keyless entry CITROEN DS5 HYBRID 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2016Pages: 780, PDF Size: 48.81 MB
Page 102 of 780

DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Starten / afzetten van de motor
F Steek de elektronische sleutel in de lezer.
F H oud het rempedaal ingetrapt (auto's met
automatische transmissie) of houd het
koppelingspedaal volledig ingetrapt (auto's
met handgeschakelde versnellingsbak).
Starten met de
elektronische sleutel Starten met Keyless entry
and start
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt ter
herinnering een melding op het display van
het instrumentenpaneel weergegeven. In
sommige gevallen moet het stuur wiel heen
en weer worden bewogen ter wijl de knop
"
START/STOP " wordt ingedrukt om het
stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan
via een melding op de hoogte gebracht.
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak : zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Auto's met automatische transmissie : zet de selectiehendel in de stand P of N .
Auto's met een
dieselmotor
De elektronische sleutel hoeft niet in de lezer te
worden gestoken.
F
H
oud, als de elektronische sleutel zich in
de auto bevindt, het rempedaal ingetrapt bij
auto's met automatische transmissie of houd
het koppelingspedaal volledig ingetrapt bij
auto's met handgeschakelde versnellingsbak.
F
D
ruk op de knop " S TA R T/
STOP "; houd daarbij het
pedaal ingetrapt tot de motor is
aangeslagen. F
D
ruk op de knop " START/STOP
";
houd het pedaal ingetrapt tot de
motor is aangeslagen. De elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet ter wijl de motor nog draait.
Als de elektronische sleutel niet meer in de
detectiezone wordt gedetecteerd, wordt er
een melding weergegeven. Om de motor
te kunnen starten moet de elektronische
sleutel zich weer binnen de zone bevinden.
De stuurkolom wordt ontgrendeld en de motor
wordt bijna onmiddellijk gestart.
Zie voor auto's met een dieselmotor de
desbetreffende waarschuwing in het vervolg
van de tekst.
De stuurkolom wordt ontgrendeld en de motor
wordt bijna onmiddellijk gestart.
Zie voor auto's met een dieselmotor de desbetreffende
waarschuwing in het vervolg van de tekst.
Bij temperaturen onder 0
graden wordt
de motor pas na het doven van het
verklikkerlampje " Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u op
" START/STOP "-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de " S TA R T/
STOP "-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
Page 103 of 780

101
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Afzetten met de
elektronische sleutel
F Zet de auto stil.
Als u de elektronische
sleutel vergeet
Als u de elektronische sleutel in de lezer laat zitten,
wordt u bij het openen van het bestuurdersportier
gewaarschuwd door een melding.
Afzetten met Keyless entry
and start
F Zet de auto stil.Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Laat nooit de elektronische sleutel in de
auto achter als u de auto verlaat.
Aanzetten van het contact
(zonder te starten)
F Druk ter wijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de knop " START/STOP ".
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld. F
D
ruk op de knop " START/STOP
".
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startbeveiliging
In de sleutels is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startbeveiliging.
Deze elektronische startbeveiliging blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk.
Druk, met de elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem in de lezer of
in het interieur van de auto, zonder een pedaal
in te trappen op de "START/STOP"-knop om
het contact aan te zetten.
F
V
er wijder de elektronische sleutel uit de
l e z e r. F
D
ruk op de "START/STOP"-knop:
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Als het contact is aangezet, gaat
het systeem vanaf een bepaalde
laadtoestand van de accu automatisch
over op de eco-mode.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Rijden
Page 104 of 780

DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Noodprocedure voor het starten
met het Keyless entry and start-
systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop " START/STOP " drukt:
F
S
teek de elektronische sleutel in de lezer.
F
H
oud bij auto's met automatische
transmissie het rempedaal ingetrapt of
houd bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
F
D
ruk op de knop " START/STOP ".
D
e motor wordt gestart. In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet.
Doe dit door de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
Noodprocedure voor het afzetten
van de motorAls de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het Keyless
entry and start-systeem
F Houd de knop " START/STOP
" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten.
Let op: zonder de sleutel kan de motor
niet meer gestart worden.
Page 151 of 780

149
DS5_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Instapverlichting buitenzijde
Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een
bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het
afzetten van het contact of het vergrendelen
van de auto.F
D
ruk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening of op
de portierhandgreep met het
Keyless entry and start-systeem.
Ver lic hting
buitenspiegels
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld:
- bij het ontgrendelen,
-
b
ij het afzetten van het contact,
-
b
ij het openen van een portier,
-
b
ij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd
automatisch. Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:
-
h
et oppervlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,
-
h
et oppervlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.
Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden
en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld. De instapverlichting wordt afhankelijk van de door de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheid
licht geactiveerd om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.
De duur van het branden van de
instapverlichting is gekoppeld en gelijk
aan die van de automatische follow me
home verlichting.
Programmeren
De duur van het branden
van de instapverlichting kan
worden geselecteerd via het
configuratiemenu van de auto.
Zicht
Page 313 of 780

3 11
Configuratie van de auto ..........................39, 45
Contact .......................................................... 101
Contact aangezet
.......................................... 101
Controlelampjes
...............................
...19 , 23 , 24
Controlelampjes (status)
.................................21
Controles
............................... 244, 245 , 2 51, 252
Eco-modus
.................................................... 227
Eco-rijden (adviezen)
...................................... 14
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
...182
Electronic Stability Program (ESC)
2
7, 182 , 18 4
Elektronische sleutel
............................ 5
2-55, 57
ESP uitschakelen
.......................................... 18 4Follow-me-home verlichting .........................
14
6
Follow-me-home-verlichting
.................146, 148
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
........... 18
0
D
EF
Dagrijverlichting
............................. 145, 2 11 , 212
Dagteller .......................................................... 37
Dagteller resetten
........................................... 37
Dashboardverlichting
...................................... 37
D
ashboardverlichting (dimmer)
...................... 37
D
atum (instellen)
............................................. 39
Datum instellen
............................................... 39
Derde remlicht
............................................... 2
18
Diesel
...................................................... 21, 2 41
Dieselmotor
........................... 2 41, 245 , 246 , 267
Dimlicht
........................................... 20,
142, 2 11
Display instrumentenpaneel
...................46, 115
Dodehoekdetectie
......................................... 12
3
Dynamische noodrem
...........................103, 107 Halogeenlampen
...........................................2 11
Handrem
.......................................................252
Handrem, elektrisch bediend
......... 26,
103, 107
Handsfree set
................................................292
Head-up display
............................126, 13 0 , 13 3
Het opslaan van de snelheid
........................128
Hill Start Assist
...............................
...............109
Hoofdsteunen achter
...................................... 79
H
oofdsteunen verstellen
...........................72, 75
Hoofdsteunen vóór .................................... 72, 75
Hulpoproep
........................................... 18
1, 278
Hulpoproep gelokaliseerd
............................. 2
78
H
Geheugen instellingen bestuurder .................74
Gereedschap ........................................ 2
02, 203
Gevarendriehoek
............................................ 88
Gewichten
............................................. 265, 269
Gewichten, overzicht
............................265, 269
Gordelverstelling
........................................... 187
Grootlicht
.................................. 20, 142 , 2 11, 213
G
Identificatie auto ............................................ 2 74
Identificatiegegevens .................................... 2 74
Identificatieplaatjes constructeur
.................2 74
Identificatie (stickers)
.................................... 2
74
Indeling achter
................................................ 86
Instapverlichting
............................................ 14
9
Instellen van de uitrustingen
.....................39, 45
Instrumentenpanelen
...................................... 18
Intelligente tractiecontrole
............................183
Interieurfilter
.................................................. 2 51
Interieurfilter (vervangen)
.............................2 51
Interieurindeling
.............................................. 8
2
Interieur ontgrendelen
....................................61
Interieurverlichting
................................ 157, 15 8
ISOFIX
.......................................................... 172
ISOFIX (bevestigingen) .................................170
ISOFIX bevestigingen
...................................170
ISOFIX kinderzitjes
................................ 170 -173
I
JACK-aansluiting .................................... 85, 291
J
Kaartleeslampjes .......................................... 157
Kentekenplaatverlichting .............................. 2
18
Keyless entry and start
.............................54, 60
Kilometerteller
................................................. 37
K
inderbeveiliging
.................................. 169, 176
Kinderen
......................................... 169, 171-173
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
... 16
2, 163 ,
167 , 169 , 171-173 , 189
K
Trefwoordenregister
Page 341 of 780

15Hybrid4-systeem
Starten van het Hybrid4-systeem
Inschakelen van het Hybrid4-systeem
Als het Hybrid4-systeem is ingeschakeld,
brandt de verlichting van het
instrumentenpaneel en staat de wijzer van de
vermogensmeter in de stand " 0
". Het stuurslot
wordt automatisch ontgrendeld (er is een geluid
hoorbaar en het stuur wiel beweegt lichtjes).
Afhankelijk van bepaalde parameters, zoals
de laadtoestand van de tractiebatterij en
de buitentemperatuur, bepaalt het Hybrid4-
systeem zelf of de HDi-dieselmotor moet
worden gestart.
De keuzeschakelaar staat in de stand AUTO
.
Onder winterse omstandigheden en bij
koude motor kan het verklikkerlampje
van het voorgloeien enkele seconden
blijven branden; wacht tot het
verklikkerlampje is gedoofd en laat dan
het rempedaal los.
Starten / afzetten van het Hybrid4-systeem
Laat nooit kinderen alleen in de auto
achter als het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld.
)
Zet de selectiehendel in de stand N
.
)
Plaats de elektronische sleutel in de lezer.
of
)
Als uw auto is voorzien van het keyless
entry and start-systeem, hoeft de
elektronische sleutel zich slechts in de auto
te bevinden.
)
Trap het rempedaal volledig in.
)
Druk één keer kort (ongeveer één seconde)
op de knop " START/STOP
".
)
Houd het rempedaal ingetrapt tot het
verklikkerlampje READY
gaat branden om
aan te geven dat het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld; dit wordt bevestigd met een
geluidssignaal.
Als het Hybrid4-systeem niet wordt
ingeschakeld:
)
En N
knippert op het
instrumentenpaneel, zet dan de
selectiehendel in de stand A
en
ver volgens in de stand N
.
)
En de melding " Voet op het
rempedaal
" wordt weergegeven,
trap het rempedaal dan steviger in.
Als de eco-mode van de auto is
geactiveerd, kan het enkele seconden
duren voordat het verklikkerlampje
READY
gaat branden wanneer het
Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld.