JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 261 of 370

259
2.0-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Vuldop motorolie 7 — Radiateurdop koelvloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
4 — Accu 9 — Peilstok motorolie
5 — Stroomverdeelkast (zekeringen)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 259   
Page 262 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
260
1.6-liter dieselmotor
1 — Luchtfilter motor6 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
2 — Vuldop motorolie 7 — Radiateurdop koelvloeistof
3 — Reservoir remvloeistof 8 — Onder druk staand koelvloeistofreservoir
4 — Accu 9 — Peilstok motorolie
5 — Stroomverdeelkast (zekeringen)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 260   
Page 263 of 370

261
(Vervolgd)
Oliepeil controleren
Om  een  optimale  smering  van  de  motor  te
waarborgen,  moet  het  juiste  motoroliepeil
gehandhaafd  blijven.  Controleer  het  oliepeil
daarom  regelmatig,  bijvoorbeeld  bij  elke
tankstop.  Het  ideale  tijdstip  voor  een
controle  van  het  motoroliepeil  is  ongeveer
vijf minuten nadat een volledig opgewarmde
motor is uitgeschakeld.
Controleer  het  oliepeil  als  de  auto  op  een
vlakke  ondergrond  staat.  De  meting  is  dan
nauwkeuriger.Er zijn vier mogelijke peilstoksoorten,
Gearceerde zone.
Gearceerde zone met markering SAFE.
Kruisarcering  met  woord  MIN  aan  de
ondergrens en MAX aan de bovengrens.
Kruisarcering  gemarkeerd  met  kuiltjes  bij
de MIN- en MAX-uiteinden van het bereik.
OPMERKING:
Handhaaf  het motoroliepeil  altijd  binnen de
kruisarcering op de peilstok.
Als het  oliepeil tot  het onderste deel van de
peilstok komt en u vult 1,0 liter (1 quart) olie
bij,  neemt  het  oliepeil  toe  tot  het  bovenste
merkteken.
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen 
Het vloeistofreservoir bevindt zich vóór in het
motorcompartiment.  Controleer  regelmatig
de inhoud van het reservoir. Vul het reservoir
met een ruitensproeieroplossing (geen radia -
teur-antivries)  en  laat  het  systeem  enkele
seconden werken om de restvloeistof weg te
spoelen.
 WAARSCHUWING!
Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte:  deze  kan  gas  en  ontvlam -
bare  dampen  bevatten,  met  het  risico
van brand.
Wees  zeer  voorzichtig  bij  werkzaam -
heden  in  de  motorruimte  wanneer  de
motor  heet  is:  u  zou  brandwonden
kunnen oplopen. Kom niet te dicht bij de
radiateurventilator:  de  elektrische  venti -
lator  kan  starten;  verwondingsgevaar.
Sjaals,  stropdassen  en  andere  losse
kledingstukken kunnen worden gegrepen
door bewegende onderdelen.
 LET OP!
Zorg dat u de verschillende soorten vloei -
stoffen  niet  met  elkaar  verwisselt
wanneer  u  deze  bijvult:  ze  zijn  niet
onderling  compatibel!  Als  u  bijvult  met
een  ongeschikte  vloeistof,  kan  uw  auto
ernstig beschadigd raken.
Het  oliepeil  mag  nooit  de  MAX-marke-
ring overschrijden.
Vul  altijd  motorolie  bij  met  dezelfde
specificaties  als  de  olie  die  al  aanwezig
is in de motor.
Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot  de  motor  is  afgekoeld  voordat  u  de
vuldop  losmaakt,  met  name  bij  auto's
met  een  aluminium  dop.  WAARSCHU -
WING: verbrandingsgevaar!
Als  het  carter  met  te  veel  of  te  weinig
motorolie  wordt  gevuld,  kan  aëratie  of
verlies  van  oliedruk  optreden.  Dit  kan
leiden tot motorschade.
 LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 261   
Page 264 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
262
(Vervolgd)
Breng,  wanneer  u  het  ruitensproeiervloei-
stofreservoir  bijvult,  wat  ruitensproeiervloei -
stof aan op een (hand)doek en veeg hiermee
de  ruitenwisserbladen  schoon.  Hierdoor
wordt de wiswerking verbeterd.
Om  te  voorkomen  dat  uw  ruitensproeier -
systeem  bij  koud  weer  bevriest,  dient  u  een
oplossing  of  mengsel  te  kiezen  dat  geschikt
is  voor  het  klimaat  in  uw  omgeving.  Deze
informatie  treft  u  aan  op  de  meeste  flessen
met ruitensproeiervloeistof.Onderhoudsvrije accu  
Uw  auto  is  uitgerust  met  een  onderhouds -
vrije accu. U hoeft nooit water bij te vullen of
onderhoudswerkzaamheden  te  laten
uitvoeren.
 WAARSCHUWING!
In  de  handel  verkrijgbare
ruitensproeiervloeistof  is  brandbaar.  Deze
kan  ontbranden  en  brandwonden
veroorzaken.  Wees  daarom  voorzichtig  als
u  het  reservoir  bijvult  of  in  de  buurt  van
het reservoir werkt.
 LET OP!
Rijd  niet  met  een  leeg
ruitensproeierreservoir: de ruitensproeier is
essentieel  voor  het  verbeteren  van  het
zicht.
 WAARSCHUWING!
Gebruik  van  de  accu  met  een  te  laag
vloeistofniveau  kan  onherstelbare
schade  toebrengen  aan  de  accu  en  kan
een explosie veroorzaken.
Bescherm  altijd  uw  ogen  met  een
speciale veiligheidsbril  wanneer u  werk-
zaamheden  aan  of  in  de  buurt  van  een
accu verricht.
Accu's  bevatten stoffen  die  zeer gevaar -
lijk  zijn  voor  het  milieu.  Neem  voor  de
vervanging van een accu contact op met
een erkende dealer.
Accuvloeistof  is  een  gevaarlijke  corro-
sieve vloeistof die brandwonden of  zelfs
blindheid  kan  veroorzaken.  Zorg  dat  uw
ogen,  huid  en  kleding  niet  in  aanraking
komen  accuvloeistof.  Leun  niet  over  de
accu  wanneer  u  de  klemmen  aansluit.
Wanneer  accuzuur  in  uw  ogen  of  op  uw
huid  spat,  spoel  dan  onmiddellijk  met
een ruime hoeveelheid water. Raadpleeg
de paragraaf "Starten met startkabels" in
het  hoofdstuk  "In  geval  van  nood/pech"
voor meer informatie.
Accugas is brandbaar en explosief. Houd
open vuur of vonken daarom altijd uit de
buurt  van  de  accu.  Gebruik  geen  hulp -
accu  of  andere  acculader  van  meer  dan
12  volt.  Zorg  dat  de  kabelklemmen
elkaar niet raken.
Accupolen, accuklemmen en toebehoren
bevatten  lood  en  loodhoudende  stoffen.
Was  uw  handen  nadat  u  hiermee  in
aanraking bent gekomen.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 262   
Page 265 of 370

263
Wassen met hogedrukspuit
DEALERSERVICE 
Een erkende dealer beschikt over goed opge-
leid  servicepersoneel,  speciale  gereed -
schappen  en  de  nodige  uitrusting  om  alle
werkzaamheden  met  het  nodige  vakman -
schap  uit  te  voeren.  Er  zijn  servicehandlei -
dingen  verkrijgbaar  met  gedetailleerde
gegevens voor een correct onderhoud van uw
auto.  Raadpleeg  deze  servicehandleidingen
voordat  u  zelf  probeert  onderhoud  uit  te
voeren. OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie
-
regelsysteem  kan  de  garantie  vervallen  en
bent u strafbaar.
Airco, onderhoud  
Voor  optimale  prestaties  kunt  u  het  aircosy -
steem  het  best  laten  controleren  door  een
erkende dealer aan het begin van het zomer -
seizoen.  Bij  deze  onderhoudsbeurt  moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet  een  werkingstest  worden  uitgevoerd.
Laat  ook  de  spanning  van  de  aandrijfriem
controleren.
 LET OP!
Let er  bij het aansluiten van de accuka-
bels op dat de pluskabel op de pluspool
en  de  minkabel  op  de  minpool  aange-
sloten worden. De accupolen zijn gemar -
keerd  met  plus  (+)  en  min  (-)  op  de
accubehuizing.  De  kabelklemmen
moeten stevig op de aansluitpolen zitten
en mogen geen corrosie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl
de  accu  nog  in  de  auto  aanwezig  is,
koppel dan beide accukabels in de auto
los  voordat  u  de  lader  op  de  accu
aansluit. Gebruik een snellader nooit als
starthulp.
 LET OP!
Het  wordt  afgeraden  het
motorcompartiment  te  reinigen  met  een
hogedrukreiniger.  Er  zijn
voorzorgsmaatregelen  getroffen  om  alle
onderdelen  en  aansluitingen  te
beschermen,  maar  de  druk  die  door  deze
machines  wordt  gegenereerd,  is  zodanig
dat  volledige  bescherming  tegen  het
binnendringen  van  water  niet  kan  worden
gegarandeerd.
 WAARSCHUWING!
U  kunt  ernstig  letsel  oplopen  tijdens  het
werken  aan  of  bij  een  motorvoertuig.  Voer
alleen  de  service  uit  waarvan  u  de  kennis
en  waarvoor  u  de  juiste  apparatuur  heeft.
Als  u  twijfelt  over  uw  kunde  om  een
bepaalde  werkzaamheid  uit  te  voeren,
breng  dan  uw  auto  naar  een  vakkundige
monteur.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 263   
Page 266 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
264
Aircoluchtfilter
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
Wisserbladen 
De  rubber  delen  van  de  wisserbladen,  de
voor-  en  achterruit  regelmatig  afsponsen  of
met  een  zachte  doek  en  een  niet-schurend
reinigingsmiddel  schoonmaken.  Zo  verwij-
dert  u  strooizout,  vet  of  olieaanslag  en
vermindert  u  de  kans  op  streepvorming  en
vlekken.
Als  de  ruitenwissers  langdurig  worden
gebruikt  terwijl  de  ruit  droog  is,  zullen  de
wisserbladen  sneller  slijten.  Gebruik  altijd
sproeivloeistof  als  u  met  de  wissers  strooi -
zout of vuil van een droge voor- of achterruit
wilt verwijderen.
Rijp of ijs niet met behulp van de wissers van
de voor- of achterruit verwijderen. Controleer alvorens  te  wissen  of  de  wisserbladen  niet
aan de voorruit zijn vastgevroren, om bescha
-
diging  te  voorkomen.  Zorg  dat  de  wisser -
bladen  niet  in  aanraking  komen  met
aardolieproducten  zoals  motorolie,  benzine,
enz.
OPMERKING:
De  levensduur  van  ruitenwisserbladen  is
afhankelijk  van  de  geografische  regio  en  de
mate  van  gebruik.  Wanneer  u  merkt  dat  de
ruitenwissers  klapperen  of  (water)sporen  of
natte  plekken  achterlaten,  dan  duidt  dit  op
een  slechte  werking  van  de  ruitenwisser -
bladen.  Wanneer  een  van  deze  symptomen
zich  voordoet,  reinig  of  vervang  dan  de
ruitenwisserbladen.
Uitlaatsysteem 
De  beste  bescherming  tegen  koolmonoxide -
vergiftiging  is  een  goed  onderhouden
uitlaatsysteem.
Wanneer  u  merkt  dat  het  uitlaatgeluid  is
veranderd,  uitlaatgassen  in  de  auto  ruikt  of
als  de  onder-  of  achterzijde  van  de  auto  is
beschadigd,  laat  dan  een  erkende  monteur
het  volledige  uitlaatsysteem  en  de  naburige
carrosseriedelen  controleren  op  breuk,
schade,  slijtage  of  verplaatsingen.  Open
naden  of  losse  verbindingen  kunnen  ertoe
 WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend door de
fabrikant  goedgekeurde  compres-
sorsmeermiddelen  en  koudemiddelen.
Sommige  niet-goedgekeurde  koudemid -
delen  zijn  brandbaar  en  explosief  en
kunnen  daardoor  ernstig  letsel  veroor -
zaken. Andere niet-goedgekeurde koude-
middelen  of smeermiddelen  kunnen het
systeem  beschadigen,  wat  hoge  repara-
tiekosten  met  zich  meebrengt.  Raad -
pleeg de Service- en garantiehandleiding
in  uw  informatie  voor  de  eigenaar  voor
meer informatie over de garantie.
Het  aircosysteem  bevat  een  koude-
middel onder hoge druk. Om persoonlijk
letsel of schade aan het systeem te voor -
komen  mag  het  bijvullen  van  koude-
middel,  of  andere  reparaties  waarbij
leidingen  moeten  worden  losgekoppeld,
alleen  worden  uitgevoerd  door  een
vakbekwame monteur.
 LET OP!
Spoel  het  systeem  van  de  airconditioning
niet  met  chemicaliën,  omdat  daardoor  de
onderdelen  van  de  airconditioning
beschadigd  kunnen  raken.  Dergelijke
schade  wordt  niet  gedekt  door  de
standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 264   
Page 267 of 370

265
leiden  dat  uitlaatgassen  binnendringen  in
het  interieur.  Laat  het  uitlaatsysteem  ook
altijd  controleren  wanneer  de  auto  op  een
hefbrug  wordt  gezet  voor  het  verversen  van
smeervet  of  olie.  Laat  indien  nodig  onder-
delen vervangen.
Onder  normale  bedrijfsomstandigheden
heeft  de  katalysator  geen  onderhoud  nodig.
Het  is  echter  van  belang  dat  de  dealer  de
motorafstellingen  regelmatig  optimaliseert
om  zo  schade  aan  de  katalysator  te  voor-
komen.
OPMERKING:
Opzettelijk  knoeien  aan  het  uitlaatgasregel -
systeem  is  strafbaar  en  kan  leiden  tot  straf -
rechtelijke vervolging. In  uitzonderlijke  situaties  (bij  zeer  ernstige
motorschade)  kan  een  doordringende  geur
duiden  op  een  ernstige  en  abnormale  over
-
verhitting  van  de  katalysator.  Als  dit  zich
voordoet, breng dan de auto tot stilstand, zet
de  motor  af  en  laat  hem  afkoelen.  Laat
onmiddellijk  daarna  onderhoudswerkzaam -
heden  uitvoeren,  met  inbegrip  van  het
afstellen  van  de  motor  volgens  specificaties
van de fabrikant.
Houd  rekening  met  het  volgende  om  moge -
lijke  schade  aan  de  katalysator  tot  een
minimum te beperken:
U  mag  nooit  het  contact  uitschakelen
tijdens  het  rijden  en  wanneer  de  versnel -
lingsbak in een versnelling is geschakeld.
Probeer  het  voertuig  niet  te  starten  door
deze te duwen of te slepen.
Laat  de  motor  niet  stationair  draaien  als
een  of  meerdere  onderdelen  van  het
contact  zijn  losgekoppeld  of  verwijderd,
bijvoorbeeld  tijdens  diagnosetests,  of
gedurende  langere  perioden  waarbij  de
motor  zeer  onregelmatig  stationair  draait
of  sprake  is  van  afwijkende  bedrijfsom -
standigheden.
 WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen  kunnen  gezondheidspro-
blemen  veroorzaken  of  zelfs  dodelijk
zijn. Ze bevatten koolmonoxide (CO), een
kleur-  en  geurloos  gas.  Het  inademen
ervan  kan  bewusteloosheid  en  vergifti -
ging veroorzaken. Raadpleeg "Veiligheid -
stips"  in  "Veiligheid"  voor  meer
informatie  om  inademen  van  koolmo-
noxide (CO) te voorkomen.
Een  heet  uitlaatsysteem  kan  brand
veroorzaken wanneer u boven brandbaar
materiaal  parkeert.  Denk  bijvoorbeeld
aan droog gras of bladeren die in aanra-
king komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat  in  aanraking  kan  komen  met
brandbaar materiaal.
 LET OP!
Vanwege  de  katalysator  mag  uitsluitend
loodvrije  benzine  worden  getankt.  Door
gelode  benzine  verliest  de  katalysator
zijn  regelende  werking  voor  de  uitlaat -
gassen  en  kunnen  de  motorprestaties
aanzienlijk afnemen met ernstige motor -
schade tot gevolg.
De  katalysator  kan  worden  beschadigd
als  u  de  auto  niet  in  goede  conditie
houdt.  Bij  een  motorstoring,  vooral  bij
het overslaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen,  moet  u  de  auto
meteen  laten  repareren.  Als  u  doorrijdt
met  een  ernstige  storing  kan  de  kataly-
sator  oververhit  raken  waardoor  deze  en
de auto beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 265   
Page 268 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
266
KoelsysteemControle van koelvloeistof
Controleer  de  koelvloeistof  (antivries)  ieder
jaar (bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als
de  motorkoelvloeistof  (antivries)  vuil  of
roestig  lijkt,  moet  het  systeem  worden
afgetapt  en  doorgespoeld  en  daarna  met
nieuwe motorkoelvloeistof (antivries) worden
gevuld.  Controleer  of  de  voorzijde  van  de
airco-condensor  vrij  is  van  insectenresten,
bladeren,  enz.  Spuit  de  voorzijde  van  de
condensor  indien  nodig voorzichtig  verticaal
vanaf  de  bovenkant  schoon  met  een  tuins-
lang.
Vuldop van het koelsysteem   
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor -
komen  dat  er  koelvloeistof  (antivries)  wordt
gemorst en de koelvloeistof (antivries) terug -
loopt naar de radiateur via het expansiereser -
voir/koelvloeistofreservoir, indien aanwezig.
Controleer  de  vuldop  en  reinig  deze  grondig
wanneer er afzettingen zichtbaar zijn op het
sluitvlak.
Remsysteem 
Om  altijd  optimale  remprestaties  te  waar -
borgen,  moeten  alle  onderdelen  van  het
remsysteem  regelmatig  worden  gecontro -
leerd. Raadpleeg "Onderhoudsschema" in dit
hoofdstuk  voor  de  juiste  onderhoudsinter -
vallen.
 WAARSCHUWING!
Hete  koelvloeistof  (antivries)  en  stoom
uit  de  radiateur  kunnen  ernstige  brand -
wonden  veroorzaken.  Als  u  stoom  van
onder  de  motorkap  hoort  of  ziet  komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur  voldoende  is  afgekoeld.  Open
nooit de vuldop  van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
Houd  uw  handen,  gereedschap,  kleding
en  sieraden  uit  de  buurt  van  de  radia-
teurventilator  wanneer  de  motorkap  is
geopend. De ventilator start automatisch
en  kan  op  elk  moment  starten,  of  de
motor loopt of niet.
Draai de contactsleutel in de OFF-stand,
als  u  werkzaamheden gaat  verrichten  in
de  buurt  van  de  radiateurventilator.  De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan
op  elk  moment  gaan  draaien  indien  het
contact in de stand ON staat.
 WAARSCHUWING!
Open  een  heet  motorkoelsysteem  niet.
Vul  nooit  koelvloeistof  (antivries)  bij  als
de  motor  oververhit  is.  Draai  nooit  de
vuldop  los  om  een  oververhitte  motor  te
laten  afkoelen.  Door  de  hitte  komt  het
koelsysteem  onder  druk  te  staan.  Om
brandwonden  en  ander  letsel  te  voor -
komen,  mag  u  nooit  de  vuldop  verwij -
deren  van  een  koelcircuit  dat  heet  is  of
onder druk staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voor -
geschreven vuldop voor uw auto. Dit kan
leiden  tot  persoonlijk  letsel  of  motor -
schade.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 266   
Page 269 of 370

267
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Hoofdremcilinder
De  vloeistof  in  de  hoofdremcilinder  moet
worden  gecontroleerd  bij  onderhoudswerk
-
zaamheden  aan  de  motor,  of  onmiddellijk
zodra  het  waarschuwingslampje  voor  het
remsysteem gaat branden.
Maak de bovenzijde van de hoofdremcilinder
schoon  voordat  u  de  dop  verwijdert.  Vul
indien nodig vloeistof bij tot aan het vereiste
merkteken op het remoliereservoir. Het is bij
schijfremmen  een  normaal  verschijnsel  dat
het  vloeistofpeil  daalt  naarmate  de
remblokken  verder  slijten.  Controleer  het
remvloeistofpeil  wanneer  de  remblokken
worden vervangen. Een laag vloeistofpeil kan
echter  ook  worden  veroorzaakt  door  lekkage
en controle kan noodzakelijk zijn. Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbe
-
volen  remvloeistof.  Raadpleeg  de  paragraaf
"Vloeistoffen  en  smeermiddelen"  in  het
hoofdstuk  "Technische  gegevens"  voor  meer
informatie.
 WAARSCHUWING!
Rijden  met  uw  voet  op  het  rempedaal  is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden  met  uw  voet  op  het  rempedaal
veroorzaakt  abnormaal  hoge
remtemperaturen,  verhoogt  de  slijtage  van
de  remvoering  en  kan  leiden  tot  schade
aan  het  remsysteem.  U  beschikt  dan  in
noodgevallen  niet  over  het  volledige
remvermogen.
 WAARSCHUWING!
Gebruik  uitsluitend  door  de  fabrikant
aanbevolen  remvloeistof.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Vloeistoffen  en  smeermid -
delen"  in  het  hoofdstuk  "Technische
gegevens" voor meer informatie. Gebruik
van  de  verkeerde  remvloeistof  kan
ernstige  schade  veroorzaken  aan  uw
remsysteem  en/of  de  werking  ervan
nadelig  beïnvloeden.  Het  juiste  type
remvloeistof  wordt  ook  vermeld  op  het
reservoir  van  de  originele  hoofdremci -
linder.
Om  vervuiling  te  voorkomen  door  mate-
riaal  of  vocht  van  buitenaf,  dient  u
uitsluitend  nieuwe  remvloeistof  te
gebruiken,  of  remvloeistof  uit  een
hermetisch  afgesloten  reservoir.  Zorg
ervoor  dat  de  dop  van  het  reservoir  van
de  hoofdremcilinder  altijd  is  vastge-
draaid.  Remvloeistof  in  een  open  reser -
voir  neemt  vocht  op  uit  de  lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan  koken  tijdens  stevig  of  langdurig
remmen,  waardoor  de  kans  bestaat  dat
de remmen plotseling niet meer werken.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
Het  bijvullen  van  het  vloeistofreservoir
met  te  veel  remvloeistof  kan  leiden  tot
het  morsen  van  vloeistof  op  hete
motoronderdelen, waardoor de remvloei -
stof  vlam  kan  vatten.  Remvloeistof  kan
ook  schade  toebrengen  aan  gelakte
oppervlakken en vinyl. Let er daarom op
dat  er  geen  remvloeistof  op deze  opper -
vlakken terecht komt.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 267   
Page 270 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
268
Handgeschakelde versnellingsbak — indien 
aanwezig
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te
verwijderen. Het vloeistofniveau moet liggen
tussen  de  onderkant  van  de  vulopening  tot
maximaal 4,7 mm (3/16 inch) daaronder.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste niveau.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddel 
Voor  optimale  prestaties  en  levensduur  van
de versnellingsbak is het belangrijk dat u de
correcte  transmissievloeistof  gebruikt.Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen  en  smeermiddelen"  in  het
hoofdstuk  "Technische  gegevens"  voor  de
specificaties van vloeistoffen. Het is belang
-
rijk  dat  de  transmissievloeistof  continu  het
vereiste  peil  heeft  en  dat  u  de  aanbevolen
vloeistof gebruikt.
OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de versnel -
lingsbak  worden  gespoeld;  uitsluitend  het
goedgekeurde  smeermiddel  mag  worden
gebruikt.
Speciale additieven
De  fabrikant  raadt  het  gebruik  van  speciale
additieven  in  de  transmissievloeistof  ten
zeerste  af.  Automatische  transmissievloei -
stof  (ATF)  is  een  geavanceerd  en  hoog -
waardig  product  waarvan  de  prestaties  door
additieven  nadelig  kunnen  worden  beïn -
vloed.  Daarom  raden  we  u  aan  geen  addi -
tieven  aan  de  transmissievloeistof  toe  te
voegen.  Gebruik  geen  vloeibare  afdichtmid -
delen,  aangezien  deze  juist  schade  aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist  onder normale gebruiks -
omstandigheden  geen  aanpassingen.  Het  is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Een erkende dealer kan het trans -
missievloeistofpeil  controleren  met  behulp
Zorg  dat  er  geen  vloeistof  op  basis  van
aardolie in de remvloeistof  terechtkomt.
De  afdichtingen  van  het  remsysteem
kunnen  hierdoor  worden  aangetast,
waardoor  de  remmen  hun  werking
gedeeltelijk  of  geheel  kunnen  verliezen.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
 LET OP!
Wanneer  u  een  andere
versnellingsbakvloeistof  gebruikt  dan
aanbevolen  door  de  fabrikant,  kan
daardoor  de  schakelwerking  van  de
versnellingsbak  achteruitgaan  en/of  grijpt
de  koppelomvormer  schokkend  aan.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Vloeistoffen  en
smeermiddelen"  in  het  hoofdstuk
"Technische  gegevens"  voor  de
specificaties van vloeistoffen.
 LET OP!
Spoel  de  versnellingsbak  niet  met
chemicaliën,  omdat  deze  de
versnellingsbak  kunnen  beschadigen.
Dergelijke  schade  wordt  niet  gedekt  door
de standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 268