) bijgewerkt.
De actieradius van de resterende vloeistof in het
additiefreservoir bedraagt minder dan 2400 km
(1500
mijl).
Vul de benodigde hoeveelheid additief AdBlue
® bij
met een bidon of meerdere flacons.
2
e waarschuwingsniveau
Bij het aanzetten van het contact klinkt een
geluidssignaal.
De tijdelijke waarschuwingen (elke 30
seconden)
worden altijd weergegeven bij het aanzetten van
het contact en tijdens het rijden.
De actieradius wordt weergegeven, van 600
km
(375
mijl) tot 0 km, en wordt vervolgens elke 50 km
(30
mijl) bijgewerkt. Vul zo snel mogelijk het additief AdBlue
® bij
en wacht niet tot de motor niet meer kan worden
gestart.
o
p het
display.
tijdelijk weergegeven: "
no
st
A
rt
I
n
".
o
p het
touchscreen.
s
electeer: -
"
r
ijhulpsysteem".
-
"Diagnose". De actieradius wordt weergegeven.
3
e waarschuwingsniveau
Het reservoir van het additief AdBlue® is leeg. De motor kan niet meer worden gestart.
Vul minimaal 3,8
liter AdBlue® bij.
Cockpit
Page 45 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
43
ONDERHOUDSINDICATOR
De onderhoudsindicator informeert de bestuurder
over de afstand tot de volgende onderhoudscontrole,
afhankelijk van het gebruik van de auto.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is meer dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 4800 km. Als
het contact wordt aangezet geeft het display
gedurende enkele seconden het volgende aan:
enkele seconden na het aanzetten
van het contact geeft de teller eerst het
oliepeil (afhankelijk van de uitvoering)
en vervolgens weer de normale
kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder dan 1000 km
elke keer dat het contact wordt aangezet
knippert de sleutel en de resterende
kilometers worden aangegeven:
enkele seconden na het aanzetten van
het contact, wordt het oliepeil aangegeven
(afhankelijk van de uitvoering), geeft
de teller vervolgens weer de normale
kilometerstand en de stand van de
dagteller aan en blijft de sleutel branden.
Dit om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is overschreden
Werking
Als het contact wordt aangezet,
gaat gedurende enkele seconden
het sleutelsymbool branden. De
kilometerteller geeft de resterende
kilometers (afgerond) tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole
aan.
Het onderhoudsinterval wordt
berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
-
het aantal afgelegde kilometers,
-
de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole. Afhankelijk van de
gebruiksgewoonten van de
bestuurder kan de factor tijd
worden meegewogen bij de nog af
te leggen kilometers. Bij draaiende motor blijft de sleutel
branden totdat de onderhoudscontrole
is uitgevoerd.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor brandt in dit geval, als het
contact aan staat, het verklikkerlampje
s
ervice permanent.
elke keer als het contact
wordt aangezet, gaat de
sleutel gedurende enkele
seconden knipperen en geeft
de teller het aantal kilometers
aan dat er te veel gereden is.
Bij de uitvoeringen met een
BlueHDi-dieselmotor kan de
sleutel ook eerder gaan branden,
afhankelijk van de mate van vervuiling
van de motorolie. De vervuiling van
de motorolie is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 46 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
44
Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel
dan de auto en wacht minimaal
vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Motorolieniveaumeter
Afhankelijk van de motoruitvoering van
uw auto wordt bij het aanzetten van het
contact eerst de onderhoudsindicator
weergegeven en vervolgens
gedurende enkele seconden het
motorolieniveau. Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding
"OIL" knippert in
combinatie met het
verklikkerlampje
service, een geluidssignaal en
een melding op het display, is het
motorolieniveau te laag, waardoor
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te
laag is, moet olie worden bijgevuld.
Storing
motorolieniveaumeter
Als de aanduiding
"OIL--" knippert,
duidt dit op een
storing in de motorolieniveaumeter.
r
aadpleeg het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats
e
en controle van het olieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op
een vlakke, horizontale ondergrond
staat en de motor minstens
30
minuten niet heeft gedraaid. Oliepeilstok
A
= maxi, het oliepeil mag nooit
boven dit niveau uitkomen. e en
te hoog oliepeil kan schade aan
de motor veroorzaken.
raadpleeg in dat geval
zo snel mogelijk het
CI
tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
B = mini, als het oliepeil niet
boven dit niveau uitkomt, moet
het voor de motor van uw auto
voorgeschreven type motorolie
worden bijgevuld via de vuldop.
Dimmer dashboardverlichting
Druk, terwijl het contact
aan is, de knop in tot de
nullen verschijnen.
Druk, tijdens het branden
van de verlichting, op de
knop om de sterkte van
de dashboardverlichting
te veranderen. Als de
verlichting de zwakste (of
felste) stand heeft bereikt,
laat dan de knop los en druk deze
vervolgens opnieuw in om de verlichting
weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Op 0 zetten
Het CItroËn-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats zet
de onderhoudsindicator na elke
onderhoudscontrole weer op 0.
Als u zelf de onderhoudscontrole
van uw auto hebt uitgevoerd, kan de
onderhoudsindicator op de volgende
wijze op 0
gezet worden:
-
zet het contact af,
-
druk op de resetknop van de
dagteller en houd deze ingedrukt,
-
zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen.
Laat de knop los als de
onderhoudsindicator "
=0" aangeeft; de
sleutel verdwijnt.
Cockpit
Page 52 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
50
Overgang naar de START-stand van
de motorHet verklikkerlampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt
gestart:
-
bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
trapt u het
koppelingspedaal volledig in,
-
bij een gestuurde
handgeschakelde
6-versnellingsbak
:
●
met de selectiehendel in stand
A
of M, wanneer u het rempedaal
loslaat.
●
of met de selectiehendel in stand
N
en het rempedaal los, wanneer
u de selectiehendel in stand A of
M zet,
●
of wanneer u de
achteruitversnellin
g inschakelt.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak
in de
sto P-stand een versnelling
inschakelt maar daarbij het
koppelingspedaal niet volledig intrapt,
gaat er een verklikkerlampje branden
of wordt er een melding weergegeven
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders
de motor niet gestart kan worden. Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Voor uw veiligheid of comfort wordt de
stA
rt
-stand automatisch geactiveerd
als:
-
u het bestuurderportier opent,
-
de veilig
heidsgordel van de
bestuurder los wordt gemaakt,
-
de snelheid van de auto hoger is dan
25
km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak en hoger dan
11
km/h bij een gestuurde
handgeschakelde 6-versnellingsbak,
-
bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand accu,
motortemperatuur, rembekrachtiging,
buitentemperatuur enz.) dit niet
toelaten.
In dit geval knippert het
lampje "ECO" enkele
seconden om vervolgens te
doven.
Dit is volkomen normaal.Uitschakelen
u kunt deze functie op elk willekeurig
moment uitschakelen door de
schakelaar "ECO OFF" in te drukken.
Het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display.
Als u het systeem met de motor in de
st
o P-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct weer gestart.
stop & start
Page 55 of 308

Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
53
HILL START A SSIST
Deze aan de dynamische
stabiliteitscontrole gekoppelde functie
(ook bekend onder de naam HHC (Hill
Holder Control)) vereenvoudigt het
wegrijden op een helling. Het systeem
wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
de hellin
g moet steiler zijn dan 5%,
-
bij het omhoog rijden op een
hellin
g moet de versnellingsbak
in de neutraalstand staan of
moet een andere versnelling
dan de achteruitversnelling zijn
ingeschakeld,
-
bij het afdalen van een helling moet de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt,
hebt u zodra u het rempedaal loslaat
ongeveer 2
seconden de tijd om,
zonder dat de auto de helling af begint
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de
remdruk geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk
dat de remmen hoorbaar zijn, het
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill start Assist wordt
gedeactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
-
als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
-
als de handrem wordt
aangetrokken,
-
als de motor wordt afgezet,
-
als de motor afslaat. In het geval van een storing
in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding ter bevestiging
op het display. Laat het systeem
controleren door het CI
tro Ë n -netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
starten en stoppen
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 58 of 308

56
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
LED-DAGRIJVERLICHTING
Mistachterlichten
(amberkleurig, draai de ring
2 standen naar voren).
Mistlampen vóór (groen, draai
de ring 1
stand naar voren).
Deze worden ingeschakeld
door deze ring naar
voren te draaien en
uitgeschakeld door de ring
naar achteren te draaien.
Het branden van de mistlampen
wordt aangegeven door een
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Vergeet niet de mistlampen uit te
zetten zodra ze niet meer nodig
zijn.
De automatische verlichting schakelt
het mistachterlicht uit, maar de
mistlampen vóór blijven branden.
Draai de ring twee
standen naar achteren
om achtereenvolgens
het mistachterlicht en de
mistlampen vóór te doven.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Bij mist of sneeuwval kan de
lichtsensor voldoende licht
waarnemen, waardoor de lichten
niet automatisch zullen worden
ingeschakeld.
s chakel indien nodig het
dimlicht handmatig in.
Dek de lichtsensor, die zich
achter de binnenspiegel op de voorruit
bevindt, niet af. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische
verlichting en ruitenwissers.
Inschakelen
Draai de ring in de stand AUTO. Bij het
inschakelen van de functie verschijnt
een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring naar voren of naar
achteren. Bij het uitschakelen van de
functie verschijnt een melding op het
display.
De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld
als de verlichting met de
lichtschakelaar wordt bediend.
Het parkeerlicht en
het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende
is en als de ruitenwissers wissen. De
verlichting wordt uitgeschakeld als
de lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is of het wissen is gestopt.
Deze functie is niet mogelijk in
combinatie met verlichting overdag.
Als de motor wordt gestart, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of
grootlicht handmatig of automatisch
wordt ingeschakeld, gaat de
dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van
verlichting overdag niet wettelijk
verplicht is, kunt u de functie in- of
uitschakelen via het configuratiemenu.
Als in de daarop volgende 30
minuten
niet wordt ingegrepen, treedt de eco-
mode in werking. om te voorkomen
dat de accu leeg raakt. De functies
komen dan in een standby-stand en
het acculampje knippert.
De eco-mode heeft geen effect op het
branden van de parkeerlichten.
Bij helder of regenachtig weer, zowel
overdag als 's nachts, is het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers en
daarom niet toegestaan.
Zie in rubriek 8 het gedeelte
"Accu".
Mistlampen vóór/mistachterlicht
Deze branden in combinatie met
parkeer- en dimlicht.
stuurkolomschakelaars