ESP CITROEN DS3 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2018Pages: 248, PDF Size: 8.86 MB
Page 25 of 248

23
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard is
ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de bijbehorende
lampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlichten Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
'Parkeerlichten'.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar
dimlicht.
01
Instrumentenpaneel
Page 27 of 248

25
Onderhoudsindicatoren
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Brandt permanent,
tijdelijk bij het aanzetten
van het contact. De afstand tot de eerstvolgende beurt is
3000
tot 1000
km.De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende afstand (in
kilometers) tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwing geeft de resterende afstand
(in kilometers) en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing kan worden weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is kleiner dan
1000
km.De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven dat
uw auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing kan worden weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
01
Instrumentenpaneel
Page 28 of 248

26
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact. Het onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. De waarde wordt voorafgegaan door het
teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val in tijd
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten
van het contact, in
combinatie met het
lampje SERVICE.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. De waarde wordt voorafgegaan door het
teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val in tijd
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers) wordt
berekend op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
01
Instrumentenpaneel
Page 30 of 248

28
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog ongeveer kunt
rijden voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Als de motor mogelijk niet opnieuw
kan worden gestart door een te laag
AdBlue
®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt automatisch
geactiveerd zodra het AdBlue
®-reservoir
leeg is.
Actieradius groter dan 2400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Actieradius tussen 2400
en 600
km Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Actieradius kleiner dan 600
kmStoring motorolieniveaumeter
Als de aanduiding " OIL - -" knippert, duidt dit op een
storing in de motorolieniveaumeter.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motorolieniveau controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus .
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding (bijvoorbeeld: "Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd over 1500
km") die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
herhaald zolang er geen additief is bijgevuld. Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen en gaat het lampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en een melding
(bijv.: "Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd
over 600
km") die aangeeft hoeveel kilometer u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
01
Instrumentenpaneel
Page 34 of 248

32
Hoofdmenu
F Druk op de toets "MENU" om het hoofdmenu
weer te geven en ver volgens op de toets " 5" of
" 6 " om door de verschillende menu's te scrollen:
-
R
adio - CD,
-
C
onfiguratie van de auto,
-
O
pties,
-
I
nstellingen display,
-
Ta
a l ,
-
E
enheden.
F
D
ruk op de toets " OK" om het gewenste menu te
selecteren.
Radio-CD
Als het audiosysteem is ingeschakeld en het menu
"Radio- CD" is geselecteerd, kunnen de functies
van de radio (RDS, REG -modus) en de CD-speler
(introscan, willekeurig afspelen, herhalen van CD)
worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Configuratie van de autoF de toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling af
te breken. Als het menu "Config. auto" is geselecteerd,
kunnen de volgende functies worden geactiveerd of
gedeactiveerd:
-
i
nschakelen ruitenwisser achter bij inschakelen
van de achteruitversnelling,
-
fo
llow me home-verlichting,
-
parkeerhulp.
Via dit menu kunt u
ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Opties
Als het menu "Opties" is geselecteerd, kan de status
van de verschillende functies worden weergegeven
(geactiveerd, gedeactiveerd, storing).
Instellingen display
F Selecteer een parameter en druk op de toets "7 " of " 8" om de waarde er van te wijzigen.
F
D
ruk op de toets " 5" of " 6" om de vorige of
volgende parameter te selecteren.
F
D
ruk op de toets OK om de gewijzigde waarde
op te slaan en terug te keren naar de normale
weergave of druk op de toets Te r u g om de
uitgevoerde handeling af te breken.
Ta a l
Als het menu "Talen" is geselecteerd, kan de taal
van de weergave van het display worden gewijzigd
door een keuze te maken uit de lijst van beschikbare
talen.
Eenheden
Als het menu "Eenheden" is geselecteerd, kunnen
de eenheden van de volgende parameters worden
gewijzigd:
-
t
emperatuur (°C of °F),
-
b
randstofverbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Als het menu "Instellingen display" is geselecteerd,
kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd:
-
j a a r,
-
maand,
-
dag,
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12
of 24
uur. Wanneer het brandstofverbruik in mpg
wordt weergegeven, wordt de op het display
getoonde informatie met betrekking tot de
snelheid en de afstand in respectievelijk mph
en mijlen weergegeven.
01
Instrumentenpaneel
Page 36 of 248

34
Logboek waarschuwingen
Deze functie geeft een overzicht van de
actieve waarschuwingsmeldingen door ze
achtereenvolgend op het multifunctionele display
weer te geven.
Status van functies
Geeft aan welke functies van de auto actief of
inactief zijn.
Invoeren van de afstand tot de
bestemming
Hiermee kunt u een door u geschatte afstand tot de
p laats van bestemming invoeren.
Menu "Persoonlijke instellingen –
configuratie "
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de volgende
functies worden geselecteerd:
-
par
ameters van de auto instellen,
-
c
onfiguratie display,
-
taalkeuze.
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende voorzieningen
van de auto geactiveerd of gedeactiveerd worden:
-
i
nschakelen ruitenwisser achter bij inschakelen
van de achteruitversnelling,
-
f
ollow me home-verlichting en duur,
Configuratie display
Als dit menu is geselecteerd, kunnen de volgende
instellingen worden geselecteerd:
-
r
egelen van de lichtsterkte van de weergave,
-
i
nstellen datum en tijd,
-
k
iezen van de eenheden.
Taalkeuze
Als dit menu is geselecteerd, kan de taal van de
weergave van het display worden geselecteerd uit
een lijst van talen. Uit veiligheidsoverwegingen mag de
bestuurder de instellingen van het
multifunctionele display uitsluitend bij
stilstaande auto veranderen.
Wanneer het brandstofverbruik in mpg
wordt weergegeven, wordt de op het display
getoonde informatie met betrekking tot de
snelheid en de afstand in respectievelijk mph
en mijlen weergegeven.
-
parkeerhulp.
-
a
utomatisch noodremsysteem.
Via dit menu kunt u ook het
bandenspanningscontrolesysteem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Menu "Telefoon "
Als het audiosysteem is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunt
u
een Bluetooth-apparaat verbinden
(paren) of loskoppelen, de verschillende
telefoonindexen (gesprekkenlijst,
diensten enz.) raadplegen en uw
telefoongesprekken beheren (gesprek
aannemen, gesprek beëindigen, duo-
gesprek, privacy-modus enz.).
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
- t oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van het
audiosysteem en de weergave,
-
b
ediening van het audiosysteem, de telefoon en
weergave van de bijbehorende informatie,
-
w
eergave van de waarschuwingsmeldingen,
-
w
eergave van de buitentemperatuur (er wordt
een blauwe sneeuwvlok weergegeven bij kans
op bevriezing/ijzel),
-
w
eergave van de informatie van de
boordcomputer.
01
Instrumentenpaneel
Page 95 of 248

93
Alarmknipperlichten
F Wanneer u deze rode knop indrukt, knipperen
alle vier de richtingaanwijzers tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact
is afgezet.
Automatisch inschakelen van
de alarmknipperlichten
(Behalve Performance-uitvoeringen)
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten,
afhankelijk van de mate van remvertraging,
automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Claxon
Systeem om uw medeweggebruikers met een
geluidssignaal te waarschuwen voor direct gevaar.
F
D
ruk op een van de spaken van het stuur wiel.
Urgence-noodoproep
of Assistance-
pechhulpoproep (type 1)
Urgence-noodoproep met
lokalisering
Druk in geval van nood langer dan
2 seconden op deze toets. Het knipperen van het groene ledlampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de
alarmcentrale van de Urgence-noodoproep met
lokalisering*.
Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is
gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale van de Urgence-noodoproep met
lokalisering lokaliseert onmiddellijk uw auto, spreekt
u toe in uw landstaal** en roept indien nodig de hulp
in van de bevoegde hulpdiensten**. In landen waar
de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de
oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten
(112), zonder lokalisatie.
Als een aanrijding wordt gedetecteerd door de
elektronische eenheid airbags, wordt ongeacht
of er airbags worden geactiveerd automatisch
een noodoproep verstuurd.
05
Veiligheid
Page 96 of 248

94
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw verkooppunt
kunt opvragen, en de technische beperkingen
van het systeem
**
A
fhankelijk van de geografische dekking van
de Urgence-noodoproep met lokalisering en de
Assistance-pechhulpoproep met lokalisering, en
van de officiële landstaal die door de eigenaar
van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact
gaat het groene lampje 3 seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
Het knipperen en vervolgens doven
van het oranje lampje duidt op een
storing in het systeem. In beide gevallen kan er mogelijk geen noodoproep
of pechhulpoproep worden verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend reparateur.
Bij een storing in het systeem kan er wel met
de auto worden gereden.
Assistance-pechhulpoproep
met lokalisering
Druk langer dan 2 seconden op
d eze toets voor het aanvragen van
hulp bij het stranden van de auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd**. Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
**
A
fhankelijk van de geografische dekking van
de Urgence-noodoproep met lokalisering en de
Assistance-pechhulpoproep met lokalisering, en
van de officiële landstaal die door de eigenaar
van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
telematicadiensten kunt u
bij uw verkooppunt
opvragen of op de internetsite voor uw land
bekijken.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-noodoproep met
lokalisering" en "Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering" te drukken en ver volgens op de toets
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering" te
drukken om te bevestigen.
U kunt de geolokalisatie opnieuw inschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-noodoproep met
lokalisering" en "Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering" te drukken en ver volgens op de toets
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering" te
drukken om te bevestigen.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de
noodbatterij worden vervangen. Wanneer u
uw auto buiten het dealernetwerk
hebt gekocht, raden wij u
aan de aanwezigheid
van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren.
In een meertalig land kunt u
het systeem laten
configureren in de officiële landstaal van uw
vo o r ke u r.
Indien u
gebruikmaakt van de dienst
DS
Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u
over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina op de website voor uw
land.
05
Veiligheid
Page 97 of 248

95
Om technische redenenen, zoals het
verbeteren van de telematicadiensten,
behoudt de fabrikant zich het recht voor om op
elk willekeurig moment het telematicasysteem
in de auto te wijzigen.
Urgence-noodoproep
of Assistance-
pechhulpoproep(type 2)
Urgence-noodoproep met
lokalisering
** Afhankelijk van de geografische dekking van de Urgence-noodoproep met lokalisering en de
Assistance-pechhulpoproep met lokalisering, en
van de officiële landstaal die door de eigenaar
van de auto is gekozen.
Druk in geval van nood langer dan
2
seconden op deze knop.
Het knipperen van het groene
ledlampje en het gesproken
bericht bevestigen dat de oproep
is verstuurd naar de alarmcentrale
van de Urgence-noodoproep met
lokalisering.*
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is
gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit. De alarmcentrale van de Urgence-noodoproep met
lokalisering lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt
in uw landstaal contact met u
op**en roept indien
nodig de hulp in van de bevoegde hulpdiensten. In
landen waar de alarmcentrale niet operationeel is
of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd,
wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
Als een aanrijding wordt gedetecteerd door de
elektronische eenheid airbags, wordt ongeacht
of er airbags worden geactiveerd automatisch
een noodoproep verstuurd.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina op de website voor uw
land.
Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact
gaat het groene lampje 3 seconden
branden. Dit duidt op een goede
werking van het systeem.
*
A
fhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u
bij uw verkooppunt
kunt opvragen, en de technische beperkingen
van het systeem. De lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare telematicadiensten
kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken.
Voor alle landen uitgezonderd Rusland, Wit-
Rusland en Kazachstan.
Voor Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan.
In beide gevallen is het mogelijk dat de Urgence-
noodoproep of Assistance-pechhulpoproep niet
meer werkt.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend reparateur. Het rode lampje knippert en dooft
ver volgens: er is een storing in het
systeem.
Het rode lampje blijft branden: ver vang de
noodbatterij.
Het rode lampje blijft branden: er is
een storing in het systeem.
Het rode lampje knippert: de noodbatterij moet
worden vervangen.
05
Veiligheid
Page 98 of 248

96
Bij een storing in het systeem kan er wel met
de auto worden gereden.
Assistance-pechhulpoproep
met lokalisering
** Afhankelijk van de geografische dekking van de Urgence-noodoproep met lokalisering en de
Assistance-pechhulpoproep met lokalisering, en
van de officiële landstaal die door de eigenaar
van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare telematicadiensten
kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken. Druk langer dan 2
seconden op
deze knop voor het aanvragen van
hulp bij het stranden van de auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd**.
Door deze knop meteen opnieuw in te drukken,
wordt de aanvraag geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Geolokalisatie
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-noodoproep met
lokalisering" en "Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering" te drukken en ver volgens op de toets
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering" te
drukken om te bevestigen.
U kunt de geolokalisatie uitschakelen door
gelijktijdig op de toetsen "Urgence-noodoproep met
lokalisering" en "Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering" te drukken en ver volgens op de toets
"Assistance-pechhulpoproep met lokalisering" te
drukken om te bevestigen. Wanneer u
uw auto buiten het netwerk van
het merk hebt gekocht, raden wij u
aan de
aanwezigheid van deze diensten bij het
netwerk te laten controleren en eventueel
configureren. In een meertalig land kunt u
het
systeem laten configureren in de officiële
landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenen en met name ter
verbetering van de telematicadiensten
behoudt de fabrikant zich het recht voor om op
elk willekeurig moment het telematicasysteem
in de auto te wijzigen.Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP)
Het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP)
omvat de volgende systemen:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
d
e noodremassistentie (NR A),
-
d
e antispinregeling (ASR),
-
d
e dynamische stabiliteitscontrole (DSC).
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een
betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en
dragen bij tot een betere controle in bochten, vooral
op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in
het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (NRA)
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen de
optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de
remafstand kleiner wordt.
05
Veiligheid