reset CITROEN DS3 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2015Pages: 384, PDF Size: 12.29 MB
Page 34 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek
"Detectie te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het CIt
roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Page 38 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5
seconden het
volgende aan :
5
seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
bij de blueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van vervuiling
van de motorolie ook invloed op de
berekening (volgens land van bestemming).
Deze termijn wordt berekend op basis van de
laatste reset van de onderhoudsindicator en is
afhankelijk van het aantal afgelegde kilometers en
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000
km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
Page 40 of 384

DS3_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator
zal anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
w eergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Page 51 of 384

49
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Radio- CD
Als uw Autoradio is ingeschakeld en het
menu "radio-CD" is geselecteerd, kunnen
de functies van de radio (
rD
S, re
G
) en de
CD-speler (introscan, willekeurig afspelen,
herhalen van CD) worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
ra
adpleeg voor meer informatie over de radio/
CD-speler de rubriek "Autoradio".
Configuratie van de auto
Als het menu "Config. auto" is geselecteerd,
kunnen de volgende functies geactiveerd of
gedeactiveerd worden:
-
h
et inschakelen van de ruitenwisser
achter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
-
d
e follow me home-verlichting (zie het
hoofdstuk "Zicht"),
-
d
e parkeerhulp (zie het hoofdstuk "
ri
jden").
Opties
Als het menu "opties" is geselecteerd, kan de
status van de verschillende functies worden
weergegeven (geactiveerd, gedeactiveerd,
sto r ing).
Via dit menu kunt u ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten
(zie het hoofdstuk "Veiligheid").
Multifunctionele displays
Page 55 of 384

53
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Menu "Persoonlijke
instellingen -
configuratie"
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de
volgende functies worden geselecteerd:
-
p
arameters van de auto,
-
c
onfiguratie van het display,
-
taalkeuze.
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto geactiveerd of uitgeschakeld
worden:
-
h
et inschakelen van de ruitenwisser
achter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"),
-
d
e follow me home-verlichting en de
tijdsduur ervan (zie hoofdstuk "Zicht""), Voorbeeld: instellen van de tijdsduur van de
follow me home-verlichting
F
D ruk op de toets "5" of " 6" en vervolgens
op "OK" om het gewenste menu te
selecteren. F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" en vervolgens
op "OK" om het item "Follow me home" te
selecteren.
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om de
gewenste waarde in te stellen (15, 30 of
60 seconden) en druk op de toets "OK"
om
te bevestigen.
F
D
ruk op de toets "5" of " 6" en vervolgens
op "OK" om "OK" te selecteren en
bevestigen of op de toets "Terug" om de
uitgevoerde handeling af te breken.
Via dit menu kunt u ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten (zie
hoofdstuk "Veiligheid"). -
d
e parkeerhulp (zie hoofdstuk "
ri
jden"),
-
h
et automatische noodremsysteem (zie
hoofdstuk " Veiligheid", rubriek "Active City
br
ake").
Multifunctionele displays
Page 59 of 384

57
DS3_nl_Chap02_ecrans-multifonction_ed01-2014
Parameters auto
Via dit menu kunt u verschillende functies
ten behoeve van het rijden en het comfort,
gerangschikt op categorie, in- of uitschakelen:
- "Parkeerhulp "
r
a
adpleeg het hoofdstuk "
rij
den".
-
"Werking van de ruitenwissers "
● " Ruitenwisser achter inschakelen
bij achteruitversnelling: O "
(
ru
itenwisser achter gekoppeld aan de
achteruitversnelling)
r
a
adpleeg het hoofdstuk "Zicht".
-
"Configuratie verlichting "
● " Duur follow me home-verlichting:
O " (Automatische follow me home-
verlichting)
r
a
adpleeg het hoofdstuk "Zicht".
-
"Rijhulpsysteem "
● " Automatisch noodremsysteem: OFF "
(Active City
b
r
ake)
r aadpleeg het hoofdstuk "Veiligheid".
● " Reset bandenspanningscontrole "
(
re
setten van het
bandenspanningscontrolesysteem)
r aadpleeg het hoofdstuk "Veiligheid".
Boordcomputer
In dit menu kunt u informatie over de staat
van de auto bekijken. u kunt uit de volgende
functies kiezen:
-
"Logboek waarschuwingsmeldingen ".
L
ijst van actieve waarschuwingsmeldingen.
-
"Staat van de functies "
L
ijst van de staat van de functies
(ingeschakeld, uitgeschakeld, defect)
om
veiligheidsredenen mag de
bestuurder de instellingen van het
display uitsluitend wijzigen als de auto
stilstaat.
Multifunctionele displays
Page 69 of 384

67
DS3_nl_Chap03_ouvertures_ed01-2014
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil
sluiten:
F
d
ruk dan op de schakelaar tot
voorbij het zware punt en laat de
schakelaar weer los om de ruit
helemaal te openen,
F
t
rek de schakelaar omhoog tot aan
het zware punt tot de ruit volledig is
gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Antiklemvoorziening
De eentraps elektrische ruitbediening
aan bestuurderszijde is voorzien van een
antiklemvoorziening.
Als de ruit wordt gesloten en tegen een
obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze
gedeeltelijk weer open.
Resetten
neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze ervan
verzekerd zijn dat geen van de inzittenden
het correcte sluiten van de ruit hindert.
Let er vooral op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.na e
en storing moet de ruitbediening worden
gereset:
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 114 of 384

DS3_nl_Chap06_conduite_ed01-2014
Storing
Als bij aangezet contact dit
controlelampje gaat branden en de
aanduiding AUTO gaat knipperen in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, duidt dit op een
storing in de versnellingsbak. Laat het systeem
controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Resetten
(Elektronisch gestuurde
versnellingsbak met 5
versnellingen)
In uitzonderlijke gevallen kan het
voorkomen dat de versnellingsbak
automatisch gereset moet worden: in
dat geval kan de auto niet meer rijden of
schakelt de versnellingsbak niet meer.
op h
et instrumentenpaneel
verschijnen de aanduidingen
AUTO en - -.
op
het instrumentenpaneel verschijnen
de aanduidingen AUTO en - -.
F
Sel
ecteer stand N .
F
t
r
ap het rempedaal in.
F
W
acht ongeveer 30
seconden tot de
aanduiding N of een ingeschakelde
versnelling op het instrumentenpaneel
verschijnt.
F
b
e
weeg de selectiehendel naar stand A en
vervolgens naar stand N .
F
S
tart, ter wijl u het rempedaal nog steeds
ingetrapt houdt, de motor.
De versnellingsbak werkt nu weer naar behoren.na
dat de accu losgekoppeld is geweest, moet
u de versnellingsbak resetten.
F
Z
et het contact aan.
Volg de hierboven beschreven
procedure.
Page 152 of 384

bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
Het bandenspanningscontrolesysteem is niet
meer dan een hulpmiddel, hetgeen inhoudt dat
de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van
de bestuurder niet door het systeem kunnen
worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de
verantwoordelijkheid om elke maand de
bandenspanning te controleren (ook die van
het reservewiel). Doe dit ook voordat u een
lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage bandenspanning
heeft een nadelige invloed op het weggedrag
en de remweg van de auto en veroorzaakt
vroegtijdige bandenslijtage, vooral onder
zware omstandigheden (zware belading, hoge
snelheden, een lange rit).De voor uw auto voorgeschreven
bandenspanning vindt u op de sticker
met de bandenspanningen.
Zie de rubriek "Identificatie".
De bandenspanning moet worden
gecontroleerd als de banden "koud"
zijn (de auto staat langer dan een uur
stil of er is minder dan 10 km gereden
met een beperkte snelheid).
ond
er andere omstandigheden
(bij warme banden) moet de
bandenspanning ten opzichte van de
op de sticker vermelde spanning met
0,3
bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage
bandenspanning veroorzaakt bovendien
een hoger brandstofverbruik.
Het systeem bewaakt de spanning van de vier
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de
snelheidssensoren van de wielen met de
referentiewaarden die elke keer nadat de
banden op spanning zijn gebracht of na het
ver wisselen van een wiel moeten worden
gereset
.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra
wordt gesignaleerd dat de spanning van een of
meer banden te laag is.
Page 153 of 384

151
DS3_nl_Chap08_securite_ed01-2014
De waarschuwing blijft actief tot het
systeem is gereset.ee
n te lage bandenspanning is niet
altijd aan de band te zien.
ee
n visuele
controle is dus niet voldoende.
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten
onjuist is.
Waarschuwing te lage bandenspanning
u krijgt deze waarschuwing als dit
lam pje blijft branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding.
F
V
erminder onmiddellijk uw snelheid en
vermijd plotselinge stuurbewegingen en
krachtig remmen.
F
S
top zodra dit mogelijk is op een veilige
plaats. F
C ontroleer als u een compressor in
de auto hebt (bijvoorbeeld die van de
bandenreparatieset) de spanning van de
vier banden als deze zijn afgekoeld.
r
i
jd
voorzichtig verder als het niet mogelijk is
om deze controle onmiddellijk uit te voeren.
of
F
G
ebruik in het geval van een lekke band
de bandenreparatieset of het reservewiel
(volgens uitvoering),
Resetten
elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
er i
s een sticker op de linker middenstijl
aangebracht om u hierop attent te maken.
Veiligheid