CITROEN C3 AIRCROSS 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: C3 AIRCROSS, Model: CITROEN C3 AIRCROSS 2021Pages: 244, PDF Size: 6.31 MB
Page 81 of 244

79
Veiligheid
5Airbags vóór 
 
Deze airbags beschermen de bestuurder 
en voorpassagier bij een ernstige frontale 
aanrijding om de kans op hoofd- en borstletsel te 
verkleinen.
De bestuurdersairbag is ingebouwd in het 
stuurwiel en de passagiersairbag in het 
dashboard boven het dashboardkastje.
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de 
airbag aan passagierszijde wanneer deze 
is uitgeschakeld*, bij een ernstige frontale 
aanrijding binnen (een gedeelte van) de 
impactzone vóór  (A).
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de 
bestuurder en het stuur of tussen de passagier 
voorin en het dashboard om te verhinderen dat 
deze naar voren wordt geslingerd.
* Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over uitschakelen van de airbag aan passagierszijde.
Zijairbags 
 
Bij een ernstige aanrijding van opzij beschermt 
dit systeem de bestuurder en voorpassagier om 
het risico op letsel tussen de heup en schouder 
te beperken.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van 
de rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden geactiveerd aan één zijde 
bij een ernstige aanrijding van opzij tegen een 
deel van de of de gehele impactzone  B.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de 
heup en de schouder van de inzittende en het 
desbetreffende portierpaneel.
Window-airbags
Het systeem helpt de bestuurder en passagiers 
(uitgezonderd de middelste passagier achter) 
te beschermen bij een ernstige zijdelingse 
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant 
van het hoofd te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen 
en in de hemelbekleding.
Activering
Elke window-airbag wordt gelijktijdig met de 
zijairbag aan de desbetreffende zijde opgeblazen 
bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen 
(een gedeelte van) de impactzone opzij ( B).
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de 
inzittenden vóór en achter en de betreffende 
zijruiten.
Storing
Als dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden, 
raadpleeg dan altijd het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem 
te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige 
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij 
over de kop slaan, kan het zijn dat de 
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale 
aanrijding worden de zij- en window-airbags 
niet geactiveerd.   
Page 82 of 244

80
Veiligheid
Adviezen
Houd u aan de onderstaande 
veiligheidsvoorschriften voor een 
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe de veiligheidsgordel om en zorg dat deze 
correct is geplaatst en afgesteld.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen 
de airbag en de inzittenden (kinderen, 
huisdieren, objecten, enz.) en bevestig niets 
in de buurt van de airbags of in het gebied 
waar de airbags afgaan. Dit kan de inzittende 
bij het afgaan van de airbag verwonden.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp 
van uw auto, vooral niet in de directe 
omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto 
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen 
uitsluitend door het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats worden 
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften 
worden nageleefd, blijft de kans bestaan 
op letsel of lichte brandwonden aan het 
hoofd, de borst of de armen als de airbag 
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk 
zeer snel opgeblazen (binnen enkele 
milliseconden) en loopt vervolgens even snel 
leeg, waarbij de hete gassen via de daarvoor 
bestemde openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de 
spaken vast en laat uw handen niet op het 
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet 
op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt 
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten 
of een pijp brandwonden of ander letsel 
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen 
gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet 
op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op 
het stuurwiel of op het dashboard. Deze 
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel 
veroorzaken.
Zijairbags
Breng uitsluitend goedgekeurde 
stoelhoezen aan die compatibel zijn met 
zijairbags. Voor informatie over stoelhoezen 
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich 
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets 
over de rugleuning van de stoelen (kleding 
enz.): dit zou bij het afgaan van de zijairbags 
kunnen leiden tot verwondingen aan armen 
of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel 
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren 
bevatten de zijdelingse schoksensoren van 
de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van 
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) 
die niet aan de voorschriften voldoen, kan 
ertoe leiden dat deze sensoren niet meer 
goed werken - In dat geval werken de 
zijairbags mogelijk niet!
Laat dergelijke werkzaamheden uitsluitend 
uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de 
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de 
window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak los; 
deze maken deel uit van de bevestiging van 
de window-airbags.
Kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het 
vervoer van kinderen verschilt per land. 
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende 
adviezen op:
– Conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner 
dan 1,50 m in goedgekeurde, aan het 
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op 
met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen 
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
– Volgens de statistieken is de achterbank 
van uw auto de veiligste plaats voor het 
vervoeren van een kind.
– Kinderen lichter dan 9 kg moeten in 
een naar achteren gerichte positie in de 
auto worden geplaatst, op de voorstoel of 
achterbank van de auto.
Het wordt aanbevolen om kinderen op 
de achterzitplaatsen van de auto te 
vervoeren:
–  tot 3 jaar "met de rug in de rijrichting ",– vanaf 3 jaar "met het gezicht in de 
rijrichting ".
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
correct is bevestigd en aangetrokken.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat 
de steun goed contact maakt met de vloer.
Advies
Een onjuist geïnstalleerd kinderzitje kan 
de veiligheid van het kind in gevaar 
brengen in het geval van een ongeval.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of 
gesp van de veiligheidsgordel onder het 
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het 
zitje in gevaar kunnen brengen.   
Page 83 of 244

81
Veiligheid
5lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op 
met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen 
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
– Volgens de statistieken is de achterbank 
van uw auto de veiligste plaats voor het 
vervoeren van een kind.
– Kinderen lichter dan 9 kg moeten in 
een naar achteren gerichte positie in de 
auto worden geplaatst, op de voorstoel of 
achterbank van de auto.
Het wordt aanbevolen om kinderen op 
de achterzitplaatsen van de auto te 
vervoeren:
– tot 3 jaar "met de rug in de rijrichting ",– vanaf 3 jaar "met het gezicht in de 
rijrichting ".
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
correct is bevestigd en aangetrokken.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat 
de steun goed contact maakt met de vloer.
Advies
Een onjuist geïnstalleerd kinderzitje kan 
de veiligheid van het kind in gevaar 
brengen in het geval van een ongeval.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of 
gesp van de veiligheidsgordel onder het 
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het 
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het 
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, 
worden vastgemaakt waarbij de speling ten 
opzichte van het lichaam van het kind zoveel 
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje 
met de veiligheidsgordel voor dat de 
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje 
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje 
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de 
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan 
worden, indien nodig naar voren.
Verwijder de hoofdsteun alvorens 
een kinderzitje met rugleuning op een 
passagierszitplaats te bevestigen.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te 
voorkomen dat de hoofdsteun door de 
auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de 
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is 
verwijderd.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel 
moet over de schouder van het kind liggen 
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de 
bovenbenen van het kind ligt.
Gebruik een stoelverhoger met rugleuning 
voorzien van een gordelgeleider ter hoogte 
van de schouder.
Extra beveiliging
Gebruik de kinderbeveiliging om 
te voorkomen dat de portieren en de 
portierruiten achter per ongeluk geopend 
worden.
Zorg ervoor dat de achterportierruiten niet 
verder dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de 
achterportierruiten om jonge kinderen tegen 
de zon te beschermen.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
– geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,– nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de 
auto in de zon staat,
– de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.
Kinderzitje achterin
"Met het gezicht in de rijrichting" of 
"Met de rug in de rijrichting"
 
  
    
Page 84 of 244

82
Veiligheid
► Schuif de voorstoel naar voren en zet de rugleuning van de voorstoel rechtop, zodat de 
benen van het kind in het kinderzitje "met de 
rug in de rijrichting” of "met het gezicht in de 
rijrichting” de voorstoel niet raken.
► Zorg ervoor dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje met het "gezicht in 
de rijrichting" en de rugleuning van de stoel van 
de auto zo klein mogelijk is. Idealiter raakt de 
rugleuning van het kinderzitje de rugleuning van 
de stoel van de auto..
Middelste zitplaats achter
Een kinderzitje met steun mag nooit op de 
middelste zitplaats achter worden bevestigd.
Kinderzitje op de 
passagiersstoel voor
 
 
► Zet de stoel van de voorpassagier op de 
maximale achterste stand met een rechte 
rugleuning .
"Met de rug in de rijrichting" 
 
De airbag vóór aan passagierszijde moet 
uitgeschakeld worden als u een 
kinderzitje “met de rug in de rijrichting” op de 
voorstoel plaatst. Gebeurt dit niet, dan kan 
het kind bij het afgaan van de airbag 
levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting" 
 
U moet de airbag vóór aan 
passagierszijde niet uitschakelen.
 
 
Waarschuwingssticker - Airbag vóór aan 
passagierszijde
 
 
U moet zich aan het volgende voorschrift 
houden, dat ook op de waarschuwingssticker 
aan beide zijden van de zonneklep aan 
passagierszijde wordt vermeld:
Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug 
in de rijrichting op een zitplaats waarvan 
de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij 
het afgaan van de airbag kan het KIND 
LEVENSGEVAARLIJK GEWOND RAKEN.
De airbag vóór aan 
passagierszijde 
uitschakelen
 
 
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind 
de airbag vóór aan passagierszijde altijd 
uit als u een kinderzitje “met de rug in de 
rijrichting” op de voorstoel plaatst. Wanneer u 
dit niet doet, kan uw kind ernstig of dodelijk 
gewond raken als de airbag wordt 
opgeblazen.
Auto's zonder uitschakelknop
Het is ten strengste verboden om een 
naar achteren gericht kinderzitje op de 
voorstoel te plaatsen! Wanneer u dat wel 
doet, kan uw kind dodelijk of ernstig gewond 
raken wanneer de airbag wordt geactiveerd.   
Page 85 of 244

83
Veiligheid
5De airbag vóór aan 
passagierszijde 
uitschakelen
 
 
Airbag passagierszijde UIT
Schakel voor de veiligheid van uw kind 
de airbag vóór aan passagierszijde altijd 
uit als u een kinderzitje “met de rug in de 
rijrichting” op de voorstoel plaatst. Wanneer u 
dit niet doet, kan uw kind ernstig of dodelijk 
gewond raken als de airbag wordt 
opgeblazen.
Auto's zonder uitschakelknop
Het is ten strengste verboden om een 
naar achteren gericht kinderzitje op de 
voorstoel te plaatsen! Wanneer u dat wel 
doet, kan uw kind dodelijk of ernstig gewond 
raken wanneer de airbag wordt geactiveerd.
De airbag vóór aan passagierszijde 
uit- of inschakelen
De schakelaar bevindt zich in het 
dashboardkastje.
 
 
Bij uitgeschakeld contact:► Steek de sleutel in de schakelaar voor de airbag en draai deze in de stand " OFF" om de 
airbag uit te schakelen. 
► Draai de sleutel in de stand "ON" om de 
airbag weer in te schakelen.
Als het contact wordt ingeschakeld:
Dit waarschuwingslampje gaat branden en blijft branden om uitschakeling aan te 
geven.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om inschakeling aan te 
geven.
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met 
een driepuntsveiligheidsgordel  worden 
vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg. 
 
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt naar achteren gericht geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg 
 
L5
"RÖMER KIDFIX XP"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van  de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de  veiligheidsgordel.
Alleen op de buitenste zitplaatsen van de  achterbank geplaatst.
De hoofdsteun van de stoel moet worden  verwijderd.   
Page 86 of 244

84
Veiligheid
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg 
 
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kgL6
"GRACO Booster"
Het kind wordt beschermd door de  veiligheidsgordel.
Mag alleen op de stoel van de voorpassagier  of op de buitenste zitplaatsen van de achterbank worden geplaatst.
Overzicht voor het bevestigen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving toont dit overzicht de mogelijkheden voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd kinderzitje ( a) met 
behulp van de veiligheidsgordel in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind /leeftijdsindicatie
Zitplaats
Lichter dan 13 kg(groep 0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaarVan 9 tot 18 kg(groep 1)
Van 1 tot 
ongeveer 3 jaarVan 15 tot 25 kg(groep 2)
Van 3 tot 
ongeveer 6 jaarVan 22 tot 36 kg(groep 3)
Van 6 tot 
ongeveer 10 jaar
Zitrij 1 (c) Passagiersstoel met 
passagiersairbag 
uitgeschakeld 
"OFF"
 
 
U UX X
Passagiersstoel met 
passagiersairbag 
ingeschakeld "ON" X
XU U   
Page 87 of 244

85
Veiligheid
5Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Zitplaats
Lichter dan 13 kg(groep 0 (b) en 0+)
Tot ongeveer 1 jaarVan 9 tot 18 kg(groep 1)
Van 1 tot 
ongeveer 3 jaarVan 15 tot 25 kg(groep 2)
Van 3 tot 
ongeveer 6 jaarVan 22 tot 36 kg(groep 3)
Van 6 tot 
ongeveer 10 jaar
Zitrij 2 (d) (e) Buitenste 
zitplaatsen achter
 
 
U UU U
Middelste zitplaats 
achter
 
 
X XX X
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel goedgekeurd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting" als met 
het "gezicht in de rijrichting".
X: zitplaats niet geschikt voor het plaatsen van een kinderzitje uit de aangegeven gewichtscategorie.
(a): universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto’s met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b)
: groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de voorpassagiersstoel worden bevestigd.(c): raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u een kinderzitje op deze zitplaats bevestigt.
(d): als u een kinderzitje met de rug of het gezicht in de rijrichting op een zitplaats achterin bevestigt, moet u de voorstoel naar voren schuiven en de 
rugleuning rechtop zetten zodat er voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de benen van het kind.
(e): als u een kinderzitje met de rug of het gezicht in de rijrichting op de achterbank wilt bevestigen, schuif de achterbank dan zo ver mogelijk naar 
achteren en zet de rugleuning rechtop.   
Page 88 of 244

86
Veiligheid
"ISOFIX"-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen 
zijn uitgerust met de voorgeschreven 
ISOFIX-bevestigingen:
 
 
Elke zitplaats is voorzien van drie 
bevestigingsringen die worden aangegeven door 
een markering:
– Twee ringen, A, tussen de rugleuning en de 
zitting van de stoel.
 
 
De 2 vergrendelingen van ISOFIX-kinderzitjes  
worden hieraan bevestigd.
– Een ring,  B, achter de stoel wordt TOP 
TETHER genoemd en is bedoeld om zitjes te 
bevestigen middels een bovenste riem.
 
 
Dit systeem voorkomt dat het kinderzitje naar 
voren kantelt bij een frontale aanrijding.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een kinderzitje 
veilig, degelijk en snel in de auto worden 
gemonteerd.
Kinderzitje vastmaken aan de  TOP TETHER:
► Verwijder de hoofdsteun van de zitplaats waarop u het kinderzitje wilt plaatsen en berg de 
hoofdsteun op (plaats de hoofdsteun terug zodra 
het kinderzitje weer is verwijderd).
► Voer de bovenste riem van het kinderzitje over de rugleuning van de zitplaats heen, tussen 
de pennen van de hoofdsteun door.
► Maak de haak van de bovenste riem aan ring B vast.► Trek de bovenste riem strak.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de 
linker zitplaats van de achterbank plaatst, 
moet u eerst de middelste veiligheidsgordel 
achter naar het midden van de auto 
verplaatsen zodat deze gordel normaal 
gebruikt kan blijven worden.
Een onjuist geïnstalleerd kinderzitje kan 
de veiligheid van het kind in gevaar 
brengen in geval van een ongeval.
Houd u nauwkeurig aan de 
montagevoorschriften die zijn vermeld in de 
gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor meer 
informatie over de bevestiging van 
ISOFIX-kinderzitjes in uw auto.
Aanbevolen  ISOFIX-kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en 
verwijderen van het kinderzitje de 
gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
“RÖMER Baby-Safe Plus met  ISOFIX-basis”
(lengtecategorie:  E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
 
 
Overzichtstabel van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Volgens de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto die van 
ISOFIX-bevestigingen is voorzien.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A t/m 
G).   
Page 89 of 244

87
Veiligheid
5“RÖMER Baby-Safe Plus met ISOFIX-basis”
(lengtecategorie:  E)
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg. Dit kinderzitje wordt met de rug in de 
rijrichting geplaatst met behulp van een 
ISOFIX-basis die aan de ogen ( A) wordt 
bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte 
verstelbare steun die op de vloer van de auto  rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met  een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het 
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op  de zitplaats van de auto bevestigd."RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie:  B1)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
 
 
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de  rijrichting geplaatst.
Het wordt aan de ringen ( A) en (B), en met de 
bovenste riem, de TOP TETHER, bevestigd.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op 
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het 
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de  stoel van de auto worden bevestigd. Stel de 
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de  rugleuning niet kunnen raken.
Overzichtstabel van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Volgens de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto die van 
ISOFIX-bevestigingen is voorzien.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A t/m 
G).   
Page 90 of 244

88
Veiligheid
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Lichter dan 
10 kg(groep 0) Tot ca. 6 
maanden
Lichter dan 10 kg(groep 0)Tot 13 kg (groep 0+)
Tot ongeveer 1 jaar
Van 9 tot 18 kg(groep 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje ReiswiegRug in de rijrichting Rug in de 
rijrichting Gezicht in de 
rijrichting
ISOFIX-maat FG CD EC DABB1
Zitplaats
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel 
 
 
Voorpassagiersairbag  
uitgeschakeld " OFF"Geen ISOFIX
Voorpassagiersairbag  
ingeschakeld " ON"Geen ISOFIX
Zitrij 2 (b) Buitenste zitplaatsen achter
 
 
X IL ILIUF/IL
Middelste zitplaats achter
 
 
Geen ISOFIX
(a): raadpleeg de wetgeving in uw land voordat u een kinderzitje op deze zitplaats bevestigt.
(b): als u een kinderzitje met de rug of het gezicht in de rijrichting op de achterbank wilt bevestigen, schuif de achterbank dan zo ver mogelijk naar 
achteren en zet de rugleuning rechtop.
IUF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een  Universeel Isofix-kinderzitje, " Met het gezicht in de rijrichting", vastgezet met de bovenste riem.
IL: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een  Isofix Semi-Universeel kinderzitje:– "met de rug in de rijrichting", bevestigd met behulp van een bovenste riem of een steun.– “met het gezicht in de rijrichting", bevestigd met behulp van een steun.– een reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vastzetten met de bovenste riem en de  ISOFIX-bevestigingen.
X: zitplaats niet geschikt voor het plaatsen van een ISOFIX-kinderzitje uit de aangegeven gewichtscategorie.
i-Size-kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen  A kunnen worden vastgemaakt.
Deze i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
–  een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan bevestigingsring B.– of een steun die op de vloer rust, vóór de voor i-Size kinderzitjes geschikte zitplaats van de auto.Ze voorkomen dat het kinderzitje bij een ongeval naar voren kantelt.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over  ISOFIX-bevestigingen.
Overeenkomstig  de nieuwe Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats in 
de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
Zitplaats i-Size-bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel met 
passagiersairbag uitgeschakeld 
"OFF"
 
 
Geen i-Size
Passagiersstoel met 
passagiersairbag ingeschakeld 
"ON" Geen i-Size
Zitrij 2 (b) Buitenste zitplaatsen achter
 
 
i-U
Middelste zitplaats achter
 
 
Geen i-Size