door lock Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 23 of 410

35
Veiligheidssysteem van uw auto
C010105AFD
Lendensteun (bestuurdersstoel)(indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld
door de hendel aan de buitenkant van de
rugleuning van de bestuurdersstoel te
bewegen. Door het verdraaien van de
hendel neemt de lendensteun toe of af. Afstellen van voorstoel
- elektrisch
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
OCM030005WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door
elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen deelektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
Page 61 of 410

343
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
(Vervolg)(Vervolg)
Het aanvullendveiligheidssysteem werkt allen als het contact in stand ON staat.
Als het waarschuwingslampje air
bag niet gaat branden of als het
ook blijft branden als er na het in
stand ON zetten van het contact 6
seconden verstreken zijn of de
motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, werkt
het aanvullend Veiligheidssysteemniet goed. Laat in dat geval uw
auto direct controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje air
bag zal gaan branden.
WAARSCHUWING
Plaats geen accessoires (bekerhouder, cassettehouder) of
stickers enz. op het paneel boven
het dashboardkastje in auto's
met een airbag voorpassagier.
Dergelijke voorwerpen kunnen
gevaarlijke projectielen worden
en letsel veroorzaken wanneer de
airbag voorpassagier geactiveerd
wordt.
Plaats een eventuele luchtverfrisser ook niet in de
buurt van het instrumentenpaneel
of op het dashboard.
Dit kan een gevaarlijk projectiel
worden en letsel veroorzaken
wanneer de airbag voorpassagier
geactiveerd wordt.
B240B05L
Airbag voorpassagier
Page 101 of 410

421
Kenmerken van uw auto
D080100ACM
Elektrisch bedienbare ruiten
Om de ruiten elektrisch te kunnen bedienen moet het contact in stand ON
staan. Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De bestuurder beschikt
echter over een blokkeerschakelaar
waarmee de ruitbediening van de
schakelaars op de overige portieren
uitgeschakeld kan worden.
De ruiten kunnen worden bediend tot ca.30 seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de contactsleutel
is verwijderd.
Wanneer de voorportieren
geopend zijn, kunnen de ruiten nietbediend w orden, zelfs niet binnen de
periode van 30 seconden.
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
✽✽ AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden de achterruiten geopend zijn of het schuif-/kanteldak (gedeeltelijk) geopend is,ondervindt u mogelijk hinderlijkwindgeruis. Dit is normaal en kan worden
verminderd of verholpen door het
volgende te doen. Wanneer windgeruis
optreedt terwijl een achterruit geopend isof beide achterruiten geopend zijn, kunt u
beide voorruiten een paar centimeter
laten zakken. Wanneer u windgeruisondervindt terwijl het schuif-/kanteldakgeopend is, kunt u het dak een iets sluiten.
D080101AUN
Ruiten openen en sluiten
(indien van toepassing)
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (5).
OHM048016
Page 139 of 410

459
Kenmerken van uw auto
Controlelampje CRUISE (indien van toepassing)
Controlelampje CRUISE
Het controlelampje gaat branden
wanneer het cruise control-systeem
wordt ingeschakeld.
Het controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar op het
stuurwiel wordt ingedrukt. Het controlelampje gaat uit als de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van de cruise control "Cruisecontrol-systeem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje SET
Het controlelampje gaat branden als de
functie -SET of RES+ van de cruise
control is ingeschakeld. Het controlelampje SET in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar (-SET of
RES+) wordt ingedrukt.
Het controlelampje SET brandt niet als
de cruise control-schakelaar (CANCEL)
is ingedrukt of als het systeem is
uitgeschakeld. D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of ACC,
zal de waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" klinken. Dit om te voorkomendat u de auto afsluit en de sleutel in het
contactslot laat zitten. De zoemer klinkt
totdat de sleutel verwijderd is of het
bestuurdersportier gesloten wordt. D150328AFD
Controlelampje voorgloeien
(dieselmotor)
Het controlelampje gaat branden zodra
het contact in stand ON wordt gezet. De
motor kan gestart worden zodra het
controlelampje voorgloeien uitgaat. De
voorgloeitijd is afhankelijk van de
koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie van deaccu.
✽✽ AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.
OPMERKING
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur wanneer het controlelampjevoorgloeien blijft branden of gaat
knipperen nadat de motor opbedrijfstemperatuur is of als het lampje gaat branden tijdens hetrijden.
SET
CRUISE
Page 140 of 410

Kenmerken van uw auto
60
4
D150329ACM
Waarschuwingslampje
brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
Waarschuwingslampje4WD-systeem (indien van toepassing)
Wanneer het contact in stand ON wordt
gezet, gaat het controlelampje 4WD
branden en na een paar seconden gaat
het weer uit.
Als het waarschuwingslampje voor het
4WD-systeem gaat branden, geeft dit
aan dat er een storing is in het 4WD-
systeem. Laat in dat geval uw auto zosnel mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje 4WD LOCK(indien van toepassing)
Het controlelampje 4WD LOCK gaat
branden als op de toets 4WD LOCK
wordt gedrukt. Het doel van de stand
4WD LOCK is het verhogen van de
aandrijfkracht bij het rijden over natte,
besneeuwde of onverharde wegen. Hetcontrolelampje 4WD LOCK gaat uit als er
nogmaals op de toets wordt gedrukt.
OPMERKING
Gebruik de stand 4WD LOCK nietop droge, verharde wegen of desnelweg. Dit kan leiden totbijgeluiden, trillingen en
beschadiging van onderdelen vande vierwielaandrijving.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als u
blijft rijden met een brandendwaarschuwingslampje, kan er schade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het common
rail-systeem. Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI ErkendReparateur.
Page 142 of 410

Kenmerken van uw auto
62
4
Smart Key invoeren « Insert key »
Als u op de toets ENGINE START/STOP
drukt terwijl “Key is not detected” (Smart
Key wordt niet geregistreerd) brandt op het
LCD-scherm, brandt de waarschuwing
“Insert key” (Smart Key invoeren)
gedurende ongeveer 10 seconden. Ook
knipperen het controlelampje van het
startblokkeersysteem en het lampje van
de Smart Key-houder gedurende
ongeveer 10 seconden. Druk nogmaals op de starttoets
« Press start button again »
Als u de toets ENGINE START/STOP
niet kunt bedienen wanneer er een
storing is in het systeem van de toets
ENGINE START/STOP, brandt de
waarschuwing gedurende 10 seconden
en klinkt de zoemer voortdurend om aan
te geven dat u de motor kunt starten doornogmaals op de toets ENGINE
START/STOP te drukken.
De zoemer stopt als het systeem van de
toets ENGINE START/STOP normaal
werkt of als het antidiefstalsysteem is
ingeschakeld. Laat de auto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de waarschuwing
elke keer gaat branden als u op de toets
ENGINE START/STOP drukt. Naar de stand P of N schakelen om de
motor te starten
« Shift to "P" or "N" to start engine »
Als u probeert de motor te starten terwijl de selectiehendel niet in stand P
(parkeren) of N (neutraal) staat, brandt
de waarschuwing gedurende ongeveer
10 seconden in het LCD-scherm.
U kunt de motor ook starten met de
selectiehendel in stand N (neutraal),
maar voor uw veiligheid wordt
aanbevolen de motor te starten met de
selectiehendel in stand P (parkeren). Op de startknop drukken tijdens draaien stuurwiel
« Press start button while turn steering »
Als het stuurwiel niet normaal
ontgrendeld wordt wanneer de toets
ENGINE START/STOP wordt ingedrukt,
brandt de waarschuwing gedurende
ongeveer 10 seconden op het LCD-
scherm. Ook klinkt de zoemer eenmaal
en het lampje van de toets ENGINE
START/STOP knippert gedurende 10seconden.
Druk op de toets ENGINE START/STOP terwijl u het stuurwiel naar rechts en links
draait wanneer u een waarschuwing
ontvangt.
Stuurwielvergrendeling controleren « Check steering wheel lock »
Als het stuurwiel niet normaal
vergrendeld wordt wanneer de toets
ENGINE START/STOP naar de stand
OFF draait, brandt de waarschuwing
gedurende ongeveer 10 seconden op het
LCD-scherm. Ook klinkt de zoemergedurende 3 seconden en het lampje
van de toets ENGINE START/STOP
knippert gedurende 10 seconden.
Page 159 of 410

479
Kenmerken van uw auto
: De verlichting blijft altijd uit.
: De verlichting blijft altijd aan.
DOOR: De verlichting gaat brandenwanneer een portier (of de
achterklep) wordt geopend,
ongeacht de stand van het
contact. Als de portieren
worden ontgrendeld met de
afstandsbediening (of Smart
Key), blijft de interieurverlichtinggedurende 30 seconden
branden als er geen portier
geopend wordt. De
interieurverlichting gaat
ongeveer 30 seconden na het
sluiten van het portier langzaam
uit. Als het contact in stand ON
staat of alle portieren zijn
vergrendeld als het portier
wordt gesloten, zal de
interieurverlichting echter directuitgaan.
Als er een portier wordtgeopend en het contact in
stand ACC of LOCK staat, blijft
de verlichting nog ongeveer 20
minuten branden. Als er een
portier wordt geopend terwijlhet contact in stand ON staat,
blijft de verlichting echter
continu branden. D210300ACM
Bagageruimteverlichting
(indien van toepassing)
: De verlichting blijft altijd uit.
: De verlichting blijft altijd aan.
DOOR: De bagageruimteverlichting
gaat branden zodra de
achterklep geopend wordt. Instapverlichting
(indien van toepassing)
De instapverlichting gaat branden zodra
het portier geopend wordt om het in- en
uitstappen te vergemakkelijken. Deze
verlichting waarschuwt tevens
achteropkomend verkeer dat het portieris geopend.
OXM049136OCM040134
Page 221 of 410

55
Rijden met uw auto
E040000ACM
Starten van de motor
✽✽AANWIJZING
- Kickdown-mechanisme (indien van toepassing)
Het kickdown-mechanisme in het
gaspedaal voorkomt dat er onbedoeld
met volgas wordt gereden door het
gaspedaal extra weerstand te geven. Als
het gaspedaal echter voor meer dan
80% wordt ingetrapt, wordt er mogelijk
al met volgas gereden en zal het
gemakkelijker zijn om het pedaal
verder in te trappen. Dit duidt niet opeen storing.
WAARSCHUWING -
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
Het stuurslot dient niet ter vervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P (Park)
is ingeschakeld bij een auto met
een automatische transmissie,
schakel de parkeerrem in en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.
(Vervolg)
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om de contactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
Page 223 of 410

57
Rijden met uw auto
3. Draai de contactsleutel in stand ONom de motor voor te gloeien. Het
controlelampje voorgloeien zal nu
gaan branden.
4. Als het controlelampje voorgloeien uitgaat, draai dan de contactsleutel in
stand START en houd de sleutel in
deze stand totdat de motor aanslaat
(maximaal 10 seconden). Laat de
sleutel vervolgens los.
✽✽
AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet.
W-60
Controlelampje voorgloeien
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat
hij zwaar belast is. Dit kan zware schade veroorzaken aan de motorof de turbocompressor.
Page 243 of 410

527
Rijden met uw auto
U dient er bewust op te oefenen hoe uin een vierwielaangedreven auto de bochten neemt.
Vertrouw niet op uw ervaring in
normale 2WD-auto's als u de snelheid
bepaalt waarmee u in 4WD de bocht
neemt. Om te beginnen dient u in 4WD
langzamer te rijden.
Rijd in het terrein voorzichtig omdat uw auto beschadigd kan raken door
stenen of boomwortels. Zorg dat u
weet hoe de omstandigheden in het
terrein zijn voordat u er gaat rijden.
Pak altijd de buitenkant van hetstuurwiel stevig vast wanneer u op
onverhard terrein rijdt.
Verzeker u er van dat alle passagiers veiligheidsgordels dragen. Als u door water moet rijden, stop de
auto dan, stel de stand 4WD LOCK in
en rijd niet sneller dan 8 km/h.
WAARSCHUWING - 4WD
Minder snelheid als u bochten
neemt. Het zwaartepunt van 4WD-
auto's ligt hoger dan bij normale
2WD-auto's waardoor ze
makkelijker omslaan als u de bochtte snel neemt.
WAARSCHUWING - Stuurwiel
Steek uw arm niet in het stuurwiel
tijdens het rijden in het terrein. U
kunt uw arm verwonden door een
plotselinge stuurbeweging of door
schokken van het stuur als gevolg
van voorwerpen op de grond.
U kunt dan de controle over het
stuurwiel verliezen.
WAARSCHUWING - Gevaarlijke wind
Als u rijdt terwijl het erg hard waait,
zorgt het hogere zwaartepunt van
de auto ervoor dat de controle over
het sturen moeilijker wordt zodat ulangzamer moet gaan rijden.
WAARSCHUWING - Rijden door water
Rijd langzaam. Als u te snel rijdt in het water kan opspattend water in
de motorruimte terechtkomen
waardoor het ontstekingssysteem
nat wordt zodat uw auto plotseling
stilstaat. Als dit gebeurt terwijl uw
auto op een helling staat, kan deauto omslaan.
OCM050059