Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 611 of 710

Onderhoud
12
7
Schijfremmen, remblokken,
remklauwen en remschijven
Controleer de remblokken op overmatige
slijtage, de schijfremmen op slingering
en slijtage en de remklauwen op
vloeistoflekkage.
Zie de website van HYUNDAI voor meer
informatie over het controleren van de
remblokken en remvoeringen. ( http://brakeman
ual.hmc.co.kr)
Bevestigingsbouten wielophanging
Controleer of de bouten van de
wielophanging goed vastzitten en niet
beschadigd zijn. Draai ze met het
voorgeschreven aanhaalmoment vast. Stuurhuis, stuurstangen en
stofhoezen/onderste fuseekogel
Breng de auto tot stilstand, zet de motor
uit en controleer op overmatige speling inhet stuurwiel.
Controleer de stuurstangen op knikken of
beschadigingen. Controleer de
stofhoezen en fuseekogel op veroudering,
scheurtjes of beschadigingen. Vervangbeschadigde onderdelen.
Stuurbekrachtigingspomp,
aandrijfriem en slangen
Controleer de stuurbekrachtigingspomp en slangen op lekkage en
beschadigingen. Vervang beschadigde of
lekkende onderdelen direct. Controleer
de aandrijfriem op sneetjes, scheurtjes,
overmatige slijtage en controleer of hij
goed geolied is en de spanning juist is.
Vervang of stel indien nodig af.Aandrijfassen en
aandrijfashoezen
Controleer de aandrijfassen, -hoezen en
klemmen op scheurtjes, veroudering of
beschadigingen. Vervang beschadigdeonderdelen en breng indien nodig nieuw
vet aan.
Koudemiddel airconditioning/
aircocompressor Controleer de leidingen en aansluitingen
van de airconditioning op lekkage enbeschadigingen.
Page 612 of 710

713
Onderhoud
MOTOROLIE
Controle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto horizontaal staat.
2. Start de motor en laat deze op de normale bedrijfstemperatuur komen.
3. Zet de motor uit en wacht ongeveer 5 minuten zodat de olie naar het carter
terug kan lopen. 4. Trek de peilstok uit de houder, veeg
hem schoon en steek hem weer
geheel in de houder. 5. Trek de peilstok opnieuw uit de houder
en controleer het peil. Het peil moet
zich ergens tussen F en L bevinden.
WAARSCHUWING
- Radiateurslang
Wees voorzichtig met de
radiateurslang tijdens het
controleren of bijvullen van de
motorolie. Deze kan namelijk nog
zo warm zijn, dat u zich eraan kuntbranden.
OPMERKING - Dieselmotor
Als te veel motorolie wordt bijgevuld, kan dit door de klopverschijnselen leiden totnadieselen. Hierdoor kan motorschade ontstaan, waarbij
plotselinge verhogingen van hetmotortoerental, motorlawaai enwitte rook waargenomen kunnen
worden.
OPMERKING
Vul niet te veel motorolie bij. Dit kan schade aan de motor
veroorzaken.
Mors geen motorolie wanneer u olie bijvult of ververst. Als umotorolie morst in de
motorruimte, verwijder dit danonmiddellijk.
Wanneer u de peilstok afveegt, doe dit dan met een schone doek.Wanneer er vuil in de olie
terechtkomt, kan motorschadeontstaan.
ONCEMC3213
OXM079004
■ Type A
■Type B
Page 613 of 710

Onderhoud
14
7
Als het peil zich bij of op de L bevindt,
moet u olie bijvullen tot de F. Vul niet te
veel olie bij.
Gebruik een trechter om morsen van
olie op motoronderdelen te
voorkomen.
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)Motorolie verversen en filter
vervangen
We adviseren u de motorolie en het
oliefilter te laten vervangen door een
officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Gebruikte motorolie kan irritatie of
huidkanker veroorzaken indien de
huid langdurig in contact komt met
de olie. De stoffen die in gebruikte
motorolie aanwezig zijn, hebben bij
laboratoriumproeven geleid tot
kanker bij proefdieren. Was uw
handen zorgvuldig met zeep en
warm water als ze in contact zijn
geweest met gebruikte motorolie.
ONCEMC3215
OXM079005
■ Type A
■Type B
Page 614 of 710

715
Onderhoud
Het hogedruk-koelsysteem is voorzien
van een reservoir dat gevuld is met een
koelvloeistof die ook voldoende
bescherming biedt tegen bevriezing. Het
reservoir is in de fabriek gevuld.
Controleer de vorstbescherming en het
koelvloeistofpeil ten minste één keer per
jaar, aan het begin van het winterseizoen
en voordat u naar een kouder klimaatreist.Koelvloeistofpeil controleren
KOELVLOEISTOF
WAARSCHUWING
Losdraaien van de
radiateurdop
Verwijder de radiateurdop nooit terwijl de motor draait of nog een
hoge temperatuur heeft.
Daardoor kan er schade aan het
koelsysteem en de motor
ontstaan; bovendien kunt u
ernstig letsel oplopen doordat er
hete koelvloeistof of stoomontsnapt.
(Vervolg)
(Vervolg)
Zet de motor uit en wacht tot dezeis afgekoeld. Verwijder de
radiateurdop uiterst voorzichtig.
Wikkel een dikke doek rond de
dop en draai hem voorzichtig
linksom tot de eerste aanslag. Ga
een stukje achteruit wanneer de
druk van het koelsysteem af gaat.
Pas als u zeker weet dat er geen
overdruk meer is, drukt u de dopmet de doek in en draait u hem
verder linksom om hem teverwijderen.
Verwijder de radiateurdop of de aftapplug niet als de motor en de
radiateur nog heet zijn, zelfs niet
als de motor niet loopt. Er kan
nog steeds hete koelvloeistof en
stoom ontsnappen, waardoor erernstig letsel kan ontstaan.
OPMERKING
Rijd niet zonder koelvloeistof.
Anders kan de waterpompbeschadigd raken, de motor
vastlopen, enz.
Wanneer de motor oververhit raakt door te weinig koelvloeistofkan het plotseling bijvullen van
koelvloeistof barsten in de motorveroorzaken. Vul koelvloeistof langzaam en in kleinehoeveelheden bij om schade tevoorkomen.
Page 615 of 710

Onderhoud
16
7
Controleer de toestand en de
aansluitingen van alle slangen van het
koelsysteem en van de verwarming.
Vervang beschadigde en slechteslangen.
Het koelvloeistofpeil in het expansievat
dient tussen de merktekens F en L te
liggen als de motor koud is.
Vul als het peil laag is voldoende
gedestilleerd (gedemineraliseerd) waterbij.
Vul bij tot de F, maar vul niet te veel bij.
Als veelvuldig bijvullen noodzakelijk is,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Aanbevolen koelvloeistof
Vul het koelsysteem alleen bij met
gedestilleerd water en vul het
koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist
koelvloeistofmengsel kan storingen en
schade aan de motor veroorzaken.
De motor van uw auto heeft aluminium onderdelen. Gebruik daarom een
koelvloeistof op ethyleen-glycolbasis
ter voorkoming van corrosie en
bevriezing.
Gebruik GEEN koelvloeistof op ethanol- of methanol-basis; meng ook
geen ethanol- of methanol-antivries
met de voorgeschreven koelvloeistof.
Gebruik geen mengsel met meer dan 60% of minder dan 35% antivries; in
dat geval is een optimale koelende
werking niet gewaarborgd.
ODM073006
WAARSCHUWING
De elektromotor
(koelventilator) wordt
aangestuurd op basis
van de
koelvloeistoftemperatuur, de
koudemiddeldruk en de rijsnelheid.De ventilator kan soms gaan
draaien ook al is de motor uit. Wees
extra voorzichtig bij
werkzaamheden in de buurt van de
koelventilator zodat u niet geraakt
wordt door de ronddraaiende
ventilatorbladen. Als de
koelvloeistoftemperatuur daalt,
wordt de elektromotor automatisch
uitgeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel.
Page 616 of 710

717
Onderhoud
Zie de volgende tabel voor de
mengverhouding.Koelvloeistof verversen
We adviseren u de koelvloeistof te laten
vervangen door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OPMERKING
Leg een flinke doek rond de
vulopening om te voorkomen datals er gemorst wordt, koelvloeistof
terechtkomt of de dynamo of andere onderdelen van de motor.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.WAARSCHUWING
Radiateurdop
Verwijder bij een warme motor en
radiateur de radiateurdop niet. Erkan nog steeds gloeiend hete
koelvloeistof en stoom
ontsnappen, waardoor er ernstigletsel kan ontstaan.
ODM072007
-15°C (5°F) 35 65
-25°C (-13°F) 40 60
-35°C (-31°F) 50 50
-45°C (-49°F) 60 40
Buiten-temperatuur Mengverhouding
(hoeveelheid))
Antivries Water
Page 617 of 710

Onderhoud
18
7
REMVLOEISTOF
Remvloeistofniveau controleren
Controleer regelmatig het niveau in het
reservoir. Het vloeistofniveau dient zich
tussen de merktekens MAX en MIN aan
de zijkant van het reservoir te bevinden.
Reinig het gebied rondom de dop van het
reservoir grondig alvorens de dop te
verwijderen en vloeistof bij te vullen, om
te voorkomen dat deze vervuild raakt.
Vul vloeistof bij tot aan het merkteken
MAX wanneer het niveau te laag is. Het
niveau van de remvloeistof zal na
verloop van tijd dalen. Dit is normaal en
wordt veroorzaakt door het slijten van de
remblokken. Als het remvloeistof extreem
laag is, adviseren we u het systeem telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Gebruik alleen de voorgeschreven remvloeistof. (Zie "Aanbevolensmeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)
Meng nooit verschillende soortenvloeistof door elkaar.
✽✽ AANWIJZING
Lees voor het verwijderen van de
vuldop van het remvloeistofreservoir
eerst de waarschuwing op de dop.
ODM072009
WAARSCHUWING
- Lekkage van remvloeistof
Als u het remvloeistofreservoir
regelmatig moet bijvullen,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Reinig de vuldop alvorens hem te
verwijderen. Gebruik alleen DOT3
of DOT4 remvloeistof uit een
afgesloten verpakking.
Page 618 of 710

719
Onderhoud
WAARSCHUWING - Remvloeistof
Wees voorzichtig bij het vervangen
of bijvullen van remvloeistof. Zorg
ervoor dat de vloeistof niet in
contact komt met uw ogen. Spoel
uw ogen direct met een ruime
hoeveelheid leidingwater wanneer
u remvloeistof in uw ogen krijgt.
Laat uw ogen zo snel mogelijk
onderzoeken door een dokter.OPMERKING
Zorg ervoor dat remvloeistof niet in contact komt met het lakwerk van
de auto. De lak kan hierdoorbeschadigen. De kwaliteit van eenremvloeistof die gedurende lange tijd blootgesteld is aan de
buitenlucht kan niet gegarandeerdworden. Voer de vloeistof op dejuiste wijze af. Gebruik het juiste
type vloeistof.
Slechts een paar druppels mineraleolie, bijvoorbeeld motorolie, in hetremsysteem kunnen de onderdelenvan het systeem beschadigen.
Page 619 of 710

Onderhoud
20
7
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
Ruitensproeiervloeistofniveau
controleren
Het reservoir is transparant, zodat het
niveau snel visueel kan wordengecontroleerd. Controleer het vloeistofpeil in het
sproeierreservoir en vul indien nodigvloeistof bij. Als u geen ruitensproeiervloeistof bij de
hand heeft, kunt u het reservoir bijvullen
met gewoon water. Gebruik in koudeklimaten echter speciale
ruitensproeiervloeistof om bevriezing te
voorkomen.
WAARSCHUWING
- Koelvloeistof
Gebruik geen koelvloeistof of antivries in het sproeierreservoir.
Koelvloeistof kan het zicht ernstig belemmeren wanneer dit
op de voorruit terecht komt
waardoor u de macht over de
auto kunt verliezen. Bovendien
kan het de lak beschadigen.
Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan onder bepaalde
omstandigheden licht
ontvlambaar zijn. Houd open
vuur en vonken uit de buurt van
de ruitensproeiervloeistof en het
sproeierreservoir. De auto kan
beschadigd raken en deinzittenden kunnen letseloplopen.
Ruitensproeiervloeistof is giftig voor mensen en dieren. Drink
geen ruitensproeiervloeistof envermijd contact met
ruitensproeiervloeistof. Hierdoorkan ernstig letsel ontstaan.
ODMNMC2019
ODM072010
■Type A
■Type B
Page 620 of 710

721
Onderhoud
PARKEERREM
Controleer de parkeerrem
Controleer of de slag van het
parkeerrempedaal volgens de
specificatie is als het wordt ingetrapt met
294 N (30 kg, 66 lb). De parkeerrem
alleen moet de auto veilig op een vrij
steile helling kunnen houden. Als de slag
groter of kleiner is dan voorgeschreven,
adviseren we u het systeem te laten
repareren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Vrije slag : 8-9 tarden
OCM050015