FIAT 500 2019 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: 500, Model: FIAT 500 2019Pages: 244, PDF Size: 6.18 MB
Page 11 of 244
Dashboard met Sportstuurwiel
A: hendel lichten/richtingaanwijzers – B: audio bedieningselementen op het stuurwiel – C: instrumentenpaneel – D:
hoogteregeling koplampen – E: audio bedieningselementen op het stuurwiel – F: hendel ruitenwisser/-sproeier en
achterruitwisser/-sproeier – G: Elektrische stuurbekrachtiging Dualdrive (CITY-functie) / ECO-functie – H:Uconnect™–I:
centrale luchtroosters – L: mistlampen/mistachterlichten – M: passagiersairbag – N: luchtroosters aan zijkant – O:
handschoenenkastje – P: alarmknipperlichten en schakelaar – Q: bedieningselementen klimaatregeling – R: elektrische ruit
rechts – S: versnellingspook– T: elektrische ruit links U: ASR-OFF-knop – V: contactslot – W: Hendel Cruise Control/Speed
Limiter – X: hendel hoogteregeling stuurwiel – Z: bestuurdersairbag
2F0S0642
9
Page 12 of 244
SLEUTELS
1)
CODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
Bij de auto worden twee
contactsleutels geleverd alsook de
CODE-card fig. 3 waarop de volgens
gegevens staan:
A: de elektronische code;
B: de mechanische code voor de
sleutels die bij aanvraag van
duplicaatsleutels aan het Fiat
Servicenetwerk moet worden gegeven.
Zorg ervoor dat u de elektronische
code van de CODE-card altijd bij u
hebt.BELANGRIJK Bij verkoop van de auto,
moeten alle sleutels en de CODE-card
aan de nieuwe eigenaar overhandigd
worden.
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen baard fig. 4 activeert:
de startinrichting;
de sloten van de portieren en de
achterklep (voor bepaalde versies/
markten);
de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard fig. 5 activeert:
de startinrichting;
de portiersloten;
de vergrendeling/ontgrendeling van
de tankdop.Druk op knop B fig. 5 om de metalen
baard in/uit te klappen.
1)
De portieren en de achterklep
ontgrendelen
Druk kort op de knop
: ontgrendeling
van portieren en achterklep,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten).
De portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de afsluiter van
de brandstoftoevoer in werking treedt.
3F0S0002
4F0S0003
5F0S0004
10
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 13 of 244
De portieren en de achterklep
vergrendelen
Druk kort op knop
: vergrendeling op
afstand van de portieren en achterklep,
uitschakeling binnenverlichting en
eenmaal knipperen van de
richtingaanwijzers (voor bepaalde
versies/markten).
Als een of meer portieren open zijn,
worden ze niet vergrendeld. Dit wordt
aangegeven door het snel knipperen
van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten).
De portieren worden echter wel
vergrendeld als de achterklep open is.
Wanneer een snelheid van meer dan 20
km/h wordt bereikt, worden de
portieren automatisch vergrendeld als
deze speciale functie met het
Setup-menu is ingesteld (voor bepaalde
versies/markten).
Achterklep openen met de
afstandsbediening
Druk op de knop
om de
achterklep op afstand te ontgrendelen
(openen).
Het ontgrendelen van de achterklep
wordt aangegeven door twee keer
knipperen van de richtingaanwijzers.
1)
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan
direct zonlicht blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Druk knop B fig. 5alleen in wanneer de
sleutel ver genoeg van het lichaam (vooral
de ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding)
is verwijderd. Laat de sleutel nooit
onbewaakt achter om te voorkomen dat
iemand (bijvoorbeeld een kind) per ongeluk
op de knop drukt.
BELANGRIJK
1)Lege batterijen moeten overeenkomstig
de wet in speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd worden
bij het Fiat Servicenetwerk dat voor hun
verwerking zal zorgen.
CONTACTSLOT
2) 3) 4)
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid fig. 6:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven
werken.
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten kunnen werken.
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
6F0S0006
11
Page 14 of 244
STUURSLOT
5)
Inschakeling:draai de sleutel naar de
stand STOP, verwijder de sleutel en
verdraai het stuurwiel tot het
vergrendelt.
Uitschakeling:draai het stuur iets
heen en weer terwijl de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid.
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.
3)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten, om
onbedoeld gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Schakel de eerste versnelling in als het
voertuig op een helling omhoog staat
geparkeerd en de achteruitversnelling bij
een helling omlaag. Laat kinderen nooit
zonder toezicht in de auto achter.
4)Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto
rijdt. Het stuurwiel zal blokkeren zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.5)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
FIAT CODE SYSTEEM
Dit is een elektronische startblokkering
die de beveiliging tegen
diefstalpogingen verbetert. Het systeem
wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de contactsleutel wordt
verwijderd.
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR
te draaien, stuurt de regeleenheid van
het Fiat CODE systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Als de code tijdens het starten niet
correct wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden; bij
sommige versies verschijnt er echter
een symbool op het display.
Draai in dit geval de sleutel naar STOP
en vervolgens naar MAR; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere
geleverde sleutels. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk als de
motor nog steeds niet gestart kan
worden.
12
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 15 of 244
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een
specifieke code die in de regeleenheid
van het systeem moet worden
opgeslagen. Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om nieuwe sleutels
(maximaal 8) te laten opslaan.PORTIEREN
6)
2)
OPENEN/SLUITEN MET
DE SLEUTEL
Van buitenaf openen
(bestuurdersportier):draai de sleutel
naar stand 1 fig. 7 en trek aan de
portierhandgreep.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden de
portieren en de achterklep tegelijkertijd
ontgrendeld als de sleutel wordt
omgedraaid.
Van buitenaf vergrendelen:draai
terwijl het bestuurdersportier volledig
gesloten is de sleutel in stand 2 fig. 7.Het is mogelijk het portier aan de
passagierszijde alleen van binnenuit te
vergrendelen door de hendel in stand
2 fig. 8 te plaatsen.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden de
portieren en de achterklep tegelijkertijd
vergrendeld als de sleutel wordt
omgedraaid.
Van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen: bedien de hendels op
de portierpanelen fig. 8.
Stand 1: het portier is ontgrendeld.
Stand 2: het portier is vergrendeld.
Bij versies met centrale
portiervergrendeling worden zowel de
portieren als de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld wanneer de
hendels aan de bestuurders- of aan
passagierszijde worden bediend.
7F0S0099
8F0S0357
13
Page 16 of 244
BELANGRIJK Het rode symbool A fig. 8
op de portierhendel aan de binnenzijde
geeft aan dat het portier is vergrendeld.
Met afstandsbediening
Druk op de knop
: vergrendeling
portieren.
Druk op de knop
: ontgrendeling
portieren.
BELANGRIJK
6)Controleer, voordat er een portier
geopend wordt, of dit op een veilige
manier kan gebeuren. Open de portieren
uitsluitend bij stilstaand voertuig.
BELANGRIJK
2)Verzeker u ervan de sleutel mee te
nemen nadat een portier of de achterklep
is vergrendeld, om te voorkomen dat de
sleutel zelf in het voertuig wordt
opgesloten. Als de sleutel in de auto wordt
binnengesloten, kan deze alleen worden
teruggekregen door de auto te openen
met de tweede sleutel die bij de auto
is geleverd.
STOELEN
VOORSTOELEN
7) 8)
3)
Afstelling in de lengte
Trek hendel A fig. 9 omhoog en schuif
de stoel naar voren of naar achteren: in
de rijstand moeten de armen op de
rand van het stuurwiel rusten.
9)
Verstelling rugleuning
Draai aan knop C fig. 10.
Hoogteregeling
(voor bepaalde versies/markten)
Gebruik hendel B fig. 11 om het
achterste deel van het zitkussen
omhoog of omlaag te verstellen voor de
meest comfortabele rijstand.
9F0S0013
10F0S0014
11F0S0015
14
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 17 of 244
Kanteling rugleuning
10)
4)
Om de rugleuning neer te klappen,
hendel D fig. 12 gebruiken (beweging 1)
en de rugleuning naar voren klappen
tot hij vergrendeld wordt (beweging 2).
Laat hendel D los en schuif de stoel,
door op de rugleuning te duwen, naar
voren (beweging 3).
Bestuurderszijde en
passagierszijde, met
standgeheugen
(voor bepaalde versies/markten)
Om te stoel weer in zijn aanvankelijke
stand te zetten, als volgt te werk gaan:
schuif de stoel naar achteren door
tegen de rugleuning te duwen, tot
de stoel wordt vergrendeld (beweging
4);
gebruik hendel D fig. 12 (beweging
5);
til de rugleuning op (beweging 6) tot
u de vergrendeling hoort klikken.
BELANGRIJK Het gebruik van hendel D
fig. 12 voordat de stoel in zijn
aanvankelijke stand vergrendeld wordt,
zal ertoe leiden dat de aanvankelijke
stand verloren gaat. In dat geval moet
de stand van de stoel hersteld worden
met behulp van hendel A fig. 9 voor
de afstelling in de lengte.
Passagierszijde zonder
standgeheugen
Om te stoel weer in zijn aanvankelijke
stand te zetten, als volgt te werk gaan:
schuif de stoel naar achteren door
tegen de rugleuning te duwen, tot
de gewenste stand bereikt is (beweging
4);
gebruik hendel D fig. 12 (beweging
5);
til de rugleuning op (beweging 6) tot
u de vergrendeling hoort klikken.
Om de veiligheid van de inzittende te
garanderen werd gekozen voor een
vergrendelingsmethode.Bij aanwezigheid van een obstakel (bijv.
een tas) waardoor de stoel niet in zijn
aanvankelijke stand teruggezet kan
worden, treedt het
vergrendelingsmechanisme weer in
werking door alleen de rugleuning terug
te zetten om te garanderen dat de
stoel correct vergrendeld is op
zijn geleiders.
BELANGRIJK
7)Alle verstellingen mogen alleen bij
stilstaande auto en uitgeschakelde motor
gebeuren.
8)Als er een zijairbag is geïnstalleerd, is het
gevaarlijk stoelhoezen te gebruiken die
niet geleverd zijn door Lineaccessori
MOPAR
®.
9)Controleer na het loslaten van de hendel
of de stoel goed geblokkeerd is door te
proberen hem naar voren en naar achteren
te schuiven. Als de stoel niet geblokkeerd
is, kan hij plotseling verschuiven met
mogelijk controleverlies over de auto tot
gevolg.
10)Zorg ervoor dat de rugleuningen aan
beide zijden goed zijn vergrendeld om
te voorkomen dat deze bij bruusk remmen
naar voren kunnen klappen en zo eventueel
de passagiers kunnen verwonden.
12F0S0154
15
Page 18 of 244
BELANGRIJK
3)De bekleding van uw voertuig is
ontworpen om bestand te zijn tegen
slijtage bij normaal gebruik van het
voertuig. Er moeten wel enkele
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
Vermijd excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen gespen
en klittenband die, als ze veel druk
uitoefenen in een klein gebied, zouden
kunnen afbreken, met beschadiging van de
bekleding als gevolg.
4)Verwijder voordat de rugleuning wordt
ingeklapt alle voorwerpen die op de zitting
liggen.
HOOFDSTEUNEN
11)
VOOR
Verstellen
De hoofdsteunen zijn in hoogte
verstelbaar.
Omhoog verstellen: breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.
Omlaag verstellen: druk op knop A
fig. 13 en breng de hoofdsteun omlaag.
12)
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Verstellen
Omhoog verstellen
(gebruiksomstandigheid):breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.Omlaag verstellen:druk de knoppen
A fig. 14 en B aan de zijkant van de
twee steunen in en breng de
hoofdsteun omlaag.
De speciale vorm van de hoofdsteun
wijkt opzettelijk af van een correcte
ondersteuning van de rug van de
achterpassagier om mensen te
dwingen de hoofdsteun omhoog te
brengen en zo correct te gebruiken.
BELANGRIJK Zet, als de achterste
zitplaatsen worden gebruikt, de
hoofdsteunen altijd in de "volledig
uitgetrokken" stand.
13F0S0033
14F0S0034
16
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 19 of 244
Verwijderen
Druk tegelijkertijd op de knoppen A fig.
14 en B aan de zijkanten van de twee
hoofdsteunen en trek ze omhoog
om ze te verwijderen. Om de achterste
hoofdsteunen te verwijderen moet de
achterklep zijn geopend of de
rugleuning zijn ontgrendeld en naar
voren zijn gekanteld.
BELANGRIJK
11)De verstelling mag alleen bij stilstaande
auto en uitgeschakelde motor gebeuren.
De hoofdsteunen moeten zodanig versteld
worden dat het hoofd en niet de nek er
tegenaan steunt. Alleen op deze manier
oefenen ze hun beschermende werking uit.
12)Voor een optimale bescherming van
de hoofdsteun, moet de rugleuning zo zijn
ingesteld dat men rechtop zit en het hoofd
zich zo dicht mogelijk bij de hoofdsteun
bevindt.
STUURWIEL
13) 14)
Het stuurwiel kan verticaal worden
versteld.
Om te verstellen, hendel A fig. 15
omlaag zetten in stand 2, het stuurwiel
in de meest geschikte stand zetten
en het op zijn plaats vergrendelen door
hendel A in stand 1 te zetten.
BELANGRIJK
13)De verstelling mag alleen bij stilstaande
auto en uitgeschakelde motor gebeuren.
14)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.
15F0S0567
17
Page 20 of 244
ACHTERUITKIJK-
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
Deze spiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme dat ervoor
zorgt dat de spiegel losschiet bij een
heftige botsing met de passagier.
Gebruik hendel A fig. 16 om de spiegel
in twee standen te zetten: normaal of
antiverblinding.
ELEKTRISCH DIMBARE
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies zijn voorzien van een
elektrochromatische spiegel met
automatische anti-verblindingsfunctie.Op het onderste deel van de spiegel zit
een AAN/UIT knop om de
elektrochromatische functie in/uit te
schakelen. Wanneer de functie actief is,
brandt er een led op de spiegel. Bij
inschakeling van de achteruit, wordt de
spiegel automatisch ingesteld op de
dagstand
BUITENSPIEGELS
15)
Handmatig verstellen
De buitenspiegel kan van buitenaf
versteld worden door een licht druk uit
te oefenen op de vier kanten van het
glas.
Elektrisch verstellen
Ga als volgt te werk:
selecteer de spiegel met
keuzeschakelaar B fig. 17;
gebruik de joystick A fig. 17 om de
spiegel in de vier richtingen te
verstellen.
Inklappen van de spiegels
Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe
doorgangen) kunnen de buitenspiegels
ingeklapt worden door ze van stand
1 (open) in stand 2 (gesloten) te zetten
fig. 18.BELANGRIJK
15)Omdat de buitenspiegels gebogen zijn,
kunnen zij uw perceptie van de afstand
enigszins wijzigen. Tijdens het rijden
moeten de spiegels altijd in stand 1 fig. 18
staan.
16F0S0019
17F0S0020
18F0S0035
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG