reset CITROEN C5 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2016Pages: 384, PDF Size: 19.75 MB
Page 16 of 384

14
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Instrumentenpaneel benzine - diesel
A. brandstofniveaumeter
B. Meter:
● Koelvloeistoftemperatuur
● Informatie
s
nelheidsregelaar/-begrenzer
C.
A
naloge snelheidsmeter
D.
to
erenteller
E.
Meters/indicatoren:
● Motorolietemperatuurmeter
● Schakelindicator.
● Indicator
stand selectiehendel en
i
ngeschakelde versnelling (automatische
transmissie). F. be
diening:
● Dimmer d ashboardverlichting
● Resetten
dagteller en
o
nderhoudsintervalindicator
G.
D
isplay van het instrumentenpaneel
waarop wordt weergegeven:
● Afhankelijk
van de met de linker rolknop
v
an het stuurwiel geselecteerde pagina:
-
D
igitale weergave van de snelheid
-
bo
ordcomputer
-
H
erhaling van de navigatie-informatie
-
Waarschuwingsmeldingen
-
C
ontrole van het motoroliepeil
-
ond
erhoudsindicator● Continu:
-
Dagteller
-
ki
lometerteller
● Tijdelijk:
-
ond
erhoudsindicator.
-
Motorolieniveaumeter.
-
Waarschuwingsmeldingen.
Het instrumentenpaneel bevat de meters en de controle- en waarschuwingslampjes.
Controle tijdens het rijden
Page 20 of 384

18
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Op het touchscreen
Weergave van de informatie
F Druk op de toets MENU.-
A
ctuele informatie:
● actieradius,
● huidig brandstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- t
r
aject
"1":
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● afgelegde afstand,
● gemiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
- tr aject
"2":
● gemiddeld b randstofverbruik,
● afgelegde
afstand,
● gemiddelde
snelheid,
v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk op de toets voor het resetten zodra het gewenste traject wordt weergegeven.
tra
ject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik. De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
F
selecteer " Rijden " o m de
verschillende functies weer te geven.
F selecteer de gewenste functie met uw vinger.
Controle tijdens het rijden
Page 25 of 384

23
C5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Op 0 zetten van de
o nderhoudsintervaldicatorDe afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel het
volgende aan:
De sleutel blijft branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd hadden moeten worden.
bij de blueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto. De onderhoudsintervalindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
bi
j de
b
l
ueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor gaat bij het aanzetten van
het contact in combinatie met deze
waarschuwing ook het verklikkerlampje
Service branden. De sleutel kan gaan branden als het interval
in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt, zoals
vermeld in het onderhoudsschema van de
fabrikant, is overschreden.
1
Controle tijdens het rijden
Page 56 of 384

54
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook
de binnenportiergrepen van de
achterportieren geblokkeerd (zie de rubriek
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging"). Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
toegang tot de auto
Page 63 of 384

61
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
schuif-/kanteldak (sedan)
Als het schuif-/kanteldak
gesloten is
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand
in: kantelen.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: volledig automatisch openkantelen.
-
D
ruk de schakelaar A tot de eerste stand
in: naar achteren schuiven.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig openschuiven.
Schuif-/kanteldak geopend
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Werking
Schuif-/kanteldak in de kantelstand
- Druk de schakelaar A tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Het schuif-/kanteldak is voorzien van een
handbediend zonnescherm.
Antiklemvoorziening
een antiklemvoorziening stopt het sluiten
van het dak, zowel bij het dichtschuiven als
het dichtkantelen. Als een obstakel wordt
gedetecteerd, wordt de beweging van het dak
omgekeerd.
Resetten
nadat de accupolen zijn losgenomen
of als het dak niet goed werkt, moet de
antiklemvoorziening gereset worden .
F
k
antel het dak volledig open met
schakelaar B,
F
h
oud de schakelaar B minimaal 1 seconde
ingedrukt.
Tijdens deze handeling is de
antiklemvoorziening niet actief.
ne
em bij het verlaten van de auto altijd
de sleutel uit het contact, ook wanneer
u de auto maar even verlaat.
Als er iets of iemand bij het bedienen
van het open dak klem komt te zitten,
moet u de beweging van het dakpaneel
meteen omkeren.
Doe dat door de schakelaar aan de
andere kant in te drukken.
Als u het schuifdak bedient, moet u
ervoor zorgen dat de passagiers op
geen enkele manier het sluiten van het
dak belemmeren.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de passagiers het schuifdak op de juiste
manier bedienen.
Houd vooral kinderen goed in de gaten
bij het bedienen van het dak.
Het achteraf inbouwen van een schuif-/
kanteldak is niet mogelijk.
2
toegang tot de auto
Page 65 of 384

63
C5_nl_Chap02_ouverture_ed01-2015
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm bij het sluiten een
obstakel tegenkomt, stopt het en schuift het
weer gedeeltelijk open.
u
moet de antiklemvoorziening uiterlijk binnen
vijf seconden nadat het zonnescherm is
gestopt resetten:
F
d
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig gesloten is (het scherm sluit in
stappen van enkele centimeters).
na h
et opnieuw aansluiten van de accu of als
er een storing optreedt in het zonnescherm
tijdens de beweging of meteen na het stoppen
ervan, moet u de antiklemvoorziening als volgt
resetten:
F
zet
toets B in de tweede stand (volledig
sluiten),
F
w
acht tot het zonnescherm volledig
gesloten is,
F
d
ruk ten minste drie seconden op toets B .
Wanneer het zonnescherm spontaan open
schuift tijdens het sluiten, dient u, meteen na
het stoppen van het zonnescherm, als volgt te
werk te gaan:
F
D
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig sluit.
Let op, de antiklemfunctie werkt niet tijdens
deze handelingen. Laat, wanneer er tijdens het bedienen
van het zonnescherm iets klem komt
te zitten, het scherm de andere kant
op schuiven. Druk hiervoor op de
desbetreffende toets.
Als u het zonnescherm bedient, dient
u erop te letten dat niemand het sluiten
belemmert.
De bestuurder dient erop toe te zien dat
de inzittenden het zonnescherm correct
bedienen.
Let op kinderen tijdens het bedienen
van het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
Page 109 of 384

107
C5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
T O E S TA N DGEVOLGEN
4 Weergave van de meldingen "Storing parkeerrem"
en "Storing Hill Start Assist" en het branden van de
volgende verklikkerlampjes:
en/of knipperen -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill s
t
art Assist is niet beschikbaar.
om
de elektrische parkeerrem te bedienen:
F
b
e
veilig de auto tegen wegrollen en zet het contact af.
F
t
r
ek minimaal 5 seconden aan de hendel of totdat de parkeerrem wordt
bediend.
F
Z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
-
H
et bedienen duurt langer dan normaal.
-
A
ls het verklikkerlampje (!) knippert of als de controlelampjes niet gaan
branden met het contact aan, werkt deze methode niet. Laat dit controleren
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
om d
e elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
Z
et het contact aan.
F
H
oud de hendel gedurende circa 3
seconden ingedrukt.
5 Weergave van de melding "
Storing bediening
parkeerrem - automatische stand geactiveerd" en
branden van de volgende verklikkerlampjes:
en/of knipperen -
A
lleen de functies van het automatisch bedienen bij het afzetten van de motor
en het automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig bedienen/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
6 Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en
het branden van het volgende verklikkerlampje:
knipperen -
A
ls de parkeerrem wordt bediend, kan niet worden gegarandeerd dat deze
wordt aangetrokken.
-
D
e functie parkeerrem is op dit moment niet beschikbaar.
Als dit het geval is:
F
W
acht ongeveer 3 minuten.
F
P
robeer, als na 3 minuten het verklikkerlampje nog knippert, de parkeerrem
te resetten door ofwel hendel A in te drukken en los te laten ter wijl u het
rempedaal intrapt, ofwel door langdurig aan hendel A te trekken.
7
st
oring accu -
A
ls het laadstroomlampje gaat branden moet u de auto direct stoppen (rekening
houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen beveiligen.
-
b
e
dien de elektrische parkeerrem alvorens de motor af te zetten.
4
rijden
Page 299 of 384

297
C5_nl_Chap11b_sMeGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Internet
Secundaire pagina Bluetooth
Verbinding Zoeken
Het zoeken naar een te verbinden extern
apparaat starten.
Verbinden /
Loskoppelen De
b
l
uetooth-verbinding van een geselecteerd
extern apparaat tot stand brengen of beëindigen.
Bijwerken De contacten van de geselecteerde telefoon
importeren om ze op te slaan in de autoradio.
Verwijderen De geselecteerde telefoon verwijderen.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Internet
Secundaire pagina Internetsnelheid Reset
De teller van het gegevensverbruik resetten en
vervolgens bevestigen.
Bevestigen
Internet
Secundaire pagina Wifi- verbinding Alle
Alle wifi-netwerken weergeven.
Beveiligd
be
veiligde wifi-netwerken weergeven.
Opgeslagen Geselecteerd(e) wifi-netwerk(en) opslaan.
Toevoegen
ee
n nieuw wifi-netwerk toevoegen.
Inschakelen /
Uitschakelen
een
wifi-netwerk activeren of deactiveren.
Verbinden
ee
n door het systeem gevonden wifi-netwerk
selecteren en hiermee verbinding maken.
.
Audio en telematica
Page 336 of 384

334
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
Follow-me-home-verlichting .................13 9, 14 0
Frequentie (radio) .................................. 278, 279
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
........... 14
8Identificatie auto
............................................ 250
Identificatiegegevens
....................................
250
Identificatieplaatjes constructeur .................
250
Identificatie (stickers) .................................... 25
0
Indeling achter
................................................89
Instapfunctie .................................................... 67
Instapverlichting
.............................................. 84
I
nstellen van de uitrustingen
.......15, 37, 42, 326
Instellingen (Menu's)
....................286, 288, 290
Instellingen van het systeem
........................2
93
Instrumentenpanelen
......................................14
Interieurfilter
..................................................231
Interieurfilter (vervangen)
.............................231
Interieurindeling
.............................................. 86
In
terieur ontgrendelen
....................................55
Interieurverlichting
..........................................83
Internet
..................................................294, 295
I
soF
IX (bevestigingen)................................. 172
I
soF
IX bevestigingen
...................................172
I
soF
IX kinderzitjes
........................172 , 174, 175
Geheugen instellingen bestuurder
.................67
Gereedschap
................................................ 18
5
Gewichten
............................................. 243, 245
Gewichten, overzicht
............................243, 245
Gordelverstelling
........................................... 15 4
Grootlicht
............................................... 13 6, 193
Handrem
....................................... 10 0, 101, 233
Handrem, elektrisch bediend
................. 2
8, 101
Handsfree set
................................ 304, 305, 324
Hill
s
t
art Assist
...............................
...............108
e
co-modus
....................................................
213
ec
o-rijden (adviezen)
......................................
12
el
ectronic b
r
ake Force Distribution (
e
b
D
)
.....
15
0
el
ectronic s
t
ability Program (
esC
)
........
2
9, 151
el
ektronisch gestuurde vering
......................
13 4
el
ektronisch gestuurde versnellingsbak
.........12
esP u
itschakelen ..........................................
152Hoofdsteunen achter
......................................
71
H
oofdsteunen verstellen
...........................
6 4, 71
Hoofdsteunen vóór .................................... 64, 66
Hulpoproep
........................................... 1
4 9, 2 51
Hulpoproep gelokaliseerd
............................. 2
51
DAb
(Digital Audio
br
oadcasting) -
Digitale radio ....................................... 280, 281
Dagrijverlichting
.................................... 13 9, 193
Dagteller
.......................................................... 25
Dagteller resetten
........................................... 25
Dashboardkastje
...............................
.............. 86
Dashboardverlichting
...................................... 25
D
ashboardverlichting (dimmer)
...................... 25
D
atum (instellen)
....................................... 3 7, 4 4
Datum instellen
............................................... 44
Diesel
............................................................ 179
Dieselmotor
........................... 179, 226, 244, 245
Digitale radio - DA
b
(Digital Audio
b
r
oadcasting) ...............280, 281
Dimlicht
................................................. 13
6, 193
Display instrumentenpaneel
............... 14, 15, 17,
20, 114, 120
E
DF
I
G
H
Citroën Connect bo x .................................... 2 51
Citroën no odoproep gelocaliseerd ..............2 51
Claxon
................................................... 120, 149
Configuratie van de auto
............15, 37, 42, 326
Contact
............................................................ 99
Controlelampjes
...............................
...26, 34, 36
Controles
............................... 225, 226, 231, 233
trefwoordenregister
Page 338 of 384

336
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
onderhoudsintervalindicator resetten ............23on
tdooien .................................................. 75, 79
on
tgrendelen
.................................................. 45
on
twasemen
............................................. 75, 79
opb
ergvak ....................................................... 86
op
bergvakken
................................................. 86
op
schakelindicator
....................................... 114
ra
dio
..................................... 278, 279, 282, 318
r
adiozender
.......................................... 278, 279
rDs
............................................................... 279
re
gelmatig onderhoud
...................................12
re
generatie roetfilter
.................................... 232
rem
bekrachtigingsysteem
........................... 15
0
rem
blokken
.................................................. 233
sc
hakelen automatische versnellingsbak
....11 0
s
chakelen elektronisch bediende
versnellingsbak
..........................................109
s
chuifdak openen
...........................................61
sc
huifdak resetten
..........................................61
sc
huif-/kanteldak
............................................61
R
S
remlichten ............................................ 197, 19 9rem
men ........................................................ 233
re
mschijven .................................................. 233
rem
vloeistofniveau
...................................... 2
29
re
servewiel
.......................................... 185, 191
re
servoir koplampsproeiers
.........................230
re
setten van het traject
.............................1
7, 1 8
ri
chtingaanwijzers
........................148, 193, 19 9
rija
dviezen
..................................................... 96
ri
jstrookcontrolesystemen
...........................151
ri
sicozones (update)
.................................... 269
ro
etfilter
................................................ 230, 232
ru
itbediening
.................................................. 53
ru
itbediening resetten
....................................53
ru
itensproeier achter
...................................145
ru
itensproeierreservoir
................................230
ru
itensproeiers vóór ..................................... 145
ru
itensproeiervloeistofniveau
......................230
ru
itenwisser achter
...................................... 145
ru
itenwisserbladen (vervangen)
..................147
ru
itenwisserbladen vervangen
.................... 14
7
ru
itenwissers
........................................ 14
4, 146
ru
itenwisserschakelaar
......................... 14
4 -146sCr (s elective Catalytic red uction) ............234sCr
-systeem ..........................................33, 234
se
rienummer auto
..............................
..........250
sf
eerverlichting
...............................................84
sjo
rogen
..........................................................91
sk
iluik
..............................................................90
slee
poog
.......................................................214
sl
epen van een auto .....................................214
sl
eutel met afstandsbediening
.....4
5, 46, 49, 97
sl
otbouten
.....................................................188
sn
eeuwkettingen
..........................................192
sne
euwscherm
.............................................2
20
sn
elheidsbegrenzer
......................................12 2
s
nelheidsregelaar
.........................................125
sn
ow motion
.................................................1
51
s
tartblokkering, elektronische
..................4
9, 97
st
arten van de auto.........................................97
st
arten van de motor ......................................97
st
ilzetten van de auto .....................................97
st
oelen verstellen
.....................................64, 65
st
oelverwarming
.......................................64, 66
st
oelverwarming, schakelaars
.......................66
s
top s tart
.....19, 77, 82, 115, 177, 210, 224, 231
st
reaming audio b
l
uetooth
...........282, 284, 323
st
uurbekrachtigingsvloeistofniveau
.............229
s
tuur met bedieningen op vaste naaf
...........120
s
tuurslot
..........................................................97
st
uurverstelling
...............................................68
s
tuurwiel (verstellen)
......................................68
su
pervergrendeling
........................................47sy
nchroniseren afstandsbediening
................48
Panoramadak
.................................................. 62
Parkeerhulp achter
....................................... 13
1
Parkeerhulp vóór
........................................... 131
Parkeerlichten
....................... 1
36, 193, 197, 19 9
Parkeerplaatsassistent
................................. 129
Passagiersairbag uitschakelen
.................... 15 8
Plafonniers
...................................................... 83
Portieren
......................................................... 55
Portieren openen
...................................... 45, 55
Portieren sluiten
........................................ 46, 55
P
trefwoordenregister