dashboard CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021Pages: 324, PDF Size: 10.5 MB
Page 105 of 324

103
Verlichting en zicht
4Afzetten
► Duw de hendel nog een keer kort omlaag of
zet de hendel in een andere stand ( Int.,
1 of 2).
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat uit en er
verschijnt een melding.
Elke keer als het contact meer dan 1
minuut is afgezet, moet u de
automatische ruitenwissers opnieuw activeren
door de hendel één keer omlaag te duwen.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de
intervalstand.
Laat het systeem controleren door een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dek de regen-/lichtsensor niet af.
Schakel de automatische ruitenwissers
uit en zet het contact af als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de
automatische ruitenwissers tot de voorruit
volledig ontdooid is.
Ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende enige
tijd).
Bij achteruitrijden
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen
Met audiosysteem of touchscreen
De instellingen van het systeem
kunnen via het configuratiemenu
van de auto worden aangepast.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Wanneer er sneeuw of ijs op de
achterruit ligt of er een fietsendrager op
de achterklep is gemonteerd, schakel de
automatische achterruitenwisser dan uit via
het configuratiemenu van de auto.
Ruitensproeier achter
► Draai de ring helemaal richting het dashboard
en houd hem in deze stand.
De ruitensproeier en ruitenwisser werken zolang
aan de ring wordt gedraaid.
Na het sproeien wordt nog een laatste wisslag
gemaakt.
Speciale stand van de
ruitenwissers vóór
De onderhoudsstand wordt gebruikt voor het
reinigen of vervangen van de wisserbladen. De
stand kan ook in de winter (bij ijs en sneeuw)
worden gebruikt om de ruitenwisserbladen los
van de voorruit te zetten.
Voor een goede werking van de
ruitenwissers raden wij u het volgende
aan:
–
Ga er voorzichtig mee om.
–
Reinig ze regelmatig met zeepsop.
–
Gebruik de ruitenwissers niet om een stuk
karton tegen de voorruit te houden.
–
V
ervang ze zodra ze tekenen van slijtage
vertonen.
Page 118 of 324

11 6
Veiligheid
hetzelfde of een volgend ongeval), worden de
airbags niet meer geactiveerd.
Detectiezones bij aanrijdingen
A.Impactzone vóór
B. Impactzone opzij
Wanneer een of meerdere airbags
worden geactiveerd, veroorzaakt de
pyrotechnische lading in het systeem een
geluid en een kleine hoeveelheid rook.
De rook is niet schadelijk, maar kan irriterend
zijn voor personen die hier gevoelig voor zijn.
De knal die bij het afgaan van een of
meerdere airbags wordt geproduceerd, kan
het gehoor gedurende een korte periode
enigszins verminderen.
Airbags vóór
Dit systeem beschermt de bestuurder en
passagier voorin bij een ernstige frontale
aanrijding om de kans op hoofd- en borstletsel te
verkleinen.
De bestuurdersairbag is in het stuurwiel
ingebouwd en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.
Activering
De airbags worden geactiveerd, met uitzondering
van de airbag aan passagierszijde als deze is
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
(A), in de lengterichting van de auto en vanaf
de voorzijde richting de achterzijde van de auto,
die zich op een horizontale ondergrond moet
bevinden.
De airbags vóór worden opgeblazen tussen
de bestuurder en het stuur en tussen de
passagier(s) voorin en het dashboard om
te verhinderen dat deze naar voren worden
geslingerd.
Houd tijdens het rijden het
dashboardkastje gesloten. Inzittenden
kunnen anders gewond raken bij een ongeval
of een noodstop.
Page 120 of 324

11 8
Veiligheid
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Laat de airbagsystemen na een aanrijding of
diefstal van uw auto controleren.
Laat alle werkzaamheden alleen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de
spaken vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet
op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op
het stuurwiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
Gebruik alleen goedgekeurde
stoelhoezen die compatibel zijn met
deze airbags. Neem voor informatie over
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
contact op met een CITROËN-dealer.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets
over de rugleuning van de stoelen (zoals
kleding): dit zou bij het activeren van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren
bevatten de zijdelingse schoksensoren van
de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties)
die niet aan de voorschriften voldoen,
kan ertoe leiden dat deze sensoren niet
meer goed werken. In dat geval werken de
zijairbags mogelijk niet!
Laat alle werkzaamheden alleen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats uitvoeren.
Feel, Shine, Business Lounge
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; wanneer de window-airbags
worden geactiveerd, kan dit tot hoofdletsel
leiden.
Verwijder de handgrepen aan het dak niet,
omdat deze deels voor de bevestiging van de
window-airbags zorgen.
Kinderzitjes
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
–
Conform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m in gehomologeerde, aan het
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes
op
met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd.
–
De veiligste plaats voor het vervoeren van
een kind is volgens de statistieken een plaats
op de achterbank van uw auto.
–
Kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als
achterin met de "rug in de rijrichting" worden
vervoerd.
Het is raadzaam om kinderen op de
achterzitplaatsen van de auto te
vervoeren:
–
tot 3 jaar "
met de rug in de rijrichting ",
–
vanaf 3 jaar "
met het gezicht in de
rijrichting ".
Page 123 of 324

121
Veiligheid
5De airbag vóór aan
passagierszijde
uitschakelen
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag vóór aan passagierszijde
ALTIJD uit als u een kinderzitje “met de rug in
de rijrichting” op de voorstoel plaatst. Anders
kan het kind ernstig of dodelijk gewond raken
wanneer de airbag wordt geactiveerd.
Auto's zonder schakelaar voor het
uit-/inschakelen
Het is ten strengste verboden om een
kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen
- kans op dodelijk of ernstig letsel bij het
afgaan van de airbag!
De airbag vóór aan passagierszijde
uit- of inschakelen
Bij auto's met dit systeem bevindt de schakelaar
zich in het dashboardkastje.
Bij afgezet contact: ►
Steek de sleutel in de schakelaar voor de
airbag en draai deze in de stand " OFF" om de
airbag uit te schakelen.
►
Draai de sleutel in de stand "
ON
" om de
airbag weer in te schakelen.
Als het contact wordt aangezet:
Dit waarschuwingslampje gaat branden
en blijft branden om aan te geven dat de
airbag is uitgeschakeld.
Of
Dit waarschuwingslampje gaat ongeveer
1 minuut branden om aan te geven dat de
airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Kinderzitjes die met een
driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden
vastgemaakt.
Categorie 0+: vanaf geboorte tot 13 kg.
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt naar achteren gericht geplaatst.
Categorie 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"RÖMER KIDFIX XP"
Kan aan de ISOFIX-bevestigingspunten van uw auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Er kan een uitvoering met verwijderbare rugleuning worden gebruikt bij kinderen
zwaarder dan 25 kg. Maar voor kinderen tot 36 kg kunt u beter een zitverhoger
met rugleuning gebruiken, omdat dit meer bescherming biedt.
Page 219 of 324

217
Praktische informatie
7Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan
nooit een waterslang of hogedrukreiniger
om de binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met
vloeistof kunnen lekken, met kans op
schade aan het instrumentenpaneel en de
bedieningselementen op het dashboard en de
middenconsole. Wees altijd voorzichtig!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten,
oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige
vlekken te verwijderen - kans op krassen in
de lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel
schijnt, of op kunststof of rubber onderdelen.
Gebruik een zachte doek met zeepwater
of een pH-neutraal product.
Neem de carrosserie met een schone
microvezeldoek af zonder er hard op te
wrijven.
Breng poetsmiddel aan op een schone en
droge auto.
Neem de instructies die op het product
worden vermeld in acht.
Structuurlak
Dit type lak reageert op licht, door variaties in
uiterlijk en afwerking, waardoor de lijnen en
omtrek van de auto worden benadrukt. De lak
is verrijkt met deeltjes die zichtbaar blijven en
een uniek satijneffect met reliëf geven. De licht
korrelige structuur geeft een verrassend effect.
Probeer de auto nooit zonder water te
reinigen.
Was uw auto niet in een wasstraat met
borstels.
Kies nooit een wasprogramma dat eindigt met
het aanbrengen van een warme waslaag.
Gebruik nooit een hogedrukspuit voorzien van
borstels - kans op krassen in de lak!
Breng nooit een glanzend polijstmiddel
of conserveringsmiddelen aan op de
carrosserie of lichtmetalen velgen; deze
producten kunnen onherstelbare glanzende of
vlekkerige gebieden veroorzaken.
Gebruik een hogedrukreiniger of in elk
geval iets met een harde waterstraal.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd
water.
We raden u aan om alleen een
microvezeldoek te gebruiken bij het afvegen
van de auto; veeg met de doek over de auto
zonder te wrijven.
Verwijder met een zachte doek voorzichtig
eventuele brandstofsporen van de carrosserie
en laat de carrosserie vervolgens drogen.
Verwijder kleine vlekken (zoals
vingerafdrukken) met behulp van een door
CITROËN aanbevolen onderhoudsproduct.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
Gebruik geen hogedrukspuit om de auto
te wassen - kans op schade of loslaten
van de stickers!
Gebruik een slang met grote diameter
(temperatuur tussen 25 °C en 40 °C).
Richt de waterstraal haaks op het oppervlak
dat moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd
water.
Leder
Leder is een natuurproduct. Verzorg het op de
juiste manier zodat het lang meegaat.
Het moet worden beschermd en onderhouden
met een speciaal product voor leder, zodat
het soepel blijft en zijn oorspronkelijke uiterlijk
behoudt.
Reinig leder niet met ongeschikte
reinigingsmiddelen, zoals oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen, benzine of pure
alcohol.
Wanneer u onderdelen reinigt die gedeeltelijk
van leder zijn, zorg dan dat u de andere
Page 236 of 324

234
In geval van pech
door de montage van accessoires die niet
door CITROËN zijn geleverd of aanbevolen,
of die niet zijn gemonteerd in
overeenstemming met de aanbevelingen. Dit
geldt met name als het gezamenlijke
stroomverbruik van de extra uitrusting meer
dan 10 milliampère bedraagt.
Neem voor meer informatie over de
montage van een trekhaak of een
taxi-uitrusting contact op met het
CITROËN-netwerk.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
Een zekering vervangen
Toegang tot het
gereedschap en de
zekeringkast in het
dashboard
De tang voor het verwijderen van de zekeringen
en de zekeringen bevinden zich achter het
deksel van de zekeringkast.
►
T
rek het deksel eerst linksboven en dan
rechtsboven los.
► Verwijder het deksel volledig.
Een zekering vervangen
Voordat u een zekering vervangt:
► Achterhaal de oorzaak van de storing en
verhelp de oorzaak.
►
Schakel alle stroomverbruikende functies uit.
►
Zet de auto stil en zet het contact af.
►
Bepaal welke zekering defect is aan de hand
van de actuele zekeringtabellen en schema's.
Bij het vervangen van zekeringen is het
volgende zeer belangrijk:
►
Gebruik de speciale tang om de zekering uit
de zekeringkast te verwijderen en controleer of
het smeltdraadje van de zekering intact is.
►
V
ervang een defecte zekering altijd door een
zekering met dezelfde stroomsterkte (dezelfde
kleur): een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken - kans op brand!
Als de storing zich kort na het vervangen
van de zekering opnieuw voordoet, laat dan
het elektrische systeem door een CITROËN-
dealer of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren.
Complete zekeringtabellen en
bijbehorende schema's
Neem voor meer informatie contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Wanneer een zekering wordt vervangen
die niet in deze zekeringtabellen staat,
kunnen er ernstige storingen ontstaan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Goed
Defect
Tang
Montage van elektrische accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
systeem van uw auto is al rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Neem contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
voordat u andere elektrische voorzieningen
of accessoires in de auto monteert of laat
monteren.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het repareren van de auto of
het oplossen van storingen die zijn ontstaan
Page 255 of 324

253
Technische gegevens
9
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder
de motorkap.
Gestanst in het chassis.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het
dashboard.
Gegraveerd op een label, zichtbaar door de
voorruit.
C. Plaatje van de fabrikant.
Bevestigd op de middenstijl.
Bevat de volgende informatie:
–
Naam fabrikant.
–
Europees typegoedkeuringsnummer
.
–
V
oertuigidentificatienummer (VIN).
–
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).
–
Maximaal toelaatbaar treingewicht (GTW).
–
Maximumgewicht op de vooras.
–
Maximumgewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspecificaties/kleurcode.
Bevestigd op het bestuurdersportier.
Bevat de volgende informatie over de banden:
–
De bandenspanning, onbeladen en met volle
belading.
–
De specificaties van de banden, bestaande
uit de maat en het type, en de belastings- en
snelheidsindex.
–
De bandenspanning van het reservewiel.
Hierop staat ook de kleurcode van de lak
vermeld.
De auto kan bij levering zijn voorzien van
banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de
sticker: dit maakt voor de bandenspanning
geen verschil (bij koude banden).
Wanneer er een ander type band wordt
gemonteerd, neem dan contact op met een
CITROËN-dealer om te weten welke banden
voor de auto zijn goedgekeurd.
Page 310 of 324

308
Trefwoordenregister
Bochtverlichting, statisch 99
Boordcomputer
25–26
Boordgereedschap
220
Brandstof
8, 192
Brandstofadditief
210–211
Brandstofniveaumeter
192–193
Brandstoftank
192, 192–193
Brandstof tanken
192–193
Brandstoftank leeg (diesel)
219
Brandstofverbruik
8
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
192–193
Brandstofvulklep ~
Brandstoftankklep
192–193
Buitenspiegels
57–58, 90, 185–186
C
Carrosserie 217
Carrosserie-onderhoud
217
CD
259
CD MP3
259–260
CD-/MP3 -speler
259–260
Centrale vergrendeling
31, 36, 40
Claxon
108
Configuratie van de auto
27–28
Connectiviteit
292
Contact
150–151, 300
Contact aangezet
151
Controlelampjes
12
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
20
Controlepaneel 196–197
Controles
208–209, 210–212
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
257–258, 271, 296
Dagteller
24
Dashboardkastje
75
Datum (instellen)
29, 278, 302
Datum instellen
29, 278, 302
Derde remlicht
232
Detectie obstakels
186
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
164–165, 223, 228
De tractiebatterij laden
197
Dieselmotor
192, 208, 219, 243
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
257, 271, 296
Dimlicht
96, 229–230
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
25
Display instrumentenpaneel
25
Dodehoekbewaking
185, 186
Dubbele cabine met vaste achterbank
72–73
Dubbele cabine met wegklapbare bank
73
Dynamische noodrem
153–155
E
Eco-mode ~ Eco-modus 204
Eco-rijden (adviezen)
8
ECO-stand
162
Eendelige vaste bank
63–64
Een lamp vervangen (achterdeuren)
231
Electronic Stability Program (ESC)
108–109, 111 – 11 2
Elektrisch bedienbare schuifdeur
36–37,
42–43, 45
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
152–155, 211
Elektrische ruitbediening
51–52
Elektrisch verstelbare stoelen
54–55
Elektromotor
5, 9, 28, 151, 194,
205, 208, 236, 240, 248
Elektronische remdrukregelaar (REF)
108
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
108
Elektronische sleutel
31, 151–152
Elektronische startblokkering ~
Startblokkering, elektronische
148
Elektronisch Stabiliteits Programma
(ESP)
108, 110–112
Energiestromen
28
ESP (Elektronisch Stabiliteits
Programma)
108
Etiketten
6, 62
Extra verwarming
50, 91–92
Page 316 of 324

314
Trefwoordenregister
Verwarming 85–86, 89–92
Video
297
Volledig ontgrendeld
33–36
Voorstoelen
53–55
Voorverwarming/-koeling interieur
(elektrische auto)
28, 93
Vrijloop activeren
240
W
Waarschuwing kans op aanrijding 180–181
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
184
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
150
Waarschuwing vergeten verlichting
97
Wallbox (elektrische auto)
196
Wassen
167
Wassen (adviezen)
195, 216–217
Webbrowser
289, 293
Wegklapbare verschuifbare tafel
81–84
Werktafel
61–62
Wiel demonteren
226, 228
Wiel monteren
226, 228
Wielophanging
212
Wiel verwisselen
224
WiFi-netwerkverbinding
294
Window-airbags
117–118
X
Xenonlampen 229
Z
Zekeringen 234–236
Zekeringen vervangen
234–235, 234–236
Zekeringkast dashboard
234
Zekeringkast motorruimte
234, 236
Zij-airbags
117–118
Zijknipperlicht
231
Zijruiten achter
80
Zijschuifruit
80
Zonnescherm (panoramadak)
81
Zonnesensor
85
Zonwering
81
Zuinig rijden
8