CITROEN C-ZERO 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ZERO, Model: CITROEN C-ZERO 2017Pages: 174, PDF Size: 4.54 MB
Page 11 of 174

9
C-Zero_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Zuinig en milieuvriendelijk rijdenMet enkele praktische tips voor in het dagelijkse gebruik kunt u het energieverbruik van de auto beperken en de actieradius vergroten.
Hanteer een soepele rijstijl
Het energieverbruik van uw auto is sterk
afhankelijk van de omstandigheden op de weg,
van uw rijstijl en van de rijsnelheid.
Probeer altijd een soepele rijstijl te hanteren.
Rijd zo veel mogelijk in het "Eco"-zone
van de energiemeter: accelereer rustig
en gelijkmatig, rijd waar mogelijk met een
constante en gematigde snelheid.
Energie herwinnen
Anticipeer tijdens het rijden zodat u energie
kunt terugwinnen en de actieradius van de auto
kunt vergroten.
Gebruik de "Charge"-zone van de verbruiks-/
energieopwekkingsindicator zo veel mogelijk:
anticipeer op de omstandigheden door de auto
tijdig te laten uitrijden in plaats van te remmen.
Gebruik van elektrische
uitrusting
De ver warming en de airconditioning krijgen hun
energie van de tractiebatterij.
Als deze voorzieningen te veel worden gebruikt,
zal de actieradius van de auto beduidend
afnemen. Schakel ze daarom uit zodra de auto
op de gewenste temperatuur is en controleer
elke keer bij het starten of de airconditioning of
de ver warming aan staat.
Probeer ook het gebruik van de
voorruitontwaseming, de achterruitverwarming en
de stoelver warming zo veel mogelijk te beperken.
Voorkom onnodig
energieverbruik
Neem, net als bij andere auto's, geen onnodige
lading (gewicht) mee en voorkom dat de
stroomlijn van de auto wordt doorbroken
(rijden met open ruiten bij snelheden boven de
50
km/h, allesdragers op het dak, dakkoffer…).
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer de bandenspanning regelmatig en
houd u aan het door CITROËN voorgeschreven
onderhoudsschema.
.
Eco-rijden
Page 12 of 174

10
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
InstrumentenpaneelDe klokken en controlelampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto.
1.
I
ndicator laadtoestand tractiebatterij.
W
eergave stand selectiehendel.
2.
V
erbruiks-/energieopwekkingsindicator.
3.
Sn
elheidsmeter.
V
erklikkerlampje tijdelijk verminderde
motorremwerking. A.
Ki
lometerteller.
B.
D
agteller (Traject A of B).
C.
D
immer dashboardverlichting.
D.
O
nderhoudsindicator (in kilometers tot
de volgende onderhoudsbeurt).
E.
O
nderhoudsindicator (in tijd tot de
volgende onderhoudsbeurt).
F.
B
andenspanningscontrolesysteem.
G.
A
ctieradiusindicator.
4.
Di
splay.
5.
B
edieningsknop display.
A
chtereenvolgens weergeven van de
verschillende functies.
N
ulstelling van de geselecteerde functie
(dagteller of onderhoudsindicator).
I
nstellen van de lichtsterkte van de
verlichting.
KlokkenDisplay
Instrumentenpaneel
Page 13 of 174

11
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Controlelampjes
De controlelampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder bij een eventuele
storing (waarschuwingslampje).Bijbehorende waarschuwingen
Sommige controlelampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal.
Controlelampjes kunnen constant branden of
knipperen.Een aantal controlelampjes heeft beide
mogelijkheden. Of het constant branden
of knipperen van een controlelampje
duidt op een storing, is afhankelijk van
de werkingsfase van de auto.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Als de motor wordt gestart, gaan deze lampjes
na enkele ogenblikken uit.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
om welke functie het gaat en raadpleeg het
desbetreffende hoofdstuk.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 174

12
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Controlelampjes ingeschakelde functies
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende controlelampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlicht en/
of dimlicht Brandt constant.
Het parkeerlicht en/of het dimlicht is
ingeschakeld.
Mistlampen vóór Brandt constant. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlicht Brandt constant. Het mistachterlicht is ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit
te schakelen.
Grootlicht
Brandt constant. De lichtschakelaar is naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
De volgende lampjes op het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Page 15 of 174

13
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Ready
(klaar) Brandt constant, in
combinatie met een
geluidssignaal. De auto is klaar om weg te rijden, u
kunt het gaspedaal intrappen.
Het lampje brandt net zo lang als het systeem onder
spanning staat.
Parkeerrem Brandt constant. De parkeerrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het controlelampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Tractiebatterij
laden (normaal
laden of
snelladen) Brandt constant.
De tractiebatterij wordt geladen. Zodra het laden klaar is, gaat het lampje uit.
Knippert. De laadkabel is aangesloten maar de
tractiebatterij wordt niet geladen. Controleer of de kabel goed is aangesloten.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 174

14
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Controlelampjes uitgeschakelde functies
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag Brandt constant, op de
middenconsole. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de
"rug in de rijrichting".
Controleer altijd de status van de passagiersairbag
voordat u de motor start.
ESP/ASR Brandt constant. De ESP/ASR-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde) is
ingedrukt.
Het ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: Electornic Stability Program.
ASR: Anti Spin Regeling. Druk de ESP/ASR-schakelaar op het dashboard
nogmaals in om het ESP/ASR weer in te schakelen.
De systemen worden automatisch opnieuw
ingeschakeld bij het starten van de auto.
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 174

15
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Waarschuwingslampjes
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem Brandt constant. Remvloeistofniveau te laag
of
Een storing in de rembekrachtiging. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ Brandt constant, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remkrachtverdeler.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)Brandt constant.
Er is een storing in het ABS. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende controlelampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Controleer altijd wat er aan de hand is als er een waarschuwingslampje gaat branden.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 174

16
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Electronic
Stablility
Program en Anti
Spin Regeling
(ESP/ASR)Knippert.
In werking treden van ESP/ASR. Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor.
Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
Brandt constant. Storing in ESP/ASR. Laat de systemen door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
+
Een of meer
portier en
geopend Brandt constant, in
combinatie met een
geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
12V-accu laden
Brandt constant. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de 12V-accu
(vervuilde of losgeraakte klemmen,
omvormer defect…). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje niet uitgaat.
Elektrische
stuurbekrachtigingBrandt constant.
Er is een storing in de de elektrische
stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 174

17
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt Brandt eerst constant
en gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal. De bestuurder en/of de passagier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Veiligheidsgordel
rechtachter los Brandt constant.
De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Veiligheidsgordel
linksachter los Brandt constant.
De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Te lage
bandenspanning
Brandt permanent.
De spanning van één of meer banden
is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Doe dit bij voorkeur bij koude banden.
U moet het systeem resetten nadat u de spanning van
één of meer banden hebt aangepast en wanneer één
of meer wielen zijn gewisseld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
i nformatie over het bandenspanningscontrolesysteem .
Knippert en
brandt vervolgens
permanent.Een storing in het systeem en/of ten
minste één sensor van een wiel wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het C
ITROËN-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 174

18
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
AirbagsBrandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit
lampje een paar seconden branden
en dan uit. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft
branden.
Brandt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van
de tractiebatterij Brandt constant.
De laadtoestand van de tractiebatterij
is laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van het
hoogspanningscircuitBrandt constant.
Een storing in het elektrische
hoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Verminderde
motorremwerking Knippert.
Omdat de tractiebatterij is volledig
opgeladen, is de motorremwerking
tijdelijk verminderd. Anticipeer zo goed mogelijk op het remmen: gebruik
het rempedaal om de auto af te remmen of volledig tot
stilstand te brengen.
Instrumentenpaneel