CITROEN C5 AIRCROSS 2022 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2022, Model line: C5 AIRCROSS, Model: CITROEN C5 AIRCROSS 2022Pages: 276, PDF Size: 7.91 MB
Page 21 of 276

19
Instrumentenpaneel
1Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het controleren van de 
niveaus.
Indicator 
koelvloeistoftemperatuur
 
 
Bij draaiende motor:
–  In zone  A is de temperatuur in orde.
–
 
In zone 
 B is de temperatuur te hoog. Het 
bijbehorende waarschuwingslampje en het 
waarschuwingslampje  STOP
  branden rood op 
het instrumentenpaneel, er wordt een melding 
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige 
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de 
motorkap en controleer het 
koelvloeistofniveau.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  controleren van de 
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren 
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust 
met een systeem waarbij het roetfilter 
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic 
Reduction) voor de nabehandeling van de 
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren 
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Het wettelijk verplichte 
startblokkeringssysteem wordt 
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden 
gestart  nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het 
minimale niveau.
Handmatige weergave van de 
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt 
niet automatisch weergegeven.
 
 
 
 
► Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk 
weer te geven.
Benodigde maatregelen vanwege te 
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan 
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue® 
minder is dan het reservepeil dat overeenkomt 
met een actieradius van 2.400 km.
Samen met de controlelampjes waarschuwen 
meldingen regelmatig voor het bijvullen, om te 
voorkomen dat de motor niet meer kan worden 
gestart. Zie het hoofdstuk Waarschuwings- 
en controlelampjes voor informatie over de 
weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over  AdBlue® (BlueHDi-
motoren), vooral over bijvullen.  
Page 22 of 276

20
Instrumentenpaneel
Waarschu-wings- / 
controle- 
lampjes aan Actie Resterende 
actieradius
 
 
Vul bij. Tussen 2.400 km en 
800 km
 
 
Vul zo snel 
mogelijk bij.Tussen 
800 km en 
100
  km
 
 
Bijvullen is 
noodzakelijk; 
de kans 
bestaat dat 
de motor 
niet meer 
kan worden 
gestart. Tussen 100 
en 0 km
 
 
De motor 
kan pas weer 
starten als er 
minimaal 5 
liter AdBlue
® 
aan het 
reservoir is 
toegevoegd. 0 km
Storing in het 
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
 
 
Als er een storing wordt 
gedetecteerd, gaan deze 
waarschuwingslampjes 
branden in combinatie 
met een geluidssignaal 
en de melding "
Storing 
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden 
gegeven zodra de storing voor de eerste keer 
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het 
aanzetten van het contact zolang de storing niet 
is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de 
waarschuwing tijdens de volgende rit na 
de zelfdiagnose van het 
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane 
rijfase (tussen 1.100 en 0   km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog 
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in 
het SCR-systeem bevestigd.
Het AdBlue -waarschuwingslampje knippert en 
er wordt een melding weergegeven (" Storing 
emissieregeling: starten niet meer mogelijk 
over X km"), met de actieradius in kilometers.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 
seconden weergegeven. De waarschuwing 
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact 
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100
  km rijden voordat het systeem 
het starten van de motor blokkeert.
Laat het systeem zo snel mogelijk 
controleren door een CITROËN-dealer of 
gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Telkens wanneer het contact wordt aangezet, 
wordt de melding " Storing emissieregeling: 
starten geblokkeerd" weergeven.
Om de motor weer te kunnen starten
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vermogensmeter (plug-in 
hybride)
De vermogensmeter geeft in real time het 
vermogen aan dat van de auto wordt gevraagd.
Er zijn 3 zones: 
 
   
Page 23 of 276

21
Instrumentenpaneel
1POWER Hoge vermogensvraag, waarbij het gecombineerde vermogen van de 
benzinemotor en de elektromotor 
wordt gebruikt.
De cursor bevindt zich in deze zone 
tijdens meer dynamische rijfasen, 
wanneer hoge prestaties worden 
gevraagd.
ECO Optimaal energiegebruik  (verbrandings- of elektromotor).
De cursor staat in deze zone 
tijdens elektrisch rijden en wanneer 
de benzinemotor optimaal wordt 
gebruikt. Dit is mogelijk bij een 
geschikte rijstijl. 
Een symbool geeft de drempel aan 
waarbij de benzinemotor wordt 
gestart. Door het accelereren te 
beperken kan de bestuurder in de 
elektrische rijstand blijven.
CHARGE Terugwinning van energie voor  het gedeeltelijk opladen van de 
tractiebatterij.
De cursor bevindt zich in deze zone 
wanneer de auto vaart vermindert: 
wanneer u uw voet van het gaspedaal 
haalt of remt.
Het gedeeltelijk opladen van de 
tractiebatterij door terugwinning van de 
energie heeft geen invloed op het 
aangegeven laadniveau.
Laadniveaumeter (plug-in 
hybride)
 
 
Het laadniveau van de tractiebatterij en de 
resterende actieradius in de elektrische rijstand 
worden permanent weergegeven wanneer het 
contact aan staat.
De weergegeven actieradius is 
afhankelijk van het gebruik van de auto 
(rijstijl en snelheid), de buitentemperatuur en 
de geactiveerde comfortuitrusting. 
Kilometerteller/dagteller 
 
De kilometerteller en dagteller worden 
gedurende 30 seconden weergegeven bij het 
afzetten van het contact, bij het openen van het 
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en 
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kunnen de 
eenheden van afstand en snelheid 
worden aangepast: De afstand en snelheid 
moeten namelijk worden weergegeven in de 
officiële eenheid van het land (km of mijl). U 
kunt bij stilstaande auto de eenheid wijzigen 
via het configuratiemenu van het scherm.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de 
auto aan.
Dagteller
Deze geeft het aantal gereden kilometers weer 
sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
 
 
 
 
Op 0 zetten van de dagteller
►  Druk bij aangezet contact op de toets totdat 
de dagteller op 0 staat.  
Page 24 of 276

22
Instrumentenpaneel
Handmatige test op het 
instrumentenpaneel
Met deze functie kunnen op elk moment 
bepaalde indicatoren worden gecontroleerd en 
het logboek van storingen worden weergegeven.
 
 
 
 
► Druk bij draaiende motor kort op deze toets.
De volgende gegevens worden op het 
instrumentenpaneel weergegeven:
–
  Motorolieniveau.
–
  Onderhoudsinterval.
–
 
Actieradius van de
  
AdBlue® voor het SCR-
systeem (BlueHDi-dieselmotor).
–
 
Bandenspanning.
–
 
Actuele waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook 
automatisch elke keer wanneer u het 
contact aanzet.
Dimmer 
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de 
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan 
het licht van de omgeving.
Met toetsen 
 
 
 
Druk terwijl de verlichting brandt op toets  A om 
de verlichting feller te laten branden of op toets 
B om de verlichting te dimmen.
Laat de toets los zodra de gewenste lichtsterkte 
is bereikt.
Met CITROËN Connect 
Radio
► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer " Lichtsterkte". 
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen 
te drukken of de cursor te verplaatsen.
De instellingen worden direct toegepast. ►
 
Druk buiten het instellingenvenster op het 
scherm om af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer " Dark". 
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
 
Druk nog een keer op het scherm (op 
een willekeurig gedeelte) om het weer in te 
schakelen.
Met CITROËN Connect Nav
► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
►
 
Selecteer "
 OPTIES".
► Selecteer " Schermconfig.". 
►
 
Selecteer het tabblad " Lichtsterkte
".
► Stel de lichtsterkte af door op de pijlen 
te drukken of de cursor te verplaatsen.
► Druk op deze toets om op te slaan en 
af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
► Druk op deze toets om het menu 
" Instellingen " te selecteren.
► Selecteer " Scherm uit". 
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
►
 
Druk nog een keer op het scherm (op 
een willekeurig gedeelte) om het weer in te 
schakelen.  
Page 25 of 276

23
Instrumentenpaneel
1Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op 
het instrumentenpaneel
 
 
 
 
 
 
Bij instrumentenpaneel met meters
U kunt de gegevens van de boordcomputer 
weergeven door op het uiteinde van de 
ruitenwisserschakelaar te drukken of door aan 
de rolknop links op het stuurwiel te draaien.
Met digitaal instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden 
permanent weergegeven als de weergavemodus 
"RIJDEN" of "PERSOONLIJK" is geselecteerd, 
afhankelijk van de uitvoering. Druk bij alle andere weergavemodi op het 
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze 
informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer 
te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen
►
 
W
 anneer u op de toets op het uiteinde van 
de ruitenwisserschakelaar drukt, worden de 
volgende tabbladen na elkaar weergegeven:
–  
Actuele informatie:
•
  
T
 otale actieradius (benzine of diesel).
•  
Huidig verbruik (benzine of diesel).
•
  
T
 ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of 
diesel).
•  
Percentage van de huidige rit dat volledig 
elektrisch is gereden (plug-in hybride).
–
  
T
 raject "1" en daarna "2":
•  
Gemiddelde snelheid.
•
  
Gemiddeld brandstofverbruik.
•
  
Afgelegde afstand.
Traject resetten 
 
► Druk langer dan 2 seconden op de knop 
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar 
wanneer het gewenste traject wordt 
weergegeven. T
raject "1" en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op 
dezelfde manier worden gebruikt.
Enkele definities...
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende  hoeveelheid brandstof kunt afleggen 
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de 
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een 
verandering in rijstijl of van het reliëf op de 
route, waardoor het actuele brandstofverbruik 
aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
  km bedraagt, 
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof 
wordt de actieradius opnieuw berekend en 
weergegeven als deze meer dan 100
  km 
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes 
in plaats van waarden worden weergegeven, 
neem dan contact op met een CITROËN-dealer 
of een gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden. 
Deze functie wordt alleen weergegeven bij 
snelheden vanaf 30
  km/h.  
Page 26 of 276

24
Instrumentenpaneel
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van 
de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten) 
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een tijdteller hoelang de 
STOP-stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact aanzet 
weer op nul gezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
–  Permanente weergave van de tijd en de 
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje 
bij kans op gladheid).
–
 
Bediening van de verwarming/airconditioning.
–
 
T
 oegang tot de configuratiemenu's van de 
functies en systemen van de auto.
– Bediening van het audiosysteem en 
de telefoonfuncties, en weergave van de 
bijbehorende informatie.
–
 
W
 eergave van de informatie van de 
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van 
de parkeerhulp, Park Assist
  enz.).
–
 
T
 oegang tot de internetdiensten en weergave 
van de bijbehorende informatie.
–
 
T
 oegang tot de instellingen van de stand en 
de intensiteit van de massagefunctie van de 
voorstoelen (afhankelijk van de uitvoering).
–
 
Bediening van het navigatiesysteem en 
weergave van de bijbehorende informatie 
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit 
veiligheidsoverwegingen altijd stil 
voordat u handelingen uitvoert die uw 
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de 
auto rijdt.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen onder het touchscreen 
om de menu's te openen en druk vervolgens op 
de aanraaktoetsen op het touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's 
weergegeven: druk op de toets " OPTIES" om de 
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de  tweede pagina doet, wordt automatisch 
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te 
schakelen.
Instellingen voor een functie 
Toegang tot aanvullende informatie over  de functie
Bevestigen 
Terug naar de vorige pagina of bevestigen 
Menu's 
 
Druk met drie vingers op het touchscreen 
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en 
telematicasystemen voor meer informatie 
over de menu's.  
Page 27 of 276

25
Instrumentenpaneel
1Radio/Media 
Airconditioning
Instellingen voor de temperatuur, 
luchtstroom enz.
Zie de betreffende hoofdstukken voor 
meer informatie over de  handbediende 
airconditioning  en de automatische 
airconditioning met gescheiden regeling .
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting) 
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van 
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van 
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen: 
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon 
Connect-App
Weergave van de beschikbare 
Connected Services en toegang tot de functie 
Eco-coaching.
Instellingen
Belangrijkste instellingen van het 
audiosysteem, het touchscreen en het digitale 
instrumentenpaneel.
Energy
Toegang tot de functies van het 
plug-in hybridesysteem (energiestroom, 
verbruiksstatistieken, geprogrammeerd laden, 
functie eSave).
Menu Energy
Stroom
Op deze pagina wordt in real time de werking 
van het plug-in hybridesysteem weergegeven.
1. Actieve rijstand
2. Benzinemotor
3. Elektromotor
4. Laadniveau tractiebatterij
De kleur van de energiestromen is afhankelijk 
van de manier van rijden: 
–
 
Blauw: 100% elektrische energie.
–
 
Oranje: energie van de benzinemotor
 .
–
 
Groen: terugwinning van energie.
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het 
verbruik van elektrische energie en brandstof 
weergegeven.
 
 
1.  Gemiddeld stroomverbruik voor de huidige rit 
(kWh/100   km) en historische waarden:
–
 
Blauwe staven: direct verbruikte energie die 
door de tractiebatterij is geleverd.
–
 
Groene staven: tijdens het vaart minderen 
en remmen teruggewonnen energie die wordt 
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
2. 
 Gemiddeld brandstofverbruik voor de huidige 
rit (l/100
  km) en historische waarden (oranje 
staven).
►
 
U kunt de schaal van de weergegeven tijd 
veranderen met de toetsen
 
-
  en +.
Een huidige rit is elke rit die langer dan 
20 minuten duurt zonder dat het contact 
wordt afgezet.
Geprogrammeerd laden
Standaard begint het laden zodra de laadstekker 
wordt aangesloten.
Geprogrammeerd laden kan via het touchscreen 
worden geprogrammeerd.
Het geprogrammeerd laden wordt vervolgens 
geactiveerd met een toets in de klep van de 
laadaansluiting.  
Page 28 of 276

26
Instrumentenpaneel
U kunt het geprogrammeerd laden ook 
instellen met een smartphone, via de app 
MyCitroën.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over het  laden van de tractiebatterij 
(plug-in hybride) .
eSave
Met de functie eSave  kan de elektrische energie 
van de tractiebatterij geheel of gedeeltelijk 
worden gereserveerd voor later gebruik tijdens 
een rit (bijvoorbeeld bij rijden in de bebouwde 
kom of in een gebied waar alleen elektrische 
auto's mogen rijden).
►
 
Selecteer de actieradius in de elektrische 
stand die moet worden gereserveerd ( 10 km
, 20 
km
  of de volledige actieradius  MAX) en activeer 
vervolgens de functie door op  ON te drukken.
De activering van de functie wordt 
bevestigd door het branden van dit 
controlelampje op het instrumentenpaneel en de 
weergave van de energiereserve in kilometers of 
mijlen.
►
 
W
anneer u de energiereserve wilt 
gebruiken, kiest u de rijstand  Electric met de 
keuzeschakelaar.
Als de gevraagde actieradius de  beschikbare actieradius overschrijdt (niet 
aanbevolen), dan begint de 
verbrandingsmotor de tractiebatterij op te 
laden tot de gevraagde drempelwaarde. 
Hierdoor neemt het brandstofverbruik sterk 
toe.
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent 
weergegeven in de informatiebalk(en) van het 
touchscreen.
Bovenste balk van de CITROËN Connect 
Radio en CITROËN Connect Nav
– Tijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw 
waarschuwingslampje branden bij kans op 
gladheid).
–
 
Informatie over de airconditioning en 
rechtstreekse toegang tot het betreffende menu.
–
 
Informatie over de menu's  Radio
  Media en 
Telefoon.
–
  Berichten.
–
 
T
 oegang tot de Instellingen voor het 
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel 
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
Datum en tijd instellen
Met CITROËN Connect 
Radio
► Selecteer het menu  Instellingen in de 
bovenste balk van het touchscreen.
►
 
Selecteer "
 Configuratie".
► Selecteer " Datum en tijd". 
► Selecteer "Datum:" of "Tijd:".
►  Selecteer het formaat van de weergave.
►
 
Wijzig de datum en/of de tijd met het 
numerieke toetsenbord.
►
 
Bevestig met "
 OK".
Met CITROËN Connect Nav
U kunt de tijd en de datum alleen instellen 
wanneer "GPS-synchronisatie" is uitgeschakeld.
► Selecteer het menu  Instellingen in de 
balk van het touchscreen.
►
 
Druk op de toets "
 OPTIES" om het 
vervolgscherm weer te geven.
► Selecteer " Instellen tijd-datum ". 
►
 
Selecteer het tabblad " Datum:
" of "Tijd:".
►
 
Wijzig de datum en/of de tijd met het 
numerieke toetsenbord.
►
 
Bevestig met "
 OK".
Andere instellingen
U kunt:
– De tijdzone wijzigen.
–
 
De manier waarop de datum en tijd worden 
weergegeven (12 uur/24 uur) instellen.
–
 
De regelfunctie voor de zomertijd activeren of 
deactiveren (+ 1 uur).
–
 
De GPS-synchronisatie (UTC) in- of 
uitschakelen.
Het systeem schakelt niet automatisch 
over op zomertijd/wintertijd (afhankelijk 
van het verkoopland).  
Page 29 of 276

27
Instrumentenpaneel
1Externe functies (plug-in 
hybride)
 
 
Deze functies zijn toegankelijk 
met een smartphone, via de 
MyCitroën  App:
–
 
Aansturen  van het laden van de tractiebatterij 
(geprogrammeerd laden).
–
 
Aansturen van de voorverwarming/-koeling.
–
 
Aflezen van de laadtoestand en actieradius 
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de app  MyCitroën  vanaf de voor 
uw smartphone geschikte online store.
►
 
Maak een account.
►
 
V
 oer het VIN van de auto in (het nummer op 
het kentekenbewijs van de auto dat begint met 
"VF").
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer 
informatie over de  identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt 
in een gebied met dekking van een mobiel 
netwerk wanneer u op afstand bedienbare 
functies wilt gebruiken. 
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw 
smartphone niet met de auto communiceren 
(bijvoorbeeld in een ondergrondse 
parkeergarage). De app geeft dan een 
melding dat er geen verbinding met de auto 
kan worden gemaakt.  
Page 30 of 276

28
Toegang tot de auto
Elektronische sleutel 
met afstandsbediening 
en ingebouwde fysieke 
sleutel,
Functies van de 
afstandsbediening
 
 
Afhankelijk van de uitvoering heeft de 
afstandsbediening de volgende functies:
–  Ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto.
–
 
Ontgrendelen - openen/sluiten van de 
bagageruimte.
–
 
V
 erlichting op afstand bedienen.
–
 
Inschakelen/uitschakelen van het 
alarmsysteem.
–
 
Lokaliseren van de auto.
–
 
Openen/sluiten van de ramen.
–
 
Sluiten van het zonnedak.
–
 
Activeren van de elektrische startonderbreker 
van de auto. De afstandsbediening bevat een conventionele 
sleutel om de centrale vergrendeling/
ontgrendeling van de auto via het portierslot te 
bedienen en de motor te starten en af te zetten.
De auto kan met behulp van noodprocedures 
worden vergrendeld/ontgrendeld als 
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de centrale 
vergrendeling defect is, of als de accu leeg is. 
Raadpleeg het desbetreffende gedeelte voor 
meer informatie over de 
Noodprocedures
 .
Geïntegreerde sleutel
De in de afstandsbediening geïntegreerde 
sleutel kan, afhankelijk van de uitvoering, voor 
de volgende handelingen worden gebruikt:
–
  Ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto.
–
 
Inschakelen/uitschakelen van het 
mechanische kinderslot.
–
 
Inschakelen/uitschakelen van de airbag vóór 
aan passagierszijde.
–
 
Noodontgrendeling/-vergrendeling van de 
portieren.
Zonder
  Keyless entry and start
 
 
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te 
klappen.
Met Keyless entry and start
 
 
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te 
verwijderen of terug te plaatsen.
Ontgrendelen van de auto
Met de afstandsbediening
► Druk op deze knop om de auto te 
ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het 
gedurende enkele seconden snel knipperen 
van de richtingaanwijzers. Afhankelijk van de 
uitvoering worden de buitenspiegels uitgeklapt 
en wordt de instapverlichting ingeschakeld.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/klep 
van de laadaansluiting
►  Druk op de ontgrendeltoets.
►  Druk nogmaals op de toets om de andere 
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De laadstekker kan bij de tweede keer drukken 
worden losgekoppeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
volledige of selectieve ontgrendeling en 
uitschakeling van het alarm bevestigd door het 
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering worden de  ruiten geopend door de ontgrendeltoets 
langer dan 3 seconden in te drukken.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de toets 
loslaat.
Met de sleutel
►  Draai de sleutel in het slot van het portier 
linksvoor naar de voorzijde van de auto om deze 
te ontgrendelen.