sensor CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017Pages: 292, PDF Size: 9.84 MB
Page 124 of 292

122
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
ACTIVE CITy BRAkE
Active City Brake is een rijhulpfunctie
die beoogt een frontale aanrijding te
voorkomen of de snelheid van een
frontale aanrijding te verminderen
wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende
intrappen van het rempedaal).Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden en de
afstand tot en de snelheid van andere
weggebruikers blijven inschatten.
Active City Brake is slechts een
hulpsysteem; de bestuurder moet altijd
attent blijven. Bekijk de lasersensor nooit
met een optisch instrument
(vergrootglas, microscoop enz.) op
een afstand van minder
dan 10 cm: kans op oogletsel.
Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een
lasersensor boven aan de voorruit
voertuigen die in dezelfde richting
rijden of die vóór de auto stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto
automatisch af om een aanrijding met
de voorligger te voorkomen.
Dit automatische noodremsysteem
remt later af dan de bestuurder
normaal gesproken zou doen. Het
systeem grijpt dus alleen in als de
kans op een aanrijding groot is.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
●
het contact is aangezet,
●
de auto rijdt vooruit,
●
de snelheid ligt tussen ongeveer 5
en 30 km/h,
●
de remhulpsystemen (ABS, EBD,
BAS) zijn niet defect,
●
de stabiliteitscontrolesystemen
(ASR, ESP) zijn niet uitgeschakeld
of defect,
●
de auto maakt geen scherpe bocht,
●
het systeem is de laatste
10
seconden niet in werking
getreden.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 125 of 292

123
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Werking
Als uw auto te dicht bij de voorligger
komt of de voorligger te snel nadert,
remt het systeem automatisch om een
aanrijding te voorkomen.
U wordt dan door de weergave van
een melding gewaarschuwd.
De remlichten van uw auto gaan
branden om andere weggebruikers te
waarschuwen.
De aanrijding kan automatisch worden
voorkomen als het snelheidsverschil
tussen uw auto en de voorligger niet
groter is dan 15 km/h.
Is het verschil groter, dan probeert het
systeem een aanrijding te voorkomen
of de kracht van de botsing te
beperken door de auto af te remmen.
Het automatische noodremsysteem
kan de auto volledig tot stilstand
brengen als dit nodig is.
In dat geval blijven de remmen
enige tijd (ongeveer 1,5 seconde)
geactiveerd terwijl de auto stilstaat. De
bestuurder kan in die tijd de controle
over de auto overnemen en het
rempedaal intrappen.Het ingrijpen van het systeem
kan ook tot gevolg hebben
dat de motor afslaat, behalve
als de bestuurder tijdens het
automatische remmen snel genoeg het
koppelingspedaal intrapt.
Tijdens het automatische remmen
kan de bestuurder zelf, door het
rempedaal stevig in te trappen,
altijd proberen harder te remmen dan
het noodremsysteem.
Na een aanrijding wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld;
het werkt dan niet meer.
Ga naar het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het
systeem weer gebruiksklaar te laten
maken.
Grenzen van het systeem
Het systeem detecteert slechts
stilstaande voertuigen of voertuigen die
in dezelfde richting rijden.
Het detecteert geen kleine
voertuigen (fietsen, motorfietsen),
voetgangers of dieren en ook
geen stilstaande voorwerpen die
niet reflecteren.
Het systeem treedt niet in werking of
wordt uitgeschakeld als de bestuurder:
-
het gaspedaal diep intrapt
-
of een ruk aan het stuur geeft
(uitwijkmanoeuvre). Onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware
regenval, sneeuw
, mist, hagel
enz.) neemt de remweg toe waardoor
het systeem minder efficiënt een
aanrijding kan voorkomen.
De bestuurder moet dus altijd bijzonder
oplettend blijven.
Laat nooit sneeuw op de motorkap
liggen, voorwerpen boven de
motorkap uitkomen of voorwerpen
op het dak naar voren uitsteken: ze
zouden in het gezichtsveld van de
sensor kunnen komen en de detectie
van voertuigen kunnen hinderen.
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
5
Page 127 of 292

125
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
Storingen
Storing van de sensor
De werking van de lasersensor
kan worden gehinderd door vuil
op de voorruit of door het beslaan
van de voorruit. In dat geval wordt
een melding weergegeven om u te
waarschuwen.
Schakel de voorruitontwaseming in en
reinig de voorruit ter hoogte van de
sensor regelmatig.Plak of bevestig geen voorwerpen
op de voorruit vóór de sensor. Storing van het systeem
Bij een storing van het systeem
wordt u door een geluidssignaal
en de weergave van de melding
"Storing automatisch remsysteem"
gewaarschuwd.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de voorruit ter hoogte van de
sensor beschadigd is, schakel het
systeem dan uit en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats
om de voorruit te laten vervangen.
Verwijder de sensor niet, stel de
sensor niet af en test de sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor
mogen alleen door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Bij het trekken van een aanhanger
of als uw auto wordt gesleept,
moet het systeem worden
uitgeschakeld.
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
5
Page 131 of 292

129
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
129
Berlingo2VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2016
AIRBAGS
Algemene informatie
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij ernstige
aanrijdingen: ze vormen een aanvulling op
de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
in dat geval de frontale en zijdelingse
aanrijdingen waaraan de registratiezones
voor een aanrijding worden blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding worden de
airbags onmiddellijk opgeblazen en
zorgen voor een betere bescherming
van de inzittenden van de auto.
Direct na de aanrijding ontsnapt het
gas zodat noch het zicht, noch het
eventueel verlaten van de auto door
de inzittenden wordt belemmerd,
- bij een minder ernstige aanrijding
of een aanrijding van achteren,
en in bepaalde gevallen waarin
de auto over de kop slaat, treden
de airbags niet in werking. De
veiligheidsgordels zorgen in deze
situaties voor uw bescherming.
De kracht van de aanrijding is
afhankelijk van het soort obstakel
en de snelheid van de auto op dat
moment.
VEILIGHEID
5
Airbags
Page 179 of 292

177
Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016
WIELDEkSEL OP DE VELG
BEVESTIGEN
Het ventiel in de velgrand moet zich in
het midden van de uitsparing van het
wieldeksel bevinden.
Dit is belangrijk, omdat het wieldeksel
anders niet goed op de stalen velg
past. (Als het ventiel niet in het
midden van de uitsparing zit, wordt het
antirotatiesysteem op de boutkoppen
gedrukt waardoor dit systeem beschadigd
kan raken wanneer u het wieldeksel in
deze stand probeert vast te drukken).
- Controleer of alle
bevestigingsklemmen voorlopig
zijn bevestigd, behalve de laatste
(tegenover de ventielopening).
-
Sla met de palm van uw hand op
het wieldeksel ter hoogte van de
klem tegenover het ventiel (de
laatste bevestigingsklem, sla altijd
in de klemrichting).
-
Controleer of de rand van het
wieldeksel nergens te diep in de
velg zit of te veel uitsteekt:
●
Positie van de rand van het
wieldeksel
in orde.
●
Positie van de rand van het
wieldeksel
niet in orde.
Zie in rubriek 3 het gedeelte
"Cockpit", hoofdstuk
"Bandenspanningsdetectie" voor
aanbevelingen na het vervangen van
een wiel met bandenspanningssensor.
Zie in rubriek 9 het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van
de sticker met informatie over de
banden.
6. Monteren van het
gerepareerde wiel
Het wiel dient op dezelfde manier te
worden gemonteerd als bij stap 5.
Vergeet bovendien niet het wieldeksel
te monteren.
SNEL WEER OP WEG
8
Wiel verwisselen
Page 190 of 292

188
Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016
Zekeringen dashboard
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen.Zekering
F Ampère
A Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10
Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening elektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole 11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
Zekering vervangen
Page 192 of 292

190
Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016
Zekeringen onder de motorkap
Maak de zekeringkast open en kantel
deze omlaag om bij de zekeringen te
komen.Zekering
F Ampère
A Functie
1 20 Motormanagement
2 15 Claxon
3 10 Pomp ruitensproeiers voor en achter
4 - Niet gebruikt
5 15 Motorcomponenten
6 10 Sensor verdraaiing stuurwiel, ESP
7 10 Rempedaalschakelaar, schakelaar koppelingspedaal
8 25 Startmotor
9 10 Motor koplampverstelling, parkeerhulpcomputer
10 30 Motorcomponenten 11 40 Niet gebruikt
12 30 Ruitenwissers
13 40 Intelligente servicecentrale (BSI)
14 30 Pomp
15 10 Grootlicht rechts
16 10 Grootlicht links
17 15 Dimlicht rechts
18 15 Dimlicht links
Zekering vervangen