FIAT 500L 2019 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: 500L, Model: FIAT 500L 2019Pages: 260, PDF Size: 5.65 MB
Page 91 of 260

EEN ISOFIX-KINDERZITJE
MONTEREN
75) 76) 77) 78)
De auto is uitgerust met ISOFIX-
bevestigingsbeugels, een nieuwe
standaard die het monteren van een
kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Met het ISOFIX-systeem kunt u het
ISOFIX-kinderzitje monteren zonder
gebruik van de veiligheidsgordels van
de auto maar door dit rechtstreeks vast
te maken aan de stoel met behulp
van de drie bevestigingspunten in de
auto. ISOFIX-kinderzitjes en
conventionele kinderzitjes kunnen in
hetzelfde voertuig op verschillende
stoelen worden gemonteerd.
Om een ISOFIX-kinderzitje te monteren,
het kinderzitje vastmaken aan de twee
metalen verankeringen A fig. 72 die
tussen de rugleuning en de zitting van
de achterstoel zitten, daarna de
bovenste gordel (geleverd bij het
kinderzitje) vastmaken aan het speciale
bevestigingspunt B fig. 73 dat zich
onderaan achter de rugleuning bevindt.
Ter illustratie toont fig. 74 een voorbeeld
van een universeel ISOFIX-kinderzitje
voor gewichtsgroep 1.BELANGRIJK De fig. 74 is indicatief en
dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
OPMERKING Wanneer een universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt
worden fig. 75.
72F0Y0088C
73F0Y0089C74F0Y0707C
75F0Y0677C
89
Page 92 of 260

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN
ISOFIX-KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende
montagemogelijkheden getoond voor ISOFIX-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met specifieke bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix-formaatPassagiers achterin aan de
zijkanten
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EIL
Groep 0+ (tot 13 kg)Tegen de rijrichting in E
IL
Tegen de rijrichting in DIL
Tegen de rijrichting in CIL (*)
Groep 1 (van 9 kg tot 18 kg)Tegen de rijrichting in D
IL
Tegen de rijrichting in CIL (*)
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting B1IUF
In de rijrichting AIUF
IL : geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën voor "specifieke voertuigen", "beperkt", of "semi-universeel", goedgekeurd voor dit type voertuig.
(*) : het Isofix-kinderzitje kan worden geinstalleerd door de stand van de voorstoel te verstellen.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
OPMERKING: Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke ISOFIX-kinderzitjes voorzien, die alleen gebruikt kunnen worden als
ze speciaal voor deze auto zijn ontworpen (zie overzicht auto’s met bijbehorend kinderzitje).
90
VEILIGHEID
Page 93 of 260

i-Size KINDERZITJES
Deze kinderzitjes, gefabriceerd en
typegoedgekeurd volgens de norm
i-Size (ECE R129), garanderen betere
veiligheidsomstandigheden voor het
vervoer van kinderen in een voertuig:
het kind moet in een tegen de
rijrichting in gemonteerd zitje vervoerd
worden tot de leeftijd van 15 maanden;
bescherming door het kinderzitje
is verbeterd in het geval van een
flankbotsing;
het gebruik van ISOFIX-systeem
wordt aanbevolen, om een onjuiste
montage van het kinderzitje te
voorkomen;
efficiëntie in de keuze voor het
kinderzitje, niet meer op basis van
gewicht maar op de lengte van het
kind, is verbeterd;
compatibiliteit tussen
voertuigstoelen en kinderzitjes is beter:
de i-Size-kinderzitjes kunnen
beschouwd worden als "Super ISOFIX",
dit betekent dat ze uitstekend
gemonteerd kunnen worden in de
typegoedgekeurde i-Size-stoelen, maar
ook gemonteerd kunnen worden op
de ISOFIX (ECE R44)
typegoedgekeurde stoelen.OPMERKING Als uw autostoelen
i-Size-goedgekeurd zijn, staat het in fig.
76 getoonde symbool op de stoelen
bij de ISOFIX-bevestigingen.
OPMERKING Controleer in de tabel op
de volgende pagina of uw auto is
goedgekeurd voor de montage van
i-Size-kinderzitjes.
76F0Y0733C
91
Page 94 of 260

In de volgende tabel is, in overeenstemming met de Europese regelgeving ECE 129, de mogelijkheid voor montage van
i-Size-kinderzitjes aangegeven.
i-Size-PLAATSEN IN DE AUTO
Apparaat Passagier voorPassagiers achterin
aan de zijkantenPassagier achterin
in het midden
i-Size kinderzitjesISO/R2 X i-U X
ISO/F2 X i-U X
i-U: geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes, zowel gemonteerd tegen de rijrichting in als in de rijrichting.
X: stoel niet geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes.
92
VEILIGHEID
Page 95 of 260

KINDERZITJES AANBEVOLEN DOOR FCA VOOR UW 500L
Lineaccessori MOPAR
®omvat een volledige reeks kinderzitjes die bevestigd moeten worden met de driepuntsveiligheidsgordel
of de ISOFIX-beugels.
Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 0+:
van pasgeboren tot
13 kg
van 40 cm tot 80
cm
BeSafe iZi Go Modular
Fiat-bestelcode: 71808564
Universal/i-Size-kinderzitjes
Het zitje moet tegen de rijrichting in
gemonteerd worden, met behulp van
alleen de veiligheidsgordels, of de
speciale i-Size-basis (die apart kan
worden aangeschaft) en de ISOFIX-
bevestigingspunten in het voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten. ++
BeSafe iZi Modular i-Size
Base
Fiat-bestelcode: 71808566
93
Page 96 of 260

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 0+/1:
van 9 tot 18 kg
van 67 cm tot 105
cm
BeSafe iZi Modular i-Size
Fiat-bestelcode: 71808565
Goedgekeurde i-Size-kinderzitjes
Deze moet in de auto gemonteerd
worden samen met de iZi Modular
i-Size Base (apart verkrijgbaar).
Het kan naar voren of naar
achteren gericht gemonteerd
worden (zie de handleiding van het
kinderzitje). ++
BeSafe iZi Modular i-Size
Base
Fiat-bestelcode: 71808566
Groep 2: van 15 kg
tot 36 kg van 95 cm
tot 135 cm
Britax Römer KidFix XP
(voor bepaalde versies/markten)
Fiat-bestelcode: 71807984Het kan alleen in de rijrichting
gemonteerd worden, met behulp van
de driepuntsveiligheidsgordel en de
ISOFIX-bevestigingen, indien
aanwezig.FCA adviseert deze met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen van de auto te
monteren. Dit moet gemonteerd
worden op de achterstoelen aan de
zijkanten.
94
VEILIGHEID
Page 97 of 260

Gewichtsgroep Kinderzitjes Type kinderzitje Montage kinderzitjes
Groep 3: van 22 kg
tot 36 kg van 136
cm tot 150 cmBritax Römer KidFix XP
(voor bepaalde versies/markten)
Fiat-bestelcode: 71807984Het kan alleen in de rijrichting
gemonteerd worden, met behulp van
de driepuntsveiligheidsgordel en de
ISOFIX-bevestigingen, indien
aanwezig.FCA adviseert deze met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen van de auto te
monteren. Dit moet gemonteerd
worden op de achterstoelen aan de
zijkanten.
BELANGRIJK FCA adviseert het kinderzitje te monteren volgens de aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
95
Page 98 of 260

Belangrijke aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van kinderen
Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting
in gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om
het kinderzitje zo dicht mogelijk tegen
de voorstoel aan te monteren.
Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan of de
led
op het paneel op het dashboard
brandt om er zeker van te zijn dat
deze airbag daadwerkelijk is
uitgeschakeld.
Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen met
de overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Elk kinderzitje is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in één zitje.
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Laat een kind nooit het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand is in
staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
Als de auto betrokken is geweest bij
een aanrijding, vervang het kinderzitje
dan door een nieuwe. Bovendien,
en afhankelijk van het type kinderzitje
dat geïnstalleerd is, moeten de
ISOFIX-verankeringen of de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
De achterste hoofdsteun kan zo
nodig verwijderd worden om een
kinderzitje te monteren. De hoofdsteun
moet altijd in de auto aanwezig zijn
en worden aangebracht als de stoel
door een volwassen passagier wordt
gebruikt of als een kind in een zitje
zonder rugleuning zit.
BELANGRIJK
68)ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een
kinderzitje tegen de rijrichting in op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe
klein ook, kan de airbag dodelijk letsel van
het kind tot gevolg hebben. Het is
raadzaam kinderen altijd in kinderzitjes op
de achterbank te vervoeren: bij een
ongeval biedt de achterbank de meeste
bescherming.
69)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld
moet worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Houd u altijd aan
de aanwijzingen op de zonneklep aan de
passagierszijde (zie de paragraaf
“Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -
Airbag”).
70)Mocht het toch nodig zijn om een kind
in een tegen de rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorste passagiersstoel te
vervoeren, dan moeten de frontairbag en
zijairbag aan de passagierszijde worden
uitgeschakeld via het hoofdmenu van het
display (zie de paragraaf "Display", in
het hoofdstuk "Kennismaking met het
dashboard"); de uitschakeling moet
geverifieerd worden door te controleren of
de led
OFF op het dashboard brandt.
Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met
het dashboard.
96
VEILIGHEID
Page 99 of 260

71)Verplaats de voorste passagiersstoel of
de achterbank niet als er een kind op zit
of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
72)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij
een ongeval kan het kinderzitje loskomen
en kan het kind zelfs dodelijk gewond
raken. Houd u, bij het monteren van
kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,
strikt aan de aanwijzingen van de
Fabrikant.
73)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de ISOFIX-
verankeringen, of verwijder het uit het
voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het
interieur liggen. Op die manier kan het geen
letsel bij de inzittenden veroorzaken, als er
plotseling moet worden geremd of in
geval van een ongeval.
74)Verplaats de stoel niet als er een
kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst
het kinderzitje alvorens de stoel anders in
te stellen.
75)Zorg er altijd voor dat het borstgedeelte
van de veiligheidsgordel niet onder de
armen door of achter de rug van het kind
langs loopt. Bij een ongeval zal de
veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen
houden, met het risico van zelfs dodelijk
letsel. Daarom moet het kind de
veiligheidsgordel altijd correct omleggen.
76)Gebruik één onderste verankeringspunt
niet voor de installatie van meer dan één
kinderzitje.77)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval
van een aanrijding zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs kunnen
overlijden.
78)Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de beugels bevestigd
als de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval worden
opgevolgd. De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij het
kinderzitje te leveren.AANVULLEND
VEILIGHEIDS-
SYSTEEM (SRS) -
AIRBAGS
De auto is uitgerust met:
frontairbag bestuurderszijde;
frontairbag passagierszijde;
knie-airbag bestuurderszijde (voor
bepaalde versies/markten);
frontairbags ter bescherming van
bekken, borst en schouders van
bestuurder en passagier (voor bepaalde
versies/markten);
zijairbags ter bescherming van het
hoofd van passagiers op de voorstoel
en op de achterbank (gordijnairbag).
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder/
passagier en de knie-airbag voor de
bestuurder (voor bepaalde versies/
markten) beschermen de inzittenden op
de voorstoelen in geval van
middelzware/zware frontale botsingen,
door de airbag tussen de inzittende
en het stuurwiel of het dashboard op te
blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten ongevallen
(botsingen opzij, achterop, over de kop
slaan enz.), wijst dit niet op een storing
van het systeem.
97
Page 100 of 260

De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling
hierop. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
Bij een botsing worden degenen die
geen veiligheidsgordel dragen naar
voren geworpen en kunnen zo in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
In de volgende omstandigheden kan
het voorkomen dat de frontairbags niet
worden opgeblazen:
frontale botsingen tegen makkelijk
vervormbare onderdelen, die niet het
plaatwerk aan de voorkant van het
voertuig zijn (bijv. spatbord tegen de
vangrail, etc.);
de auto schuift onder andere auto’s
of veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld
onder vrachtwagens of vangrails);Als de airbags onder de hierboven
beschreven omstandigheden niet
opgeblazen worden, dan bieden ze
geen aanvullende bescherming ten
opzichte van de veiligheidsgordels,
zodat hun activering geen zin heeft. In
deze gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van
het systeem.
De frontairbags voor bestuurder en
passagier zijn ontworpen en afgesteld
om inzittenden voorin met omgelegde
veiligheidsgordels te beschermen.
Wanneer de airbags volledig
opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel en
de bestuurder en tussen het dashboard
en de passagier.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen. De veiligheidsgordels
moeten dus altijd gedragen worden. Bij
een frontale aanrijding zorgen de
veiligheidsgordels ervoor dat de
inzittenden in de juiste stand worden
gehouden.Frontairbag bestuurderszijde
79) 80)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
is geplaatst fig. 77.
Frontairbag passagierszijde
81)
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in dashboard fig. 78 is
opgeborgen; deze airbag heeft een
groter volume dan de
bestuurdersairbag.
77F0Y0613C
98
VEILIGHEID