Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Hybrid, Model: Hyundai Ioniq Hybrid 2017Pages: 564, PDF Size: 47.22 MB
Page 41 of 564

2-7
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Handmatige verstelling
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor delangsverstelling omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is. Probeer de
stoel naar voren of achteren te
schuiven zonder de hendel te
bedienen. Als de stoel beweegt,
dan is hij niet goed vergrendeld.
.
Om letsel te voorkomen:
Verstel uw stoel niet als u de
veiligheidsgordel omgedaanhebt.
Door de zitting naar voren te
bewegen, kan er veel druk
worden uitgeoefend op de
buikstreek.
Zorg er tijdens het verstellen
van de stoel voor dat uw
handen of vingers nietbekneld raken in het
mechanisme.
OPMERKING (Vervolg)
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan
worden gezet en niets de juiste
vergrendeling van de
rugleuning hindert.
Leg geen aansteker op de vloer
of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit deaansteker ontsnappen
waardoor brand kan ontstaan.
Wees uiterst voorzichtig bij het
oppakken van kleine
voorwerpen die onder de
stoelen liggen of zich tussen
de stoel en de middenconsole
bevinden. Uw handen kunnen
klem komen te zitten of u kuntletsel aan uw handen oplopen
door scherpe randen aan het
stoelmechanisme.
Als er passagiers zitten op de
achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen van
de voorstoelen.
OAE036002
Page 42 of 564

2-8
Veiligheidssysteem van uw auto
Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek dehendel van de
rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun voorzichtig achterover en zet de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is.(De hendel MOET in de
oorspronkelijke positie terugkeren
om de rugleuning te
vergrendelen.) Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te ver
achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen
(veiligheidsgordels en/of airbags)bieden, aanzienlijk af als de
rugleuning te ver achterover staat.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
OAE036003
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Passagiers moeten ALTIJD goed
in hun stoel zitten, de gordel op
de juiste manier dragen en de
rugleuning zo ver mogelijk
rechtop zetten.
WAARSCHUWING
Page 43 of 564

2-9
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
Duw de hendel een aantal maalomlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af testellen.
Lendensteun (bestuurdersstoel,
indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld
met de schakelaar op de stoel.
1. Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op
de achterzijde voor minder steun.
2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
Elektrische verstelling (indien
van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld
met de bedieningsschakelaars aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand
zodat het stuurwiel, de pedalen en debedieningsorganen op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
OAE036004OAE036005
Laat kinderen NOOIT alleen
achter in de auto. De elektrisch
verstelbare stoelen kunnen ook
bediend worden als het contactuit staat.WAARSCHUWING
Page 44 of 564

2-10
Veiligheidssysteem van uw auto
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Druk op de voor- of achterzijde vande bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Druk op de voor- of achterzijde van de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de rugleuning in de gewenste stand staat.
OAE036006OAE036007
Om beschadiging van de
stoelen te voorkomen:
Laat de schakelaar los zodra
de stoel in de voorste of
achterste stand staat.
Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de motor niet
draait. Als u dat wel doet, kande accu te ver ontladen raken.
Bedien niet meerdere
elektrisch verstelbare stoelen
op hetzelfde moment. Dat kan
een elektrische storing
veroorzaken.
OPMERKING
Page 45 of 564

2-11
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te ver
achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen
(veiligheidsgordels en airbags)bieden, aanzienlijk af als de
rugleuning te ver naar achterenstaat.De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
Zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
1.
bedieningsschakelaar naar boven
of naar beneden om de voorzijde
van de zitting omhoog of omlaag
te verstellen.
de bedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om dezitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Bestuurder en passagiers
moeten ALTIJD goed in hun stoel
zitten, de gordel op de juiste
manier dragen en de rugleuning
zo ver mogelijk rechtop zetten.WAARSCHUWING
OAE036008
Page 46 of 564

2-12
Veiligheidssysteem van uw auto
Lendensteun (bestuurdersstoel,
indien van toepassing)
De lendensteun kan wordenafgesteld door op de schakelaar
voor de lendensteun te drukken.
Druk op de voorzijde (1) van de schakelaar voor meer steun en op
de achterzijde (2) voor mindersteun.
Obergvak in rugleuning
In de rugleuning van beide
voorstoelen bevindt zich een
opbergvak.
Achterstoelen
Neerklappen van de
achterstoelen (indien van toepassing)
De rugleuningen achter kunnen
worden neergeklapt om het vervoer
van langere voorwerpen mogelijk te
maken of de bagageruimte te
vergroten.
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de
opbergvakken in de leuningen.
Bij een ongeval kunnen ze uit
de opbergvakken geslingerd
worden en inzittenden
verwonden.
OPMERKING
OAE036064
OAE036005
Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning
zitten als de auto rijdt. Dit is
geen veilige positie en de
veiligheidsgordels kunnen
niet gebruikt worden.
Hierdoor kan bij eenaanrijding of een noodstopernstig letsel ontstaan.
Voorwerpen die op de
neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet
boven de bovenzijde van de
voorstoelen uitsteken. Als dat
wel het geval is kan de lading
bij een noodstop naar voren
schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Page 47 of 564

2-13
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Neerklappen van de rugleuning
achter:
1. Zet de rugleuning van de voorstoelzo veel mogelijk rechtop.
2. Druk de verstelknop (1) in om de hoofdsteun achter omlaag te
zetten (2).
3.Plaats de veiligheidsgordelhelemaal naar buiten alvorens de
rugleuning neer te klappen. Als udit niet doet, kan de
veiligheidsgordel de rugleuninghinderen. 4.Trek aan de hendel voor het
neerklappen van de rugleuning en
klap de rugleuning naar voren.
OAE036018
OAE036065L
OAE036019
OAE036020
OAE036021
Page 48 of 564

2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
5.Til de rugleuning op en duw hemnaar achteren om de achterstoel te
kunnen gebruiken.
Druk de rugleuning stevig naar
achteren totdat deze vastklikt. Zorg
ervoor dat de rugleuning
vergrendeld is.
OAE036066L Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor, indien u de
rugleuning achter weer rechtop
zet, dat u deze vasthoudt en
rustig omhoog klapt. Controleerof de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage met grote
kracht in het
passagierscompartiment
terecht kan komen en deinzittenden ernstig letselzouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
Page 49 of 564

2-15
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Armsteun
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
Hoofdsteun
De hoofdsteunen voor en achter zijn
verstelbaar. De hoofdsteunen
vergroten het comfort voor de
inzittenden, maar belangrijker is dat ze
speciaal ontworpen zijn om de
inzittenden beter te beschermen tegeneen whiplash en ander nek- en
rugletsel bij een ongeval, in het
bijzonder bij een aanrijding vanachteren.
OAE036022Om de kans op ernstig letsel bij
een ongeval te beperken,
moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden bij het afstellen van dehoofdsteunen:
Stel de hoofdsteunen voor alle inzittenden altijd op de juiste
hoogte af VOOR het wegrijdenmet de auto.
Vervoer NOOIT iemand in een
stoel waarvan de hoofdsteun
verwijderd is. (Vervolg)
(Vervolg)
Stel de hoofdsteun zo af dat
het midden van de hoofdsteun
zich op dezelfde hoogte
bevindt als de ogen.
Stel de hoofdsteun van de
bestuurdersstoel NOOIT aftijdens het rijden.
Stel de hoofdsteun zo af dat
hij zich zo dicht mogelijk bij
het hoofd van de inzittende
bevindt. Gebruik geen loskussen tussen de rug en derugleuning.
Controleer of de hoofdsteun
goed vergrendeld is nadat hij
is afgesteld.
WAARSCHUWING
OLF034072N
Page 50 of 564

2-16
Veiligheidssysteem van uw auto
Sla, om beschadiging te
voorkomen, NOOIT tegen dehoofdsteun en trek er niet aan.
Hoofdsteunen voorstoelen
De bestuurdersstoel en de
voorpassagiersstoel zijn voorzien
van een verstelbare hoofdsteun voor
de veiligheid en het comfort.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
AANWIJZING
Wanneer er geen inzittenden aanwezig zijn op de
achterstoelen, zet dan de
hoofdsteunen in de laagste
stand. De hoofdsteunen van de
achterstoelen kunnen het zicht
naar achteren belemmeren.
OPMERKING
OLMB033009
OAE036010