FIAT STRADA 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2015, Model line: STRADA, Model: FIAT STRADA 2015Pages: 187, PDF Size: 9.33 MB
Page 61 of 187

KLIMAATREGELING
(KOELING)
Voor een snelle koeling van de lucht
in het interieur is de auto met
airconditioning uitgerust.
Ga als volgt te werk:
1) Draaiknop luchttemperatuur A:
wijzer in blauwe vlak (helemaal
naar links gedraaid).
2) Draaiknop ventilator C in vierde
snelheid, wijzer op 4 -.
3) Schuif B: op v
4) Draaiknop luchtverdeling D:
wijzer op
¥; controleer of alle
luchtroosters open zijn.
5) Airconditioning: druk op de
knop C.Voor een snelle koeling van de lucht
in het interieur, wat vooral nuttig is
als de auto in de zon heeft gestaan,
moeten de portierruiten 2 of 3
minuten geheel geopend worden,
zodat de lucht ververst wordt met
lucht van buitenaf.
Voor een zwakkere koeling: zet de
schuif van de luchtrecirculatie op
¶,
verhoog de temperatuur en verlaag
de ventilatorsnelheid.
VERWARMING
Schakel voor de verwarming en
ventilatie niet de airconditioning in.
Gebruik hiervoor het normale
verwarmings- en ventilatiesysteem
(zie vorige hoofdstuk).SNEL ONTWASEN EN/OF
ONTDOOIEN
De airconditioning is zeer nuttig om
het ontwasemen te versnellen,
aangezien de lucht wordt
ontvochtigd.
Zet hiervoor de bedieningsknoppen
op ontwasemen en schakel de
airconditioning in door de knop C in
te drukken.
Voorruit en zijruiten
1) Airconditioning: druk op
de knop C.
2) Draaiknop luchttemperatuur:
wijzer in rode vlak (helemaal naar
rechts gedraaid) op koude dagen
of in blauwe vlak (helemaal naar
links gedraaid) op hete dagen.
3) Draaiknop ventilator: wijzer op
maximumsnelheid.
4) Draaiknop luchtverdeling: wijzer
op -.
5) Luchtrecirculatie uitgeschakeld,
schuif op ¶.
59
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 59
Page 62 of 187

BELANGRIJK Met de draaiknop
voor de luchtverdeling op -, komt
er ook lucht uit de luchtroosters in
het midden en opzij. Voor het
optimaliseren van het ontwasemen
en ontdooien (ook van de zijruiten),
moeten de luchtroosters in het
midden worden gesloten
(bedieningsknop naar beneden
gedraaid
Op) en de luchtroosters
aan de zijkant worden geopend
(bedieningsknop naar boven
gedraaid
¥).
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan
een stand worden gekozen om
optimaal zicht te behouden.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel bedient de meeste
soorten buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt
uitsluitend als de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Bij inschakeling van de
buitenverlichting, worden het
instrumentenpaneel en verschillende
bedieningselementen op het
dashboard verlicht.
VERLICHTING UIT fig. 60
Draaischakelaar in de stand
O.
STADSLICHT fig. 60
Zet de draaischakelaar in stand
6.
Het controlelampje
3gaat op het
instrumentenpaneel branden.
DIMLICHT fig. 60
Zet de draaischakelaar in stand
2.
Het controlelampje
3gaat op het
instrumentenpaneel branden.GROOTLICHT fig. 60
Duw, met de draaischakelaar in
stand
2, de hendel naar voren
richting dashboard (stabiele stand).
Het controlelampje
1gaat op het
instrumentenpaneel branden.
Als de hendel naar het stuurwiel
wordt getrokken, dan dooft het
grootlicht (en wordt het dimlicht
weer ingeschakeld).
GROOTLICHTSIGNAAL fig. 60
Trek voor het grootlichtsignaal de
hendel naar het stuurwiel (instabiele
stand).
Het controlelampje
1gaat op het
instrumentenpaneel branden.
fig. 60
F0X0035m
60
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 60
Page 63 of 187

fig. 61
F0X0036m
RICHTINGAANWIJZERS fig. 61
Omhoog = richtingaanwijzer rechts.
Omlaag = richtingaanwijzer links.
Het controlelampje
¥of Îknippert
op het instrumentenpaneel.
De richtingaanwijzers schakelen
automatisch uit als het stuurwiel
weer wordt rechtgezet.
Als men kort richting wil aangeven,
voor het veranderen van rijstrook
waarbij het stuurwiel slechts weinig
hoeft te worden verdraaid, dan kan
de hendel iets omhoog of omlaag
worden bewogen zonder dat hij
vergrendelt (onstabiele stand).
Zodra de hendel wordt losgelaten,
keert hij in zijn ruststand terug.“FOLLOW ME
HOME” SYSTEEM fig. 62
Met dit systeem kan de ruimte vóór
het voertuig een bepaalde periode
worden verlicht.
Inschakeling
Trek, met de contactsleutel in de
stand STOP of verwijderd, de hendel
binnen 2 minuten na het afzetten van
de motor naar het stuurwiel.
Telkens dat de hendel wordt bediend,
blijft de verlichting 30 seconden
langer branden, tot een maximum van
210 seconden; hierna schakelt de
verlichting automatisch uit.
De display toont de ingestelde tijd.Uitschakeling
Houd de hendel langer dan 2
seconden naar het stuurwiel
getrokken of draai de contactsleutel
naar de stand MAR.
61
fig. 62
F0X0305m
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 61
Page 64 of 187

RUITEN REINIGEN
De rechter hendel fig. 63 bedient de
ruitenwissers/-sproeier en de
achterruitwisser en -sproeier.
RUITENWISSERS/-SPROEIER
Werkt alleen met de contactsleutel
in de stand MAR.
De hendel kan in vijf verschillende
standen worden gezet
(4 snelheidsregelingen):
0 ruitenwissers uit.
1 wissen met interval.
2 langzaam continu wissen.
3 snel continu wissen.
4 tijdelijk snel wissen (instabiele
stand).De tijdelijke snelle wisstand blijft
actief zolang de hendel handmatig in
die stand wordt gehouden.
Door de hendel los te laten, springt
deze onmiddellijk weer in de stand 0
en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
Snelheidsverlaging
ruitenwissers op basis van
voertuigsnelheid
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies, als er wordt
afgeremd tot het voertuig stilstaat,
wordt de snelheid van de
ruitenwissers automatisch een stand
verlaagd. De wisfrequentie wordt
automatisch hersteld zodra de
voertuigsnelheid boven 10 km/h
komt. Het is altijd mogelijk om de
snelheid van de ruitenwissers
handmatig te wijzigen.
fig. 63
F0X0038m
“Intelligente” wis-/wasfunctie
Trek de hendel naar het stuur
(onstabiele stand) om de
ruitensproeier in te schakelen.
Houd de hendel aangetrokken om
met één beweging de ruitenwissers/-
sproeiers in te schakelen; de
ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de hendel langer dan
een halve seconde naar het stuurwiel
wordt getrokken. Na het loslaten
van de hendel blijven de
ruitenwissers nog enkele wisslagen
werken; na enkele seconden volgt
nog een extra reinigingsslag.
62
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 62
Page 65 of 187

Gebruik de ruitenwissers
nooit om opgehoopte
sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In
dergelijke omstandigheden
wordt bij overbelasting van de
ruitenwissers de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de
ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Als
hierna de ruitenwissers niet
meer werken, neem dan contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
(r
fig. 64
F0X0040m
BEDIENINGSELEMENTEN
ALARMKNIPPERLICHTEN fig. 64
Druk op de schakelaar A om de
alarmknipperlichten in te schakelen,
ongeacht de stand van de sleutel in
het contactslot.
Bij ingeschakelde
alarmknipperlichten, knippert de
schakelaar en tegelijkertijd gaan op
het instrumentenpaneel de
controlelampjes knipperen.
Druk opnieuw op de schakelaar om
de alarmknipperlichten uit te
schakelen.Het gebruik van de
alarmknipperlichten
wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van
het land waar u rijdt: neem de
wettelijke voorschriften in
acht.
WAARSCHUWING
63
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 63
Page 66 of 187

DRUKKNOPPEN fig. 65
Deze bevinden zich boven de
middelste luchtroosters.
Ze werken alleen met de
contactsleutel in de stand MAR.
Wanneer een functie ingeschakeld
wordt, gaat het betreffende lampje
op het instrumentenpaneel branden.
Druk nogmaals op de knop om de
functie uit te uitschakelen.
(
r
fig. 65
F0X0041m
Mistachterlichten
Knop A: de mistachterlichten gaan
alleen branden als het dimlicht en/of
de mistlampen voor zijn
ingeschakeld. De mistachterlichten
worden uitgeschakeld wanneer de
contactsleutel naar de stand STOP
wordt gedraaid.
Als ze weer nodig zijn wanneer het
voertuig opnieuw wordt gestart,
moeten ze opnieuw ingeschakeld
worden.
Mistlampen voor
Knop B: om deze lampen in te
schakelen, moet de buitenverlichting
ingeschakeld zijn (niet het
grootlicht). De mistlampen worden
uitgeschakeld wanneer de
contactsleutel naar de stand SOP
wordt gedraaid.
Als ze weer nodig zijn wanneer het
voertuig opnieuw wordt gestart,
moeten ze opnieuw ingeschakeld
worden.Verstralers
Knop C: om deze lichten in te
schakelen, moet het grootlicht
ingeschakeld zijn. De verstralers
worden uitgeschakeld wanneer de
contactsleutel naar de stand STOP
wordt gedraaid.
Als ze weer nodig zijn wanneer het
voertuig opnieuw wordt gestart,
moeten ze opnieuw ingeschakeld
worden.
64
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 64
Page 67 of 187

AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER fig. 66
Deze veiligheidsschakelaar grijpt in
bij een ongeval, door de toevoer van
brandstof af te sluiten waardoor de
motor afslaat.
fig. 66
F0X0042m
fig. 67
F0X0043m
Als na een botsing een
brandstoflucht wordt
geroken of brandstoflekkage
wordt geconstateerd, dan mag
de schakelaar niet gereset
worden om brand te
voorkomen.
WAARSCHUWING
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE fig. 67
Trek aan handgreep A om het kastje
te openen. Bij sommige versies gaat
bij het openen van het kastje een
inwendig lampje branden. Sommige
versies zijn van een bovenste kastje
voorzien. Druk op de knop B om dit
te openen. Als geen brandstoflekkage wordt
waargenomen en de auto kan gestart
worden, druk dan op de knop A om
de brandstoftoevoer weer te
herstellen.
Draai na een botsing de
contactsleutel naar STOP om te
voorkomen dat de accu leegloopt.
Rijd nooit met open
dashboardkastje: bij
een ongeval kan de passagier
hierdoor verwond raken.
WAARSCHUWING
65
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 65
Page 68 of 187

fig. 68
F0X0044m
fig. 69
F0X0045m
fig. 70
F0X0046m
BRILLENHOUDER fig. 68
Bij sommige versies bevindt zich een
brillenhouder in het
bestuurdersportier. Trek in de
richting aangegeven door de pijl om
de brillenhouder te openen.
PLAFONDVERLICHTING
VOOR
Met kantelend lampenglas fig. 69
De plafondverlichting wordt als volgt
met behulp van het lampenglas
ingeschakeld:
gedrukt naar 1: uit;
normale stand: schakelt in wanneer
een portier wordt
geopend;
gedrukt naar 2: altijd aanMet schakelaars en spotje fig. 70
De plafondverlichting kan op twee
manieren gaan branden, afhankelijk
van de stand van schakelaar A:
1. brandt altijd (ON), ook bij
gesloten portieren;
2. gaat branden wanneer een portier
wordt geopend;
3. altijd uit (OFF).
Spotje
Schakelaar B bedient het spotje:
1: spotje aan (ON);
2: spotje uit (OFF).Tijdregeling plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in
het donker te vereenvoudigen, zijn
er bij sommige versies 2
verschillende tijdregelingen.
Tijdregeling bij instappen
De plafondverlichting gaat als volgt
branden:
– 15 seconden bij het ontgrendelen
van de voorportieren;
– 3 minuten wanneer een van de
portieren wordt geopend;
66
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 66
Page 69 of 187

fig. 71
F0X0047m
fig. 72
F0X0048m
– 7 seconden wanneer een van de
portieren wordt gesloten (binnen
3 minuten).
De tijdregeling wordt onderbroken
wanneer de sleutel in de stand MAR
wordt gezet.
Tijdregeling bij uitstappen
Als de sleutel uit het contactslot
wordt verwijderd, gaat de
plafondverlichting op de volgende
manieren branden:
– 3 minuten binnen 2 minuten na
het afzetten van de motor;
– 3 minuten wanneer een van de
portieren wordt geopend;
– 7 seconden wanneer een van de
portieren wordt gesloten (binnen
3 minuten).
De tijdregeling stopt automatisch
wanneer de portieren worden
vergrendeldPLAFONDVERLICHTING
ACHTER fig. 71
(voor bepaalde versies/markten)
De plafondverlichting achter wordt
als volgt met behulp van het
lampenglas ingeschakeld:
gedrukt naar 1: uit;
normale stand: schakelt in wanneer
een portier wordt
geopend;
gedrukt naar 2: altijd aan.STOPCONTACT fig. 72
Deze is slechts op enkele versies
aanwezig en werkt alleen met de
contactsleutel in de stand MAR.
Voor het gebruik moet de dop A
opgetild worden.
Het stopcontact kan gebruikt worden
voor apparaten/accessoires met een
maximumvermogen van 180 W.
Voordat elektrische
accessoires worden
aangesloten, zich tot het Fiat
Servicenetwerk wenden om te
vragen of dit mogelijk is.
WAARSCHUWING
67
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 67
Page 70 of 187

fig. 73
F0X0049m
fig. 74
F0X0050m
Als het stopcontact als
aansteker wordt
gebruikt, onthoud dan dat deze
hoge temperaturen bereikt.
Wees voorzichtig en zorg dat
de aansteker niet wordt
gebruikt door kinderen:
brandgevaar en/of gevaar voor
brandwonden.
WAARSCHUWING
Controleer altijd na
gebruik van de
aansteker of hij uitgeschakeld is.
WAARSCHUWING
ASBAK fig. 73
Deze is slechts op enkele versies
aanwezig en is ondergebracht in de
middelste tunnel.
Open het deksel A om de asbak te
gebruiken.ZONNEKLEPPEN fig. 74
Deze bevinden zich aan beide kanten
van de achteruitkijkspiegel.
Ze kunnen naar voren en opzij
worden gedraaid.
Afhankelijk van de versie heeft de
zonneklep aan bestuurderszijde een
documentenhoesje op de
achterkant, terwijl de zonneklep aan
passagierszijde voorzien is van een
spiegeltje.
68
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 68