ECO mode FIAT FREEMONT 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2013, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2013Pages: 384, PDF Size: 5.28 MB
Page 74 of 384

BUITENSPIEGELS
Voor een optimaal resultaat dient u de spiegels zo af te
stellen dat u de naastliggende rijbaan goed in het zicht
hebt en er tevens een geringe overlapping is met het
zicht in de binnenspiegel.
OPMERKING:Het bolle oppervlak van de buiten-
spiegel aan de passagierszijde biedt een veel bredere
kijkhoek met name op de rijbaan naast uw auto.
WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken in de
bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner
en verder weg dan ze in werkelijkheid zijn.Als u te
veel op de passagiersspiegel vertrouwt , kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of object .
Gebruik uw binnenspiegel om de grootte van of
de afstand tot een voertuig te schatten dat u in
de rechterspiegel ziet . Als u deze waarschuwing
niet opvolgt , kan dit ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS
De schakelaar voor de elektrisch bediende buitenspie-
gels bevindt zich op het bekledingspaneel in het be-
stuurdersportier. (afb. 38) Modellen zonder de functie "Ruit snel openen/
sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en druk vervolgens op één van de vier
pijltjestoetsen om de spiegel in de richting van de pijl te
verstellen.
Modellen met de functie "Ruit snel openen/
sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en laat deze weer los. Druk vervolgens op
één van de vier pijltjestoetsen om de spiegel in de
richting van de pijl te verstellen. De keuzeschakelaar
slaat na 30 seconden af om te vermijden dat de spiegel-
stand na het verstellen onverhoeds wordt veranderd.(afb. 38)
Elektrische spiegelschakelaars.
68
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 126 of 384

Automatische sluitfunctie met klembeveiliging
(voor bepaalde uitvoering/landen)
Bij sommige modellen zijn de ramen van het
bestuurders- en passagiersportier voorzien van de
functie "Automatisch sluiten". Zet de raamschakelaar
naar de tweede klikstand, laat deze los, dan gaat het
raam automatisch dicht.
Als u tijdens het gebruik van de automatische sluitfunc-
tie het raam wilt stoppen voordat het volledig is geslo-
ten, duwt u de schakelaar kort omlaag.
Wanneer u het raam gedeeltelijk wilt sluiten, trekt u de
raamschakelaar naar de eerste klikstand en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam wilt laten stoppen.
OPMERKING:
Als het raam tijdens het automatisch sluiten op eenobstakel stuit, wordt eerst de bewegingsrichting om-
gekeerd en schuift het raam volledig open. Verwijder
in dat geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken vanwege een slecht wegdek de automatische omke-
ringsfunctie tijdens het sluiten onverwachts active-
ren. Als dat gebeurt, trekt u de schakelaar iets
omhoog tot aan het eerste drukpunt en houdt u de
schakelaar vast om het raam handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgescha-
k
eld wanneer het raam bijna gesloten is.
Om persoonlijk letsel te voorkomen moet u zor-
gen dat er zich geen armen, handen, vingers of
andere voorwerpen in het pad van het naar
boven draaiende raam bevinden voordat het
raam gesloten wordt . Bij een dergelijke beknel-
ling kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Resetten
Soms moet de functie "Automatisch omhoog/
Automatisch omlaag" opnieuw in werking worden ge-
steld. Daartoe volgt u de volgende stappen:
1. Trek de raambedieningschakelaar omhoog tot het raam volledig gesloten is en houd de schakelaar
vervolgens nog twee seconden langer vast.
2. Duw de raambedieningschakelaar helemaal omlaag tot het raam volledig geopend is en houd de scha-
kelaar vervolgens nog twee seconden langer vast.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het bekledings-
paneel van de bestuurdersportier kunt u de raambe-
diening van de achterportieren blokkeren. Als u de
ruitschakelaars wilt deactiveren, drukt u kort op de
ruitblokkeerschakelaar om deze in de stand Omlaag te
zetten. Als u de ruitschakelaars wilt activeren, drukt u
120
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 340 of 384

binnenkrijgt, moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
Verwijder gemorste vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
De radiator is normaliter helemaal gevuld. Het is dus
niet nodig de radiatordop te openen, behalve om de
antivriesconcentratie te controleren of de koelvloei-
stof te verversen. Maak uw monteur hierop attent.
Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is,
hoeft u het koelvloeistofreservoir slechts eenmaal per
maand te controleren. Wanneer u koelvloeistof moet
bijvullen, moet u dat doen via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING:Wanneer u na enkele kilometers de
auto tot stilstand brengt, ziet u mogelijk waterdamp
opstijgen vanuit de voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dat is gewoonlijk het gevolg van een hoge
luchtvochtigheid, of van regen of sneeuw die bij de
radiator is achtergebleven en die verdampt zodra de
thermostaatklep opengaat en hete koelvloeistof de
radiator binnenstroomt.
Wanneer bij een inspectie van het motorcomparti-
ment blijkt dat de radiateur en de slangen geen defec-
ten vertonen, kunt u gerust met de auto gaan rijden.
De damp zal snel verdwijnen. Vul niet te veel vloeistof bij in het koelvloeistofreser-
voir.
Controleer het antivriesgehalte in de radiator en het expansiereservoir. Als koelvloeistof moet worden
bijgevuld, moet ook de inhoud van het expansiere-
servoir tegen bevriezing worden beschermd.
Als u regelmatig koelvloeistof moet bijvullen of het peil in het expansiereservoir niet daalt zodra de
motor afkoelt, dient het koelsysteem via een druk-
test op lekkage te worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloeistofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met airconditioning, houd dan de
voorzijde van de condensor schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een zomer- of wintertype. Wanneer vervanging noodzakelijk is,
mag UITSLUITEND het voorgeschreven type ther-
mostaat worden ingebouwd. Andere modellen kun-
nen onvoldoende koelprestaties leveren en een ho-
ger brandstofverbruik en hogere emissiewaarden
teweegbrengen.
334
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD