Lancia Delta 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2014Pages: 291, PDF Size: 5.3 MB
Page 241 of 291

NIVEAUS CONTROLEREN
fig. 1
L0E0254m
ONDERHOUD EN ZORG
239
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 239
Page 242 of 291

MOTOROLIE A-Fig. 1
Controleer enkele minuten (ongeveer 5) na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een horizontale
ondergrond. Controleer of het oliepeil tussen het MIN-
en het MAX-merkteken op de oliepeilstok staat. het ver-
schil tussen het MIN en MAX-teken komt overeen met on-
geveer 1 liter olie.
Als het oliepeil vlakbij of onder het MIN-teken staat, olie
toevoegen via de vulopening totdat het MAX-teken wordt
bereikt.
Het olieniveau mag nooit boven het MAX-teken komen.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik op 400
gram per 1000 km. Tijdens de beginperiode van de auto
wordt de motor ingereden, daarom is het motoroliever-
bruik pas stabiel na de eerste 5.000÷6.
000 km.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van
de rijstijl en de omstandigheden waaronder de auto wordt
gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het verversen van
motorolie de motor enkele seconden draaien alvorens hem
uit te zetten en wacht enkele minuten alvorens het oliepeil
te controleren.
Wanneer de motor warm is, voorzichtig zijn
bij werkzaamheden in de motorruimte om
brandwonden te voorkomen. Vergeet niet dat
bij een warme motor de ventilator onverwacht kan
inschakelen: kans op verwonding. Pas op voor
sjaals, dassen of loszittende kledingstukken: deze
kunnen door de bewegende onderdelen worden vast-
gegrepen. Vul geen olie bij met andere kenmerken dan
de olie waarmee de motor is gevuld. De gebruikte motorolie en het vervangen
oliefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn
voor het milieu. Geadviseerd wordt de olie
te laten verversen en de filters te laten vervangen
door het Lancia Servicenetwerk, dat is uitgerust om
deze op milieuvriendelijke wijze en overeenkomstig
de wettelijke voorschriften te verwerken.
240
ONDERHOUD EN ZORG
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 240
Page 243 of 291

MOTORKOELVLOEISTOF B-Fig. 1
Controleer het koelvloeistofniveau bij koude motor. het ni-
veau moet tussen het MIN- en MAX teken op het reser-
voir staan. Vul een te laag niveau bij met een mengsel van
50% gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU
UP
van
PETRONAS LUBRICANTS door het langzaam via de vul-
opening te gieten tot het niveau het MAX-teken bereikt.
Het mengsel van 50% PARAFLU
UP
en 50% gedeminera-
liseerd water beschermt tegen bevriezing tot temperaturen
tot –35℃. In buitengewoon gure klimaatomstandigheden
wordt het gebruik van een mengsel van 60% PARAFLU
UP
en 40% gedemineraliseerd water aanbevolen.
PARAFLU
UP
anti-vries wordt gebruikt in
het motorkoelsysteem. Vul koelvloeistof bij met
dezelfde kenmerken als de koelvloeistof waar-
mee het koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start de motor
dan niet en neem onmiddellijk contact op met
het Lancia Servicenetwerk.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang,
indien nodig, de dop alleen door een origineel
exemplaar om de werking van het systeem
niet negatief te beïnvloeden. Draai bij warme mo-
tor de dop van het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
ONDERHOUD EN ZORG
241
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 241
Page 244 of 291

VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER C-Fig. 1
Verwijder, om vloeistof bij te vullen, de dop met behulp
van het speciale lipje.
Gebruik een mengsel van water en TUTELA
PROFESSIONAL SC35, in de volgende mengverhouding:
❍30% TUTELA PROFESSIONAL SC35 en 70% water
in de zomer.
❍50% TUTELA PROFESSIONAL SC35 en 50% water
in de winter.
Gebruik bij temperaturen onder −20℃, onverdunde
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 vloeistof.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Sluit de dop door het middelste deel in te drukken.
Rijd nooit met een leeg ruitensproeiervloei-
stofreservoir: ruitensproeiers zijn van fun-
damenteel belang voor een goed zicht.
Sommige in de handel verkrijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ontvlambaar. de motorruim-
te bevat warme onderdelen die bij contact met de-
ze vloeistoffen brand kunnen veroorzaken.
REMVLOEISTOF D Fig. 1
Draai de dop los en controleer of de vloeistof in het re-
servoir op het maximumniveau staat. het niveau in
het reservoir mag nooit boven het MAX-teken komen.
Gebruik voor het bijvullen de remvloeistof vermeld in
de t “el “Vloeistoffen en smeermidd” en” (zie hoofdstuk
“6").
OPMERKING Reinig zorgvuldig de reservoirdop en
het omliggende oppervlak.
Zorg er goed voor dat er geen verontreinigingen in het re-
servoir terechtkomen als de dop geopend wordt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met fijne zeef
van maximaal 0,12 mm.
OPMERKING Remvloei
stof is hygroscopisch (d. w. z. trekt
vocht aan). Daarom moet bij overwegend gebruik van
de auto in gebieden met grote luchtvochtigheid, de vloei-
stof vaker worden vervangen dan is aangegeven in het
“Geprogrammeerd onderhoudsschema".
242
ONDERHOUD EN ZORG
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 242
Page 245 of 291

Vermijd elk contact tussen de uiterst corro-
sieve remvloeistof en de gelakte delen. Mocht
dat toch gebeuren, spoel dan onmiddellijk met
water af. Remvloeistof is giftig en uiterst corrosief. Als
er per ongeluk remvloeistof gemorst wordt,
moeten de betrokken delen onmiddellijk wor-
den gewassen met water en neutrale zeep. Vervol-
gens met veel water afspoelen. Wend u bij inslikken
onmiddellijk tot een arts. Het symbool
π
op de verpakking geeft aan
dat het om synthetische remvloeistof gaat, die
van minerale remvloeistof verschilt. het ge-
bruik van minerale vloeistoffen kan de speciale rub-
beren pakkingen in het remsysteem onherstelbaar
beschadigen.
LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTERNeem voor het vervangen van het filter contact op met
het Lancia Servicenetwerk.
ONDERHOUD EN ZORG
243
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 243
Page 246 of 291

ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een andere originele
accu met dezelfde specificaties.
Als de accu vervangen wordt door een accu met andere
specificaties, dan zijn de onderhoudsintervallen die in het
“Onderhoudsschema” van dit hoofdstuk zijn vermeld, niet
meer geldig.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.
Geavanceerd ESP-systeem
Als de accu wordt losgekoppeld, gaat het lampje ábran-
den (en verschijnt er een bericht op het display) om aan
te geven dat het systeem weer uitgelijnd moet worden. Om
het lampje uit te schakelen, de volgende initialisatiepro-
cedure uitvoeren: ❍draai de contactsleutel naar MAR;
❍draai het stuurwiel zowel helemaal naar rechts als naar
links (om de stand met de wielen recht vooruit te ver-
anderen);
❍draai de contactsleutel naar de stand STOP en daar-
na naar MAR.
Als het lampje ána enkele seconden niet uitgaat, ga dan
naar een Lancia Servicepunt. 244
ONDERHOUD EN ZORG
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd
contact met huid en ogen. Houd open vuur en
mogelijke bronnen van vonken uit de buurt
van de accu: ontploffings- en brandgevaar. Gebruik van de accu als het vloeistofniveau
te laag is kan de accu onherstelbaar bescha-
digen en leiden tot ontploffingsgevaar.
ACCUHet voertuig is voorzien van een onderhoudsarme accu
F-fig 1: onder normale gebruiksomstandigheden hoeft
het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd
water.
De accu moet echter wel regelmatig door het Lancia Ser-
vicenetwerk of door gespecialiseerd personeel gecontro-
leerd worden.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 244
Page 247 of 291

ONDERHOUD EN ZORG
245
5
Onjuiste installatie van elektrische en elek-
tronische apparatuur kan leiden tot ernstige
schade aan het voertuig. Als accessoires (dief-
stalbeveiligingssysteem, mobiele telefoon, enz.) ge-
monteerd moeten worden, neem dan contact op met
het Lancia Servicenetwerk, dat de meest geschikte
apparaten weet aan te raden. Accu’ s bevatten stoffen die zeer gevaarlijk
zijn voor het milieu. Geadviseerd wordt om
de accu te laten vervangen door het Lancia
Servicenetwerk, waar deze overeenkomstig te wet-
telijke voorschriften verwerkt kan worden.
Als het voertuig gedurende lange tijd bij zeer
lage temperatuur niet gebruikt gaat worden,
verwijder dan de accu en breng deze naar
een warme plaats, om te voorkomen dat hij bevriest. Als er werkzaamheden aan of in de buurt van
de accu uitgevoerd moeten worden, altijd uw
ogen beschermen met een veiligheidsbril.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 245
Page 248 of 291

246
ONDERHOUD EN ZORG
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het snel ont-
laden van de accu te voorkomen en de levensduur te ver-
lengen:
❍wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer dan of
de portieren, de achterklep en de motorkap goed ge-
sloten zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de interi-
eurverlichting blijft branden;
❍schakel de plafondverlichting uit, ook al heeft de au-
to een automatisch systeem om de interieurverlichting
uit te schakelen;
❍houd accessoires (bijv. autoradio, alarmknipperlich-
ten, enz.) niet te lang ingeschakeld wanneer de motor
is uitgezet;
❍maak voordat er werkzaamheden aan de elektrische
installatie worden uitgevoerd, de kabel van de minpool
op de accu los
;
❍accuklemmen moeten altijd perfect zijn vastgemaakt.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende langere
tijd onder 50% blijft, raakt de accu door sulfatering be-
schadigd. Hierdoor verminderen de capaciteit en het start-
vermogen. De accu is in dit geval ook gevoeliger voor bevriezing (dit
kan reeds bij temperaturen van −10℃gebeuren). In
het geval van langdurig stationair lopende motor de pa-
ragraaf “Langdurige stilstand van de auto” in hoofdstuk
“3” raadplegen.
Als, na aanschaf van de auto, besloten wordt om elektri-
sche accessoires te installeren die constante elektrische voe-
ding nodig hebben (d
iefstalbeveiliging, enz.) of accessoi-
res die veel stroom verbruiken, neem dan contact op met
het Lancia Servicenetwerk: het gespecialiseerde personeel
kan de meest geschikte apparaten van de Lancia Line-
accessori aanbevelen en het volledige stroomverbruik be-
rekenen, en controleren of de elektrische installatie van
de auto toereikend is of dat een accu met een grotere ca-
paciteit vereist is.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij afgezette motor
stroom blijven verbruiken en op deze manier de accu ont-
laden.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 246
Page 249 of 291

WIELEN EN BANDENControleer voor een lange reis en elke twee weken de ban-
denspanning van de banden en het ruimtebesparend
reservewiel. Deze controle moet bij koude banden worden
uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning tijdens het rijden toeneemt.
Zie voor de correcte bandenspanning de paragraaf “Wie-
len” in hoofdstuk “6".
fig. 2
L0E0096m
Onjuiste spanning leidt tot abnormale slijtage van de ban-
den fig. 2:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loop-
vlak.
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de zijkanten
van het loopvlak.
C te hoge spanning: overmatige slijtage in het midden
van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen wanneer de profiel-
diepte van het loopvlak minder dan 1, 6 mm bedraagt.
Houd u in ieder geval aan de wettelijke voorschriften van
het land waarin wordt gereden.
BELANGRIJK
❍Voorkom, waar mogelijk, bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken en hard tegen stoepranden,
over kuilen en andere obstakels rijden.
Lang rijden
op een slecht wegdek kan de banden beschadigen;
❍controleer de banden regelmatig op scheuren in
de wangen, bulten en onregelmatige slijtage van
het loopvlak. Ga, indien nodig, naar een Lancia Ser-
vicepunt;
❍rijd nooit met een te zwaar beladen auto: dit kan tot
ernstige beschadiging van wielen en banden leiden;
❍stop onmiddellijk bij een lekke band en verwissel
het wiel om beschadiging van de band, velg, wielop-
hanging en stuurinrichting te voorkomen;
ONDERHOUD EN ZORG
247
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 247
Page 250 of 291

248
ONDERHOUD EN ZORG
❍de band veroudert, zelfs als hij weinig wordt gebruikt.
Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen betekenen
dat de band verouderd is. Laat de banden door gespe-
cialiseerd personeel controleren als ze langer dan 6 jaar
onder de auto zijn gemonteerd. Vergeet ook niet het re-
servewiel zorgvuldig te laten controleren;
❍monteer, bij vervanging altijd nieuwe banden, vermijd
het gebruik van banden van dubieuze oorsprong;
❍Bij de montage van een nieuwe band moet ook het ven-
tiel worden vervangen;
❍om een gelijkmatige slijtage van voor- en achterban-
den te garanderen, wordt geadviseerd ze elke 10–15
duizend kilometer te verwisselen; houd de banden aan
dezelfde zijde van de auto gemonteerd zodat de draai-
richti
ng niet wordt omgekeerd. Onthoud dat de wegligging van de auto in
grote mate van een juiste bandenspanning
afhankelijk is. Als de spanning te laag is, raakt de band
oververhit, met mogelijk ernstige beschadi-
ging van de band als gevolg.
Verwissel de banden niet kruislings, door ze
van de rechterzijde naar de linkerzijde en
omgekeerd te verplaatsen. Voer geen lakspuitwerkzaamheden op de licht
metalen wielvelgen uit met temperaturen bo-
ven 150℃. Dit kan een negatieve invloed heb-
ben op de mechanische kenmerken van de wielen.
233-256 Delta NL 1ed 26/09/13 11.11 Pagina 248