Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 241 of 566

3-94
Handige voorzieningen in uw auto
Koplamp en parkeerlicht
Wanneer de koplampen
(lichtschakelaar in stand koplampen
of AUTO) zijn ingeschakeld en alle
portieren (en de achterklep) zijn
gesloten en vergrendeld, gaan de
parkeerlichten en de koplampen
gedurende 15 seconden branden
wanneer het onderstaande wordtgedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoetsvoor de portieren van de Smart
Key wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets drukt, doven de
parkeerlichten en de koplampendirect.
U kunt het welkomstlicht in- of
uitschakelen met de modus
Gebruikersinstellingen op het LCD-
display. Zie "LCD-display" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Interieurverlichting
Wanneer de schakelaar
interieurverlichting in stand DOOR
staat en alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
interieurverlichting gedurende 30
seconden branden wanneer het
onderstaande wordt gedaan.
Wanneer op de ontgrendeltoets voor de portieren van de Smart
Key wordt gedrukt.
Wanneer op de toets op de buitenportiergreep wordt gedrukt.
Als u op de vergrendel- of
ontgrendeltoets van het portier drukt,
dooft de interieurverlichting direct.
Interieurverlichting
Laat de interieurverlichting niet te lang branden als het contact
uitgeschakeld is, anders zal deaccu ontladen raken.
AANWIJZING
Page 242 of 566

3-95
Handige voorzieningen in uw auto
3
Automatisch uitschakeleninterieurverlichting
De interieurverlichting wordt
automatisch na ongeveer 20 minuten
uitgeschakeld nadat het contact is
uitgeschakeld en de portieren zijn
gesloten. Als een portier is geopend,
dooft de verlichting na ongeveer 40
minuten nadat het contact is
uitgeschakeld. Als de portieren
worden vergrendeld met de Smart
Key en het alarm van het
antidiefstalsysteem van de auto
wordt ingeschakeld, dooft de
verlichting vijf seconden later.
Verlichting voor
(1) Kaartleeslampje voor
(2) Verlichting voorportier
(3) Interieurverlichting voor
Kaartleeslampje voor :
Druk op een van deze lampglazen
om het kaartleeslampje in of uit te
schakelen. Dit lampje heeft een
gerichte lichtbundel waarmee de
bestuurder en de voorpassagier in
het donker een kaart of iets anders
kunnen lezen.
Verlichting voorportier ( ) :
De interieurverlichting voor en achter
gaat branden wanneer de voor- of
achterportieren worden geopend.
Als de portieren worden ontgrendeld
met de Smart Key, gaat de
interieurverlichting voor en achter
gedurende ongeveer 30 seconden
branden zolang er geen portier wordt
geopend. De interieurverlichting voor
en achter dooft na ongeveer 30
seconden geleidelijk als het portier
wordt gesloten. De
interieurverlichting voor en achter
dooft na ongeveer 30 seconden
geleidelijk als het portier wordt
gesloten. Als er een portier wordt
geopend terwijl de startknop in stand
ACC of OFF staat, blijft de
interieurverlichting voor en achter
ongeveer 20 minuten branden.
OAD045405
Page 243 of 566

3-96
Handige voorzieningen in uw auto
Interieurverlichting voor
Druk op de toets om de
interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter in te
schakelen. Druk nogmaals op de
toets om de interieurverlichting uit
te schakelen.
Druk op de toets om de
interieurverlichting voor de
zitplaatsen voor/achter uit te
schakelen.
Interieurverlichting achter
Schakelaar interieurverlichting
achter ( ) :
Druk op deze schakelaar om de
interieurverlichting in en uit te
schakelen.
Laat de schakelaars van de
verlichting niet gedurende langeretijd aan staan als het contact is
uitgeschakeld.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat
branden zodra de achterklep wordtgeopend.
De bagageruimteverlichting
brandt zolang de achterklep is
geopend. Sluit de achterklep
volledig na gebruik van de
bagageruimte om te voorkomendat de accu onnodig ontladenraakt.
AANWIJZING
AANWIJZING
OAEE046401
OAE046445
OAEE046421
■Type A
■Type B
Page 244 of 566

3-97
Handige voorzieningen in uw auto
3
Make-upspiegelverlichting
Druk op de toets om het lampje in of
uit te schakelen.
De verlichting wordtingeschakeld als er op deze
toets wordt gedrukt.
De verlichting wordt uitgeschakeld als er op deze
toets wordt gedrukt.
Zet de schakelaar altijd in stand
uit als de verlichting van de make-
upspiegel niet wordt gebruikt. Als
de zonneklep wordt teruggeklapt
terwijl het lampje nog brandt, kande accu ontladen raken en de
zonneklep beschadigd worden.
Instapverlichting (indien van toepassing)
Welkomstlicht
Wanneer alle portieren (en de
achterklep) zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de
instapverlichting gedurende 15
seconden branden wanneer het
portier wordt ontgrendeld met de
Smart Key of de toets op de
buitenportiergreep.
Zie "Welkomstlicht" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Begeleidingsverlichting
Wanneer het startknop in stand OFF
staat en het bestuurdersportier wordt
geopend, gaat de instapverlichting
gedurende 30 seconden branden.
Als het bestuurdersportier binnen 30
seconden wordt gesloten, dooft de
instapverlichting na 15 seconden.
Als het bestuurdersportier wordt
gesloten en vergrendeld, dooft de
instapverlichting direct.
De begeleidingsverlichting van de
instapverlichting gaat alleen de
eerste keer dat het
bestuurdersportier wordt geopend
na het uitschakelen van de auto
branden.
AANWIJZING
OAD045410
OAE046419
Page 245 of 566

3-98
Handige voorzieningen in uw auto
A : Regeling wissersnelheid· MIST /
V- Enkele wisslag
· OFF / O - Uit
· INT / --- - Intervalstand AUTO - Automatische regeling
· LO / 1 - Lage wissersnelheid· HI / 2 - Hoge wissersnelheid
* : indien van toepassing
B : Afstellen tijd automatische regeling
C : Sproeien met korte
wisbewegingen
Ruitenwissers voor
Werkt als volgt als de startknop in stand ON staat. MIST (
V) : Druk voor een enkele wisbeweging de hendel
naar boven (of beneden)
en laat hem weer los. De
ruitenwissers zullen
blijven werken zolang de
hendel in deze stand
wordt gehouden.
OFF (O) : Ruitenwissers zijn
uitgeschakeld.
INT (---) : De r uitenwissers werken
met regelmatige
intervallen. Draai aan desnelheidsregelknop (B) omde snelheid te wijzigen.
RR UU IITT EENN WW IISS SSEE RR SS EE NN RR UU IITT EENN SSPP RR OO EEIIEE RR SS
OAD045437L
OAD045438L
■Type A
■Type B
Page 246 of 566

3-99
Handige voorzieningen in uw auto
3
AUTO : De regensensor bovenaan opde voorruit registreert de
hoeveelheid regen en
schakelt de ruitenwissersautomatisch in met de juiste
snelheid/intervaltijd. Hoeharder het regent, hoe hoger
de wissersnelheid. Als het
ophoudt met regenen, wordt
de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld. Draai aan desnelheidsregelknop (B) om desnelheid te wijzigen.
LO (1) : De ruitenwissers wissen met een lagere snelheid.
HI (2) : De ruitenwissers wissen met een hogere snelheid. Informatie
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebruiken
of ontdooi de voorruit gedurende 10
minuten. Anders werken de
ruitenwissers mogelijk niet goed en
kunnen ze beschadigd raken.
Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwisser en
ruitensproeier gebruikt, kan er schade
ontstaan aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem.Automatische regeling (AUTO)
De regensensor bovenaan op de
voorruit registreert de hoeveelheid
regen en schakelt de ruitenwisserautomatisch in met de juiste
snelheid/intervaltijd. Hoe harder hetregent, hoe hoger de wissersnelheid.
Als het ophoudt met regenen, wordt
de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld. Draai aan desnelheidsregelknop (1) om desnelheid te wijzigen.
i
OAD045441L
Sensor
Page 247 of 566

3-100
Handige voorzieningen in uw auto
Als de ruitenwisserschakelaar in de
stand AUTO wordt gezet terwijl de
startknop in stand ON staat, zal de
wisser eenmaal werken om een
controle van het systeem uit te
voeren. Zet de schakelaar in stand
OFF als de ruitenwissers niet in
gebruik zijn. Zet de schakelaar tijdens het
wassen van de auto in stand
OFF (O) om te voorkomen dat de
ruitenwissers automatisch
worden ingeschakeld. Als de
ruitenwissers tijdens het
wassen worden ingeschakeld,
raken ze mogelijk beschadigd.
Verwijder de behuizing van de regensensor boven aan de
voorruit aan passagierszijde
niet. Eventuele schade aan
onderdelen die hierdoor kan
ontstaan, valt niet onder de
fabrieksgarantie.AANWIJZING
Als de auto in de Ready-modus
( ) staat en de schakelaar voor
de ruitenwissers voor in stand
AUTO staat, neem dan
onderstaande aanwijzingen in
acht om letsel door de
ruitenwissers voor te
voorkomen:
Raak het bovenste deel van
de voorruit, waar de
regensensor zich bevindt, nietaan.
Veeg het bovenste deel van de
voorruit niet schoon met een
vochtige doek.
Oefen geen druk uit op de
voorruit.
WAARSCHUWING
Page 248 of 566

3-101
Handige voorzieningen in uw auto
3
Ruitensproeier voorruit
Trek de hendel naar u toe om de
ruitensproeiers in te schakelen. Als
de ruitenwisserschakelaar in standOFF (O) staat, zullen de
ruitenwissers 1 - 3 wisslagen maken.
De ruitensproeier en de
ruitenwissers blijven werken tot u de
hendel loslaat. Als de ruitensproeiers
niet werken, moet u mogelijk
ruitensproeiervloeistof bijvullen.Wanneer de buitentemperatuurbeneden het vriespunt is,
verwarm de voorruit dan ALTIJD
door deze te ontwasemen om te
voorkomen dat de
ruitensproeiervloeistof op de
ruit bevriest en uw zicht
belemmert, waardoor een
ongeval met ernstig letsel tot
gevolg kan ontstaan.
WAARSCHUWING
OAD045404
Gebruik de ruitensproeiers
niet wanneer het reservoir
leeg is, om beschadiging van
de ruitensproeierpomp te
voorkomen.
Schakel de ruitenwissers niet
in als de voorruit droog is, om
beschadiging van de wissers
en de voorruit te voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te
bewegen, om beschadiging
van de ruitenwisserarmen en
van andere onderdelen te
voorkomen.
Gebruik om mogelijke schade
aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem te
voorkomen in de winter of bij
lage buitentemperaturen
speciale ruitensproeier
-
vloeistof.
OPMERKING
Page 249 of 566

3-102
Handige voorzieningen in uw autoR
R IIJJ HH UU LLPP SSYY SSTT EEEE MM
Achteruitrijcamera
(indien van toepassing)
De achteruitrijcamera wordt
geactiveerd als de auto in de Ready-
modus ( ) staat en de transmissie
in stand R (achteruit) wordt gezet. Dit is een aanvullend systeem dat de
ruimte achter de auto weergeeft via
het display van het audio-/videosysteem terwijl de
selectiehendel in stand R (achteruit)staat.
De achteruitrijcamera is geen
veiligheidssysteem. De
achteruitrijcamerahelpt de
bestuurder alleen bij het
signaleren van obstakels die
zich dicht bij het midden van de
achterzijde van de auto
bevinden. De camera geeft NIET
de volledige omgeving van de
achterzijde van de auto weer.
WAARSCHUWING
Vertrouw bij het
achteruitrijden nooit alleen op
het beeld van de
achteruitrijcamera.
Kijk voordat u achteruitrijdt
ALTIJD om u heen om te
controleren of de omgeving
vrij is van objecten en
obstakels, om een aanrijding
te voorkomen.
Wees extra voorzichtig als u
dicht langs objecten of
personen, in het bijzonder
kinderen, rijdt.
WAARSCHUWING
OAEE046417L
OAEE046416
Page 250 of 566

3-103
Handige voorzieningen in uw auto
3
Informatie
Zorg ervoor dat de lens van de camera
altijd schoon is. Als de lens is bedekt
met vuil of sneeuw, functioneert de
camera mogelijk niet normaal.
Parking assist system achter
(indien van toepassing)
Het Parking Assist System achter
waarschuwt de bestuurder tijdens
het achteruitrijden met een
geluidssignaal zodra de afstand
tussen de auto en een voorwerpachter de auto minder dan 120 cm
wordt.
Dit systeem is een aanvullend
systeem, dat alleen werkt in het
gebied dat door de parkeersensoren
wordt gedekt.
i
OAEE046413
Sensoren
Kijk voordat u achteruitrijdt
ALTIJD om u heen om te
controleren of de omgeving
vrij is van objecten en
obstakels, om een aanrijding
te voorkomen.
Wees extra voorzichtig als u
dicht langs objecten of
personen, in het bijzonder
kinderen, rijdt.
Houd er rekening mee dat
sommige objecten mogelijk
niet op het scherm worden
weergegeven of door de
sensoren worden
geregistreerd als gevolg vande afstand tot het obstakel of
het formaat of het materiaal
van het obstakel. Al deze
zaken kunnen de effectiviteit
van de sensor beperken.
WAARSCHUWING
Gebruik voor het reinigen van
de lens geen producten die zure
of basische reinigingsmiddelen
bevatten. Gebruik uitsluitend
een zachte zeep of een neutraal
oplosmiddel en spoel grondig
na met water.
OPMERKING