Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 341 of 540

5-63
Rijden met uw auto
5
RCCW (Waarschuwing botsing
kruisend verkeer achterkant)
(indien van toepassing)
De Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant houdt verkeer
van links en rechts in de gaten
wanneer uw auto achteruitrijdt.
Werking
Inschakelen:
Ga naar 'Gebruikersinstellingen →
Bestuurdershulp en selecteer
Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant' op het LCD
display.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld en in de stand-
bymodus gezet om te worden
geactiveerd. Als u deze functie in het
instrumentenpaneel deactiveert,
wordt het systeem uitgeschakeld.
Zie Modus Gebruikersinstellingen in
hoofdstuk 3 voor meer informatie. Informatie
Als de auto wordt uitgezet en weer
wordt gestart, keert het BCW-systeem
terug naar de vorige status.
Het systeem wordt geactiveerd als de
rijsnelheid lager is dan 10 km/h en de
selectiehendel in stand R (achteruit)
staat.
Het Waarschuwing botsing kruisend
verkeer achterkant is ongeveer 0,5 m -
20 m. Het detectiebereik van de Rear
Cross Traffic Alert (RCTA) is
ongeveer 0,5 - 20 m links en rechts
opzij van de auto. Een naderende auto
wordt gesignaleerd als de rijsnelheid
ervan tussen 4 km/h en 36 km/h is.
Het detectiebereik is mogelijk
afhankelijk van de omstandigheden.
Rijd altijd voorzichtig en houd uw
omgeving goed in de gaten wanneer u
achteruitrijdt.
Type waarschuwing
Als de auto die door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt
de waarschuwingszoemer, knippert
het waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display.
i
■ Links■ Rechts
OOS057031/OOS057032
Page 342 of 540

5-64
Rijden met uw auto
Informatie
• De waarschuwingszoemer gaat uit als:
- Het gesignaleerde voertuig buitenhet detectiebereik van uw auto
komt of
- De auto zich recht achter uw auto bevindt of
- De auto uw auto niet nadert of
- De andere auto langzamer gaat rijden.
• Het systeem werkt mogelijk niet goed door andere factoren of
omstandigheden. Let altijd op uw
omgeving.
• Als het detectiegebied in de buurt van de achterbumper wordt
geblokkeerd door een muur,
barrière of geparkeerde auto, wordt
het detectiebereik mogelijk
verkleind. • Het systeem werkt mogelijk niet
goed wanneer de achterbumper
beschadigd is of als hij is
vervangen of gerepareerd.
• Het detectiebereik is deels afhankelijk van de breedte van de
weg. Als de weg smal is, kan het
systeem mogelijk andere
voertuigen signaleren op de
naastliggende rijstrook.
Wanneer de weg breed is, kan het
systeem mogelijk andere
voertuigen op de naastliggende
rijstrook niet signaleren.
AANWIJZING
i
•Als BCW is ingeschakeld, zal
er een waarschuwingslampjegaan branden in de
buitenspiegel op het momentdat door het system aan de
achterzijde een voertuig wordt
gedetecteerd.
Vertrouw niet alleen op het
waarschuwingslampje maar
houd ook de omgeving rond
de auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
•Drive safely even though the
vehicle is equipped with a
Blind-spot Collision Warning
(BCW) system and Rear Cross
Traffic Alert (RCTA). Vertrouw
niet blindelings op het
systeem, maar controleer
altijd de omgeving bij het
wisselen van rijstrook of
achteruitrijden.
Het systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in
alle gevallen, dus houd uw
omgeving tijdens het rijdenaltijd goed in de gaten.
WAARSCHUWING •The Blind-spot Collision
Warning (BCW) system and
RCCW (Waarschuwing botsing
kruisend verkeer achterkant)
are not a substitute for proper
and safe driving practices.
Always drive safely and use
caution when changing lanes
or backing up your vehicle. The
Blind-spot Collision Warning
(BCW) system may not detect
every object alongside the
vehicle.
Page 343 of 540

5-65
Rijden met uw auto
5
• Het systeem wordt mogelijkuitgeschakeld ten gevolge van
elektromagnetische golven.
Detectiesensor
De sensoren bevinden zich in de
achterbumper. Om het systeem goed te kunnen
laten werken, moet de achterbumperte allen tijde schoon zijn.
Waarschuwingsmelding
Waarschuwingssysteem voor
dodehoekbotsing (BCW)
uitgeschakeld.
Radar is geblokkeerd
• Deze waarschuwingsmeldingverschijnt mogelijk als:
- Eén of beide sensor(en) op deachterbumper geblokkeerd is/zijn
door vuil of sneeuw o.i.d.
- Op het platteland wordt gereden waar de BCW-sensor gedurende
een langere periode geen ander
voertuig signaleert.
- In slecht weer, bijvoorbeeld bij hevige sneeuw of regen. - Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
Koppel de aanhanger los of
verwijder de drager om het BCW-
systeem te kunnen gebruiken.
Als een van deze omstandigheden
zich voordoet, dooft het lampje in de
BCW-schakelaar en wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de waarschuwingsmelding
Waarsch. Dodehoekbotsing (BCW)
geannuleerd in het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven, controleer dan of het
gebied waar de sensor op de
achterbumper is geplaatst vrij is van
vuil of sneeuw. Verwijder vuil, sneeuw
e.d. die de werking van de
radarsensoren kan hinderen.
Nadat het vuil e.d. is verwijderd, zou
het BCW-systeem na ongeveer 10
minuten rijden weer normaal moeten
werken.
Laat uw auto nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer als het
systeem nog steeds niet normaal
werkt.
OOS057027
OOS057077L
Page 344 of 540

5-66
Rijden met uw auto
Informatie
U kunt het systeem uitschakelen door
de BCW-schakelaar in te drukken en
‘RCCW (Waarschuwing botsing
kruisend verkeer achterkant)’ te
selecteren in de modus
Gebruikersinstellingen in het
instrumentenpaneel wanneer u met
een aanhanger of fietsendrager achter
uw auto rijdt.
Check waarsch.systeem voor
dodehoekbotsing
Als er een probleem in het BCW-
systeem aanwezig is, wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
en gaat het lampje in de schakelaaruit. Het systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. We adviseren u deauto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Beperkingen van het system
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat hetsysteem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert
• Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
• De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw.
• De sensor is bedekt met water, sneeuw, modder, enz.
• De achterbumper waar de sensor is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een bumperbeschermer, een
fietsendrager, enz.
• De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie. • De voertuighoogte is lager of
hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
• Als de temperatuur in de buurt van de achterbumper hoog of laag is.
• Als de sensoren geblokkeerd worden door andere voertuigen,
wanden of pilaren rond de
parkeerplaats.
• De auto rijdt op een bochtige weg of door een tolpoort.
• Als er met de auto gereden wordt in de buurt van gebieden met
metalen constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz.
• Er bevindt zich een object in de buurt van de auto, zoals een
vangrail, persoon, dier, enz.
• Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
• Als op een smalle weg gereden wordt met veel bomen en bosjes.
i
■Type A■Type B
OOS057078L/OOS057079L
Page 345 of 540

5-67
Rijden met uw auto
5
• Bij het rijden op een nat wegdek.
• Bij het rijden door een groot gebiedmet weinig auto's of gebouwen e.d.
in de buurt, zoals een woestijn, hetplatteland, enz.
• Er is een groot voertuig in de buurt, zoals een bus of vrachtwagen.
• Als andere voertuigen zich dicht bij uw auto bevinden.
• Als het andere voertuig zeer dicht nadert.
• Wanneer het gesignaleerde voertuig ook achteruitrijdt terwijl
uw auto achteruitrijdt.
• Tijdens het wisselen van rijstrook.
• Als uw auto gelijktijdig weggereden is met de auto naast u en geaccelereerd heeft.
• Als het andere voertuig met zeer hoge snelheid passeert. • Als het voertuig op de
naastliggende rijstrook één
rijstrook opschuift ten opzichte van
u OF als het voertuig op de tweede
rijstrook naast u opschuift naar de
naastliggende rijstrook.
• De auto slaat links- of rechtsaf op een kruising.
• Er is een (motor)fiets in de buurt.
• Er bevindt zich een platte aanhanger in de buurt.
• Als er zich kleine objecten binnen het detectiebereik bevinden, zoals
een winkelwagen, een
wandelwagen of een voetganger
• Bij een auto met een geringe hoogte, zoals een sportauto.
Het controlelampje BCW in de
buitenspiegel werkt mogelijk niet
goed wanneer:
•Het buitenspiegelhuis beschadigd is.
• De spiegel bedekt is met vuil,sneeuw e.d.
•
De ruit bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
• De ruit getint is.
Page 346 of 540

5-68
Rijden met uw auto
De Forward Collision-Avoidance
Assist (FCA) is ontworpen om door
middel van radarsignalen en
cameraherkenning de voorligger tedetecteren en in de gaten te houden
en om een voetganger op de weg te
detecteren (indien van toepassing).
De bestuurder wordt gewaarschuwd
dat een aanrijding zeer waarschijnlijk
is en, indien nodig, wordt een
noodstop uitgevoerd.Systeeminstelling en -activering
Systeeminstelling
• De bestuurder kan de FCAactiveren door het contact in stand
ON te zetten en het volgende teselecteren:
'Gebruikersinstellingen →
Bestuurdershulp →FCA (Hulp bij
vermijden kop-staartbotsing)'
De FCA wordt gedeactiveerd als de bestuurder de systeeminstellingongedaan maakt.
Neem bij het gebruik van de
Forward Collision-Avoidance
Assist (FCA) altijd de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
•Het systeem dient slechts als
hulpmiddel en vermindert niet
de noodzaak om zeer
voorzichtig en oplettend te
rijden. Het bereik van de
arkeersensoren is beperkt en
niet alle objecten worden even
goed gesignaleerd. Let te allentijde op dewegomstandigheden.
•Rijd NOOIT harder dan de wegomstandigheden of de
bochten toelaten.
•Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge
situaties te voorkomen. FCA
brengt de auto niet volledig
tot stilstand en voorkomt
geen aanrijdingen.
WAARSCHUWING
FORWARD COLLISION-AVOIDANCE ASSIST (FCA)
- TYPE MET SENSORFUSIE (RADAR VOOR + CAMERA VOOR) (INDIEN VVAN TOEPASSING)
Page 347 of 540

5-69
Rijden met uw auto
5
Het waarschuwings- lampje in het LCD-
display gaat branden alsu het FCA -systeem
uitschakelt. De bestuurder kan de
AAN/UIT-status van de FCA aflezen
op het LCD-display. Het
waarschuwingslampje gaat ook
branden als de ESC (Electronic
Stability Control) is uitgeschakeld.
Als het waarschuwingslampje AAN
blijft terwijl de FCA geactiveerd is,
adviseren we u het systeem te laten
nakijken door een officiële Hyundai-
dealer.
• De bestuurder kan de waarschuwingstijd instellen op het
LCD-display.
Ga naar 'Gebruikersinstellingen →
Bestuurdershulp →FCW
(Waarschuwing kop-staartbotsing →
Late waarschuwing/Normaal/Vroege
waarschuwing' Dit zijn de opties voor Forward
Collision Warning:
- Vroeg waarschuwing:
Bij deze keuze wordt Forward
Collision Warning eerder
geactiveerd dan normaal. Deze
instelling hanteert een maximale
afstand tussen het voorgaande
voertuig of een voetganger voordat
de eerste waarschuwing wordt
geactiveerd.
Hoewel 'Vroeg waarschuwing' is
geselecteerd, lijkt de aanvankelijke
waarschuwings-activeringstijd
mogelijk niet snel wanneer uw
voorligger plotseling stopt.
Als u vindt dat de waarschuwing te
vroeg gegeven wordt, stelt u dan de
Forward Collision Warning in op
"Normal".
- Normaal: Bij deze keuze wordt Forward
Collision Warning op de
standaardwijze geactiveerd. Deze
instelling hanteert eenstandaardafstand tussen het
voorgaande voertuig of een
voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd. - Late waarschuwing
Bij deze keuze wordt het Forward
Collision Warning later geactiveerd
dan normaal. Deze instelling
hanteert een geringere afstand
tussen het voorgaande voertuig of
een voetganger voordat de eerste
waarschuwing wordt geactiveerd.
Selecteer 'Late waarschuwing'
wanneer er weinig verkeer is en
wanneer de rijsnelheid laag is.
Voorwaarden voor activeren
De FCA kan worden geactiveerd als FCA is geselecteerd in het LCD-
display en als aan de volgende
voorwaarden is voldaan.
- De ESC (Electronic StabilityControl) is ingeschakeld.
- De rijsnelheid is hoger dan 10 km/h. (De FCA wordt uitsluitend
geactiveerd binnen een bepaaldsnelheidsbereik.)
- Het systeem signaleert een voetganger of een voorligger die u
mogelijk zal raken. (De FCA wordt
mogelijk niet geactiveerd of er klinkt
mogelijk een waarschuwingsgeluid
overeenkomstig de rijsituatie of de
toestand van de auto.)
Page 348 of 540

5-70
Rijden met uw auto
FCA-waarschuwingsmelding
en systeemregeling
De FCA geeft waarschuwings-
meldingen en waarschuwings-
alarmen overeenkomstig het risico
op een aanrijding, zoals bij het
plotseling stoppen van de auto vóór
u, een te korte remafstand of het
signaleren van een voetganger.
Verder regelt het systeem het
remsysteem overeenkomstig het
risico op een aanrijding. De bestuurder kan in de
Gebruikersinstellingen op het LCD-
scherm de waarschuwingstijd
instellen. De opties voor de
waarschuwingstijd voor de Forward
Collision Warning zijn Vroeg
waarschuwing, Normaal en Late
waarschuwing.
Botsing waarsch.(Eerste waarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
Daarnaast grijpt het
motormanagementsysteem in in
sommige voertuigsystemen om deauto te helpen decelereren.
- Uw rijsnelheid neemt mogelijkenigszins af.
- Het FCA-systeem regelt de remmen in beperkte mate om
preventief de impact van een
aanrijding te beperken.
•Breng de auto op een veilige
plaats volledig tot stilstand
voordat u de schakelaar op hetstuurwiel bedient om het FCA-
systeem in/uit te schakelen.
•De FCA wordt automatisch
geactiveerd nadat de
startknop in stand ON is gezet.
De bestuurder kan de FCAdeactiveren door desysteeminstelling in het LCD-
display uit te schakelen.
•De FCA wordt automatisch
gedeactiveerd als de ESC
(elektronische stabiliteitsre-
geling) wordt uitgeschakeld.
Als de ESC is uitgeschakeld,
kan de FCA niet worden
geactiveerd in het LCD-display.
Het waarschuwingslampje FCA
gaat branden. Dit is normaal.
WAARSCHUWING
OOS057016L
Page 349 of 540

5-71
Rijden met uw auto
5
Noodremmen(Tweede waarschuwing)
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt op het LCD-display en er
klinkt een waarschuwingszoemer.
Daarnaast grijpt het
motormanagementsysteem in in
sommige voertuigsystemen om deauto te helpen decelereren.
- Het FCA-systeem regelt deremmen in beperkte mate om
preventief de impact van een
aanrijding te beperken. Net voor
een aanrijding wordt deremregeling gemaximaliseerd.
Werking remsysteem
• In een noodsituatie bereidt het
remsysteem zich voor op een
directe reactie zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
• De FCA zorgt voor extra remvermogen voor een maximale
remvertraging zodra de bestuurder
het rempedaal intrapt.
• De regeling van het remsysteem wordt automatisch gedeactiveerdals de bestuurder het gaspedaal
sterk intrapt of het stuurwiel abrupt
verdraait.
• De FCA-remregeling wordt automatisch uitgeschakeld als de
risicofactoren verdwijnen.
De bestuurder dient altijd
uiterst voorzichtig te zijn bij het
bedienen van de auto, ongeacht
of het FCA-systeem ervoor
zorgt dat er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven of een alarmklinkt.
OPMERKING
OOS057017LHet FCA-systeem werkt binnen
bepaalde parameters, zoals de
afstand tot de voorligger of
voetganger, de snelheid van de
voorligger en de rijsnelheid.Bepaalde omstandigheden zoals
slecht weer en dewegomstandigheden hebben
mogelijk een negatieve invloed op
de werking van het FCA-systeem.
WAARSCHUWING
De regeling van het remsysteem
kan de auto niet volledig tot
stilstand brengen noch alle
aanrijdingen voorkomen. De
bestuurder blijft zelf
verantwoordelijk voor het veilig
rijden en het bedienen van de auto.
WAARSCHUWING
Rijd nooit opzettelijk gevaarlijk
om het systeem in te schakelen.
WAARSCHUWING
Page 350 of 540

5-72
Rijden met uw auto
FCA-sensor
Om ervoor te zorgen dat het AEB-
systeem goed werkt, moet de
behuizing van de sensor en de sensor
zelf schoon zijn en vrij zijn van vuil,sneeuw enz.Vuil, sneeuw e.d. op de behuizing van
de lens zelf kan de prestaties van de
sensor negatief beïnvloeden.
• Breng geen kentekenplaat-
houder of vreemde voorwerpen,
zoals een bumpersticker of
bumperbescherming, aan in de
buurt van de radarsensor.
• Houd de radarsensor en de behuizing altijd schoon en vrij
van vuil e.d.
• Gebruik alleen een zachte doek voor het wassen van de auto.
Spuit geen water onder hogedruk direct op de sensor of de
behuizing van de sensor.
• Oefen geen onnodige kracht uit op de radarsensor of de
behuizing van de sensor. Als de
sensor met kracht uit zijn juiste
positie wordt bewogen, werkt
het FCA-systeem mogelijk niet
goed. In dit geval wordt er
mogelijk geen waarschuwings-
melding weergegeven. Laat deauto nakijken door een officiële
HYUNDAI-dealer. • Als het gedeelte van de
voorbumper rondom de
radarsensor beschadigd raakt,
werkt het FCA-systeem mogelijk
niet goed. We adviseren u deauto te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.
• Gebruik alleen originele onderdelen om een
beschadigde sensor of
behuizing van de sensor te
repareren of te vervangen.
Breng geen verf aan op de
behuizing van de sensor.
• Plaats GEEN accessoires of stickers op de voorruit en breng
geen getinte coating aan op de
voorruit.
• Plaats GEEN reflecterende objecten (bijv. wit papier,
spiegel) op het dashboard.
Iedere vorm van lichtreflectiekan een storing in het systeem
veroorzaken.
• Voorkom met de grootste zorgvuldigheid dat de camera in
aanraking komt met water.
AANWIJZING
AANWIJZING
OOS057018
OOS057033
■ Radar voor
■ Camera voor