JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 261 of 370

259
2.0-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Vuldop motorolie 7 — Radiateurdop koelvloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
4 — Accu 9 — Peilstok motorolie
5 — Stroomverdeelkast (zekeringen)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 259
Page 262 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
260
1.6-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Vuldop motorolie 7 — Radiateurdop koelvloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
4 — Accu 9 — Peilstok motorolie
5 — Stroomverdeelkast (zekeringen)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 260
Page 263 of 370

261
(Vervolgd)
Oliepeil controleren
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet het juiste motoroliepeil
gehandhaafd blijven. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop. Het ideale tijdstip voor een
controle van het motoroliepeil is ongeveer
vijf minuten nadat een volledig opgewarmde
motor is uitgeschakeld.
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger.Er zijn vier mogelijke peilstoksoorten,
Gearceerde zone.
Gearceerde zone met markering SAFE.
Kruisarcering met woord MIN aan de
ondergrens en MAX aan de bovengrens.
Kruisarcering gemarkeerd met kuiltjes bij
de MIN- en MAX-uiteinden van het bereik.
OPMERKING:
Handhaaf het motoroliepeil altijd binnen de
kruisarcering op de peilstok.
Als het oliepeil tot het onderste deel van de
peilstok komt en u vult 1,0 liter (1 quart) olie
bij, neemt het oliepeil toe tot het bovenste
merkteken.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen
Het vloeistofreservoir bevindt zich vóór in het
motorcompartiment. Controleer regelmatig
de inhoud van het reservoir. Vul het reservoir
met een ruitensproeieroplossing (geen radia -
teur-antivries) en laat het systeem enkele
seconden werken om de restvloeistof weg te
spoelen.
WAARSCHUWING!
Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte: deze kan gas en ontvlam -
bare dampen bevatten, met het risico
van brand.
Wees zeer voorzichtig bij werkzaam -
heden in de motorruimte wanneer de
motor heet is: u zou brandwonden
kunnen oplopen. Kom niet te dicht bij de
radiateurventilator: de elektrische venti -
lator kan starten; verwondingsgevaar.
Sjaals, stropdassen en andere losse
kledingstukken kunnen worden gegrepen
door bewegende onderdelen.
LET OP!
Zorg dat u de verschillende soorten vloei -
stoffen niet met elkaar verwisselt
wanneer u deze bijvult: ze zijn niet
onderling compatibel! Als u bijvult met
een ongeschikte vloeistof, kan uw auto
ernstig beschadigd raken.
Het oliepeil mag nooit de MAX-marke-
ring overschrijden.
Vul altijd motorolie bij met dezelfde
specificaties als de olie die al aanwezig
is in de motor.
Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot de motor is afgekoeld voordat u de
vuldop losmaakt, met name bij auto's
met een aluminium dop. WAARSCHU -
WING: verbrandingsgevaar!
Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of
verlies van oliedruk optreden. Dit kan
leiden tot motorschade.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 261
Page 264 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
262
(Vervolgd)
Breng, wanneer u het ruitensproeiervloei-
stofreservoir bijvult, wat ruitensproeiervloei -
stof aan op een (hand)doek en veeg hiermee
de ruitenwisserbladen schoon. Hierdoor
wordt de wiswerking verbeterd.
Om te voorkomen dat uw ruitensproeier -
systeem bij koud weer bevriest, dient u een
oplossing of mengsel te kiezen dat geschikt
is voor het klimaat in uw omgeving. Deze
informatie treft u aan op de meeste flessen
met ruitensproeiervloeistof.Onderhoudsvrije accu
Uw auto is uitgerust met een onderhouds -
vrije accu. U hoeft nooit water bij te vullen of
onderhoudswerkzaamheden te laten
uitvoeren.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistof is brandbaar. Deze
kan ontbranden en brandwonden
veroorzaken. Wees daarom voorzichtig als
u het reservoir bijvult of in de buurt van
het reservoir werkt.
LET OP!
Rijd niet met een leeg
ruitensproeierreservoir: de ruitensproeier is
essentieel voor het verbeteren van het
zicht.
WAARSCHUWING!
Gebruik van de accu met een te laag
vloeistofniveau kan onherstelbare
schade toebrengen aan de accu en kan
een explosie veroorzaken.
Bescherm altijd uw ogen met een
speciale veiligheidsbril wanneer u werk-
zaamheden aan of in de buurt van een
accu verricht.
Accu's bevatten stoffen die zeer gevaar -
lijk zijn voor het milieu. Neem voor de
vervanging van een accu contact op met
een erkende dealer.
Accuvloeistof is een gevaarlijke corro-
sieve vloeistof die brandwonden of zelfs
blindheid kan veroorzaken. Zorg dat uw
ogen, huid en kleding niet in aanraking
komen accuvloeistof. Leun niet over de
accu wanneer u de klemmen aansluit.
Wanneer accuzuur in uw ogen of op uw
huid spat, spoel dan onmiddellijk met
een ruime hoeveelheid water. Raadpleeg
de paragraaf "Starten met startkabels" in
het hoofdstuk "In geval van nood/pech"
voor meer informatie.
Accugas is brandbaar en explosief. Houd
open vuur of vonken daarom altijd uit de
buurt van de accu. Gebruik geen hulp -
accu of andere acculader van meer dan
12 volt. Zorg dat de kabelklemmen
elkaar niet raken.
Accupolen, accuklemmen en toebehoren
bevatten lood en loodhoudende stoffen.
Was uw handen nadat u hiermee in
aanraking bent gekomen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 262
Page 265 of 370

263
Wassen met hogedrukspuit
DEALERSERVICE
Een erkende dealer beschikt over goed opge-
leid servicepersoneel, speciale gereed -
schappen en de nodige uitrusting om alle
werkzaamheden met het nodige vakman -
schap uit te voeren. Er zijn servicehandlei -
dingen verkrijgbaar met gedetailleerde
gegevens voor een correct onderhoud van uw
auto. Raadpleeg deze servicehandleidingen
voordat u zelf probeert onderhoud uit te
voeren. OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie
-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
Airco, onderhoud
Voor optimale prestaties kunt u het aircosy -
steem het best laten controleren door een
erkende dealer aan het begin van het zomer -
seizoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitgevoerd.
Laat ook de spanning van de aandrijfriem
controleren.
LET OP!
Let er bij het aansluiten van de accuka-
bels op dat de pluskabel op de pluspool
en de minkabel op de minpool aange-
sloten worden. De accupolen zijn gemar -
keerd met plus (+) en min (-) op de
accubehuizing. De kabelklemmen
moeten stevig op de aansluitpolen zitten
en mogen geen corrosie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl
de accu nog in de auto aanwezig is,
koppel dan beide accukabels in de auto
los voordat u de lader op de accu
aansluit. Gebruik een snellader nooit als
starthulp.
LET OP!
Het wordt afgeraden het
motorcompartiment te reinigen met een
hogedrukreiniger. Er zijn
voorzorgsmaatregelen getroffen om alle
onderdelen en aansluitingen te
beschermen, maar de druk die door deze
machines wordt gegenereerd, is zodanig
dat volledige bescherming tegen het
binnendringen van water niet kan worden
gegarandeerd.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een
bepaalde werkzaamheid uit te voeren,
breng dan uw auto naar een vakkundige
monteur.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 263
Page 266 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
264
Aircoluchtfilter
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
Wisserbladen
De rubber delen van de wisserbladen, de
voor- en achterruit regelmatig afsponsen of
met een zachte doek en een niet-schurend
reinigingsmiddel schoonmaken. Zo verwij-
dert u strooizout, vet of olieaanslag en
vermindert u de kans op streepvorming en
vlekken.
Als de ruitenwissers langdurig worden
gebruikt terwijl de ruit droog is, zullen de
wisserbladen sneller slijten. Gebruik altijd
sproeivloeistof als u met de wissers strooi -
zout of vuil van een droge voor- of achterruit
wilt verwijderen.
Rijp of ijs niet met behulp van de wissers van
de voor- of achterruit verwijderen. Controleer alvorens te wissen of de wisserbladen niet
aan de voorruit zijn vastgevroren, om bescha
-
diging te voorkomen. Zorg dat de wisser -
bladen niet in aanraking komen met
aardolieproducten zoals motorolie, benzine,
enz.
OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbladen is
afhankelijk van de geografische regio en de
mate van gebruik. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water)sporen of
natte plekken achterlaten, dan duidt dit op
een slechte werking van de ruitenwisser -
bladen. Wanneer een van deze symptomen
zich voordoet, reinig of vervang dan de
ruitenwisserbladen.
Uitlaatsysteem
De beste bescherming tegen koolmonoxide -
vergiftiging is een goed onderhouden
uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid is
veranderd, uitlaatgassen in de auto ruikt of
als de onder- of achterzijde van de auto is
beschadigd, laat dan een erkende monteur
het volledige uitlaatsysteem en de naburige
carrosseriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verplaatsingen. Open
naden of losse verbindingen kunnen ertoe
WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend door de
fabrikant goedgekeurde compres-
sorsmeermiddelen en koudemiddelen.
Sommige niet-goedgekeurde koudemid -
delen zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel veroor -
zaken. Andere niet-goedgekeurde koude-
middelen of smeermiddelen kunnen het
systeem beschadigen, wat hoge repara-
tiekosten met zich meebrengt. Raad -
pleeg de Service- en garantiehandleiding
in uw informatie voor de eigenaar voor
meer informatie over de garantie.
Het aircosysteem bevat een koude-
middel onder hoge druk. Om persoonlijk
letsel of schade aan het systeem te voor -
komen mag het bijvullen van koude-
middel, of andere reparaties waarbij
leidingen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een
vakbekwame monteur.
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning
beschadigd kunnen raken. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de
standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 264
Page 267 of 370

265
leiden dat uitlaatgassen binnendringen in
het interieur. Laat het uitlaatsysteem ook
altijd controleren wanneer de auto op een
hefbrug wordt gezet voor het verversen van
smeervet of olie. Laat indien nodig onder-
delen vervangen.
Onder normale bedrijfsomstandigheden
heeft de katalysator geen onderhoud nodig.
Het is echter van belang dat de dealer de
motorafstellingen regelmatig optimaliseert
om zo schade aan de katalysator te voor-
komen.
OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uitlaatgasregel -
systeem is strafbaar en kan leiden tot straf -
rechtelijke vervolging. In uitzonderlijke situaties (bij zeer ernstige
motorschade) kan een doordringende geur
duiden op een ernstige en abnormale over
-
verhitting van de katalysator. Als dit zich
voordoet, breng dan de auto tot stilstand, zet
de motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhoudswerkzaam -
heden uitvoeren, met inbegrip van het
afstellen van de motor volgens specificaties
van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om moge -
lijke schade aan de katalysator tot een
minimum te beperken:
U mag nooit het contact uitschakelen
tijdens het rijden en wanneer de versnel -
lingsbak in een versnelling is geschakeld.
Probeer het voertuig niet te starten door
deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als
een of meerdere onderdelen van het
contact zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests, of
gedurende langere perioden waarbij de
motor zeer onregelmatig stationair draait
of sprake is van afwijkende bedrijfsom -
standigheden.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezondheidspro-
blemen veroorzaken of zelfs dodelijk
zijn. Ze bevatten koolmonoxide (CO), een
kleur- en geurloos gas. Het inademen
ervan kan bewusteloosheid en vergifti -
ging veroorzaken. Raadpleeg "Veiligheid -
stips" in "Veiligheid" voor meer
informatie om inademen van koolmo-
noxide (CO) te voorkomen.
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert. Denk bijvoorbeeld
aan droog gras of bladeren die in aanra-
king komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in aanraking kan komen met
brandbaar materiaal.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitsluitend
loodvrije benzine worden getankt. Door
gelode benzine verliest de katalysator
zijn regelende werking voor de uitlaat -
gassen en kunnen de motorprestaties
aanzienlijk afnemen met ernstige motor -
schade tot gevolg.
De katalysator kan worden beschadigd
als u de auto niet in goede conditie
houdt. Bij een motorstoring, vooral bij
het overslaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen, moet u de auto
meteen laten repareren. Als u doorrijdt
met een ernstige storing kan de kataly-
sator oververhit raken waardoor deze en
de auto beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 265
Page 268 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
266
KoelsysteemControle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries) ieder
jaar (bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als
de motorkoelvloeistof (antivries) vuil of
roestig lijkt, moet het systeem worden
afgetapt en doorgespoeld en daarna met
nieuwe motorkoelvloeistof (antivries) worden
gevuld. Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insectenresten,
bladeren, enz. Spuit de voorzijde van de
condensor indien nodig voorzichtig verticaal
vanaf de bovenkant schoon met een tuins-
lang.
Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor -
komen dat er koelvloeistof (antivries) wordt
gemorst en de koelvloeistof (antivries) terug -
loopt naar de radiateur via het expansiereser -
voir/koelvloeistofreservoir, indien aanwezig.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zichtbaar zijn op het
sluitvlak.
Remsysteem
Om altijd optimale remprestaties te waar -
borgen, moeten alle onderdelen van het
remsysteem regelmatig worden gecontro -
leerd. Raadpleeg "Onderhoudsschema" in dit
hoofdstuk voor de juiste onderhoudsinter -
vallen.
WAARSCHUWING!
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand -
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automatisch
en kan op elk moment starten, of de
motor loopt of niet.
Draai de contactsleutel in de OFF-stand,
als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiateurventilator. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan
op elk moment gaan draaien indien het
contact in de stand ON staat.
WAARSCHUWING!
Open een heet motorkoelsysteem niet.
Vul nooit koelvloeistof (antivries) bij als
de motor oververhit is. Draai nooit de
vuldop los om een oververhitte motor te
laten afkoelen. Door de hitte komt het
koelsysteem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te voor -
komen, mag u nooit de vuldop verwij -
deren van een koelcircuit dat heet is of
onder druk staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voor -
geschreven vuldop voor uw auto. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel of motor -
schade.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 266
Page 269 of 370

267
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Hoofdremcilinder
De vloeistof in de hoofdremcilinder moet
worden gecontroleerd bij onderhoudswerk
-
zaamheden aan de motor, of onmiddellijk
zodra het waarschuwingslampje voor het
remsysteem gaat branden.
Maak de bovenzijde van de hoofdremcilinder
schoon voordat u de dop verwijdert. Vul
indien nodig vloeistof bij tot aan het vereiste
merkteken op het remoliereservoir. Het is bij
schijfremmen een normaal verschijnsel dat
het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken verder slijten. Controleer het
remvloeistofpeil wanneer de remblokken
worden vervangen. Een laag vloeistofpeil kan
echter ook worden veroorzaakt door lekkage
en controle kan noodzakelijk zijn. Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbe
-
volen remvloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal
veroorzaakt abnormaal hoge
remtemperaturen, verhoogt de slijtage van
de remvoering en kan leiden tot schade
aan het remsysteem. U beschikt dan in
noodgevallen niet over het volledige
remvermogen.
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen en smeermid -
delen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor meer informatie. Gebruik
van de verkeerde remvloeistof kan
ernstige schade veroorzaken aan uw
remsysteem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste type
remvloeistof wordt ook vermeld op het
reservoir van de originele hoofdremci -
linder.
Om vervuiling te voorkomen door mate-
riaal of vocht van buitenaf, dient u
uitsluitend nieuwe remvloeistof te
gebruiken, of remvloeistof uit een
hermetisch afgesloten reservoir. Zorg
ervoor dat de dop van het reservoir van
de hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open reser -
voir neemt vocht op uit de lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans bestaat dat
de remmen plotseling niet meer werken.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
Het bijvullen van het vloeistofreservoir
met te veel remvloeistof kan leiden tot
het morsen van vloeistof op hete
motoronderdelen, waardoor de remvloei -
stof vlam kan vatten. Remvloeistof kan
ook schade toebrengen aan gelakte
oppervlakken en vinyl. Let er daarom op
dat er geen remvloeistof op deze opper -
vlakken terecht komt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 267
Page 270 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
268
Handgeschakelde versnellingsbak — indien
aanwezig
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te
verwijderen. Het vloeistofniveau moet liggen
tussen de onderkant van de vulopening tot
maximaal 4,7 mm (3/16 inch) daaronder.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste niveau.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levensduur van
de versnellingsbak is het belangrijk dat u de
correcte transmissievloeistof gebruikt.Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor de
specificaties van vloeistoffen. Het is belang
-
rijk dat de transmissievloeistof continu het
vereiste peil heeft en dat u de aanbevolen
vloeistof gebruikt.
OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de versnel -
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden
gebruikt.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten
zeerste af. Automatische transmissievloei -
stof (ATF) is een geavanceerd en hoog -
waardig product waarvan de prestaties door
additieven nadelig kunnen worden beïn -
vloed. Daarom raden we u aan geen addi -
tieven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. Gebruik geen vloeibare afdichtmid -
delen, aangezien deze juist schade aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks -
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Een erkende dealer kan het trans -
missievloeistofpeil controleren met behulp
Zorg dat er geen vloeistof op basis van
aardolie in de remvloeistof terechtkomt.
De afdichtingen van het remsysteem
kunnen hierdoor worden aangetast,
waardoor de remmen hun werking
gedeeltelijk of geheel kunnen verliezen.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
LET OP!
Wanneer u een andere
versnellingsbakvloeistof gebruikt dan
aanbevolen door de fabrikant, kan
daardoor de schakelwerking van de
versnellingsbak achteruitgaan en/of grijpt
de koppelomvormer schokkend aan.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor de
specificaties van vloeistoffen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de
versnellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt door
de standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 268