stop start Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 6 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO5
1
Dashboard ................................................................ 6
Instrumentenpaneel .................................................. 7
Display ..................................................................... 21
Menuopties ............................................................... 26
Tripcomputer ............................................................ 36
Symbolen .................................................................. 38
Lancia Code-systeem ................................................ 39
De sleutels ................................................................ 40
Diefstalalarm ............................................................ 43
Start-/contactslot ...................................................... 46
Zitplaatsen ............................................................... 47
Hoofdsteunen ........................................................... 50
Stuur ........................................................................ 51
Spiegels .................................................................... 51
Klimaatregeling ........................................................ 53
Handbediende airconditioning .................................. 54
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling ................................................... 56
Buitenverlichting ...................................................... 62
Ruiten reinigen ......................................................... 65
Cruise Control .......................................................... 68
Interieurverlichting ................................................... 70
Bedieningsknoppen ................................................... 72Brandstoftoevoeronderbreking .................................. 75
Interieuruitrusting .................................................... 76
Opendak ................................................................... 81
Portieren ................................................................... 84
Ruitbediening ........................................................... 87
Bagageruimte ............................................................ 91
Motorkap .................................................................. 99
Imperiaal/skidrager .................................................. 101
Koplampen ............................................................... 102
DST-systeem ............................................................. 104
SPORT-functie .......................................................... 104
Reactive Suspension System ...................................... 106
Driving Advisor ........................................................ 107
ESP 2-systeem .......................................................... 112
Start&Stop-systeem .................................................. 117
EOBD-systeem .......................................................... 122
Elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive” .............. 122
TPMS-systeem .......................................................... 124
Parkeersensoren ........................................................ 127
Magic Parking .......................................................... 130
Extra accessoires ....................................................... 144
Tanken ..................................................................... 145
Bescherming van het milieu ...................................... 148
Page 14 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO13
1
IN-/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
STORING Start&Stop-SYSTEEM
Inschakeling Start&Stop-systeem
Een storing in het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door
een melding + een symbool Uop het display. In dat geval is het
lampje op de knop Tgedoofd.
Uitschakeling Start&Stop-systeem
– Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display: de uit-
schakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door
de weergave van symbool T+ een melding op het display.
Bij uitgeschakeld systeem brandt het lampje Top de knop.
STORING Start&Stop-SYSTEEM
(uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel
display)
Een storing in het Start&Stop-systeem wordt aange-
geven door een melding + een symbool jop het display. Wendt
u in dit geval tot het Lancia Servicenetwerk.
U
j
Te hoge koelvloeistoftemperatuur (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven. Het lampje gaat branden als de motor
te warm is. Als het lampje gaat branden, moet u het volgende
doen:
❍bij normale rij-omstandigheden: stop de auto, zet de motor
uit en controleer of het niveau van de koelvloeistof in het
reservoir onder het MIN-merkteken staat.
Als dat het geval is, wacht dan enkele minuten zodat de motor
kan afkoelen, open vervolgens langzaam en voorzichtig de dop,
vul koelvloeistof bij en controleer of de koelvloeistof tussen het
MIN- en MAX-merkteken op het reservoir staat. Controleer ook
of er geen vloeistof weglekt. Als bij het starten van de motor
het lampje opnieuw gaat branden, wendt u dan tot het Lancia
Servicenetwerk.
u
Page 15 of 290

14WEGWIJS IN UW AUTO
❍Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt ge-
bruikt (bijvoorbeeld het trekken van een aanhanger berg-
opwaarts of met volbeladen auto): verlaag de snelheid en zet,
als het lampje blijft branden, de auto stil. Wacht 2 tot 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef iets gas voor een snelle-
re circulatie van de koelvloeistof. Zet vervolgens de motor
uit. Controleer het vloeistofniveau zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstandigheden is het raad-
zaam de motor enkele minuten te laten draaien met iets inge-
trapt gaspedaal voordat u de motor uitzet.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Portieren niet goed gesloten (rood)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden als een of meer portieren niet goed gesloten
zijn. Als de auto in beweging is met geopende portie-
ren, dan klinkt er een akoestisch signaal. Bij het multifunctio-
nele display gaat het lampje ook branden als de motorkap en/of
de achterklep niet goed gesloten zijn. Op het display verschijnt
de bijbehorende melding.
´
Algemene storingsmelding (geel)
Ingeschakelde brandstofnoodschakeling
Het lampje (of het symbool op het display) gaat bran-
den als de brandstofnoodschakeling inschakelt. Op het
display verschijnt de bijbehorende melding.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden bij
een storing in de motoroliedruksensor. Op het display verschijnt
de bijbehorende melding.
Storing schemersensor
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden bij
een storing in de schemersensor.
Snelheidslimiet overschreden
Het lampje (geel) of het symbool op het display (rood) gaat bran-
den als de ingestelde limiet wordt overschreden (in Arabische
landen is de ingestelde snelheidslimiet 120 km/h). Op het dis-
play verschijnt de bijbehorende melding.
Storing regensensor
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden bij
een storing in de regensensor. Op het display verschijnt de bij-
behorende melding.
Storing Start&Stop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
(uitvoeringen met multifunctioneel display)
Het lampje gaat branden als er een storing is in het Start&Stop-
systeem. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
è
Page 18 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO17
1
Storing ESP 2-systeem (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje branden. Na enkele seconden moet het
lampje doven. Als het lampje niet dooft of tijdens het
rijden blijft branden en het lampje in de ASR-knop gaat bran-
den, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. Op enkele uit-
voeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display. Als
het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP 2-systeem in werking is getreden.
Als de accu losgekoppeld is geweest, gaat het lampje
ábranden
(op het display verschijnt ook een melding) om aan te geven
dat het systeem gereset moet worden.
Voer de volgende initialisatieprocedure uit om het lampje te la-
ten doven:
❍draai de contactsleutel in stand MAR;
❍draai het stuur helemaal naar rechts en vervolgens naar links
(zodat het stuurwiel de rechtuitstand “passeert”);
❍draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in stand
MAR.
Als na enkele seconden het lampje
ániet dooft, wendt u dan tot
het Lancia Servicenetwerk.
á
Storing Hill Holder (geel)
Als het lampje
ágaat branden, dan is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u in dat ge-
val zo snel mogelijk tot het Lancia Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen gaat het symbool
*bran-
den.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
á
*
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het lampje dooft als de voorgloei-
bougies de vooraf ingestelde temperatuur hebben bereikt.
Start de motor zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentemperatuur kan het lampje zeer
kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een storing is in de voorgloei-
installatie. Wendt u zo snel mogelijk tot het Lancia Servicenet-
werk.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
m
Page 22 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO21
1
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt in-
geschakeld.
1
Cruise-control (snelheidsregelaar) (groen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lamp-
je doven. Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de
draaiknop van de cruise-control in stand ON staat.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Ü
DISPLAY
De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel of een in-
stelbaar multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige in-
formatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor
de gewenste gegevens.
BEGINSCHERM MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
Uitvoeringen zonder Start&Stop fig. 4
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A. Datum
B. Eventuele inschakeling elektrische stuurbekrachtiging Dual-
drive
C. Informatie over Sport-functie (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
D. Tijd
E. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
F. Melding kans op gladheid
G. Buitentemperatuur
H. Afstand tot de volgende servicebeurt
I. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is
ingeschakeld)
fig. 4
L0E1000g
Page 23 of 290

22WEGWIJS IN UW AUTO
Uitvoeringen met Start&Stop fig. 4a
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A Datum
B Gear Shift Indicator (schakeladvies) (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
C Weergave Start&Stop-functie
D TijdE Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
F Buitentemperatuur
G Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is inge-
schakeld)
H Eventuele inschakeling elektrische stuurbekrachtiging Du-
aldrive
fig. 4a
L0E1032g
Page 24 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO23
1
E. Weergave status van de auto (bijv. geopende portieren of kans
op gladheid enz.)/Weergave Start&Stop-functie (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)/Gear Shift Indicator (schakeladvies)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
F. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is inge-
schakeld)
G. Buitentemperatuur
Als op enkele uitvoeringen de menuoptie “Info motor” wordt ge-
selecteerd, dan wordt, als de contactsleutel in stand MAR wordt
gedraaid, op het display de turbodruk weergegeven fig. 6.
fig. 6
L0E0004mfig. 5L0E1033g
BEGINSCHERM INSTELBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY fig. 5
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A. Tijd
B. Datum
C. Informatie over Sport-functie (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
D. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
Page 40 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO39
1
LANCIA CODE-SYSTEEM
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uit-
gerust met een elektronische startblokkering. Het systeem scha-
kelt automatisch in als de contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die
bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speci-
ale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het sig-
naal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid van de Lancia CODE gezon-
den, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait,
dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regel-
eenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blok-
kering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het sys-
teem de door de sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt
de Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid
van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het in-
strumentenpaneel het waarschuwingslampje Y(of het symbool
op het display) branden. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens in
stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan op-
nieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de re-
geleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot het
Lancia Servicenetwerk wenden. Hierbij moeten alle in uw be-
zit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen. Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelcode de reeds opgeslagen sleutelcodes niet
opnieuw worden ingevoerd, worden ze uit het geheugen gewist,
zodat eventueel verloren of gestolen sleutels niet meer gebruikt
kunnen worden voor het starten van de motor.
Brandend lampje Y(of het symbool op het display)
tijdens het rijden
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) gaat bran-
den, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv.
bij een vermindering van de spanning).
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) blijft bran-
den, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische
componenten in de sleutel beschadigd worden.
Page 45 of 290

44WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door de Lan-
cia CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt genomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en con-
tactslot in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met
afstandsbediening in de richting van de auto. Druk op de knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”) (behalve bij uitvoe-
ringen voor bepaalde markten) en de portieren worden ver-
grendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose: als het systeem een storing vindt, dan klinkt nogmaals
een akoestisch signaal en verschijnt op het display een melding
(zie het hoofdstuk “Lampjes op het instrumentenpaneel”).
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop
Ëin te
drukken, controleer of de portieren, de motorkap en de achter-
klep goed gesloten zijn en schakel het alarm opnieuw in met de
knop
Á.
Als de portieren, motorkap en/of achterklep niet goed gesloten
zijn, worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het
akoestisch signaal wordt herhaald, dan is er een storing gesig-
naleerd in de werking van het systeem. Wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk.BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm niet in.
BELANGRIJK Bij aflevering van de nieuwe auto voldoet het dief-
stalalarm aan de wettelijke normen van het land van gebruik.
DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN
Druk op de knop
Ëvan de sleutel met afstandsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten):
❍de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❍u hoort twee korte akoestische signalen (“BIEP's”);
❍de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden ontgrendeld, schakelt het alarm niet uit.
Page 47 of 290

46WEGWIJS IN UW AUTO
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 15:
❍STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd.
Enkele elektrische installaties kunnen werken (bijv. auto-
radio, centrale portiervergrendeling enz.).
❍MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❍AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de
motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel te-
rugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, neem de sleutel uit het contact-
slot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand
MAR draait.
BELANGRIJK In enkele parkeersituaties (bijv.: als de wielen iets
zijn uitgestuurd), kan het wat meer kracht kosten om het stuur-
wiel te verdraaien voor de uitschakeling van het stuurslot.
fig. 15
L0E0107m
Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot als
de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit
geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept wordt.
Het is streng verboden om demontage-/montagewerk-
zaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen
de prestaties van het systeem, de garantie en de veilig-
heid in gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet
meer aan de typegoedkeuring.