CITROEN JUMPER 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2015Pages: 248, PDF Size: 8.73 MB
Page 141 of 248

Defecte lamp
139
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
1 - Grootlicht
Type D , H7 - 55 W
- Verwijder het deksel door aan de rubber lip te trekken.
- Neem de stekker los.
- Druk op de centrale haak en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit. 2 - Dimlicht
Type D , H7 - 55 W
- Verwijder het deksel door aan de rubber
lip te trekken.
- Neem de stekker los.
- Druk op de centrale haak en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit. Koplampen
Open de motorkap.
Steek uw hand achter de koplampunit om bij
de lampen te komen. Indien nodig kunt u de
koplampunit verwijderen:
- Neem de stekker los door de borgring te verwijderen.
- Verwijder de twee bevestigingsbouten van de koplampunit.
- Beweeg de koplampunit naar het midden van de auto en haal de unit uit
de geleiders.
Let bij de linker koplampunit op de motorkapsteun. 3 - Richtingaanwijzers
Type A , WY21W - 21 W
- Verwijder het deksel door aan de rubber
lip te trekken.
- Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom.
- Vervang de lamp.
Page 142 of 248

Defecte lamp
140
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Wacht na het uitschakelen van de
verlichting enkele minuten alvorens
een halogeenlamp te vervangen (om
brandwonden te voorkomen). Raak de lamp
niet met de hand aan, maar gebruik een
droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
5 - Mistlampen vóór
Type E , H1 - 55 W
- Draai het stuurwiel linksom tot aan de aanslag.
- Verwijder de bout in de wielkuip en open de afdekplaat.
- Verwijder het deksel.
- Neem de stekker los.
- Druk op de twee haakjes en duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit.
Dagrijverlichting met LED-lampen
Deze LED's (Light-Emitting Diodes)
verzorgen zowel de functie dagrijverlichting
als de functie parkeerlicht.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk als
uw auto is voorzien van dagrijverlichting
met LED's. 4 - Parkeerlicht/dagrijverlichting
Type A , W21/5W - 21 W en 5 W
- Verwijder het deksel door aan de rubber
lip te trekken.
- Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom.
- Vervang de lamp.
Page 143 of 248

Defecte lamp
141
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Plafonniers
Type C , 12 V 10 W - 10 W
- Druk de plafonnier op de door de pijl aangegeven punten los en
verwijder hem.
- Open het beschermplaatje.
- Druk de twee contacten uit elkaar en vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed tussen de contacten vastzit.
- Sluit het beschermplaatje.
- Breng de plafonnier aan en controleer of hij goed vastzit.
Parkeerlichten zijkant
Type A, W5W - 5 W
- Volgens uitvoering (bestelwagen type L4): verwijder de twee
bevestigingsbouten.
- Trek de lamphouder los uit de borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Zijknipperlichten
Type A , W16WF - 16 W
- Beweeg het spiegelglas van de buitenspiegel opzij om bij de bouten te
komen.
- Verwijder de twee bevestigingsbouten.
- Trek de lamphouder los uit de borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem. Voor / Achter
Page 144 of 248

Defecte lamp
142
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Achterlichten
Raadpleeg voor meer informatie over de
lampen het overzicht "Typen lampen".
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.
1. Remlichten
Type B, P21W - 21 W
2. Remlichten/achterlichten
Type B, P21/5W - 21 W en 5 W
3. Richtingaanwijzers
Type B, PY21W - 21 W
4. Achteruitrijlichten
Type A, W16W - 16 W
5. Mistachterlicht
Type A, W16W - 16 W - Bepaal de plaats van de defecte lamp
en open de achterdeuren.
- Verwijder de desbetreffende afdekklep door de zeven bevestigingsbouten los te
draaien (bestelwagen)
of
Verwijder de desbetreffende afdekklep door de klep met de handgreep los te
trekken (combi). - Neem de stekker los door op de centrale
lip te drukken.
- Verwijder de twee bevestigingsmoeren van de lampunit.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los.
- Verwijder de zes bevestigingsbouten van de lamphouder.
- Maak de drie klemmen los en haal de lamphouder uit de behuizing.
- Vervang de lamp.
Page 145 of 248

Defecte lamp
143
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Derde remlicht
Type B, P21W - 21W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
Kentekenplaatverlichting
Type C, C5W - 5 W
- Druk het lampglas op het door de pijl aangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaar en verwijder de defecte lamp.
- Controleer na het vervangen van de lamp of de nieuwe lamp goed tussen
de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het vast.
Page 146 of 248

Ruitenwisserbladen versleten
144
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
RUITENWISSERBLAD
VERVANGEN
Voor een gemakkelijke toegang tot de
ruitenwissers en de ruitensproeierkoppen
kunt u in de uitsparingen van de voorbumper
gaan staan. Vervangen van een wisserblad vóór
Til de ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los door de knop in te drukken
en verwijder het door het naar buiten te trekken.
Monteer het nieuwe wisserblad en controleer of
deze goed vastzit.
Zet de ruitenwisserarm terug.
Vervangen van het wisserblad achter
Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los en verwijder het
wisserblad.
Monteer het nieuwe wisserblad en zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten. Controleer of de ruitensproeierkoppen niet
verstopt zitten.
Page 147 of 248

Lekke band
145
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Plaatsen van de auto
Zet de auto voor zover mogelijk op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
Trek de handrem aan, zet het contact af en
schakel de eerste versnelling in.
Trek een veiligheidsvest aan en plaats de
gevarendriehoek.
Gereedschap
Het gereedschap bevindt zich in een kist
onder de zitting van de voorpassagiersstoel.
- Draai de knop een kwart omwenteling en trek aan de kist.
- Druk na gebruik van het gereedschap op de knop en draai deze een kwart
omwenteling om de kist vast te zetten.
A. Verlengstuk wielsleutel.
B. Ratel.
C. Krik.
D. Afneembaar sleepoog.
E. Wielsleutel.
F. Schroevendraaier.
WIEL VERWISSELEN
Zorg ervoor dat de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
Plaats indien mogelijk een wielblok bij het
wiel kruislings tegenover het te verwisselen
wiel. De krik en het gereedschap behoren bij
uw auto. Gebruik ze niet voor andere
doeleinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt (gebruik bokken).
Page 148 of 248

Lekke band
146
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Verwijderen van het te repareren wiel
- Wip de wieldop los met de schroevendraaier F en verwijder hem.
- Draai de bouten iets los met de wielsleutel E .
- Plaats de krik C onder één van de vier
steunpunten aan de onderzijde (bij het
te verwisselen wiel).
Reservewiel
De bevestigingsbout van het reservewiel
bevindt zich rechts onder de achterbumper.
- Draai de bout met behulp van het verlengstuk A en de ratel B los om het
reservewiel los te maken.
- Draai totdat de beweging blokkeert, tot aan het zogenaamde zware punt. - Neem het reservewiel uit de houder met
behulp van de ratel.
- Draai de handgreep G los en verwijder
de steun H .
- Maak het reservewiel los en plaats het bij het te verwisselen wiel.
Page 149 of 248

Lekke band
147
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Monteren van het gerepareerde wiel
Volg voor het monteren van het
gerepareerde wiel dezelfde procedure als
voor het monteren van het reservewiel.
Vergeet niet de wieldop te bevestigen. Zie de rubriek "Technische gegevens -
Identificatie" voor de plaats van de
bandenspanningssticker.
Het reservewiel is niet geschikt voor het afl eggen
van lange afstanden. Laat zo snel mogelijk
het aanhaalmoment van de wielbouten en de
bandenspanning van het reservewiel door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats controleren.
Laat bovendien de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en het oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Monteren van het reservewiel
- Plaats het reservewiel op de naaf en breng de wielbouten met de hand aan.
- Draai de wielbouten iets aan met de wielsleutel E .
- Laat de krik volledig zakken en verwijder deze vervolgens.
- Draai de bouten nogmaals aan met de wielsleutel E zonder te forceren.
- Plaats het wiel met de lekke band bij de achterzijde van de auto. - Bevestig de steun H
en schroef de
handgreep G vast.
- Steek het verlengstuk A in het gat
en draai de bout volledig vast met de
ratel B om het wiel te bevestigen.
- Berg het gereedschap en de wieldop op.
Plaats de krik bij uitvoeringen met
wegklapbare treeplank onder een hoek
van 45°.
- Draai de krik uit met behulp van de ratel B tot het wiel enkele centimeters
van de grond verwijderd is.
- Draai de bouten volledig los en verwijder het te repareren wiel.
Page 150 of 248

Lekke band
148
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
BANDENREPARATIESET Reparatie van een band
- Trek de handrem aan. Haal het dopje van het ventiel van de te repareren
band, monteer de vulslang B en schroef
de ring E vast op het ventiel, - start de motor,
- sluit stekker G
aan op de dichtstbijzijnde
12V-aansluiting in de auto,
- schakel de compressor in door de schakelaar F in de stand I (aan) te
zetten,
- breng de band op een spanning van 4 bar.
Voor een betrouwbaardere meting van de
druk wordt aangeraden om de druk met de
compressor uitgeschakeld af te lezen op de
manometer H .
- controleer of de schakelaar F van de
compressor in de stand 0 (uit) staat,
Deze set voor tijdelijke bandenreparatie
bevindt zich voorin in het interieur.
Deze bevat:
- een patroon A
, met daarin het
afdichtmiddel, voorzien van:
● een vulslang B ,
● een sticker C "max. 80 km/h", die de
bestuurder op een zichtbare plaats op
het dashboard moet plakken nadat de
band gerepareerd is,
- een beknopte gebruiksaanwijzing voor de bandenreparatieset,
- een compressor D voorzien van een
manometer en aansluitingen,
- aansluitnippels om verschillende onderdelen op spanning te brengen.