stop start Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 15 of 540

DASHBOARD, OVERSICHT
1-5
Uw auto in één oogopslag
11. Instrumentenpaneel ..................................3-46
2. Claxon ......................................................3-23
3. Bestuurdersairbag ....................................2-50
4. Contactslot/ ................................................5-7Startknop ..................................................5-10
5. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers ..3-96
6. Ruitenwissers en -sproeiers ..................3-109
7. Audiosysteem/ ...........................................4-8 Navigatiesysteem ......................................4-4
8. Schakelaar alarmknipperlichten ................6-3
9. Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem/ ............................3- 123
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ..............................3-132
10. Voorpassagiersairbag ............................2-50
11. Dashboardkastje ..................................3-146
12. 12V-aansluiting ....................................3-151
13. Versnellingspook/ ....................................5-19 Selectiehendel Double
clutch-transmissie ..................................5-23
14. Toets rijmodus ........................................5-57
15. Stuurwielverwarming ..............................3-23
16. Toets Idle Stop & Go (ISG) OFF ............5-51
17. Stoelverwarming ....................................2-19
18. Stoelverwarming/stoelventilatiesysteem..2-21
19. Toets 4WD LOCK ..................................5-45
20. Toets DBC ..............................................5-42
21. Toets Parking Distance Warning (achteruit/vooruit) ..................................3-118
22. Bekerhouder ........................................3-149
23. Stuurwielbediening audiosysteem/ ..........4-3 Handsfree-bediening Bluetooth ®
Wireless Technology ..............4-4
24. Bedieningsorganen snelheidsbegrenzer/ ..............................5-93
Bediening cruise control ........................5-95
[A-F] : Type A ~ Type F OOS017004
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 38 of 540

• Gebruik voor het reinigen van destoelen geen oplosmiddel, zoals
thinner, benzeen, alcohol of
wasbenzine.
• Voorkom dat er vloeistoffen gemorst worden op het
oppervlak van de zittingen en
rugleuningen van de
voorstoelen; hierdoor zouden de
uitstroomopeningen verstopt
kunnen raken waardoor hetsysteem niet meer correct kanfunctioneren.
• Plaats geen materialen zoals plastic tassen of kranten onder
de stoelen. Deze zouden de
luchtinlaat kunnen blokkeren,
waardoor de
uitstroomopeningen mogelijkniet goed werken.
• Wijzig de bekleding van de stoel niet. Dit kan het stoelventilatie-
systeem beschadigen.
• Zet de motor uit en start hem weer als de uitstroomopeningen
niet werken. We adviseren u de
auto te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer als
dat geen verbetering brengt.In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe de veiligheidsgordels op de juiste
manier gebruikt worden. Verder
worden er zaken behandeld die
achterwege moeten worden gelaten
bij het gebruik van de
veiligheidsgordels.
Voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordel
Doe altijd uw veiligheidsgordel om
en zorg ervoor dat al uw passagiers
dat ook doen voordat u wegrijdt.
Airbags zijn ontworpen als
aanvulling op de veiligheidsgordels
als extra veiligheidsvoorziening en
niet ter vervanging ervan. In de
meeste landen is het gebruik van
veiligheidsgordels door alle
inzittenden verplicht.
VEILIGHEIDSGORDELS
ALLE inzittenden moeten de
veiligheidsgordel dragen als de
auto in beweging is. Neem de
volgende voorzorgsmaatregelen
bij het afstellen en dragen van
de veiligheidsgordels:
•Kinderen tot en met 13 jaar moeten altijd op een
achterstoel plaatsnemen en
de gordel op de juiste manier
dragen.
•Laat kinderen nooit op de
voorpassagiersstoel
meerijden, tenzij de airbag is
uitgeschakeld. Als een kind
op de voorpassagiersstoel zit,
moet de stoel zo ver mogelijk
naar achteren worden gezet
en moet het kind goed vast
worden gezet.
•Vervoer een baby of kind
NOOIT op de schoot van een
andere inzittende.
•Rijd NOOIT met een rugleuning die te ver
achterover staat.
WAARSCHUWING
2-22
Veiligheidssysteem van uw auto
Page 140 of 540

3-56
Kenmerken van uw auto
Informatie
-Waarschuwingslampje EBD(Electronic Brake force
Distribution)
Als het waarschuwingslampje ABS al
dan niet in combinatie met het
waarschuwingslampje parkeerrem en
remvloeistofniveau brandt, werken de
snelheidsmeter, de kilometerteller en
de dagteller mogelijk niet. Bovendien
kan het waarschuwingslampje EPS
gaan branden en kan de benodigde
stuurkracht toe- of afnemen.
In dat geval adviseren we u de auto zo
snel mogelijk te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje elektronischestuurbekrachtiging (EPS)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in de elektronische stuurbekrachtiging.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
i
Waarschuwingslampje EBD
Als het waarschuwingslampje
ABS en het waarschu-wingslampje parkeerrem en
remvloeistofniveau gelijktijdig
branden, werkt het remsysteemniet normaal en kan er dus een
onverwachte en gevaarlijkesituatie ontstaan bij plotselingremmen.
Vermijd in dit geval hard rijden en plotseling remmen.
Wij adviseren u uw auto zo snel
mogelijk te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
WAARSCHUWING
Page 141 of 540

3-57
Kenmerken van uw auto
3
Controlelampjemotormanagement(MIL)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in het emissieregelsysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Wanneer u met een brandend
controlelampje motormanage-
ment (MIL) blijft doorrijden, kan
schade aan de emissieregel-
systemen ontstaan. Dit kan een
nadelige invloed hebben op derijprestaties en/of het brandstof-verbruik. - Benzinemotor
Wanneer het controlelampje
motor-management (MIL) gaat
branden, kan de katalysator-
beschadigd zijn. Hierdoor kan het
motorvermogen teruglopen.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje laadsysteem
Dit lampje gaat branden:
• In het geval van een storing in de dynamo of het elektrische laadsysteem.
In het geval van een storing in de
dynamo of het laadsysteem:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een
veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of is gebroken.
Als de dynamoriem goed is
afgesteld, bevindt het probleemzich in het laadsysteem.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
AANWIJZING
AANWIJZING
Page 145 of 540

3-61
Kenmerken van uw auto
3
Dit waarschuwingslampje blijft
branden nadat het ongeveer 60
seconden heeft geknipperd, of het
gaat herhaaldelijk knipperen met
intervallen van ongeveer 3
seconden:
• In het geval van een storing in hetTPMS.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDA-Idealer.
Zie voor meer informatie "Banden-
spanningscontrolesysteem(TPMS)" in hoofdstuk 6:
Waarschuwingslampje 4WD-systeem (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in het 4WD-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële Hyundai-dealer.
Veilig stoppen
•Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade aan de banden
veroorzaakt door externefactoren.
•Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en brenguw auto langzaam op een
veilige plaats tot stilstand.
WAARSCHUWING
Page 146 of 540

3-62
Kenmerken van uw auto
Controlelampje ESC (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in het ESC.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Dit lampje knippert:
• Terwijl het ESC in werking is.
Zie voor meer informatie
"Elektronisch stabiliteitsprogram-ma (ESC)" in hoofdstuk 5.
Controlelampje
ESC OFF (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• Als u het ESC uitschakelt door op de toets ESC OFF te drukken.
Zie voor meer informatie
"Elektronisch stabiliteits
-
programma (ESC)" in hoofdstuk 5.
Controlelampje AUTO STOP (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Wanneer de motor overgaat in de Idle Stop-modus van het ISG- systeem (Idle Stop & Go).
Dit lampje gaat knipperen:
• Als de motor automatisch wordtgestart, gaat het controlelampje
AUTO STOP in het instrumen-tenpaneel gedurende 5 secondenknipperen.
Zie “Idle Stop & Go-systeem (ISG)”
in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
Page 148 of 540

3-64
Kenmerken van uw auto
Dit controlelampje blijft 2 seconden
branden en gaat dan uit:
• Als de Smart Key in de autoaanwezig is en de startknop in stand ON staat maar de auto de
Smart Key niet kan detecteren.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Dit lampje gaat knipperen:
• Als de batterij van de Smart Keybijna leeg is.
- Op dat moment kunt u de motorniet op de normale manier
starten. U kunt de motor echter
wel starten door de toets
ENGINE START/STOP met de
Smart Key in te drukken. (Zie
voor meer informatie "Starten
van de motor" in hoofdstuk 5) .
• In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
richtingaanwijzers
Dit lampje gaat knipperen:
• Als u de richtingaanwijzers inschakelt.
In de volgende gevallen zit er
mogelijk een storing in het richting-
aanwijzersysteem. In dat geval
adviseren we u de auto te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer. - Het controlelampjerichtingaanwijzers knippert niet,
maar blijft branden.
- Het controlelampje knippert sneller dan normaal.
- Het controlelampje richting- aanwijzers knippert helemaalniet.
In elk van deze gevallen adviseren
we u uw auto te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje dimlicht (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het dimlicht wordt ingescha- keld.
Controlelampje
grootlicht
Dit lampje gaat branden:
• Als het dimlicht is ingeschakeld en wordt overgeschakeld op
grootlicht.
• Bij het geven van een lichtsignaal door de richtingaanwijzerhendel
naar u toe te bewegen.
Page 150 of 540

3-66
Kenmerken van uw auto
Controlelampje 4WDLOCK (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• Als u de stand 4WD LOCK selecteert door de toets 4WD
LOCK in te drukken.
- Het doel van de stand 4WDLOCK is om de aandrijfkracht te
vergroten wanneer er over natte
of besneeuwde wegen of in het
terrein wordt gereden.
Gebruik de stand 4WD LOCK niet
op droge verharde wegen of de
snelweg. Dit kan leiden tot
bijgeluiden, trillingen en
beschadiging van onderdelen vande vierwielaandrijving.
Controlelampje CRUISE (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de cruise control wordt inge- schakeld.
Zie voor meer informatie "Cruise
controlsysteem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje SET (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als er een snelheid is ingesteld voor de cruise control.
Zie voor meer informatie "Cruise
controlsysteem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje snelheidsbegrenzer(indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden :
• Als de snelheidsbegrenzer is ingeschakeld.
Zie "Snelheidsbegrenzingssys-
teem" in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
AANWIJZING
Page 151 of 540

3-67
Kenmerken van uw auto
3
ControlelampjeDownhill Brake Control(DBC) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• Als u het DBC-systeem inschakelt door op de toets DBC te drukken.
Dit lampje knippert:
• Als het DBC-systeem in werking is.
Dit lampje gaat geel branden:
• In het geval van een storing in hetDBC-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële Hyundai-dealer.
Zie voor meer informatie "Downhill
Brake Control (DBC)" in hoofdstuk5.
Controlelampje SPORT-modus (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
• Wanneer de SPORT-modus wordt geselecteerd als de rijmodus.
Zie “Rijmodusregelsysteem” in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Controlelampje ECO- modus
Dit controlelampje gaat branden :
• Wanneer de ECO-modus wordt geselecteerd als rijmodus.
Zie “Rijmodusregelsysteem” in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Page 153 of 540

3-69
Kenmerken van uw auto
3
Meldingen LCD-display
Schakel naar P(auto's met Smart Key-systeemen Double clutch-transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als u probeert de
motor uit te schakelen zonder dat deselectiehendel in stand P
(parkeerstand) staat.
De toets ENGINE START/STOP
gaat dan over naar de stand ACC
(als u de toets ENGINE START/
STOP nogmaals indrukt, gaat hij
over naar de stand ON).
Batterij Smart Key bijna leeg(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als bij het in de stand
OFF zetten van het contact de
batterij van de Smart Key bijna leeg
is.
Druk op startknop tijdens
draaien stuurwiel(auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
normaal wordt ontgrendeld bij het
indrukken van de toets ENGINE
START/STOP.
Bij het indrukken van de startknop moet u het stuurwiel naar rechts en
links draaien.
Stuurwiel niet vergrendeld (auto's met Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
wordt vergrendeld bij het in stand
OFF zetten van de startknop.
Controleer SysteemStuurwielslot (Smart Key-systeem)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als het stuurwiel niet
wordt vergrendeld bij het in stand
OFF zetten van het contact.
Trap rempedaal in voor starten
motor (auto's met Smart Key-systeem en Double clutch- transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de startknop
tweemaal naar de stand ACC gaatdoordat u herhaaldelijk op de toets
drukt zonder het rempedaal in te
trappen.
Zorg ervoor dat u altijd de Smart Key
bij u hebt als u probeert de auto te
starten.
Druk koppeling in voor starten(auto's met Smart Key-systeemen handgeschakelde transmissie)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de startknop
tweemaal naar stand ACC gaatdoordat u herhaaldelijk op de toets
drukt zonder het koppelingspedaal in
te trappen.
Trap het koppelingspedaal in om de
motor te starten.